13 07-12 hro poster digibook (na sticky notes patrick)
1. Instituut voor
Gezondheidszorg
POSTERPRESENTATIES
Afstudeerprojecten
opleiding Verpleegkunde
Hogeschool Rotterdam
Verpleegkundigen van 2012, op weg naar 2020!
17 juli 2012
2. 2
Voorwoord
Deze presentatie bevat een verzameling van resultaten van onderzoek waarmee
studenten Verpleegkunde van Hogeschool Rotterdam in de zomer van 2012 zijn
afgestudeerd.
Sinds het studiejaar 2004 - 2005 werkt de hogeschool met het Rotterdams
Onderwijs Model (ROM).
Op deze manier vervult de hogeschool haar maatschappelijke taak voor de regio:
meer studenten succesvol opleiden voor de beroepspraktijk.
Een belangrijk element van het ROM is het principe van inside out-outside in:
de studenten laten zich in de werkomgeving inspireren om de geleerde kennis
in de praktijk toe te passen. Innovatie is daarbij een belangrijk uitgangspunt:
de opleiding Verpleegkunde stimuleert een onderzoekende houding waarmee
de student op zoek gaat naar verbeterpunten in organisatorische of
zorginhoudelijke processen.
De oogst van dit jaar is al even divers als de opleiding zelf en getuigt van een
groot bewustzijn van onze studenten waar het gaat om de opgaven waarmee
de zorgwereld zich in de komende tijd geconfronteerd weet: verandering en
toename van de zorgvraag enerzijds en het effectief, maar op menselijke maat
inzetten van technologie anderzijds.
U kunt uzelf overtuigen door te grasduinen in deze rijke bloemlezing.
Hans van der Moolen
Directievoorzitter van het Instituut voor Gezondheidszorg
3. 3
Inhoudsopgave
Posters gemaakt door:
Archer, Meredith 5 Graaff, Samantha de 29
Baalen, Yvette van 6 Harrevelt, Patricia 30
Ballegooijen, Merel van 7 Heijstek, Marloes 31
Bendeler, Eline 8 Herrewijnen, Jessica 32
Berg, Eva van den 9 Hoogerbrugge, Niamh 33
Berg, Nadia van den 10 Houwelingen, Arianne van 34
Biesebroek, Sandra 11 Huisman, Kirsten 35
Bommel, Elianne van 12 Illidge, Avril 36
Bot, Suzanne & Rosier, Marloes 13 Jansen, Susanne 37
Bouman, Ineline 14 Khieroe, Naomi 38
Bressers, Rick 15 Knaap, Melissa van der 39
Busch, Marijke 16 Kok, Birgitte 40
Charité, Rachelle 17 Kooijman, Anne 41
Dautzenberg, Felice 18 Kooijman, Annette 42
Deelen, Marloes 19 Korenhof, Emma 43
Delden, Jacobine van 20 Lange, Thessa de & 44
Donkersloot, Anne & 21 Singotani, Caricia
Sman Gaby van der Langenberg, Cora van de & 45
Eilbracht, Jolyn & 22/23 Zon, Margaret van
Kleiman, Florien Latorre, Manuela 46
Ende, John van der 24 Ligt, Saskia de 47
Fabrie, Milou 25 Looijmeijer, Rene 48
Fens, Chrissy 26 Louwman, Eleonora 49
Fokkens, Jantine 27 Lusse, Nathalie 50
Gerritse, Guido 28 Mast, Irma van de 51
4. 4
Inhoudsopgave
Posters gemaakt door:
Mekking, Deborah & 52 Seters, Joyce van 70
Noordam, Eric Sherwood, Anna Maria 71
Miles, Anita 53 Simons, Mayra 72
Molenaar, Elize 54 Slikboer, Kelly 73
Muller, Kelly 55 Staal, Janette 74
Naerebout, Marit 56 Sturm, Marianne 75
Nerum, Sharon van 57/58 Teertstra, Jorinde 76
Petersen, Bianca van 59 Valkenburg, Patricia van 77
Polderman, Evelien & 60 Visser, Daphne 78
Sinttruije, Lisette van Vlaanderen, Dide 79
Preesman, Janie 61 Voorde, Eunice ten 80
Rietveld, Rick 62 Waaier, Jordi 81
Romein, Cheryl 63 Wal, Linda van der 82
Roodzant, Michaël 64 Wandel, Celine 83
Roskam, Denise 65 Wessels, Liselotte 84
Rossum, Nanneke van 66 Wiel, Marjan van der 85
Schafthuizen, Laura 67 Wit, Gert-Jan de 86
Schanke, Mendy van 68 Woudt, Gaby van‘t 87
Scheele, Lisette 69
5. 5
Burnout preventie bij
verpleegkundigen
Vraagstelling:
Is er in de literatuur een
verschil in het optreden van
burnout bij verpleegkundigen
in ziekenhuizen,
verpleeghuizen en thuiszorg en
hoe kan informatie bijdragen
Achtergrond informatie: aan het voorkomen van of het
De prevalentie van burnout in de verminderen van
gezondheidszorg is hoog, een op burnoutklachten?
de vier verpleegkundige loopt Resultaten:
gevaar hier ernstig mee Er is veel wetenschappelijk
geconfronteerd te worden. literatuur gevonden over
Methode van onderzoek: burnout (klachten) bij
Er is een literatuurstudie opgezet verpleegkundigen in
waarin er gebruik gemaakt is van verpleeghuizen in
12 Engelstalige wetenschappelijke vergelijking met de
artikelen varierend van reviews thuiszorg en ziekenhuis.
tot randomise control trials. Conclusie
Er valt te concluderen dat
burnout vaker voorkomt bij
verpleegkundigen werkzaam
in een verpleeghuis.
Naam: Meredith Archer
6. 6
PLAN VAN AANPAK
LITERATUURONDERZOEK
FOCUSGROEP FACT team ZHE
‘Met welke ethische dilemma’s worden
hulpverleners in de bemoeizorg geconfronteerd en
op welke manier gaan zij hiermee om?’
ACT & FACT ETHISCHE KEUZE DILEMMA
BEMOEIZORG DILEMMA’S BATEN & KOSTEN
GOEDE WIL GEVAARS
WEERSTAND
HULPVERLENER CRITERIUM &
VRIJWILLIGE & LIJDENSDRUK
ONVRIJWILLIGE VS.
GEVOEL INTUITIE &
AUTONOMIE CLIENT
HULPVERLENING ERVARING
CONTACT MET
ETHIEK MOREEL BERAAD
DERDEN/FAMILIE STRUCTUUR VOOR- &
VERPLEEGKUNDE BUITEN WETEN OM
BEROEPSPROFIEL TEGEN
VAN CLIENT ARGUMENTEN
BEROEPSCODE ZWANGERSCHAP GOEDE
ETHISCH DILEMMA CLIENT & VRAGEN ONDERBOUWING
MOREEL DILEMMA RONDOM KIJKEN NAAR DE
MOREEL BERAAD ANTICONCEPTIE ANDERE KANT
ETHISCHE DILEMMA’S
BINNEN BEMOEIZORG
18-6-2012 Yvette van Baalen (0813413) 1
10. 10
Bewegen en sport onderzoek
Welke invloed heeft bewegen
op het gedrag van de Meetinstrument:
dementerende ouderen met Cohen Mansfield
gedragsproblemen? Agitation Inventory
met 3 clusters
Literatuur
- Bewegen positief effect op
Interventies
dementerende ouderen;
1. Sport en spel
- Wetenschappelijk onderzoek naar
2. Fitness
effect op gedragsproblemen is
Verschillende tijdstippen
schaars.
Directe en verlate effecten
Methode
CMAI + Observatie- en Conclusie
meetdagen - Directe effecten
- Verlate effecten
Ervaring
Nadia van den Berg
0808331
12. 12
Op welke manier kan een verpleegkundige van de afdeling KC-
zuid in het Sophia Kinderziekenhuis algemene voorlichting en
uitleg geven aan een kind met het syndroom van asperger of
PDD-NOS?
Achtergrond
Iemand met autisme voelt zich veilig in een aangepaste en beschermde omgeving,
veel voorspelbaarheid, waar geen onmogelijke eisen gesteld worden; het gebruik van
beloningen en niet straffen. Wij dragen bij aan het geluk van iemand met een autis-
tische stoornis als we de omgeving voorspelbaar maken.
Ervaringen & Resultaat
Hard werken
Onderzoeks methodiek
Leerzaam.
Literatuur
Evidence based practice. Praktijk ervaring
Interviews Omgaan met stress
Werken in een tijdspad
Advies boekje
Conclusie?
Communiceren voor kinderen met een autistische stoornis
is niet gemakkelijk. Als verpleegkundige is het belangrijk
dat je begrijpt waarom een kind met een autistische stoor-
nis op een bepaalde manier reageert, zodat een verpleeg-
kundige hier rekening mee kan houden en de informatie
kan verstrekken op een manier waar het kind met een au-
tistische stoornis baat bij heeft.
Elianne van Bommel
16. 16
‘De Algemeen Verpleegkundige’
Vraagstelling:
Over welke vaardigheden, kennis en
attitude dient de AGZ verpleegkundige op
afdeling Medium Care Cardiologie binnen
het Erasmus Medisch Centrum te
beschikken om zorg te kunnen bieden aan
patiënten die psychiatrische klachten
vertonen ten gevolge van hun
cardiologische aandoeningen? Achtergrondinformatie:
In de praktijk is er een kloof tussen
de AGZ en GGZ.
Hogeschool Rotterdam zegt
verpleegkundestudenten op te
leiden tot algemeen
verpleegkundige.
Methode van het onderzoek: Onderzoek:
- Literatuuronderzoek - Hebben verpleegkundigen in de
- Praktijkonderzoek AGZ te weinig kennis en
Er zijn12 vragenlijsten afgenomen vaardigheden van psychiatrie?
bij HBO verpleegkundigen op de - Hoe is de attitude naar het andere
afdeling Cardiologie. vakgebied?
- Hoe kunnen kennis en
vaardigheden het beste aangevuld
worden.
Conclusie:
De verpleegkundigen zien allerlei Resultaten
mogelijkheden om te verbeteren. - Scholingsprogramma:
Namelijk zelf, de afdeling of de Bestaand uit verschillende klinische
opleiding. lessen waar in elke klinische les een
De punten die ze verbeterd zouden ander onderwerp behandeld zal
willen zien, zijn de ziektebeelden, het worden. Deze klinische lessen zullen
signaleren en bepaalde interventies interactief zijn.
die daarbij belangrijk zijn. - HBO-V sluit niet goed aan op de
Deze informatie willen ze het liefst in praktijk.
de vorm van een klinische les. - Vervolgonderzoek:
Hoe is gebrek aan kennis van het
andere vakgebied ontstaan of is dit
weggezakt?
Marijke Busch 0806131
Student Verpleegkunde
17. 17
Protocol adherence
Volwassenen IC 3 zuid en 10 zuid
Probleemstelling:
Er is geen inzicht in de protocol
adherence van de verpleegkundigen
werkzaam op de afdelingen 3 zuid IC
en 10 zuid IC van het Erasmus MC.
• Bronchiaal toilet
• Verpleegkundige barrières
• Observeren
• Kwantitatief onderzoek
• Resultaten
• Conclusie
Naam:
Rachelle Charité
0805960
20. 20
GROEPSVOORLICHTING
AAN KINDEREN IN
GROEP 7
Behoefte onderzoek bij kinderen in groep 7
en ouders:
• Welke voorlichtingsonderwerpen
vinden zij belangrijk?
• Is er überhaupt behoefte aan een
groepsvoorlichting?
Jacobine van Delden
0809854
21. 21
Weer ‘heel’ naar huis
Optimalisatie van pre- en post operatieve zorgverlening
rondom de opname van de chirurgische zorgvrager van >75 jaar
Vraagstelling
‘Op welke wijze kan een zorgpad, gericht op de optimalisatie van zowel
verpleegkundige pre- als postoperatieve zorgverlening, op de verpleegafdelingen van
het Sint Franciscus Gasthuis worden ontwikkeld en geïmplementeerd binnen het
elektronisch verpleegkundig patiëntendossier, om een bijdrage te kunnen leveren aan
de beperking van functieverlies bij de zorgvrager van >75 jaar na een chirurgische
in
ingreep tijdens een ziekenhuisopname?’
Achtergrondinformatie
Door de toenemende vergrijzing, zien we een toename in het aantal
ziekenhuisopnames. Om tegemoet te komen aan de toenemende zorgvraag is
innovatie nodig. Naar het voorbeeld van het Senior Friendly Hospital Initiative
(RGP 2007) doet de literatuur een voorstel tot het opstellen van een zorgpad.
Methode van onderzoek
Onde
Onderzoeksdesign: beschrijvende onderzoeksvorm
Methodiek: kwalitatief onderzoek
Methode van dataverzameling: acht semigestructureerde interviews met de
verpleegkundigen van de verpleegafdelingen.
Conclusie
Er is een zorgpad ontwikkeld binnen het elektronisch verpleegkundig dossier gericht
op zowel de pre-als postoperatieve zorgverlening aan de oudere chirurgische
zorgvrager. Tevens is er naar model van Grol (2000) een implementatieplan opgetseld
voor de intergratie van dit zorgpad binnen het elktronisch dossier.
Dit zorgpad moet ervoor gaan zorgen dat functieverlies bij de oudere chirurgische
zorgvrager van > 75 jaar wordt beperkt.
Ervaringen/Resultaten
Een bijdrage aan het verpleegkundig beroep:
- een eenduidige richtlijn - multidisciplinair inzetbaar
- kwaliteitsverbetering - inzicht in het verpleegkundige handelen
Anne Donkersloot & Gaby van der Sman
HBO-V 4e leerjaar
24. 24
“Hoe denken jongeren met een
chronische aandoening of
beperking over de bruikbaarheid
van het bordspel SeCZ TaLK als
middel om over seksualiteit en
intieme relaties te praten?”
“Ik ga niet over seks
praten met mijn
Focusgroepgesprekken:
een gestructureerde
ouders, dan
groepsdiscussie die de reageren ze net als
onderzoeker inzicht biedt in na de eerste keer
de ervaringen, opvattingen en scheren. Te trots,
preferenties van de
onderzoeksgroep rond een
opschepperig en
specifieke vraagstelling opeens zijn er foto’s
van!”
SeCZ TaLK : Cijfer:
• Spelenderwijs leren met en
van elkaar
8,7
• Nieuw specifieke kennis
• Zorgt voor een veilige,
vertrouwde sfeer
• Voorkomt problemen in de
toekomst
“Let’s talk about SeCZ!”
Evaluatie van het educatieve bordspel SeCZ TaLK
door John van der Ende
26. 26
CHRISSY FENS 0793308
Een richtlijn voor multidisciplinaire samenwerking door middel van
casusbesprekingen
Probleemstelling & achtergrond:
Vanuit de afdeling MDL kwam medio september 2011 de vraag of het huidige MDO nog effectief was met als gevolg dat er na het minoronderzoek naar
de effectiviteit van het MDO een aantal aanbevelingen volgden. Één van deze aanbevelingen was het bespreken van patiënten door middel van een
casusbespreking. In dit beroepsproduct zal er een richtlijn opgesteld worden voor multidisciplinair samenwerken door middel van
casusbesprekingen, voor complexe multidisciplinaire patiënten die opgenomen zijn op de afdeling MDL, om zo de kwaliteit van zorg te waarborgen.
Vraagstelling:
Op welke wijze kan er op de afdeling MDL van het SFG vorm worden gegeven aan de multidisciplinaire samenwerking met behulp van
casusbespreking om de effectiviteit van deze samenwerking te verbeteren in vergelijking met het huidige MDO?
Methode:
Voor de literatuurstudie zijn wetenschappelijke publicaties en boeken gebruikt uit de databanken en mediatheek van de Hogeschool Rotterdam. Op
basis van de verzamelde literatuur is de aangehouden structuur en opbouw van de richtlijn voortgekomen.
De informatie die nodig was voor het praktijkonderzoek is verzameld door een enquête met een mixed methods design. Om zoveel mogelijk respons
op de enquêtes te krijgen zijn de enquêtes persoonlijk uitgedeeld en was het inleverpunt een centrale plek op de afdeling (de ‘uitzak’).
Analyse van de literatuur aan de hand van de speciaal opgestelde hoofd- en deelvragen welke een leidraad voor het opstellen van dit beroepsproduct.
Ook de enquête is geanalyseerd; De kwantitatieve vragen zijn geanalyseerd met behulp van beschrijvende statistiek, de kwalitatieve vragen met
behulp van codes en labels, om zo overzichtelijk de gewonnen resultaten weer te geven.
Resultaten:
De omschreven richtlijn is gebaseerd op de methodiek voor het opstellen van een richtlijn vanuit het CBO, gecombineerd met de standaarden voor
richtlijnontwikkeling van het SFG. De oude richtlijn voor het MDO is ook gebruikt als basis voor de ontwikkelde richtlijn.
De verpleegkundige observeert de patiënt. Als de patiënt langer dan 5 dagen opgenomen ligt wordt de COMPRI scorelijst afgenomen en indien de
score >5 is wordt er via het EVD een aanvraag voor een casusbespreking gedaan. Wanneer de INTERMED methodiek is ingevoerd zal voor de
daadwerkelijke aanvraag eerst een verzoek tot invullen van de INTERMED scorelijst worden gedaan via het EVD. De aanvraag wordt ook overlegd met
de seniorverpleegkundige, welke een coördinerende rol heeft.
De inhoud van de casusbespreking is afhankelijk van de problemen of knelpunten in het zorgbeleid van de patiënt die aangegeven zijn door de
betrokken disciplines tijdens de aanmelding Tijdens. Aanbevolen wordt, bij invoering van de INTERMED methode, om de patiënt te bespreken aan de
hand van de vier hoofdvariabelen.
Tijdens de casusbespreking wordt de termijn van evaluatie ook bepaald. Tijdens deze evaluatie wordt het gekozen zorgbeleid geëvalueerd. Belangrijk
is daarbij of de doelstellingen van de betrokken disciplines behaald zijn met betrekking tot de patiënt. Ook de mogelijkheden voor een aanvullende
casusbespreking (bij verandering toestand patiënt e.d.) of een nabespreking (bij haperingen in het proces) moeten bespreekbaar blijven.
27. 27
VERPLEEGKUNDIGE ONTWIKKELING,
DE MOTIVATIE EN ACTIVITEITEN.
Op welke manier geven de verpleegkundigen op de
afdeling Longziekten in het Erasmus MC invulling aan
hun continue professionele ontwikkeling en wat
ervaren zij daarbij als bevorderende en belemmerende
factoren?
Het onderwerp van deze Er zijn in totaal 13 interviews
afstudeeropdracht gaat over gehouden met verschillend
de CPO van Verp. op de afd. opgeleide Verp. Hiervan zijn
Longziekten van het Erasmus transcripties gemaakt om de
MC. Sommige Verp. zijn resultaten te kunnen
gemotiveerd bezig met CPO analyseren. Deze analyse is in
en andere Verp. zijn hier veel het kort weer gegeven in een
minder (lijkt het) mee bezig tabel met coderingswoorden.
en doen ‘gewoon’ hun werk. Van hieruit kon er een
Hoe kan dat? conclusie getrokken worden.
De conclusie die getrokken worden is dat de definitie van
CPO bij alle Verp. bekend is en er veel bij- en nascholing
wordt gegeven. Er zijn genoeg klinische lessen, maar deze
moeten vaker worden herhaald. Reflecteren kan en moet
beter. Action learning is een leerzame activiteit volgens alle
Verp. Tijdsgebrek is de belangrijkste belemmerende factor
en waardering is de meest bevorderende factor.
Van dit onderzoeksproject heb ik veel geleerd dat ik ervaar als een
bijdrage in de ontwikkeling van mijn eigen inzichten t.a.v. CPO. De
interesse in het proces van continue leren en bijhouden van de
snelle ontwikkelingen geeft me uitzicht op een inhoudelijk
aantrekkelijke en uitdagende functie in de gezondheidszorg.
J.A. FOKKENS
29. 29
De verpleegkundige overdracht
Achtergrond informatie Methode
Probleem afd. Oncologie Plan van aanpak
Kwaliteit van zorg verbeteren Literatuurstudie
Minorproject protocol Praktijkonderzoek dmv
ontwikkelen interviews
Efficiënt en effectief Interviews analyseren
Vergelijken met literatuur
Protocol ontwikkelen
Implementatieplan
opstellen
Evaluatie momenten
Conclusie
Protocol op DKS
Folder + e-mail versturen
Powerpoint + Klinische les
Vraagstelling Eerste verantwoordelijke
Op welke wijze kan het verpleegkundige aanstellen
verpleegkundige Evaluatie momenten
overdrachtsprotocol op de
afdeling Oncologie in het Sint inschakelen
Franciscus Gasthuis Resultaat
geïmplementeerd worden zodat
de continuïteit en de kwaliteit Implementatie plan
van zorg geoptimaliseerd wordt? opgesteld
Samantha de Graaff Geen implementatie
0793531 kunnen uitvoeren
31. 31
DEMENTIE & BEHOEFTEN
De behoeften van ouderen met dementie en
mantelzorgers met betrekking tot woonvoorzieningen
en zorgvoorzieningen
Achtergrond-
Vraagstelling
Wat zijn de verhalen van
informatie:
ouderen met dementie en Samen met het
hun mantelzorgers over de Kenniscentrum
behoeften die ze nastreven Zorginnovatie is de vraag
met betrekking tot ontstaan wat de behoeften
woonvoorzieningen, zijn van ouderen en hun
verleende zorg en mantelzorgers. Deze
ondersteuning en wat is behoeften zijn van belang
hierbij het verschil tussen voor het doen van
de gewenste en werkelijke aanbevelingen voor de
situatie? beroepspraktijk.
Ervaringen / Methode:
resultaten Er is een kwalitatief
Ouderen met dementie longitudinaal onderzoek
• Behoeften aan eigen verricht naar de behoeften
woonvoorziening, van ouderen met dementie
privacy en sociale en hun mantelzorgers. Er
controle zijn 2 zorgnetwerken
Mantelzorgers geïnterviewd die bestaan
• Behoeften aan uit 2 ouderen met
kleinschaligheid, grote Conclusie: dementie, 4 mantelzorgers
kamer, flexibiliteit en De mantelzorgers hebben en 4 zorgprofessionals
sociale controle behoeften aan kleinschalige
woonprojecten waar de
kamers groot zijn en er
aandacht is voor de
ouderen. Met de behoeften
van ouderen wordt weinig
rekening gehouden, over
het algemeen zijn de
ouderen tevreden met de
huidige situatie.
Marloes Heijstek Hogeschool Rotterdam
Contact: 0839333@hr.nl Kenniscentrum Zorginnovatie
32. 32
Het preventiespreekuur in
de huisartsenpraktijk
Door: Jessica Herrewijnen (0807399)
2008: Door primaire en secundaire
40.868 Nederlanders preventie in de huisartsenpraktijk
stierven aan hart- en kan naar voren komen of patiënten
vaatziekten (1/3 van alle een verhoogd risico hebben. Ook
sterfte) kunnen met het PreventieConsult
nieuwe ziektegevallen ontdekt
740.000 Nederlanders worden en zo vroeg mogelijk
hadden gediagnosticeerde worden behandeld.
diabetes.
Conclusie:
Preventiespreekuur in de
huisartsenpraktijk ‘Hoe kan het preventiespreekuur voor
implementeren volgens Grol diabetes en cardiovasculaire
bleek uit de literatuur het beste. aandoeningen voor patiënten van
Implementatieplan is opgesteld dokter K. in de leeftijd van 65 tot en
en wordt uitgevoerd in de met 75 jaar in huisartsenpraktijk
praktijk Herman Gorterhof geïmplementeerd
worden zodat de doktersassistentes
hiermee kunnen werken?’
90 patiënten waren
uitgenodigd voor het
preventiespreekuur. Kwantitatief onderzoek in de vorm van een
82,2% (74) is daadwerkelijk pilotonderzoek waar gebruik wordt gemaakt
gekomen. Van de 74 van een enquête.
patiënten bleek bij 32 van •Meten van tevredenheid van patiënten over
hen een verhoogd risico te het preventiespreekuur.
zijn tot zelfs de diagnose •Meten of het rendabel is om het
diabetes. preventiespreekuur in de huisartsenpraktijk in
82 patiënten reageerden te voeren.
positief op het initiatief. •Meten of er nog verbeterpunten zijn.
Ieder jaar controle is wat de Drie patiëntengroepen door middel van
patiënten graag zouden aselecte steekproef.
willen.
33. 33
ONDERZOEK NAAR
ACCEPTATIENIVEAU EN
VERANDERINGSSTRATEGIEËN
BIJ TECHNOLOGISCHE
INNOVATIES IN DE ZORG
PILOT
DIABETESSTATION®
VRAAGSTELLING
Hoe kan het acceptatieniveau van zorgprofessionals van
d e e e r s t e l i j n s z o r g va n Z o r g o p Z u i d b e ï nv l o e d wo r d e n
m e t b e t r e k k i n g t o t d e p i l o t va n h e t D i a b e t e s S t a t i o n ® ?
A C H T E R G R O N D
Het DiabetesStation® is een gedeeltelijk geautomatiseerd interactief meetstation
ontwikkeld door samenwerkende partners Laurens Erasmus MC en IPT Medical
Services.
Voordat tot invoering van het DiabetesStation® wordt overgegaan zal het gebruik
METHODE
hiervan worden getest middels een pilot in de eerstelijns zorg bij Laurens
Maasveld te Rotterdam.
Omdat instemming en medewerking van zorgprofessionals aan de pilot een Het is een exploratief en kwalitatief
voorwaarde is voor een succesvolle uitvoering, is de wens uitgesproken meningen onderzoek. Door middel van semige-
structureerde interviews zijn er zes
en visies van deze professionals over het DiabetesStation® te onderzoeken
topics besproken:
en aanbevelingen te doen door middel van veranderingsstrategieën.
Job relevance
Management support
Output Quality
RESULTATEN
U it d e a n a ly s e b le e k d at Jo b R e le va n c e , P e r -
Perceived Usefulness
Subjective norm
Trust
ceive d Usefulness e n Tr u st een m o g e lij ke
n e g at i e v e i n v lo e d h e eft o p h u n i nte nt i e o m h et Deze topics zijn gebaseerd op een ges-
D i a b ete s S tat i o n ® te gebr uiken. Hieronder chikt theoretisch model voor acceptatie
v a l l e n d e o n d e r w e r p e n : c o n t a c t m e t d e p a t i ë n t, van technologische veranderingen van
d e g e s c h i k te d o e lg r o e p, h et v e r v o lg t raj e ct e n Davis (1986). Acceptatie is in dit model
p la at s i n d e e e r ste lij n de intentie in het gedrag om ICT te geb-
ruiken. (Holden e.a., 2010)
CONCLUSIE & AANBEVELINGEN
Met behulp van het transtheoretisch model voor gedragsveranderingen van Prochaska & DiClemente (1983) is
er antwoord gegeven op de vraagstelling. De onderzoekspopulatie bevindt zich volgens de analyse in de fase
Contemplation, gebaseerd op de Stages of Change van het model. Hierbij hebben de zorgprofessionals de
intentie om te veranderen binnen zes maanden maar wegen de voor- en nadelen van veranderen nog gelijk. De
interventies die hierbij worden aangeraden zijn Consciousness-Raising en Dramatic Relief. Hieruit zijn de
volgende interventies voortgekomen:
- D e p o s i t i e e n o rg a n i s a t i o n e l e c o n s e q u e n t i e s v a n h e t D i a b e t e s S t a t i o n ® i n d e e e r s t e l i j n s z o rg v e r d u i d e l i j k e n .
- E e n p r o t o c o l o n t w e r p e n o v e r h e t D i a b e t e s S t a t i o n ® i n d e e e r s t e l i j n s z o rg .
- E e n i n t e r a c t i e v e m e e l o o p d a g o rg a n i s e r e n v o o r z o rg o rg a n i s a t i e s .
O p b a s i s v a n d i t o n d e r z o e k i s e e n M a a t s c h a p p e l i j k e B u s i n e s s C a s e o n t w i k k e l d , w a a r m e e h e t g e h e l e o n d e r w e r p i n k a a r t i s g e b r a c h t . Vo o r i n z a g e , i n f o r m e e r b i j o n d e r z o e k e r.
N.S. Hoogerbrugge, Hogeschool Rotterdam, 0807878@hr.nl
34. 34
pijn bij chirurgische
zorgvragers
‘Het bevorderen van de kennis van de
verpleegkundige met betrekking tot pijn,
de pijnscore en het pijnbeleid bij
chirurgische zorgvragers’
- Afdeling Gynaecologie & Urologie -
Arianne van Houwelingen, 0809077
35. 35
De Waakdoos
´een innovatie in
de vorm van complementaire
zorg´
De Waakdoos
De Waakdoos is een doos die kan worden ingezet tijdens het stervensproces. Uit de praktijk is gebleken dat veel mensen stil vallen
en moeite hebben om te praten tijdens deze laatste levensfase. Deze doos kan ondersteuning bieden aan de naasten van de
patiënt die terminaal is. En zou kunnen bijdragen aan het op gang brengen van een gesprek en zo kan de Waakdoos ervoor zorgen
dat het proces van loslaten en afscheid nemen op gang komt. Wanneer er niet meer gesproken kan worden draagt de Waakdoos
bij aan het ophalen van verhalen en anekdotes bij de naasten en kan het bijdragen aan een meer ontspannen sfeer rondom het
sterfbed. Met behulp van de Waakdoos kunnen de naasten na het overlijden, met een goed gevoel terug kijken op de laatste dagen
van afscheid nemen en heeft de Waakdoos een goede invloed bij de rouwverwerking. (waakdoos.nl)
Vraagstelling Methode
Zijn de verpleegkundigen op de De Waakdoos is geïmplementeerd
afdeling oncologie/haematologie in op de afdeling
het Maasstad Ziekenhuis op de oncologie/haematologie in het
hoogte van het bestaan van een Maasstad Ziekenhuis aan de hand
Waakdoos en hoe kan deze een van de richtlijnen van ZonMW
ondersteuning zijn in de vorm van (2012).
complementaire zorg bij het
loslaten, afscheid en waken in de
stervensfase van de patiënt?
Ervaringen
In het Erasmus MC, op de afdeling
oncologie/inwendige geneeskunde,
is de Waakdoos een jaar actief en
een goede aanvulling in de terminale Conclusie
fase en/of tijdens het waken. Zij De Waakdoos kan in de vorm van
hebben positieve ervaringen met de complementaire zorg (aanvullende
doos, die zij altijd als ondersteuning zorg), een bijdrage leveren aan de
aanbieden tijdens het waken om de stervende en diens naasten tijdens het
‘ziekenhuissfeer’ om te buigen naar waken en aan de naasten tijdens het
een ‘huiselijke sfeer’. rouwproces
Door Kirsten Huisman
36. 36
Leefstijl
Vraagstelling: Hoe kunnen verpleegkundigen en POH's
tijdens consulten in een huisartsenpraktijk een gezonde
leefstijl bevorderen bij pre-diabetes patiënten?
• Achtergrondinformatie • Conclusie
• Onderzoek onder pre- • Verpleegkundigen en
diabeten: Gezonder eten POH's moeten competent
en meer bewegen zijn met GVO en culturele
verlagen de kans op competentie.
diabetes met 58% • Vaardigheden: goede
• Verpleegkundigen en assessment en
POH's zijn de empowerment
aangewezen zorgverlener • Strategie: Motivational
voor leefstijlinterventies. Interviewing.
• Methode • Ervaringen/Resultaten
• Kwalitatief onderzoek • Relatie pre-diabetes en
• POH's /verpleegkundigen hart en vaatziekte meer
• Topics benadrukken.
• Kennis, Vaardigheden, • Meer overzichtelijkheid
van aanbod in de wijk.
• Competenties
• Simpeler
• Strategieën voorlichtingsmateriaal
• ---------------------------------- • Beweegprogramma nodig
• Avril Illidge (0827447)
37. 37
Patient controlled epidural analgesia
Implementatieplan Susanne Jansen
Vraagstelling Achtergrondinformatie
Hoe kan het protocol voor de • PCEA is een nieuwe pijn-
PCEA op afdeling interne pomp. Continue infuus in de
geneeskunde 5N systematisch epidurale ruimte + bolus
geïmplementeerd worden onder knop voor de patiënt.
verpleegkundigen, rekening Voordeel: motorisch blok
houdend met het waarborgen neemt af en patiënt-
van de medicatieveiligheid tevredenheid neemt toe.
tussen de verschillende • Implementatiemodel van
pijnpompen? Grol en Wensing
• Aansluiten op de leerstijl
van de vpk a.d.h.v. de
leercyclus van Kolb.
• Medicatieveiligheid
waarborgen a.d.h.v sticker.
Methode van onderzoek
Surveyonderzoek met enquêtes
naar leerstijl en
belemmerend/bevorderende
factoren van implementeren. Conclusie
• 56% leerstijl beslisser: leercyclus van
Kolb doorlopen.
Ervaringen • Implementatie strategie is een
• Boeiend onderwerp.
klinische les met de volgende acties:
• Nuttig voor praktijk.
- Tijd en ruimte bieden.
• Lastig om voldoende
- Communicatie naar de werkvloer
respons te krijgen op
- Kennis en vaardigheden aanleren.
enquêtes.
- Voordelen voor zowel patiënten als
• Goede begeleiding
zorgverleners aantonen.
vanuit Erasmus MC.
- Positieve bekrachtiging tijdens de
• Zeer trots op het
klinische les en op de werkvloer.
eindresultaat!
• Medicatiesticker gebruiken.
42. 42
Rooming-in binnen het nieuwe Erasmus MC
Voor
welke
volwassen
pa.ëntengroepen
op
algemene
verpleegafdelingen
hee7
de
toepassing
van
rooming-‐in
een
posi.ef
effect
op
het
herstelproces?
Achtergrond
In
2017
zal
de
nieuwbouw
van
het
Erasmus
MC
in
gebruik
worden
genomen.
Alle
meerpersoonskamers
zullen
plaats
maken
voor
eenpersoonskamers.
Voor
paAënten
komt
de
mogelijkheid
om
een
familielid
of
vriend
te
laten
overnachten
op
de
kamer.
Dit
heet
rooming-‐in.
Binnen
de
kraam-‐
en
kinderverpleging
wordt
dit
al
veelvuldig
toegepast,
maar
op
verpleegafdelingen
voor
volwassenen
is
dit
voor
verpleegkundigen
en
paAënten
nog
onbekend
terrein.
Er
wordt
onderzocht
bij
welke
specifieke
paAëntengroepen
de
toepassing
van
rooming-‐
in
een
funcAonele
bijdrage
kan
leveren
aan
het
herstelproces
en
hoe
verpleegkundigen
hierover
denken.
Methode
van
onderzoek
Het
prakAjkonderzoek
betreL
een
verkennend
kwanAtaAef
onderzoek.
Hierbij
zijn
enquêtes
afgenomen
op
4
afdelingen
binnen
het
Erasmus
MC.
Conclusie
De
aanwezigheid
van
een
familielid
of
vriend
kan
bijdragen
aan
een
‘healing
environment’.
Het
geeL
de
paAënt
rust,
gevoel
van
veiligheid,
vertrouwdheid
en
steun
en
het
kan
zorgen
voor
angstvermindering
bij
zowel
de
paAënt
als
de
naaste.
Dit
komt
het
herstelproces
van
de
paAënt
ten
goede.
Uit
dit
scripAeonderzoek
blijkt
dat
dit
geldt
voor
o.a.
paAënten
met
demenAe,
een
delier
of
emoAonele/psychische
problemen,
voor
paAënten
in
de
palliaAeve/terminale
fase
of
een
acuut
kriAsche
gezondheidstoestand
en
voor
paAënten
met
een
niet-‐westerse
cultuur
of
een
verstoorde
communicaAe.
Resultaten
en
ervaringen
In
het
scripAeverslag
is
de
volledige
lijst
opgenomen
met
alle
doelgroepen
voor
rooming-‐in.
De
meningen
onder
de
ondervraagde
verpleegkundigen
over
de
toekomsAge
invoering
van
rooming-‐in
binnen
het
ziekenhuis
zijn
nog
erg
verdeeld;
van
heel
posiAef
tot
erg
scepAsch.
Op
dit
gebied
heeL
het
Erasmus
MC
nog
een
hoop
te
doen.
Voor
mij
was
dit
onderzoek
naar
rooming-‐in
erg
vernieuwend
en
verruimend.
Anne,e
Kooijman
(0807731)
46. 46
MAASSTAD ZIEKENHUIS
INTERCOLLEGIALE
TOETSING
Vraagstelling
‘Op welke manier kan intercollegiale toetsing binnen het Maasstad
Ziekenhuis worden ingevoerd op de afdelingen waar BIG-handelingen
worden uitgevoerd?’
Redenen invoering van intercollegiale toetsing
Er vond geen toetsing van de BIG-handelingen plaats
Bevorderd veilig werken
Bevorderd eenduidig werken
Bevorderd kwaliteit verhogend werken
Het is een realistische toetsituatie
Up-to-date houden van de kennis
Onderzoek
Literatuuronderzoek
Semigestructureerde interviews
Draaien van een pilot op verschillende verpleegafdelingen
Resultaat en Conclusie
Naar aanleiding van het literatuuronderzoek, de interviews en de pilots is de
handleiding ‘intercollegiale toetsing’ ontwikkeld. Met behulp van deze
handleiding is het mogelijk om intercollegiale toetsing op alle
(verpleeg)afdelingen binnen het Maasstad Ziekenhuis te implementeren.
Manuela Latorre
(0811740)
47. 47
Alcohol & Opiaten
Verpleegkundige begeleiding naar verantwoord combinatiegebruik
Vraagstelling Methode van
“Hoe kan de verpleegkundige binnen het Medisch Sociaal Centrum zuid van Bou-
manGGZ een bijdrage leveren aan het begeleiden richting verantwoord gebruik
onderzoek
van heroïne en methadon bij de patiënt met een alcoholprobleem?” Literatuuronderzoek – wat
is verantwoord combinatie-
gebruik van alcohol en opia-
ten? En wat is passende
Achtergrond- verpleegkundige begelei-
ding bij langdurig (heroïne-)
informatie verslaafden welke overmatig
Medisch Sociaal
alcohol drinken binnen een
Centrum zuid is een
polikliniek?
polikliniek in Rotter-
Praktijkonderzoek – Hoe
dam zuid waar dage-
groot is het probleem? Pas-
lijks zo’n 50 patiën-
sen de gevonden interven-
ten met een langdu-
ties bij de doelgroep en zijn
rige heroïneversla-
kenmerken? Welke begelei-
ving op voorschrift
ding past bij de taak van het
van een arts onder
MSC (medisch sociaal cen-
medisch toezicht
trum)?
heroïne gebruiken Vorm van het onderzoek –
en methadon inne-
Focusgroep onder verpleeg-
men. kundige en ziekenverzor-
Naast heroïne en
gende en vragenlijsten on-
methadon (opiaten) der de patiënten van MSC
gebruiken de patiën-
zuid.
ten andere middelen
waaronder alcohol.
Alcohol en opiaten
hebben beide een
dempende werking
waardoor gelijktijdig
gebruik een risico is
voor de gezondheid
van de patiënt.
Conclusie
Motiverende gespreksvoering lijkt een passende in-
terventie in het begeleiden naar verantwoord alcohol
en opiaten gebruik binnen MSC zuid. Om het gebruik
van alcohol gestructureerd te kunnen signaleren is de
regelmatige onaangekondigde aanwezigheid van een
verpleegkundige in de wachtruimte met een blaas-
apparaat aan te bevelen. In de wachtruimte moet ook
voldoende informatie met betrekking tot het onderwerp
makkelijk toegankelijk zijn.
Saskia de Ligt, 2012
0812549
48. 48
René Loomeijer
Kwaliteit van zorg vanuit patiëntenperspectief
Achtergrond
Er is sprake van kwalitatief goede zorg wanneer de zorg zoveel mogelijk is toegesneden op de
individuele behoeften van de patiënt, effectief en veilig is. Het is van belang een goed beeld te
verkrijgen van de kwaliteit van zorg die GGZ-zorgaanbieders leveren door de mening van patiënten te
inventariseren. De langdurige alcoholverslaafde zorgwekkende zorgmijder die woonachtig is in een
eigen woning en niet klinisch is opgenomen wordt zeer moeizaam bereikt als het gaat om onderzoek
naar patiënttevredenheid binnen BoumanGGZ.
Doel
Bepalen wat de mate van tevredenheid is van de alcoholafhankelijke patiënten van het team Ambulante
Team en Toeleiding (ATB) over de geleverde zorg en de uitkomst hiervan verwerken in een concreet
verbetervoorstel
Methode
Gegevens voor dit kwantitatief onderzoek zijn verkregen door de onderzoekspopulatie met behulp van
de Nederlandstalige Short Rating Scale (SRS) te vragen naar hun mening m.b.t. het bewuste
behandelcontact. Door de uitslagen als een gemiddelde weer te geven en uit te drukken in een
waardering kan uiteindelijk het antwoord gegeven worden op de vraag hoe de alcohol afhankelijke en
zelfstandig wonende patiënten van de afdeling ATB de door deze afdeling geleverde zorg ervaren.
Resultaten
De steekproef onder 85 patiënten van het ATB levert met behulp van de SRS een netto respons op van
14%. Iets minder dan de helft (41%) beoordeelt de geleverde kwaliteit van zorg als slecht. Het
gemiddelde resultaat geeft antwoord op de vraag hoe de alcohol afhankelijke en zelfstandig wonende
patiënten van de afdeling ATB de door deze afdeling geleverde zorg ervaart: redelijk.
Conclusie
De gemiddelde waardering ‘redelijk’ impliceert dat de kwaliteit van zorg aan zorgwekkende zorgmijders
verbeterd kan worden. Wat opvalt is de lage respons. Een grote rol hierbij speelt het lage percentage
(54%) patiënten dat het vragenformulier is voorgelegd. Daarnaast moet de zorgverlener de SRS gaan
gebruiken waarvoor het uiteindelijk bedoeld is: het vragen van feedback op een waardering en deze
feedback gebruiken om de behandelrelatie te optimaliseren.
Aanbevelingen
Als gevolg van de conclusies en voorgestelde verbeteringen worden de volgende aanbevelingen gedaan:
- Onderzoeken wat ten grondslag ligt aan het feit dat er weinig patiënten bevraagd zijn binnen dit
onderzoek.
- Onderzoeken welke andere responsverhogende factoren toegepast kunnen worden.
- Repliceren van dit onderzoek.
- De patiënt bij minimaal 2 behandelcontacten de vragenlijst voorleggen.
- Per individueel deelnemend zorgverlener inventariseren wat de respons is en wat belemmerende
factoren zijn.
- Patiënt moet bij het invullen van het vragenformulier gecontroleerd worden op het gebruik van
alcohol.
- Scholen van personeel in het gebruik van de SRS
-De SRS implementeren.
Het uiteindelijke doel van deze aanbevelingen is het verbeteren van de kwaliteit van zorg.
50. 50
Achtergrondinformatie Vraagstelling
Over de manier waarop dementie ervaren wordt door de Hoe wordt dementie van een naaste door de
mantelzorgers is weinig bekend, terwijl betrouwbare mantelzorgers ervaren en in welke mate beïnvloedt
informatie over de persoonlijke beleving en persoonlijke dit de relatie met de oudere met dementie?
ervaring van een patiënt of mantelzorger een grote steun
kan zijn voor andere patiënten en mantelzorgers. Om
ervoor te zorgen dat de zorg die verpleegkundigen leveren
goed wordt afgestemd op de behoeftes van de ouderen,
maar ook op die van de mantelzorgers, is meer inzicht in de
ervaringen van ouderen met dementie noodzakelijk.
De belevingswereld van
mantelzorgers rondom dementie
Door Nathalie Lusse (079865)
Methode van zoeken Hogeschool Rotterdam
Voor dit kwalitatieve onderzoek zijn interviews
gehouden met vier mantelzorgers uit twee
verschillende zorgnetwerken, naar hun ervaringen met
dementie. Twee van deze mantelzorgers zijn partner
van een oudere met dementie en de andere twee
mantelzorgers zijn volwassen kinderen.
Ervaringen/resultaten Conclusie
De partners ervaren gevoelens van eenzaamheid en Dementie leidt bij partners tot een verlies van
verlies als zij vertellen over dementie bij hun onderlinge verbondenheid, waardoor zij een sterk
echtgenoot/echtgenote. De impact van de aandoening gevoel van eenzaamheid ervaren.
op de relatie is afhankelijk van de leeftijd van het
echtpaar en de kwaliteit van de relatie voorafgaand aan Dementie van een ouder leidt bij volwassen kinderen
de ziekte. tot gevoelens van verlies en machteloosheid.
De kinderen ervaren gevoelens van verlies en
machteloosheid. Hun betrokkenheid bij de zorg is
afhankelijk van de leeftijd van de ouders en de De impact die de aandoening heeft op hun relatie, is
zelfredzaamheid van de ouders. De impact die de voor zowel partners als volwassen kinderen afhankelijk
aandoening heeft op de relatie is afhankelijk van de van de kwaliteit van de relatie, voordat de ziekte zich
kwaliteit van de relatie voordat de ziekte zich manifesteerde.
manifesteerde en deze kinderen ervaren de impact in
mindere mate dan hun ouders
51. 51
Centra voor Anticonceptie, Seksualiteit en Abortus
Twijfel bij de besluitvorming
bij een ongeplande zwangerschap
PROBLEEMSTELLING : Een deel van de cliënten die CASA bezoekt voor een abortus, heeft
op de dag van behandeling nog twijfel over het te nemen besluit; wel of geen abortus.
VRAAGSTELLING: Hoe kunnen de verpleegkundigen van CASA het huidige aanbod aan
cliënten die twijfelen over de besluitvorming bij ongeplande zwangerschap optimaliseren?
THEORETISCHE ACHTERGROND:
• 27 % van de vrouwen die een abortuskliniek
bezoekt heeft enige vorm van twijfel over
het te nemen besluit (Evaluatie WAZ 2005)
• Een goede besluitvorming is de basis van
een goede verwerking van abortus
METHODE VAN ONDERZOEK: Een kwantitatief onderzoek door middel van een enquête
onder alle 58 verpleegkundigen werkzaam in de zes klinieken van CASA. De enquête
bestaat uit 23 gesloten en 5 open vragen en is onderverdeeld in drie thema’s;
1. Het hulpverleningsaanbod van CASA
2. De samenwerking met de Fiom (Maatschappelijk werk)
3. Informatieaanbod op website/brochure ter ondersteuning van de besluitvorming
RESULTATEN EN CONCLUSIE:
• Tijdens het intakegesprek is er onvoldoende tijd voor uitgebreide counseling
• De samenwerking met de Fiom is belangrijk voor de kwaliteit van de hulpverlening
• De samenwerking met de Fiom moet verbeterd worden
• Het merendeel van de verpleegkundigen is van mening dat informatie ter ondersteuning van de
besluitvorming via website of brochure een goede aanvulling op de hulpverlening zou kunnen zijn
AANBEVELINGEN VOOR DE PRAKTIJK:
1. Het management moet de tijd die wordt ingepland voor het
intakegesprek in heroverweging nemen
2. De samenwerking met de Fiom kan verbeterd worden door
per kliniek een verpleegkundige als contactpersoon aan te
stellen. Zij draagt zorg voor regelmatig overleg tussen de
medewerkers van CASA en de Fiom
3. In overleg met de Fiom gebruik maken van een verwijsbrief
en terugkoppeling na een besluitvormingsgesprek
4. Kennismaking met de hulpverleners van de Fiom in de regio
wordt ingepast in het inwerktraject van nieuwe
verpleegkundigen van CASA
IMPLICATIE VOOR VERVOLGONDERZOEK:
Onderzoek verrichten naar informatievoorzieningen en
zelfhulpmiddelen via website of brochure ter ondersteuning
van de besluitvorming. In Nederland wordt dit nog niet
Children by Choice
toegepast. Als voorbeeld kunnen de websites ‘Children by
Choice’ , ‘Pregnancyoptions’ en de brochure ‘Unsure about
your Preganancy? A guide to making the right dicision for you’
van The National Abortion Federation (NAF) dienen.
Irma van der Mast - i.vandermast@casa.nl - Hogeschool Rotterdam - 0550626 - Juni 2012
52. 52
Afstudeeronderzoek
Vraagstelling: Op welke wijze kan een nieuw specialisme het beste
worden geïntroduceerd op de verpleegafdeling Orthopedie,
plastische chirurgie, KNO en kaak chirurgie, waarbij de kwaliteit van
zorg, geleverd door verpleegkundigen, voor de patiënten blijft
gewaarborgd?
Conclusie
Aanleiding: - Richtlijn moet ervoor zorgen
- Introductie van dat et personeel voorbereid is
nieuw specialisme door:
- Personeel niet goed - Kennis en vaardigheden te
voorbereid hebben
- Zorg voor patiënten
niet optimaal -protocollen voor handen
- Er moet een - Duidelijk beleid
richtlijn ontwikkeld
worden
Resultaten
- Niet goed voor
bereid
De richtlijn en
de checklist. - Kennis tekort
Vraagstelling
- Onduidelijkheid
beleid
- Wel interessant &
leerzaam
Literatuurstudie
Praktijkonderzoek
- Richtlijnen
- Implementeren - Enquête
- Implementatie - Ervaringen
Strategieën - Kennis & vaardigheden
- Voorbereiding afdeling - Communicatie
In samenwerking met:
Eric Nooram 0814171
Deborah Mekking 0798735
55. Invloed van de wijze van implementatie van protocollen op de
protocol adherence van verpleegkundigen.
Het praktijkonderzoek heeft de volgende vraagstelling:
Houden de verpleegkundigen op de Intensive Care afdelingen 3
zuid en 10 zuid binnen het Erasmus Medisch Centrum zich aan
het gehanteerde studieprotocol 'Bronchiaal Toilet' en speelt de
wijze van implementatie hierin een rol?
Achtergrondinfo: Het bronchiaal toilet is een interventie die veel
uitgevoerd wordt op de Intensive Care afdelingen van het Erasmus
Medisch Centrum. Op deze manier wordt sputum verwijderd bij
beademde patiënten waardoor een optimale ventilatie van de
patiënt kan worden gewaarborgd. Om na te gaan of er een relatie
is tussen het ontstaan van de exogene sputum kolonisaties en het De wijze van implementatie
gebruik van steriele handschoenen wordt hier onderzoek naar heeft volgens de literatuur
Meelopen op de gedaan. Om een zuivere uitspraak te kunnen doen over de invloed op de adherence van de
Intensive Care primaire uitkomsten van het bronchiaal toilet onderzoek is het van verpleegkundigen op een
belang dat inzicht is verkregen in de protocol adherence van de protocol. Hier is in de praktijk
afdeling was verpleegkundigen met betrekking tot de studieprotocollen niet veel informatie over omdat
indrukwekkend behorend bij het bronchiaal toilet onderzoek. er geen inzicht was in de
en leerzaam. verschillende manieren van
implementeren op de Intensive
Eigen maken van Methode: -Literatuuronderzoek Care afdelingen. De enige
observatiemetho -Observaties op de Intensive Care afdelingen: door manier die werd genoemd door
de. Inzicht in meerdere HBO-V studenten wordt er nagegaan of de de verpleegkundigen was de
klinische les die werd gegeven.
adherence van Intensive Care verpleegkundigen zich houden aan het op
Niet duidelijk is of de klinische
de de afdeling gehanteerde studieprotocol. les actief of passief wordt
verpleegkundige gegeven. Volgens de literatuur
Implementatie: een verandering of aanpassing binnen de Intensive neemt de adherence toe door
n. Vergelijking Care wordt via een klinische les werd gepresenteerd en een protocol op een actieve
maken met manier te implementeren.
ervaring op eigen
geïnstrueerd.
55
afdeling
56. 56
Formaliteit of van levensbelang?
De aansluiting van verpleegkundig onderwijs en praktijkstage
Centrale vraagstelling:
Sluit het vanuit de opleiding beoogde beroepsgerelateerde competentieniveau van eerste- en tweedejaars stagiaires
van de opleiding Hbo-verpleegkunde van de Hogeschool Rotterdam aan op de verleende verpleegkundige zorg
verleend op DPS3?
(Patiënt) )veiligheid Welzijn stagiaire
Anticipatie op acute situaties Stress Vraagstelling literatuurstudie: Wat is het belang van de aansluiting van het
Handelswijze beredeneren Coping formele onderwijs op de praktijkstage van eerste- en tweedejaars studenten
Vergroot het vermogen tot: verpleegkunde en welke factoren spelen hierbij een belangrijke rol?’
Concentratie
Observatie Ontwikkeling
Risico inschatting Kenmerken verpleegkundige zorg DPS3
Controle Kader voor praktijkervaring
GGZ competentievergroting: Verhoogt leerrendement Thema 1: Patiëntenzorg
Suïcidepreventie - Diversiteit
Agressie - Comorbiditeit psychiatrie en somatiek
Achterdocht - Postpartum psychiatrie
Herkennen beelden Thema 2: Intensiteit van zorg
- Ernst van het psychiatrisch beeld bij opname
- Ernst van het psychiatrisch tijdens bij opname
- Werkdruk en ondersteuning
Thema 3: Stage begeleiding
Onderzoeksmethoden: - Verpleegkundige zorg v.s. onderwijs
- Focus groep verpleegkundigen
- Testimonials oud-stagiares
Slotconclusie
De aansluiting van het onderwijs op de verpleegkundige zorg van
de afdeling is onvoldoende. Met name de diversiteit, comorbiditeit
en hevigheid van zorg maakt de afdeling ongeschikt als
stageafdeling voor eerste- en tweedejaars HBO-V studenten
Marit Naerebout
57. 57
PIJNBESTRIJDING BEGINT BIJ
JEZELF!
IMPLEMENTATIE PATIENT CONTROLLED
EPIDURAL ANALGESIA
Sharon van Nerum
Sophia Kinderziekenhuis
Afdeling Kinderchirurgie Noord
60. 60
Verder met de Nier Groei-wijzer
Achtergrondinformatie:
Vraagstelling:
Uit onderzoek blijkt dat
‘Welke aanpassingen zijn er nodig zelfmanagementondersteuning
in de Nier Groei-wijzer volgens van belang is bij jongeren met een
zorgverleners in de praktijk voor chronische nieraandoening;
gebruik tijdens consulten met jongeren worden verantwoordelijk
kinderen/jongeren met een voor hun behandeling en kwaliteit
chronische nieraandoening?’ van leven wordt daardoor gunstig
beïnvloedt
Methode: Resultaten:
Door middel van kwalitatief - Informatievoorziening
onderzoek via focusgroepen is - Vorm en opbouw
onderzocht welke aanpassingen
- Doelgroep
zorgverleners nodig vinden in het
gebruik van de Nier Groei-wijzer in - Inhoud Nier Groei-wijzer
de praktijk. -Domein ‘Zorg, gezondheid’
Conclusie:
De zorgverleners zijn het er met elkaar over eens dat het
domein ‘Zorg, gezondheid’ aangepast dient te worden
met betrekking tot de lengte, formulering en relevantie
van de items. Ook inhoudelijk in de Groei-wijzer zijn er
aanpassingen nodig.
Evelien Polderman en Lisette van Sinttruije
61. 61
Implementatieplan
Familieparticipatie in de
GGZ
Hoe kan het sociale netwerk van de patiënten op de
woonvorm ‘de Idahoeve’ meer betrokken worden.
Familie is belangrijk voor patiënten en speelt nu geen grote
rol. Wat betreft ervaringskennis of mantelzorg.
Het onderzoek is uitgevoerd in de literatuur en de praktijk .
De conclusie is dat familieparticipatie een win-win situatie
is voor patiënt, familie en verpleegkundigen.
Resultaat: aanbevelingen voor familiebeleid
Janie Preesman.
62. 62
Door : Rick Rietveld
Afdeling: Leerunit Medium Care Cardiologie in het
Erasmus Medisch Centrum
Praktijkbegeleiders: Patrick van Stijn en Esther
Schumann
Scriptiebegeleider: Christine Rietveld
Inleiding
Methodiek
Resultaten
Conclusie
Aanbevelingen
Discussie
67. 67
Intercollegiale toetsing
Vraagstelling: “Op welke manier kunnen verpleegkundigen werkzaam op de afdeling Orthopaedie
bewust gemaakt worden van zowel het eigen als elkaars handelen en hierop kritisch reflecteren met
als doel verbetering van de patiëntenzorg en de ontwikkeling van de verpleegkundige als individu?”
Doelstelling: “Door middel van kwalitatief onderzoek zal er een advies aangereikt worden voor het
toepassen van intercollegiale toetsing aan de afdeling Orthopaedie van het Erasmus MC. Dit product
zal halverwege juni 2012 aangereikt worden aan de opdrachtgever en bevat informatie en
aanbevelingen voor het implementeren van intercollegiale toetsing.”
Aanleiding: Na inventarisende gesprekken met de verpleegkundigen en het unithoofd van afdeling
Orthopaedie, Erasmus MC bleek er behoefte aan een effectieve methode van intercollegiale toetsing
die zou bijdragen aan betere kwaliteit van de patiëntenzorg. Bij een deel van de verpleegkundigen
bleek een gebrek aan motivatie om hier aan bij te dragen.
Methoden van onderzoek:
-Literatuuronderzoek; Wat is er reeds bekend in de literatuur?
-Kwalitatief onderzoek; interviews met een aantal betrokken verpleegkundigen.
Resultaten:
-Te weinig draagvlak
-Onvoldoende succes Kort Cyclisch Verbeteren
-Gebrek aan waardering
Conclusie en Aanbevelingen:
-Draagvlak creëren door inzichtelijk maken van cijfers en richten op preventieverbetering
-Kort Cyclisch Verbeteren opnieuw onder de aandacht brengen, één probleem per keer behandelen
en SMART formuleren
-Positieve insteek naar de verpleegkundigen toe en waarderen wat wél goed gedaan wordt
Laura Schafthuizen 0796234
68. 68
Aanbevelingen voor de artsenvisite voor verpleegkundigen
en arts-assistenten, Havenziekenhuis chirurgie/orthopedie.
Literatuurstudie:
Artsenvisite
Samenwerking Praktijkonderzoek:
Communicatie Kwantitatief
Kwaliteit van zorg Enquêtes
Rapportage tijdens de visite Verpleegkundigen
Belemmerende & 67% respons (20/30)
Bevorderende factoren Arts-assistenten
50% respons (3/6)
Aanbevelingen&
Resultaten
-Vast tijdstip visite
Aanbeveling Zakkaartje:
-Direct uitwerken 1. Algemeen welbevinden patient
opdrachten arts-assistent 2. Voeding en vocht (Smaak, reuk)
- Piepers+telefoon afgeven 3. Uitscheiding (Frq.,
misselijkheid/braken)
- Nachtdienst aanvullen 4. Activiteiten
patiënten kar voor (Mobiliseren/stappenplan)
papieren arts 5. Rust (Slapen, dromen)
6. Pijnbeleving (Pijnscore, wondpijn)
- Papieren visite, privacy 7. Ademhaling (Ophoesten, inhalatie)
- Verpleegkundige 8. Verwerking (OK/IC, ontslag)
voorbereiding op visite 9. Beleidsafspraken (Consulten,
recepten, poli-afspraak, infuzen, drains,
catheters, Zuurstof, vochtbeleid).
Student: Mendy van Schanke
4e jaar HBO-V, juni 2012
69. 69
Vraagstelling
“Wat zijn de belemmerende en bevorderende factoren in relatie tot het ontslagtraject op de afdelingen chirurgie/urologie van het Ikazia ziekenhuis,
en welke activiteiten moeten worden ondernomen om het ontslagtraject te verbeteren, zodat de continuïteit en kwaliteit van zorg gewaarborgd
blijft?”
Achtergrondinformatie
In de literatuur wordt er veel geschreven over ontslag en nazorg van patiënten die worden ontslagen uit het ziekenhuis. Het ontslag uit het ziekenhuis is een proces en
niet een op zichzelf staande gebeurtenis. Het is belangrijk dat patiënten en eventueel hun naasten al tijdens de opname betrokken worden bij de zorg en de
voorbereiding op het ontslag. Dit zorgt ervoor dat patiënten op het juiste moment van hun behandeling met voldoende kennis worden ontslagen uit het ziekenhuis
(Shepperd et al. 2010).
Wanneer patiënten niet goed geïnformeerd met ontslag gaan, kunnen in de thuissituatie problemen optreden. Dit kan tot gevolg hebben dat zij onzeker of angstig
worden. Vaak komen pas in de thuissituatie allerlei praktische vragen naar boven (ten Have 2006).
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de continuïteit van zorg en de kwaliteit van de ontslagbegeleiding vanuit ziekenhuizen verbeterd kan worden als
de ontslagvoorbereiding van patiënten op een gestructureerde wijze wordt aangepakt (Moons & Steeman 2001).
Beschrijvend kwantitatief,
cross-sectioneel onderzoek.
30 verpleegkundige enquêtes
Respons: 76% Lisette Scheele – Ikazia ziekenhuis –
6 patiënten: Telefonische enquête
21 patiënten: Patiënt tevredenheid Hogeschool Rotterdam – Juni 2012
onderzoek geanalyseerd.
70. 70
Methode:
Tijdens het praktijkonderzoek zijn alle data
verzameld d.m.v. observaties op de
Vraagstelling: afdelingen 3 & 10 Zuid IC specifiek gericht
op de bronchiaal toilet procedure. De
Wat is er in de praktijk te zien van de observaties zijn gedaan door het observeren
factoren die van invloed zijn op protocol via de monitor m.b.v.
adherence onder verpleegkundigen op de observatieformulieren. Tijden de
afdelingen 3 en 10 Zuid IC in het Erasmus onderzoeksperiode zijn er vijf dagen
MC, zoals gevonden in de literatuur?’ geobserveerd. De observaties zijn
geanalyseerd d.m.v. de kwantitatieve data-
analyse, m.b.v. Excell en SPSS zijn de
gegevens verwerkt.
Achtergrondinformatie:
Binnen de Intensive Care afdelingen in
het Erasmus MC vindt er een
onderzoek plaats waarbij er
onderzocht wordt of het toevoegen
van steriele handschoenen aan de
bronchiaal toilet procedure een
reductie van het aantal exogene
sputumkolonisaties geeft. Om
betrouwbare en valide resultaten te
krijgen, moet de protocol adherence
onder de verpleegkundigen met
betrekking tot de bronchiaal toilet
procedure goed zijn.
Resultaten/ervaringen: Individuele conclusie:
Op de afdeling 3 Zuid IC werd de bronchiaal Er komen een aantal belangrijke factoren
toilet procedure in de meeste gevallen door naar voren die van invloed zijn op de
één persoon uitgevoerd. Het schort en protocol adherence. De handeling werd vaak
handschoenen werd in bijna 100% van de door 1 persoon uitgevoerd, waardoor er vaak
uitgevoerde handelingen gebruikt. Echter handelingen uit het protocol niet werden
het masker werd maar voor 30% gebruikt. uitgevoerd. daarnaast heeft de ervaring van
De materialen bleven in driekwart van alle de verpleegkundigen invloed. De protocol
uitgevoerde handelingen steriel en/of adherence is op 3 Zuid redelijk goed.
schoon.
Tijdens het praktijkonderzoek was er één
Gezamenlijke conclusie:
beperking dat van invloed was op de Op de afdelingen 3 & 10 Zuid houdt ruim de
resultaten, namelijk dat het wassen en helft van de verpleegkundigen zich niet aan
desinfecteren van de handen niet goed het studieprotocol ‘Bronchiaal Toilet’.
geobserveerd kon worden. Hierdoor kan hier Concluderend kan er gezegd worden dat de
geen goede uitspraak over gedaan worden. protocol adherence op beide afdelingen nog
Joyce verbeterd kan worden.
van
Seters
73. 73
Signaleringsplannen
Een middel om agressie te
verminderen en te voorkomen
Vraagstelling Methode onderzoek
Hoe ziet het beleid eruit rondom het - Focusgroep
gebruik van signaleringplannen op de - Vragen en stellingen
afdeling ouderenpsychiatrie Nieuwe - 3 verpleegkundige, 1 arts, 1
Binnenweg, 1e etage gesloten opname, zodat psychiater, teamleidster
het implementeerbaar, uitvoerbaar en
continueerbaar is voor de afdeling?
Achtergrondinformatie
- Afdeling ouderenpsychiatrie Nieuwe Binnenweg
- Regelmatig agressie
- Signaleringsplannen niet eerder geïmplementeerd
Conclusie
Signaleringsplannen zijn effectief, maar de afdeling
is niet geschikt voor het opstellen van het gehele plan.
Aanbevelingen
- Multidisciplinair overleg
- Theoretische informatie (klinische les, handvaten)
- Methode opstellen (verantwoordelijk, geschikt,
7-stappenplan, fasenmodel)
Afstudeeropdracht - Continuering (afsprakenmap, evalueren)
Kelly Slikboer - Bijeenkomst team referentiekader agressie
Juni 2012 - Onderzoek motivatie team