Voor het beantwoorden van allerlei vraagstukken door de overheid, is het kunnen beschikken van adequate gegevens van cruciaal belang. Daartoe wordt een Stelsel van Basisregistraties ingericht. Basisregistraties dienen wettelijk verplicht te worden gebruikt door afnemers bij het uitoefenen van publiekrechtelijke taken. Dit betekent dat afnemers moeten kunnen uitgaan van de juistheid van de in een basisregistratie opgenomen gegevens en dat deze gegevens van een hoog kwaliteitsniveau zijn. De Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en de Basisregistratie Grootschalige Topografie hebben een belangrijke geometrische component. Welke kwaliteitseisen worden daaraan gesteld en hoe kunnen deze worden bereikt? Welke inwinnings- en verwerkingstechnieken kunnen worden toegepast om de vereiste (geometrische) kwaliteit van de gegevens te kunnen waarborgen?
Presentatie gegeven voor Oracel Gebruikersclub Holland (OGh) Spatial Information Management (SIM) commissie
1. Kwaliteit van Geo-Informatie
in Basisregistraties
Jelger Kooistra
Adviseur GeoICT
MUG Ingenieursbureau
12 maart 2015
Oracle SIG-SIM
2. Gevestigd te Leek
Circa 80 medewerkers
Binnenkort in Noord Holland
Vier afdelingen:
Infra
Milieu
Archeologie
Geo-ICT & Geo-informatie
Onderdeel van de Dijkstra-groep
MUG Ingenieursbureau
4. NUP
Nationaal Uitvoeringsprogramma
Dienstverlening verbeteren door middel van de e-overheid
Gestart als ‘Nationaal Urgentie Programma’.
Het begrip ‘urgentie’ onderstreepte dat het ontbrak aan
een besef dat moderne ICT-voorzieningen noodzakelijke
randvoorwaarden zijn om een overheidsorganisatie
draaiende te houden.
7. Kenmerken van basisregistratie
Eénmalig inwinnen en vastleggen
Meervoudig verplicht gebruik
Door alle overheidsinstanties
Terugmeldplicht voor afnemers
Eén bronhouder per basisregistratie
12. De kwaliteit van geo-informatie
ActualiteitNauwkeurigheid
Juistheid Volledigheid
13. De kwaliteit van geo-informatie
Actualiteit
Juistheid Volledigheid
14. Actualiteit
• Wat is het? Dat is de mate waarin de gegevens binnen een
gedefinieerd tijdsinterval overeenstemmen met de werkelijke
situatie in het terrein
• Eisen:
Bebouwing
(geometrie)
infrastructuur Overige topografie
bebouwd gebied
Overige
topografie
landelijk gebied
GBKN 6 maanden 6 maanden 12 maanden 24 maanden
BAG 6 maanden - - -
BGT 4 maanden 4 maanden 18 maanden 18 maanden
15. Volledigheid
• Wat is het? Dat is de mate waarin alle objecten van een
gegevens- of objectsoort in het bestand zijn opgenomen
• Eisen:
Volledigheid
GBKN Minimaal 98%
BAG
BGT 100% (vlakobjecten maaiveldniveau)
16. Juistheid
• Wat is het? Dat is de mate waarin de niet-precisie
gerelateerde gegevens in overeenstemming zijn met de
werkelijke situatie in het terrein (classificatiecodes,
straatnamen, symbolen, etc.)
• Eisen:
Topografie Symbolen
GBKN Minimaal 98% Minimaal 95%
BAG -
BGT Minimaal 98% -
17. Precisie
• Wat is het? Dat is de relatieve precisie van punten als
resultaat van het meet- en verwerkingsproces (HTW 1996)
• Eisen:
Bebouwd gebied Landelijk gebied
GBKN 0,28 meter 0,56 meter
BAG (goed
toegankelijk)
0,28 meter 0,56 meter
BAG (moeilijk
toegankelijk)
0,60 meter 1,20 meter
BGT 0,30 of 0,60 meter (afh. per objecttype)
18. Idealisatie
• Wat is het? Dat is met welke nauwkeurigheid in de tijd
gezien dat element kan worden bepaald (“als ik nog een
keer ga meten, in welke mate meet ik dan hetzelfde punt?”)
• Eisen: Afhankelijk van elementtype (bv. Insteek sloot heeft een heel
andere idealisatie dan de hoek van een gebouw)
19. Betrouwbaarheid
• Wat is het? Dat is de mate waarin de metingen
controleerbaar zijn, de mate van overtalligheid.
• Eisen: Geen specifieke eisen, anders dan de HTW 1996
voorschrijft voor kadastraal werk.
27. GIS gericht landmeten
GIS bestand mee en controleren, aanvullen maar ook
administratieve kenmerken door landmeter muteren
28. Het oude en het nieuwe meten
Voorbereiding Veldwerk Verwerken
Klassieke meten
Invoeren
Kaarten
Inmeten
punten/lijnen
Maken vlakken
Fouten
oplossen
Toevoegen
Attributen
29. Het oude en het nieuwe meten
Voorbereiding Veldwerk Verwerken
Het ‘nieuwe’ meten
Invoeren
Kaarten
Inmeten
punten/lijnen/vlakken
Fouten
oplossen
Fouten
oplossen
Toevoegen
Attributen
30. Inwinnen en verwerken
Netto gezien minder inspanning
Ter plekke controle anders hermeting
Beter administratieve gegevens kunnen verwerken door objectenbenadering
33. Het principe van stereo kartering
Door de overeenkomstige elementen op elkaar te leggen
wordt de juiste hoogte bepaald (bijv. de gootlijn)
X en Y kloppen met hoge nauwkeurigheid
Idealisatie: 0,6 x resolutie foto
Precisie: X,Y √2 x resolutie foto, Z-waarde 1,5 tot 1,8 x resolutie foto
40. Borging kwaliteit
BAG:
– Bij het aansluiten van gemeenten is getoetst of de
kwaliteit van gegevens, processen en systemen op
orde was
– 3-jarige audit bij gemeenten
• Conclusie: kwaliteit BAG blijft achter!
BGT:
– Controle Service LV (Kadaster)
• Aanleverparameters, Format, Geometrie,
Administratief, Domeinwaarden, Topologie,
Plaatsbepalingspunten
Actualiteit = de mate waarin de gegevens binnen een gedefinieerd tijdsinterval overeenstemmen met de werkelijke situatie in het terrein.
Volledigheid =de mate waarin alle objecten van een gegevens- of objectsoort in het bestand zijn opgenomen.
Juistheid = de mate waarin de niet-precisie gerelateerde gegevens in overeenstemming zijn met de werkelijke situatie in het terrein.
Precisie = de relatieve precisie van punten als resultaat van het meet- en verwerkingsproces
Eisen GBKN, BAG en BGT.
BGT: 18 maanden – stereokarteren.
Door extra vluchten minder landmeten nodig minder kosten
HTW = handleiding technische werkzaamheden van het Kadaster.
Met precisie van een element wordt de precisie van de meetmethode zonder de idealisatie
bedoeld. De precisie is derhalve gerelateerd aan de wijze van inwinning.
Met de idealisatie van een element wordt aangegeven met welke nauwkeurigheid in de tijd gezien dat element kan worden bepaald. Hoe scherper een element in het terrein is te definiëren, des te beter zal een volgende (latere) meting met de eerste meting overeenkomen. Op deze wijze heeft de hoek van een stenen gebouw een betere idealisatie dan de insteek van een sloot. Immers de kans dat bij een latere meting van de insteek dezelfde punten worden gemeten is gering. De idealisatie is dus gerelateerd aan het terreinobject en daarmee gerelateerd aan de classificatiecode.
Harde topografie: hiertoe behoren gebouwen, civieltechnische kunstwerken als bruggen en viaducten en hoogspanningslijnen.
Zachte topografie: dit betreft onder andere begrenzingen van wegen en water, onder en bovenkanten van dijken en taluds en onder bepaalde voorwaarden ook terreinafscheidingen van duurzame aard.
Korte terugblik op
Nog even het principe. Met een stereo weergave techniek kun je het terrein in stereo bekijken. Door de foto’s horizontaal te verschuiven stel je de hoogte, de parallax in. Als de dakrand goed ligt (rechts), kun je geometrie inwinnen. Die geometrie heeft een Z, maar nog veel belangrijker: de X en de Y kloppen met hoge nauwkeurigheid!