6. Kenmerken van de ladder
• Eendimensionaal: van minder naar meer macht
• Posities van partijen vooraf gegeven
• Geen gezamenlijke ontwikkeling
• Geen gezamenlijk leren
• Geen dialoog
7. Filosofie van de dialoog
• Open staan voor
het perspectief van
de ander
• Leren
• Horizonversmelting
9. Opbouw
I. Patiëntparticipatie en dialoog
II. Dialoog in de hulpverlening: het deliberatieve
model
III. Dialoog in het beleid: het PARTNER model
10. Modellen van de arts-patient relatie
• Paternalisme
– Arts als leidsman
– Autonomie is compliance
• Informatief model
– Arts als expert
– Autonomie als zelfbeschikking
• Interpretatief model
– Arts als adviseur
– Autonomie als authenticiteit
• Deliberatief model
– Arts als leraar, vriend
– Autonomie als morele zelfontwikkeling
11. Kay Redfield Jamison: An unquiet mind
• Studeert psychologie, gaat werken als psycholoog
in de psychiatrie
• Raakt in manie en vervolgens depressie
• Slikt medicatie (lithium), die helpt maar ook leidt
tot emotionele vervlakking en verlies van werklust
• Experimenteert met steun van arts met lagere
dosis, en wordt weer meer ‘zichzelf’
• ‘Ik was gevoeliger geworden voor schoonheid,
maar ook voor droefheid’
12. Participatie in de arts-patiënt relatie
• Jamison brengt eigen ervaring in (ik kan niet
werken met de medicatie)
• De arts gaat akkoord met reductie van medicatie,
maar grijpt in als het misgaat
• Samen vinden ze een nieuwe dosering (die niet
tevoren vaststond)
• De nieuwe situatie is beter, maar ook droever
13. Participatie als dialoog
• Perspectief van de patiënt telt
• Arts blijft betrokken en toont
verantwoordelijkheid
• Wederzijds vertrouwen
• Gezamenlijk leren
14. Opbouw
I. Patiëntparticipatie en dialoog
II. Dialoog in de hulpverlening: het deliberatieve
model
III. Dialoog in het beleid: het PARTNER model
20. Participatie als dialoog
• Perspectief van de patiënt telt
• Ontwikkeling van het perspectief (lotgenoten)
• Uitwisseling van perspectieven tussen patiënten
en hulpverleners
• Gezamenlijke actie
21. Conclusies
• Participatie van patiënten is zowel om
normatieve als om zorginhoudelijke redenen
gewenst
• Participatie vereist ondersteuning (door de
zorgverlener of door een facilitator)
• Participatie vereist wederzijdse betrokkenehid en
openheid
• Participatie impliceert gezamenlijk leren