2. • Succes is het resultaat van
dagelijkse gewoontes en
niet van eenmalige
transformaties
3. • Een gewoonte is een
handeling of een manier van
handelen die men gewend
is uit te voeren en die men
doorgaans onbewust – dus
zonder erbij na te denken –
uitvoert. Personen vormen
gewoontes door bepaalde
handelingen telkens op
dezelfde routineuze manier
te herhalen
4. Stel doelen maar richt je
op methoden/gedrag
• Doelen draaien om de resultaten die je wilt
bereiken. Methode om de processen/gewoonte die
tot die resultaten leiden
5. Uitdaging 1:
Een doel bereiken is
slecht een tijdelijke
verandering
• Het bereiken van een doel
verandert je leven slechts voor
even.
• We denken dat we onze
resultaten moeten veranderen,
maar de resultaten zijn niet het
probleem. Wat we echt moeten
veranderen, zijn de
methoden/gewoonten die die
resultaten veroorzaken
6. Uitdaging 2: doelen
beperken je geluk
• Het probleem bij een mentaliteit
waarbij je je doelen vooropstelt,
is dat je constant je geluk uitstelt
tot de volgende mijlpaal
• Bovendien creëren doelen een ôf
of conflict. Of je bereikt je doel
en je bent succesvol, of je slaagt
er niet in en je bent een
mislukking.
• Als je verliefd wordt op het
proces in plaats van de
uitkomst, hoef je niet te
wachten met jezelf
toestemming te geven om
gelukkig te zijn
7. Uitdaging 3: Doelen
staan op gespannen
voet met vooruitgang
op de lange termijn
• Een doelgerichte denkwijze
kan een jojo-effect creëren
• Het doel van doelen stellen
is om de wedstrijd te
winnen. Het doel van
methoden ontwikkelen is
om de wedstrijd te kunnen
blijven spelen!
• Uiteindelijk is het je
toewijding aan het proces
die de vooruitgang bepaald
8. Elementaire
gewoonte
• Het is een regelmatige
handeling of routine die niet
alleen klein en gemakkelijk
uit te voeren is, maar ook
een bron is van
ongelooflijke kracht.
• Een onderdeel van de
samengestelde
groeimethode
9. Volhouden
• Als je wil dat de verandering
zinvol is, moet je je
gewoonte blijven volhouden
tot dat je voorbij het
plateau van sluimerende
potentieel bent gekomen.
10. Oefening:
• Wat zijn voor jou gewoonten die
een gezonde leefstijl in de weg
staan? Benoem er 5 en schrijf ze
op. Op nummer 1 staat de
gewoonte die je als eerste wilt
aanpakken.
11. 10 stappen /
voorbeelden
1. Water i.p.v. Frisdrank
2. Beweeg dagelijks
3. Volkoren i.p.v. Wit (brood, pasta, rijst)
4. Beperk geraffineerde/toegevoegde suikers
5. Eet veel groente
6. Eet 6x per dag / regelmatig
7. Eet gezonde tussendoortjes
8. Koken zonder pakjes en zakjes
9. Doe bewust boodschappen
10. Matig alcoholinname
13. Opdracht: Kleine aanpassingen
• Kies minimaal 1 en maximaal 3
kleine stapjes en maak deze zo
concreet mogelijk. Noteer de
stappen
• in je werkmap en kies welke
kleine aanpassingen je vanaf nu
gaat doorvoeren.
14. Implementatie intenties
• Implementatie intenties staan ten dienste van een doel intentie. Ze
specificeren de situatie (waar en wanneer) waarin een bepaald
gedrag gewenst is (wat of hoe).
• Voorbeelden:
• “Als ik honger heb om 17:00 uur Dan neem ik een glas water