5. WerkdiaADHD en verslaving
Waarom jongeren met ADHD sneller verslaafd raken:
In onze hersenen bevindt zich een beloningssysteem. Dit hebben we nodig om te overleven. Onze
drive om voedsel te zoeken en seks te hebben is cruciaal voor overleving van de soort. Bij voedsel
eten geven de hersenen een positief signaal af. Dit worden automatische circuits in onze hersenen.
Signaal ( je vervelend/hongerig)-actie- beloning (namelijk prettig voelen, verzadigd van het eten). Bij
de beloning volgt dopamineafgifte, dat het beloningsysteem prikkelt.
Baby huilt-moeder knuffelt-dopamine afgifte mmm jammie. Geeft een goed gevoel. Ook een
compliment kan dit bewerkstelligen, net als iets leuks kopen enz.
Er zijn stoffen die meer invloed op het dopamine systeem hebben dan andere. Bijv: koffie, alcohol,
heroïne, nicotine. Bij een vervelend gevoel wil je meer dopamine. Nadeel van dopamine, er treedt
gewenning op. Het aantal dopaminereceptoren neem t af, waardoor je minder gevoelig wordt voor
het effect
Naast dit automatische proces, staan “gecontroleerde processen: deze processen worden
gecontroleerd door de EF’s. Helaas vertoont dit controlesysteem gebreken bij mensen met
ADHD/ODD. Dus ADHD/ODD die gestrest door het leven gaan, zoekt deze stoffen om zich goed te
voelen en moet dáár dan een rem op zetten met een kapot remsysteem.
6. werkdia
• Een kind met een kwetsbare aanleg, hoeft niet in de fout te gaan. ADHDers in de pubertijd
leven vaak in een stressvolle omgeving. Vaak wordt er al jarenlang negatief op hen
gereageerd. Hun gedrag, hoe goed bedoeld misschien, wordt heel vaak niet goed begrepen.
• Op dat moment loopt de jongere een groter risico. Hij kan op zoek gaan naar een beter
gevoel (= beloning) bij inname van verslavende stoffen kan dit leiden tot regulatieproblemen
in bepaalde hersensystemen.
• In dit geval raakt het systeem dat zorgt voor een tevreden gevoel ( door eten, drinken, leuke
dingen kopen, seks, enz.) en verzadiging uit evenwicht. De “nu-is-het-genoeg- thermostaat
werkt gebrekkiger dan bij ons.
• Wat je meemaakt, komt uiteindelijk als een circuit in de hersenen. Deze circuits bestaan uit
automatisch ingeslepen deelprocessen en een controlemechanisme dat daar een rem op zet.
Deze circuits kunnen ontregeld raken, met verschillende gevolgen.
7. • De drie tot nu toe bekende circuits die je als regulatiesysteem kan zien:
• Beweging/motoriek: als dit ontregelt raakt, treedt parkinson op
• Cognitieve functies als aandacht: als die ontregeld raken treedt AD(H)D op
• De executieve functies/limbisch systeem: bij ontregeling treedt verslaving op.
• Alle 3 deze systemen werken op dopamine. In elk systeem heeft het een
andere werking, maar bij ADHD zien we dat de dopamine opname tussen de
neuronen niet optimaal is.
8. • De omgeving heeft dus invloed op het ontwikkelen van de hersenstructuur. Een
steunende voorspelbare omgeving met consistente bekrachtiging zal een positieve
invloed hebben op de ontwikkeling van hersenstructuren die moeten zorgen voor het
motivationele systeem.
• Een bedreigende omgeving zal anderzijds zorgen voor de ontwikkeling van hersen
functie stoornissen.
• Gedrag wordt bestuurd door 2 systemen:
• BAS behavioral activation system: gericht op het verkrijgen van beloning
• BIS behavioral inhibition system: gericht op het vermijden van straf
• Bij ADHD is het BAS meer ontwikkeld dan het BIS. Volgens Barkley is het gebrekkige
remsysteem, de slechte inhibition DE oorzaak van ADHD gedrag. Het BIS werkt door
serotonine en ook deze huishouding is niet goed bij kinderen met ADHD. Hierin
overlappen ADHD en ODD, omdat ook daar de serotonitine huishouding niet goed is.
• Kinderen met ODD/CD hebben ook een slecht gereguleerde
serotonine huishouding
9. dopamine en informatie overdracht:
• Dopamine zorgt ook voor informatieoverdracht. Dit werkt bij ADHD dus niet goed. Voorbeeld: je wilt je
sokken aantrekken. Je hersenen sturen signalen naar je voet om die op te tillen en naar je handen om de
sok om te vouwen en hem om je voet te doen. Bij een kind met adhd gaat er bij deze prikkel onderweg
dus info verloren. De opdracht vanuit de hersenen komt echt niet goed en. Het kan dus zomaar gebeuren
dat het kind met één sok aan beneden komt, de sok misschien nog maar half om de ene voet, en de
andere sok in zijn hand.
10. Werkdia beloningssysteem
• Beloning is leuk. Dat komt doordat bij beloning en andere plezierige dingen dopamine vrijkomt. Er komt vooral dopamine vrij
bij dingen die leuker zijn dan verwacht of waarvan je vindt dat die beter en leuker zijn dan in het verleden. Stel je voor: je
wilt een kauwgumbal uit een automaat, je doet er geld in en in plaats van 1 komen er 2 ballen uit. Dat geeft een dopamine
boost. Stelje doet er nog een muntje in en nu komt er maar 1 bal uit, dan maakt je brein geen excessieve hoeveelheid
dopamine aan. De bal smaakt wel goed, maar het is niet “beter dan verwacht”
• Als er de volgende keer géén bal uitkomt, maakt je brein zelfs minder dopamine aan dan normaal. Zo leer je dus: je
hersenen leren wat beter is, wat dus eerst moet en wat later kan. Je hersenen verwachten dat nieuwe beloningen misschien
beter zijn dan de oude, al bekende.
12. Werkdia dopamine/drugs
• Als iemand drugs neemt, komt er een hoeveelheid dopamine vrij die veel groter is dan het lichaam aan kan. Daardoor
denken je hersenen dat de beloning veel groter is dan ooit verwacht. Ook al is dit bij herhaling niet echt zo.
• Het brein denkt ook dat de drug dus hoog op de survivallist moet, want daar was de dopamine afgifte immers in de eerste
plaats voor: honger- prikkel om te jagen- eten-dopamine/goed gevoel. De hersenen zetten de drug steeds hoger in de
rangorde van producten nodig om te overleven, ook al is dit niet zo.
• Bij jongeren met ADHd zijn de dopamine receptoren minder gevoelig en er komt minder dopamine vrij. Pas bij de enorme
hoeveelheid die de hersenen loslaten als je drugs gebruikt, voelen zij een groot effect.
13. • Meso cortical circuit transporteert dopamine van de VTA naar de prefrontale cortex: dit gebied zorgt voor
het remmen van impulsiviteit, emotie en reacties
• Mesolimbisch circuit: transporteert dopamine van de Ventral Tegmental Area (VTA) naar de Nucleus
Accumbens. Dit gebied speelt een rol bij cognitie, motivatie, en drugsverslaving
14. • The science is pretty clear on this, that in ADHD
we lack dopamine (and probably have wider
variations of nor-adrenaline/nor-epinephrine too
which accounts for our variations in
hyper/slothful activity). The genes involved
(around seven), including some common to those
involved in addiction, seem to lead to us too
quickly re-absorbing (re-uptaking) the dopamine
before it has a chance to do its job. Since
dopamine is responsible for mental
stimulation, reward and interest we are under-
stimulated.
15. Werkdia dopamine/verslaving.thrillseeking
behavior
• The lack of dopamine and variations in nor-adrenaline/nor-epinephrine, leads us to seek stimulation. Like
someone in the desert desparately seeking water, our minds are on a mission to quench our stimulation thirst.
Almost universally we love information, debate, ideas and variety. I never eat the same meal in a restaurant twice
and used to spend hours looking for the perfect restaurant on holiday. We tend to become addicted to those
activities and substances that make up for this deficit. Typical addictions and addictive behaviours include:
• Drug Taking - like cannabis, alcohol, cocaine, nicotine. Some US detox clinics suggest that 70% of their patients are
undiagnosed ADHD.
• Electronic Play - like Internet browsing (inc. porn), TV, computer games. Nearly as rewarding in dopamine as drugs
• Dangerous pursuits - Fast driving, extreme sports, affairs, gambling, crime. All boost adrenaline and hence
dopamine
• Eating and drinking - Evidence is growing to say that obesity is linked to ADHD. Many people with ADHD abuse
alcohol and caffeine in coffee, red bull, coke etc.
• As the years with ADHD progress, more and more tasks may fall into the "been there, done that" category and
become less interesting and engaging for us. We learn early about the stimulation we get from a deadline from
procrastinating so often in getting things done. We realise that deadlines work for us, giving us the extra focus we
need to get work done, the problem is the stress involved and the occasional failures to meet them.
• This stimulation seeking nature however leads us to invent new ways to get things done (often involving less time
and effort!), to finding new solutions, going on new adventures, creating new businesses, starting new activities
and creating new art.
16. Puberteit: kans op verslaving is groter dan bij “normale”kinderen
• Verslavende stoffen beïnvloeden de
neurotransmitters - gamma-aminoboterzuur
(GABA), glutamaat, dopamine en opioïden
zodanig, dat de gebruiker afhankelijk wordt van
de stof.
• Psychische factoren zoals impulsiviteit, instabiele
zelfwaardering, een antisociale persoonlijkheid
en het onvermogen om met angst en depressie
om te gaan, dragen bij aan het ontstaan van
verslaving: allemaal factoren die bij ADHD/ODD
sterker spelen.
18. ODD
• Tegen gezag
• Gauw boos
• Wil altijd zijn zin
• Hatelijk, wraakzuchtig
• Doet expres niet wat jij wil
• Niet flexibel
• Ergert anderen opzettelijk
• Is zelf niet fout
19. ODD/CD
• Kinderen met ODD: Er is een stilstand in het socialisatieproces. Ze blijven
als het ware steken in de koppigheidsfase; afzetten tegen het gezag en in alles hun zin willen hebben.
20. ODD en ontwikkeling
• Blijven steken koppigheidsfase peuter:
afzetten tegen het gezag
• Lage prikkeldrempel: niet snel
angstig/opgewonden
21. • ODD kan al tussen de 4 en 7 jaar voorkomen. Hoe eerder het onderkend wordt, hoe beter het is.
• Genetische factoren: erfelijkheid lijkt samen te
hangen met het ontstaan van de
gedragsstoornis.
• Temperament lijkt mee te spelen( biologisch
bepaald)
• Neurochemie speelt mee: serotonine niveau
22. ODD/CD Bovendien
• Lager activiteiten niveau hersenen.=> op zoek
naar prikkels.
• Weinig angst en stress gevoel=> niet bang
voor straf.
• Lage frustratiedrempel
• weinig flexibel
23. CD
• Geen respect voor anderen/normen
• Agressie component:
• Verbaal agressief
• Fysiek agressief
• Relationeel agressief
26. Serotonine: neurotransmitter
• directe invloed op onze
stemming, slaap, emotie, seksuele activiteit
en eetlust
• Bij te weinig afgifte: agressiever gedrag
27. mogelijk
• In the image below you can see that the neurotransmitters released from
the left neuron that remain in the synaptic gap and don't bind to receptors
on the right neuron, are being degraded by the monoamine oxidase
enzyme (pacman). the enzyme monoamine oxidase will degrade the
serotonin, norepinephrine, and dopamine in the brain.
31. ODD/CD
• ODD vroege starter (4 -7 jr, agressiever, vaak combi met ADHD, grotere kans op CD)
• ODD late starter (rond 13e jaar, betere prognoses)
32.
33.
34. Waarom is omgeving belangrijk?
• “Bedreigende omgeving” (lees verwarrend, onvoorspelbaar)
kan leiden tot hersenfunctiestoornissen.
• Opvoedingsstijl: (hard straffen, disciplineren)
35. Omgevingsfactoren ODD/CD
• Onstaansfactoren in de hersenen worden
soms “gevoed” door het gezin: de
gezinssituatie kan risico factor of
beschermende factor zijn.
• Gebrekkige sturing van de
ouders, onvoldoende duidelijke regels,
• Streng straffen
• Onvoorspelbaar straffen,enz.
37. Omgeving vervolg
• Vrienden: de verkeerde vrienden immers
afgewezen bij gewone kinderen
• Risico zoeken kick, maar ook bevestiging
• Op zoek naar ”goed gevoel”
38. • Daarnaast is er een lage prikkeldrempel in hun
hersenen: ze zijn niet snel
angstig/opgewonden.
• Er zijn extra sterke prikkels nodig. Ook kennen
ze weinig angst.