2. Sporten op het strand Hier is iemand aan het vliegeren. Dit kan alleen als er wind staat. De man op het strand heeft geen kleine vlieger maar een hele grote. Hij heeft daar een speciaal vest voor aan waaraan hij de vlieger vastmaakt.
3. Op het strand kan je van alles vinden. Dit is een kwal. Deze kwal kan je gewoon in je handen houden. Je zal geen steken voelen. Pas wel op voor de rode en blauwe kwallen. Als je gestoken ben kan azijn helpen tegen de pijn. Dit is een plastic bekertje. Mensen laten soms hun rommel slingeren op het strand waardoor dieren gevaar lopen en het is natuurlijk ook niet fijn om tussen de rommel te liggen zonnen.
5. Planten in de duinen Dit is helmgras. Ze hebben lange wortels , daardoor staan ze stevig in de grond. Het losse zand wordt door deze planten vastgehouden als het weg wil waaien. Hierdoor ontstaan steeds grotere duinen.
6. Let op! Je mag natuurlijk niet zomaar de duinen in. Vaak staan er waarschuwingsborden en is er prikkeldraad gespannen. Er komen veel bijzondere planten en dieren voor. De duinen zijn ook erg belangrijk om het water tegen te houden. Daarom mag je de duinen niet beschadigen.
8. Sporten in de zee: Hier is iemand aan het kitesurfen. De sporter staat op een kleine surfplank en laat zich voorttrekken door een kite (of vlieger)
9. Eb en vloed Hier is het nog eb. Als het eb is heb je een groter stuk strand dan bij vloed. Hier wordt het vloed. Het water stroomt het strand op. Hierdoor krijg je stukken strand in de zee waarop je nog kan lopen.