SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 20
BOURBOOMSTATE IN BIRDAARD
EN ZIJN
BEWONERS
Louw Dijkstra
BOURBOOMSTATE
IN BIRDAARD
EN ZIJN
BEWONERS
1993
uitgeverij bornmeer
3
BOURBOOMSTATE EN ZIJN BEWONERS
In de achttiende eeuw stond aan het begin van de Bourboomweg
in Birdaard een buitenplaats van de familie Bourboom. Zoals we
zullen zien, was deze zeer welgestelde regentenfamilie uit Leeu-
warden was niet de enige vooraanstaande familie die de state
bewoond heeft. De lijst bevat verder o.a. de namen Oldersma,
Bavius, Van Burmania en De Roock.
Wanneer de state gebouwd werd, valt niet precies te achterhalen.
Toen de gebroeders Bourboom het pand kochten werd het nog
"een heerenhuizinge" genoemd. Zijn latere vorm kreeg het
waarschijnlijk pas na een grondige verbouwing in opdracht van de
Bourbooms, die naar hun eigen schatting ca.1000 cglds. kostte1.
Kort voor de afbraak in 1845 bestond het gebouw op de begane
grond uit twee voorkamers, een grote achterkamer, een keuken,
een provisiekamer en een slaapkamertje, terwijl boven een turf-en
linnenzolder was met een afgesloten bergplaats en een slaapka-
mer. In de ruime gang
waren twee kasten, twee
kelders en een "prive".
Het huis had een opper-
vlakte van 168 m². Ten
noordoosten van de state
bevond zich een groot
berghok met een zolder,
mogelijk het wagenhuis
waar enige jaren eerder
sprake van was. Op de
singel stond aan de Ee
een "somerhuis" (20 m²)2
1 Volgens een lijst van gezamenlijke bezittingen die zich bevindt in het archief-Sloterdijk,
inv.nr.1, Rijksarchief in Friesland.
2 Gegevens uit het koopcontract dat onder Birdaard, sectie B1, kad.nrs. 292-296, deel 109, nr.4 is
opgenomen in het archief van kantoor Leeuwarden van het Kadaster.
Afbeelding 2
Situatie ca. 1832
1. 'Somerhuys' 2. Bourboomstate 3.
Boerderij 4. 'Plaisirtuin' 5. 'Plaisir-
laan en vijvers'
4
dat al in 1743 aanwezig was. In deze zomerhuizen of 'lytshuzen'
werd in de zomer gekookt3. Volgens het koopcontract van 1781
behoorde tot de state ook een 'jachthuis' - wat we tegenwoordig
een boothuis zouden noemen.
Het terrein binnen de grachten was in tweeën gedeeld. Op de
westelijke helft stond de state, op de oostelijke een boerderij. De
state werd in het midden van de negentiende eeuw voor de sloop
verkocht en afgebroken. Tegenwoordig staat op het terrein een
grote stelpboerderij die nog lange tijd de naam Bourboomstate op
de hekpalen heeft gedragen.
Destijds was de state een van de dertien "schotschietende huizen"
in Birdaard. De eigenaren van deze huizen waren een bepaalde
belasting (het zgn. huisschot) verschuldigd, maar daar stond
tegenover dat zij stemrecht hadden. Op de kaart van Schota-
nus/Halma (1718) staat de state dan ook aangegeven als
"stemmend huys".
3 Zie over zomerhuizen: R. Meischke e.a., Huizen in Nederland, Deel I, Friesland en
Noord-Holland, Zwolle 1993, blz.22.
5
De Oldersma's
De gebroeders Jacob, Petrus en Everardus Bourboom kochten de
"heerenhuisinge, hovinge boomen en plantagie, sampt singel met
het steenen somerhuis en de bank in de kerk"4 met 82
pondematen land in 1743 van de erfgenamen van Gerrit Oldersma.
De Oldersma's waren lang, misschien zelfs wel eeuwenlang,
eigenaar geweest van de sathe. In het Register van Aanbreng
(1511) wordt een zekere CLAES genoemd die in Birdaard 88
pondemaat land in gebruik had, waarvan het grootste deel in
eigendom. Het is goed mogelijk dat deze Claes een voorvader was
van CLAES PIERS die rond 1600 eigenaar was5. In de tweede helft
van de zeventiende eeuw ging het eigendom over op een
nakomeling van Claes Piers, PIER CLAASEN. Hij was koopman in
Leeuwarden en in 1684 getrouwd met Ynske Gerrits. Het echtpaar
had twee zonen, Claas en Gerrit/Gerardus (geb.1692). Toen Pier
Claasen omstreeks 1698 overleed, hadden zijn beide zonen de
volwassen leeftijd nog niet bereikt, zodat een curator benoemd
moest worden. In eerste instantie was dat een broer van hun
vader: Frans Claasen. Na het overlijden van Frans Claasen her-
trouwde diens weduwe, Baukje Haringa, met Gauke Suringar uit
Harlingen6, en deze werd in 1710 benoemd tot curator van GERRIT
OLDERSMA. Over Gerrits oudere broer Claas is verder niks bekend.
4 Proclamatieboek van het Nedergerecht Dantumadeel 1736-1749, blz. 388 en 403, Rijkarchief in
Friesland.
5 Behalve de overeenkomst van naam (Claes/Claes Piers) zou daarop ook nog het feit kunnen
wijzen dat zowel de oppervlakte als het aantal florenen van beider landbezit ongeveer
overeenkomt (Claes 88 pm/XX florenen, Claes Piers 84 pm/22 florenen).
6 Gauke Gerrits Suringar was een telg uit een bekend rooms-katholiek koopmansgeslacht. Hij was
zoutbrander, houtkoper en vroedsman, en ging in januari 1715 met zijn tweede vrouw Baukje
Haringa over tot de protestantse godsdienst. Niet lang daarna zou hij overlijden.
6
Via de familie Suringar7 leerde Gerrit Oldersma Margaretha van
Lennep kennen. Margaretha stamde uit een voorname familie.
Haar vader was Johannes van Lennep (overl.1717), advocaat voor
het Hof van Friesland, terwijl haar moeder, Anna de Block van
Scheltinga (1655-1673), een dochter was van Dirk van Scheltinga
(1625-1666), een telg uit het bekende Friese geslacht van Schel-
tinga8.
Gerrit Oldersma en Margaretha van Lennep trouwden in 1715 in
Stiens en kregen 4 kinderen: Ynskjen (overl.1767), Anna (overl.
1749), Petronella Clara (1722-1748) en Galenus (1725-?)9. Als
woonplaats van het echtpaar wordt steeds Birdaard vermeld zodat
we mogen aannemen dat het daadwerkelijk op het latere
Bourboomstate woonde10. Omstreeks 1728 moet Gerrit overleden
zijn. Zijn vrouw Margaretha overleefde hem nog ongeveer tien jaar:
zij stierf in 1738.
Van de bovengenoemde vier kinderen van dit echtpaar kochten de
gebroeders Bourboom de sathe in 1743. Mogelijk had de verkoop
iets te maken met het voorgenomen huwelijk van Ynskjen; zij
trouwde later in dat jaar met Johannes Petreaus. Haar zuster Anna
was toen al gehuwd met Petrus Wielandt, "bakenmeester der
Provintie van Frieslandt", woonachtig te Sexbierum. De beide
zusters traden bij de verkoop ook op namens hun minderjarige
7 De oudste zoon vanSuringar uit zijn eerste huwelijk, Mr. Eelco Ignatius Suringar, was getrouwd
met Anna Elisabeth van Lennep, een oudere zuster van Margaretha.
8 Over de Van Scheltinga's: Wijnaendts van Resandt, Geschiedenis en genealogie van het geslacht
Van Scheltinga, 1939. Daarin over Margaretha's ouders: blz. 48.
9 In 1788 werd een Galenus Oldersma, "gepensioneerd vaandrig" aangenomen als lidmaat van de
NH kerk in Rottevalle. Hij was getrouwd met Jetske Pytters die zes jaar eerder belijdenis had
gedaan. In 1784 wordt dezelfde Galenus Oldersma genoemd in de bijlagen van de civiele
sententies van het Hof van Friesland. Op dat moment was hij 59 jaar, wat zou betekenen dat hij
geboren werd in 1725. Dat komt overeen met de vermoedelijke geboortedatum van Galenus
Oldersma van het latere Bourboom-state. Zijn vrouw Jetske Pytters was in 1784 51 jaar.
10 Ook in de proclamatie van verkoop (zie noot 2) wordt gesproken over "ons wijlen olders, de
Heer Gerardus Oldersma en Juffer Margaretha van Lennep in tijden Egtels tot Birdaart".
7
broer en zuster.
8
De familie Bourboom
Anders dan de Oldersma's woonden de Bourbooms niet op de
state. Ze hadden hun werk en hun woonhuizen in Leeuwarden;
Bourboomstate fungeerde als buitenhuis. Uit de aanwezigheid van
een jachthuis mogen we afleiden dat ze voor het vervoer van en
naar de Friese hoofdstad de beschikking hadden over een eigen
vaartuig.
De Bourbooms kwamen oorspronkelijk uit
Didam in Gelderland. In 1653 verhuisde
een van hen, burger-vaandrig Jacob
Bourboom, naar Leeuwarden waar hij
trouwde met Auckjen Heddoma uit Sneek.
Hun zoon Benno (1654-1709) was de
vader van bovengenoemde drie broers. Hij
was eerst schrijver van een compagnie
infanterie, en later schepen, vroedsman
en burgemeester van de stad
Leeuwarden. In 1679 trouwde hij met Jo-
hanna Camp (1659-1732), een dochter
van Renicus Camp, schrijver bij het Hof
van Friesland. Het echtpaar kreeg 10 kinderen, waarvan 4 zoons in
leven bleven: Rienk, Jacob, Petrus en Everardus.
Rienk (1688-1734) werd genoemd naar zijn grootvader van
moederszijde. Hij studeerde theologie in Franeker en diende als
predikant de gemeenten van Oudeschoot, Drogeham, Jorwerd en
Oosterlittens. In deze laatste plaats is hij ook overleden. Hij werd
evenals zijn broers begraven in de Westerkerk te Leeuwarden.
JACOB BOURBOOM (1690-1764) werd op 17 september 1690
gedoopt te Leeuwarden, en was op twintigjarige leeftijd
burger-vaandrig. In 1718 trouwde hij met Hiskjen Bruinsma uit
Wapen
Bourboom
9
Grou, dochter van de secretaris van Idaarderadeel. Het echtpaar
kreeg drie dochters: Aafjen, Johanna en Iskjen Catharina (z.o.)
In 1714 trad Jacob toe tot de vroedschap van de stad Leeuwarden,
waaruit hij in 1723 tot schepen, en in 1740 tot burgemeester werd
gekozen. Hij zou dit ambt, met onderbrekingen, blijven bekleden
tot zijn dood in 1764. In 1744 werd hij als burgemeester geportret-
teerd door de bekende portret- en historieschilder Bernardus
Accama. Het schilderij hangt nog steeds in het stadhuis van
Leeuwarden. Behalve burgemeester was hij o.a. diaken van de
Grote Kerk (in 1719), voogd van het St. Anthonie-Gasthuis,
politiemeester van het Nieuwe Stadsweeshuis en
mede-gecommiteerde in de Provinciale Rekenkamer. Zijn belang-
rijkste functie was echter die van Gedeputeerde Staat van de
Provincie Friesland namens het kwartier van de steden. In zijn
ambtsperiode, die duurde van 1758 tot zijn dood in 1764, was hij
twee keer commissaris-politiek op de provinciale synode11.
Behalve een vooraanstaand regent was Jacob Bourboom ook een
van de rijkste inwoners van Friesland. Zijn kapitaal bedroeg in
1749 volgens het zgn. Quotisatieregister 90.000 à 100.000 caroli-
guldens. Toen hij in 1764 overleed had hij alleen aan obligaties en
vorderingen al een kapitaal van 60.000 cglds.12 terwijl hij ook nog
zeer veel onroerend goed bezat. Hoe kwam hij aan dat grote
vermogen?
In de eerste plaats door zijn huwelijk. Hiskjen Bruinsma bracht in
oktober 1718 haar aandeel in de erfenis van haar moeder mee als
bruidschat. Dit aandeel bedroeg ongeveer 14.000 cglds,
bestaande uit obligaties, een lijfrente, contant geld en
Oetsma-sathe in Grou met 130 pm land. Bovendien bezat de vader
van Hiskjen, Agaeus Bruinsma, die secretaris van Idaarderadeel
was geweest, in zijn grietenij een groot aantal landerijen die na zijn
11 Deze functionaris was als afgevaardigde van de Staten aanwezig bij de jaarlijkse synodever-
gaderingen en had daar door zijn vetorecht een grote macht.
12 De stukken aangaande zijn nalatenschap bevinden zich in het archief Sloterdijk, Rijksarchief in
Friesland.
10
dood in 1741 werden beheerd door Jacob en zijn zwager Petrus
Bruinsma13. Ook uit dit landbezit heeft hij ongetwijfeld ruime in-
komsten genoten.
Behalve met zijn zwager had Jacob verder nog gezamenlijke bezit-
tingen met zijn broers Petrus en Everardus. Toen ze in 1755 een
lijst opmaakten van hun gezamenlijke bezit bedroeg dat in totaal
bijna 54.000 cglds. Het kostbaarste goed op de lijst was Bour-
boomstate in Birdaard dat vermeld wordt als: "een sathe en landen
tot Birdaard, kostende met de onkosten 9000 en naderhands veel
verbouwd en verbeterd, waarvoor bij calculatie gesteld wordt 1000,
dus tesamen 10.000."14
Dat Jacob Bourboom een vooraanstaand man was bleek ook uit de
huwelijken die zijn drie dochters sloten. In een schotschrift tegen
Bourboom wordt naar aanleiding van deze huwelijken zelfs van
hem gezegd dat hij 'sig niet ontsiet syn dochters te verkopen om
geld te schraapen en om schatten op te hoopen'15. Omdat de
dochters na de dood van hun vader mede-eigenaar werden van
Bourboomstate, volgt hier in het kort hun levensloop.
De oudste dochter Aafjen (1719-1791) trouwde op 19 november
1747 met Dr. Johannes Wolbers, toen advocaat, later raadsheer in
Groningen. Dit echtpaar kocht in 1760 de buitenplaats Noordwijk te
Noordhorn16 Na de dood van Wolbers in 1767 hertrouwde Aafjen
met Jan Gerardtz. Geertsema van de borg Sjallema te Opende17.
Ze overleed in 1791.
Haar zuster Johanna werd geboren in 1722. Op 2 oktober 1746
trad ze in het huwelijk met de veel oudere Doede Johannes
Vosma, burgemeester van Harlingen en een van de vijf rijkste
13 Petrus Bruinsma was evenals zijn vader secretaris van de grietenij Idaarderadeel.
14 Zie noot 1.
15 G.A.L. archiefnr.190, Bourboom 1
16 Formsma e.a., De Ommelander Borgen en Steenhuizen, Assen, 1987, blz. 290 e.v.
17 Ibidem, blz. 329.
11
mannen van Friesland (In 1749 had hij een kapitaal van meer dan
200.000 cglds). Vosma woonde in die jaren op de bekende
buitenplaats Klein Lankum bij Franeker, die hij helemaal had laten
verbouwen. Toen hij in 1754/1755 ziek werd kreeg Vosma de
beroemde Petrus Camper (1722-1789) als geneesheer. Camper
was destijds hoogleraar aan de Franeker Hogeschool en nog
ongehuwd. Blijkbaar heeft hij tijdens zijn visites een oogje laten
vallen op Johanna, want niet lang na de dood van Vosma trad hij
met de jonge weduwe in het huwelijk 18 "Na een bezoek aan den patiënt
(oud-burgemeester Vosma, L.D.) bleef Camper nog eenigen tijd met mevrouw in eene andere
kamer. Het toeval wilde, dat Jan Pieters van der Bildt, de bekende instrumentmaker van de
Franeker Hogeschool endaaraan sedert 1754 verbonden, op voormeld oogenblik eender door hem
vervaardigde telescopen gericht had op Klein-Lankum en aldus bespiedde wat er plaats vond.
Toen Van der Bildt bij gelegenheid den heer Camper over Lankum sprak gaf hij hem de raad om
als hij eene visite bij mevrouw maakte, de gordijnen te laten vallen!". Hij bekleedde nog
hoogleraarsposten in Amsterdam en Groningen, maar keerde in
1773 naar Friesland terug. Het echtpaar Camper-Bourboom
vestigde zich toen weer op Klein Lankum, waar Johanna in 1776
ook overleed.
De derde dochter, Iskjen Catharina, werd gedoopt op 24 mei 1724.
Toen ze 27 jaar oud was, trouwde ze met de tien jaar oudere
Willem Augustijn van Sloterdijk (1714-1763), volmacht ten landda-
ge en hoog-baljuw van Hulst en Hulsterambacht. Hij was de zoon
van Frederik van Sloterdijk, burgemeester van Workum en
afgevaardigde in de Staten-Generaal. Willem Augustijn overleed in
1763 op 49-jarige leeftijd toen zijn vrouw zwanger was van hun
zevende kind. Iskjen Catharina overleefde haar man meer dan 20
jaar: ze stierf op Abbinga-state in Huizum op 29 september 1785.
Een aantal belangrijke stukken van de familie Bourboom is via haar
in het archief-Sloterdijk terechtgekomen.
Na de dood van Jacob Bourboom op 18 januari 1764 werden deze
drie dochters mede-eigenaar van Bourboomstate in Birdaard. Als
executeur-testamentair en beheerder van de state trad Petrus
18 Mr. P.C.J.A. Boeles vermeldt in "UIT DE FRIESCHEN TIJD VAN PROF. PETRUS
CAMPER" (De Vrije Fries XXXI, blz.104 e.v.) over Camper en Johanna de volgende anecdote:
12
Bourboom op, een broer van hun vader.
PETRUS BOURBOOM (1694-1780) werd gedoopt op 26 januari 1694.
Van 1710 tot 1715 studeerde hij rechten in Franeker bij prof.
Zacharias Huber. Vervolgens werd hij advocaat voor het Hof van
Friesland. Evenals zijn broer Jacob was hij lid van de vroedschap
in Leeuwarden, waaruit hij in 1735 tot schepen werd verkozen.
In 1723 trouwde hij met Gerbrich Reitsma uit Hemelum, de jongste
dochter van de ontvanger-generaal Focko Tjepkes Reitsma en een
zuster van de predikant Tiberius Reitsma. Een jaar na de bruiloft
voltooide de beeldhouwer Jacob Sytses Bruinsma uit Leeuwarden
een fraaie zitbank voor het jonge paar19 waarop de wapens zijn
aangebracht van de families Bourboom en Reitsma. Hij staat
tegenwoordig in de hal van het stadhuis van Leeuwarden.
Het echtpaar woonde in de Weert. Gerbrich Reitsma overleed op
25 juli 1730, pas 25 jaar oud20.
In 1749 werd Dr. Petrus Bourboom benoemd tot procu-
reur-generaal van het Hof van Friesland, als opvolger van de
voortijdig afgetreden Mr. Ramaker. Hij zou deze hoge functie
bekleden tot zijn dood in 1780. Daarnaast was hij o.a. kapitein van
een compagnie burgerij, politiemeester en voogd van het Nieuwe
Stadsweeshuis en administrateur van de zgn. "Bolswarder
kamers", vijf huisjes in Leeuwarden die bestemd waren voor arme
weduwen21.
Ook Petrus Bourboom was een vermogend man. Zijn kapitaal
bedroeg in 1749 minstens 55.000 cglds. Hij overleed op 1
november 1780 en werd begraven in de Westerkerk te
Leeuwarden. Erfgenamen waren de drie dochters van zijn broer
19 Over deze bank: S. ten Hoeve, Jacob Sydses Bruinsma in: De Vrije Fries LVI, blz.49 e.v.;
Leeuwarder Courant 4-12 1937; idem 18-8 1947 (Dr. A.L. Heerma van Voss)
20 Een gedrukte rouwklacht over haar dood bevindt zich in de PB te Leeuwarden.
21 Over "De Bolswarder Kamers": W. Dolk, De Bolswarder Kamers te Leeuwarden, in: De Vrije
Fries LVI, blz.85 e.v.
13
Jacob.
De jongste broer, EVERARDUS BOURBOOM (1695?-1780) studeerde
evenals Petrus rechten in Franeker. Hij sloot zijn studie af op 4 mei
1717 bij prof. Dominicus Balck. Aansluitend werd hij toegelaten als
advocaat voor het Hof van Friesland. Van 1732 tot 1777 was hij
secretaris van de stad Leeuwarden. In het Quotisatieregister wordt
Everardus "welbegoedigt" genoemd, maar zo rijk als zijn broers
was hij niet. Zijn kapitaal bedroeg in 1749 ongeveer 22.000 cglds.
Hij stierf twee maanden eerder dan zijn broer Petrus, op 1
september 1780. Everardus bleef ongehuwd.
14
Na de Bourbooms
Een half jaar na de dood van Petrus werd Bourboomstate door de
erven verkocht ten overstaan van Petrus Adrianus Bergsma, toen
nog secretaris, later grietman van Dantumadeel. Het bezit werd in
gedeelten verkocht22. De "heerlijke huisinge, hovinge, bomen en
plantagie met het kleine tuintje ten westen van de Singel gelegen"
werd met 2 pm greidland verkocht aan drie kooplieden uit Birdaard:
ALBERT JOHANNES, JAN JOHANNES en HENDRIK PYTTERS. Van de koop
uitgesloten waren: "de perzik- en druivebomen en het jachthuis".
De koopsom bedroeg 4091 cglds. Het stemrecht berustte in 1788
bij Hendrik Pytters omdat die behalve een deel van het huis ook 17
pm land had gekocht. De resterende 65 pm werd in gedeelten
verkocht aan verschillende Birdaarders voor in totaal meer dan
8200 cglds. Op 12 december 1781 boden de drie kopers "de fraaie
heerenhuisinge, liggende in zijn grachten en singels te Birdaard,
laatst bij wijlen procureur Bourboom in gebruik" al weer te koop of
te huur aan. Hoewel in de advertentie gewag gemaakt werd van de
"kostelijke vruchtbomen" en "schoone keukentuin" kwam er pas in
1790 een koper voor: FRANSISCUS BAVIUS, notaris en raad in de
vroedschap te Leeuwarden. Hij kocht het huis van Jan Johannes
voor 2100 cglds23.
Bavius was een vermogende telg uit een Leeuwarder familie die
oorspronkelijk afkomstig was uit Birdaard: de grootvader van
Fransiscus, meester-bakker Frans Bavius, was daar geboren24.
22 Registratieboek van koopbrieven Dantumadeel 1778-1783, blz.142 e.v, Rijksarchief in
Friesland.
23 Proclamatieboeken Nedergerecht Dantumadeel, november 1790, Rijksarchief in Friesland.
24 Mogelijk bestaat er een familierelatie met Nicolaas Bavius, secretaris van de grietenij
Dantumadeel, die in 1695 in Birdaard woonde (zie: W.K. van der Veen, Landhuizen te
15
Fransiscus werd in 1786 gekozen als vroedsman en zou dat blijven
tot 1795. Hij was o.a. voogd van het Stadsweeshuis in Leeu-
warden. In 1798 bood hij Bourboomstate weer te koop aan25. Ook
nu duurde het lang voordat er een koper werd gevonden. Pas in
1802 kochten JHR. FRANS LAAS VAN BURMANIA en zijn vrouw Detje
Ysebrandts het huis met toebehoren en zes pondemaat land voor
8200 cglds26.
De state was nu in handen gekomen van oude Friese adel. Frans
Laas van Burmania (1730-1815) was een zoon van Eduard Marius
van Burmania, raadsheer en auteur van verschillende historische
publicaties. Frans Laas had een militaire loopbaan gevolgd en was
rond 1784 gepensioneerd als generaal-majoor 27 . Volgens een
tijdgenoot kreeg hij ontslag van zijn bevelhebber, prins Hendrik,
voordat hij daar zelf om gevraagd had28. Als ambteloos burger hield
hij zich bezig met het maken van een wapenboek met de wapens
van vooral Friese adellijke geslachten. Zijn studies lagen mede ten
grondslag aan het bekende Stamboek van de Friesche Adel van
de Haan Hettema en Van Halmael. Bij een zekere Maaike had hij
een buitenechtelijke dochter, Anna Maria, die later gewettigd werd.
Het huwelijk met de 35 jaar jongere Detje Ysebrandts lijkt niet erg
gelukkig te zijn geweest, getuige de bittere woorden die Frans
Laas in zijn testament wijdde aan zijn echtgenote29. De landerijen
Birdaard-de Streek en hun bewoners, NDC 17-8 1965).
25 Leeuwarder Courant 20 december 1798: "Uit de hand te koop de buitenplaats van Fr. Bavius te
Birdaard".
26 Registratieboek van koopbrieven van het nedergerecht Dantumadeel, 1801-1803, blz. 267,
Archieven van het nedergerecht Dantumadeel, inv.nr. 107, RA Leeuwarden.
27 Over zijn militaire carrière: N.B.W. VII, blz. 237.
28 Gedenkschriften van G.J. van Hardenbroek, deel V, Amsterdam 1917, blz. 59.
29 "Mijn vrouw door haar bekend slecht gedrag jegens mij en verwaarlozen en te buiten gaan van
de huwelijkse voorwaarden....." Het testament bevindt zich in het familiearchief Van Sminia,
inv.nr. 2619.
16
die hij bezat bij Slappeterp werden vermaakt aan zijn dochter,
terwijl hij Detje slechts een relatief bescheiden jaargeld gunde. Zij
zou haar laatste levensjaren slijten in het St.Anthonie-gasthuis in
Leeuwarden.
Nadat Frans Laas van Burmania op 7 januari 1815 te Birdaard was
overleden, trad zijn weduwe desondanks op als verkoper van
Bourboomstate. In juli 1816 verkocht 30 ze het huis aan de
voormalige predikant JOHAN FREDERIK DE ROOCK (1753-1829).
De Roock stamde uit een oud regentengeslacht uit Zaltbommel31.
Zijn vader was in die Gelderse plaats advocaat, raadssecretaris en
schout geweest. Ook een paar van zijn broers bekleedden daar
hoge bestuurlijke functies. Een andere broer, Adriaan, woonde in
Harlingen en genoot enige bekendheid omdat hij tijdens de Vierde
Engelse Oorlog commandant was van het Friese fregat "De Een-
dracht"32. Hij was o.a. lid van de Provinciale Staten van Friesland.
Johan Frederik had toen hij in 1816 Bourboomstate kocht net zijn
ambt als predikant neergelegd. In 1817 deed hij bovendien afstand
van al zijn rechten als emeritus-predikant. De aankoop van
Bourboomstate wijst er al op dat hij zich financieel een dergelijke
stap wel kon permitteren. Zijn laatste gemeente was Sneek.
Daarvoor had hij o.a. in Monnikendam, Deventer en Oosterend
gestaan. Op 11 september 1791 was hij in Deventer getrouwd met
Alexandrina Troulja (1768-1844). Het echtpaar kreeg vier kinde-
ren, waarvan er drie in leven bleven. De enige dochter trouwde kort
na de dood van haar vader in 1827 met Johan Willen Brouwer,
boekverkoper en stadsdrukker in Leeuwarden. Brouwer wordt in
de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels (1832) genoemd als
30 Koopbrief nr. 262, Notariële archieven, inv.nr. 76018, Rijksarchief in Friesland.
31 Van deze familie een uitgebreide genealogie in: Gens Nostra, 26e jaargang, 1971.
32 Zie: H. Halbertsma, Een Fries zee-officier aan het Hof van de Algerijnse Dey, Sneeker
Nieuwsblad 26 nov. en 30 nov. 1954.
17
eigenaar van de naastliggende boerderij33.
Johan Frederik de Roock overleed op 29 april 1829. Hij werd
begraven in de Lebuinuskerk te Deventer. Nadat zijn weduwe op
20 maart 1844 in Birdaard was overleden, brachten de erfgenamen
de state en de naastliggende boerderij op een veiling. De state
werd verkocht aan Sybe Gerrits van der Leest, timmerman te
Hallum.
Met Van der Leest komt een eind aan de geschiedenis van
Bourboomstate, want deze timmerman kocht het pand voor de
sloop34.
33 Hij had die boerderij in 1827 gekocht. Zie over Brouwer: W. Dolk, Het boek in de Leeuwarder
patentregisters, De Vrije Fries 1979, blz. 74.
34 De Leeuwarder Courant maakt op 1 april 1845 melding van een "bomenboelgoed op Bour-
boom", en 3 maanden later van de aanbesteding van "een nieuwe voorhuizinge aan
Bourboom-state bij Birdaard, bewoond door Petrus Sinnema". Blijkbaar is de naam Bour-
boom-state hier al overgegaan op de boerderij. Uit de kadastrale gegevens blijkt inderdaad dat de
state in 1845 gesloopt is, en de boerderij een nieuw voorhuis kreeg. Ook het 'somerhuys' werd
afgebroken. Petrus Sinnema was huurder van de boerderij.
18
BIJLAGEN
Lijst van eigenaren
1511 Claes (?)
1600 Claes Piers
1640 Erven Claes Piers
1690 Pier Claasen (Oldersma)
1718 Gerrit Oldersma
1743 Jacob,Petrus en Everardus Bourboom
1781 Albert Johannes, Jan Johannes en Hendrik Pytters
1790 Fransiscus Bavius
1802 Frans Laas van Burmania
1816 Johan Frederik de Roock
1844 Sybe Gerrits van der Leest
BESCHRIJVING VAN DE STATE VLAK VOOR DE SLOOP
fragment uit het koopcontract van 1844 (zie noot 2)
"Een huizinge [...] benevens een groote tuin waarin veele vruchtbomen,
voorts eene gracht en buitensingel, Bourboomstate genaamd, alles zeer
aangenaam gelegen aan de Dokkumer Ee, bij en onder het behoor van het
dorp Birdaard, thans door Mejufvrouw de weduwe de Roock wordende
bewoond. [...] De huizinge bestaat in: Een voorhuis aan de oostzijde eene
voorkamer waarin twee schuiframen, eene schoorsteen met staande en
liggende platen, een bedstee en twee kasten, verder aldaar een
provisiekamertje. Aan de westzijde in het voorhuis een voorkamer waarin
twee schuiframen en eene kast. Eene gang waarin twee kasten en twee
kelders, aan de westzijde aldaar eene behangen achterkamer met drie
schuiframen, een behangen slaapkamertje waarin een schuifraam en een
bedstees. Aan de oostzijde in de gang eene keuken waarin een draairaam,
regenwaterspomp met koperen kraan en gootsteen, eene schoorsteen met
staande en liggende platen, een bedsteed en drie kasten, achterin de gang
een prive. Voorts in de gang een trap naar een turf en linnenzolder waarop
een afgesloten bergplaats mitsgaders een slaapkamertje waarin een
schuifraam, eene kast en een hoekbuffet. Eene plaats waarop een
regenwaterbak, twee berghokken, groot kippenhok en loop en gemetselde
19
aschbak. Aan de noordoostzijde der huizinge een groot berghok met zolder,
eindelijk inden tuin eene zonnewijzermetpedestal".
20
© uitgeverij bornmeer, wanswerd
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op welke manier dan
ook worden vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de
uitgever.

Más contenido relacionado

La actualidad más candente (13)

1980
19801980
1980
 
Journalism and development
Journalism and developmentJournalism and development
Journalism and development
 
Experience Certificate
Experience CertificateExperience Certificate
Experience Certificate
 
Quran chapter-22-surah-al-hajj-pdf
Quran chapter-22-surah-al-hajj-pdfQuran chapter-22-surah-al-hajj-pdf
Quran chapter-22-surah-al-hajj-pdf
 
MITOLOGI -- ROLAND BARTHES
MITOLOGI -- ROLAND BARTHESMITOLOGI -- ROLAND BARTHES
MITOLOGI -- ROLAND BARTHES
 
Carte des plages de la Martinique
Carte des plages de la MartiniqueCarte des plages de la Martinique
Carte des plages de la Martinique
 
882 kameni ubica
882  kameni ubica882  kameni ubica
882 kameni ubica
 
Ijazah
IjazahIjazah
Ijazah
 
transcript_temp_06112055
transcript_temp_06112055transcript_temp_06112055
transcript_temp_06112055
 
Huruf abjad
Huruf abjadHuruf abjad
Huruf abjad
 
CSWIP 3.0 Visual Welding Inspection
CSWIP 3.0 Visual Welding InspectionCSWIP 3.0 Visual Welding Inspection
CSWIP 3.0 Visual Welding Inspection
 
Ijazah
IjazahIjazah
Ijazah
 
Gambar Kunci Gitar
Gambar Kunci GitarGambar Kunci Gitar
Gambar Kunci Gitar
 

Similar a Bourboomstate in Birdaard en zijn bewoners

3.2 Ferkaveling fan Bildt lange ferzy 22-09-2016
3.2 Ferkaveling fan Bildt lange ferzy 22-09-20163.2 Ferkaveling fan Bildt lange ferzy 22-09-2016
3.2 Ferkaveling fan Bildt lange ferzy 22-09-2016
HPP
 

Similar a Bourboomstate in Birdaard en zijn bewoners (20)

Heringa en Heeringa in Dokkum
Heringa en Heeringa in DokkumHeringa en Heeringa in Dokkum
Heringa en Heeringa in Dokkum
 
Nicolaas Tadema artikel in De Sneuper 123
Nicolaas Tadema artikel in De Sneuper 123Nicolaas Tadema artikel in De Sneuper 123
Nicolaas Tadema artikel in De Sneuper 123
 
De Dokkumer familie Bontekoe
De Dokkumer familie BontekoeDe Dokkumer familie Bontekoe
De Dokkumer familie Bontekoe
 
De heren en hun gerecht te Zemst tijdens de middeleeuwen vanaf 1293 (Marc Alc...
De heren en hun gerecht te Zemst tijdens de middeleeuwen vanaf 1293 (Marc Alc...De heren en hun gerecht te Zemst tijdens de middeleeuwen vanaf 1293 (Marc Alc...
De heren en hun gerecht te Zemst tijdens de middeleeuwen vanaf 1293 (Marc Alc...
 
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 1
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 1Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 1
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 1
 
Uylenburgh genealogie
Uylenburgh genealogie Uylenburgh genealogie
Uylenburgh genealogie
 
Historisch huisonderzoek woelwijk in voorschoten. familie van outshoorn eigen...
Historisch huisonderzoek woelwijk in voorschoten. familie van outshoorn eigen...Historisch huisonderzoek woelwijk in voorschoten. familie van outshoorn eigen...
Historisch huisonderzoek woelwijk in voorschoten. familie van outshoorn eigen...
 
Coenders van Helpen genealogie
Coenders van Helpen genealogieCoenders van Helpen genealogie
Coenders van Helpen genealogie
 
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2
 
Stamreeks leiss van der lis 20180315
Stamreeks leiss van der lis 20180315Stamreeks leiss van der lis 20180315
Stamreeks leiss van der lis 20180315
 
Lezing over schilderij Abraham van Hoey Hyacinthe Rigaud
Lezing over schilderij Abraham van Hoey Hyacinthe RigaudLezing over schilderij Abraham van Hoey Hyacinthe Rigaud
Lezing over schilderij Abraham van Hoey Hyacinthe Rigaud
 
De goedenissen van de schepenbank van Oliveten te Zemst 1652-1795
De goedenissen van de schepenbank van Oliveten te Zemst 1652-1795De goedenissen van de schepenbank van Oliveten te Zemst 1652-1795
De goedenissen van de schepenbank van Oliveten te Zemst 1652-1795
 
Historisch huisonderzoek woelwijk familie heemskerk voorschoten 1707 tot 1762...
Historisch huisonderzoek woelwijk familie heemskerk voorschoten 1707 tot 1762...Historisch huisonderzoek woelwijk familie heemskerk voorschoten 1707 tot 1762...
Historisch huisonderzoek woelwijk familie heemskerk voorschoten 1707 tot 1762...
 
Familie Bols
Familie BolsFamilie Bols
Familie Bols
 
In naam van Cornelia. Cornelia van Lynden (1860-1880)
In naam van Cornelia. Cornelia van Lynden (1860-1880)In naam van Cornelia. Cornelia van Lynden (1860-1880)
In naam van Cornelia. Cornelia van Lynden (1860-1880)
 
Tjessens in Sneuper 130
Tjessens in Sneuper 130Tjessens in Sneuper 130
Tjessens in Sneuper 130
 
3.2 Ferkaveling fan Bildt lange ferzy 22-09-2016
3.2 Ferkaveling fan Bildt lange ferzy 22-09-20163.2 Ferkaveling fan Bildt lange ferzy 22-09-2016
3.2 Ferkaveling fan Bildt lange ferzy 22-09-2016
 
Jan+Jansz+Duijvenvoorde+alias+Lapper+versie+0.123+20230619.pdf
Jan+Jansz+Duijvenvoorde+alias+Lapper+versie+0.123+20230619.pdfJan+Jansz+Duijvenvoorde+alias+Lapper+versie+0.123+20230619.pdf
Jan+Jansz+Duijvenvoorde+alias+Lapper+versie+0.123+20230619.pdf
 
Willem Hendriks de Boer (1783-1851) van Ameland
Willem Hendriks de Boer (1783-1851) van AmelandWillem Hendriks de Boer (1783-1851) van Ameland
Willem Hendriks de Boer (1783-1851) van Ameland
 
Chronologische documentenverzameling jan jansz duijvenvoorde alias lapper ver...
Chronologische documentenverzameling jan jansz duijvenvoorde alias lapper ver...Chronologische documentenverzameling jan jansz duijvenvoorde alias lapper ver...
Chronologische documentenverzameling jan jansz duijvenvoorde alias lapper ver...
 

Más de Historische Vereniging Noordoost Friesland

Más de Historische Vereniging Noordoost Friesland (20)

Hoofdelijke Omslag Tietjerksteradeel 1915.pdf
Hoofdelijke Omslag Tietjerksteradeel 1915.pdfHoofdelijke Omslag Tietjerksteradeel 1915.pdf
Hoofdelijke Omslag Tietjerksteradeel 1915.pdf
 
Hoofdelijke Omslag Kollumerland 1920.pdf
Hoofdelijke Omslag Kollumerland 1920.pdfHoofdelijke Omslag Kollumerland 1920.pdf
Hoofdelijke Omslag Kollumerland 1920.pdf
 
Role of British Prisoners of War 1918 Leeuwarden.pdf
Role of British Prisoners of War 1918 Leeuwarden.pdfRole of British Prisoners of War 1918 Leeuwarden.pdf
Role of British Prisoners of War 1918 Leeuwarden.pdf
 
Boerderijenlijst boek Houtstromen borghaerts
Boerderijenlijst boek Houtstromen borghaertsBoerderijenlijst boek Houtstromen borghaerts
Boerderijenlijst boek Houtstromen borghaerts
 
Namenlijst Album Amicorum Cornelis de Glarges
Namenlijst Album Amicorum Cornelis de GlargesNamenlijst Album Amicorum Cornelis de Glarges
Namenlijst Album Amicorum Cornelis de Glarges
 
Briefe von Stephanus Bányai an Prof. Valckenaer in Franeker
Briefe von Stephanus Bányai an Prof. Valckenaer in FranekerBriefe von Stephanus Bányai an Prof. Valckenaer in Franeker
Briefe von Stephanus Bányai an Prof. Valckenaer in Franeker
 
Die Eintragungen aus den Niederlanden im Stammbuch Bányai
Die Eintragungen aus den Niederlanden im Stammbuch BányaiDie Eintragungen aus den Niederlanden im Stammbuch Bányai
Die Eintragungen aus den Niederlanden im Stammbuch Bányai
 
Als ballingen aan de boorden van de Amstel
Als ballingen aan de boorden van de AmstelAls ballingen aan de boorden van de Amstel
Als ballingen aan de boorden van de Amstel
 
Vijf inscripties in Album Amicorum Michael Corvinus 1624
Vijf inscripties in Album Amicorum Michael Corvinus 1624Vijf inscripties in Album Amicorum Michael Corvinus 1624
Vijf inscripties in Album Amicorum Michael Corvinus 1624
 
Album amicorum Fredericus Kemener
Album amicorum Fredericus KemenerAlbum amicorum Fredericus Kemener
Album amicorum Fredericus Kemener
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1565-1568 YY7
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1565-1568 YY7Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1565-1568 YY7
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1565-1568 YY7
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1559-1564 YY6
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1559-1564 YY6Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1559-1564 YY6
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1559-1564 YY6
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (c)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (c)Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (c)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (c)
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (b)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (b)Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (b)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (b)
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (a)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (a)Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (a)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (a)
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1549-1554 YY4
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1549-1554 YY4Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1549-1554 YY4
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1549-1554 YY4
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1538-1548 YY3
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1538-1548 YY3Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1538-1548 YY3
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1538-1548 YY3
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1534-1537 YY2
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1534-1537 YY2Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1534-1537 YY2
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1534-1537 YY2
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1527-1533 YY1
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1527-1533 YY1Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1527-1533 YY1
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1527-1533 YY1
 
Ver van het Front? Friesland en de Friezen in de Eerste Wereldoorlog
Ver van het Front? Friesland en de Friezen in de Eerste WereldoorlogVer van het Front? Friesland en de Friezen in de Eerste Wereldoorlog
Ver van het Front? Friesland en de Friezen in de Eerste Wereldoorlog
 

Bourboomstate in Birdaard en zijn bewoners

  • 2. Louw Dijkstra BOURBOOMSTATE IN BIRDAARD EN ZIJN BEWONERS 1993 uitgeverij bornmeer
  • 3. 3 BOURBOOMSTATE EN ZIJN BEWONERS In de achttiende eeuw stond aan het begin van de Bourboomweg in Birdaard een buitenplaats van de familie Bourboom. Zoals we zullen zien, was deze zeer welgestelde regentenfamilie uit Leeu- warden was niet de enige vooraanstaande familie die de state bewoond heeft. De lijst bevat verder o.a. de namen Oldersma, Bavius, Van Burmania en De Roock. Wanneer de state gebouwd werd, valt niet precies te achterhalen. Toen de gebroeders Bourboom het pand kochten werd het nog "een heerenhuizinge" genoemd. Zijn latere vorm kreeg het waarschijnlijk pas na een grondige verbouwing in opdracht van de Bourbooms, die naar hun eigen schatting ca.1000 cglds. kostte1. Kort voor de afbraak in 1845 bestond het gebouw op de begane grond uit twee voorkamers, een grote achterkamer, een keuken, een provisiekamer en een slaapkamertje, terwijl boven een turf-en linnenzolder was met een afgesloten bergplaats en een slaapka- mer. In de ruime gang waren twee kasten, twee kelders en een "prive". Het huis had een opper- vlakte van 168 m². Ten noordoosten van de state bevond zich een groot berghok met een zolder, mogelijk het wagenhuis waar enige jaren eerder sprake van was. Op de singel stond aan de Ee een "somerhuis" (20 m²)2 1 Volgens een lijst van gezamenlijke bezittingen die zich bevindt in het archief-Sloterdijk, inv.nr.1, Rijksarchief in Friesland. 2 Gegevens uit het koopcontract dat onder Birdaard, sectie B1, kad.nrs. 292-296, deel 109, nr.4 is opgenomen in het archief van kantoor Leeuwarden van het Kadaster. Afbeelding 2 Situatie ca. 1832 1. 'Somerhuys' 2. Bourboomstate 3. Boerderij 4. 'Plaisirtuin' 5. 'Plaisir- laan en vijvers'
  • 4. 4 dat al in 1743 aanwezig was. In deze zomerhuizen of 'lytshuzen' werd in de zomer gekookt3. Volgens het koopcontract van 1781 behoorde tot de state ook een 'jachthuis' - wat we tegenwoordig een boothuis zouden noemen. Het terrein binnen de grachten was in tweeën gedeeld. Op de westelijke helft stond de state, op de oostelijke een boerderij. De state werd in het midden van de negentiende eeuw voor de sloop verkocht en afgebroken. Tegenwoordig staat op het terrein een grote stelpboerderij die nog lange tijd de naam Bourboomstate op de hekpalen heeft gedragen. Destijds was de state een van de dertien "schotschietende huizen" in Birdaard. De eigenaren van deze huizen waren een bepaalde belasting (het zgn. huisschot) verschuldigd, maar daar stond tegenover dat zij stemrecht hadden. Op de kaart van Schota- nus/Halma (1718) staat de state dan ook aangegeven als "stemmend huys". 3 Zie over zomerhuizen: R. Meischke e.a., Huizen in Nederland, Deel I, Friesland en Noord-Holland, Zwolle 1993, blz.22.
  • 5. 5 De Oldersma's De gebroeders Jacob, Petrus en Everardus Bourboom kochten de "heerenhuisinge, hovinge boomen en plantagie, sampt singel met het steenen somerhuis en de bank in de kerk"4 met 82 pondematen land in 1743 van de erfgenamen van Gerrit Oldersma. De Oldersma's waren lang, misschien zelfs wel eeuwenlang, eigenaar geweest van de sathe. In het Register van Aanbreng (1511) wordt een zekere CLAES genoemd die in Birdaard 88 pondemaat land in gebruik had, waarvan het grootste deel in eigendom. Het is goed mogelijk dat deze Claes een voorvader was van CLAES PIERS die rond 1600 eigenaar was5. In de tweede helft van de zeventiende eeuw ging het eigendom over op een nakomeling van Claes Piers, PIER CLAASEN. Hij was koopman in Leeuwarden en in 1684 getrouwd met Ynske Gerrits. Het echtpaar had twee zonen, Claas en Gerrit/Gerardus (geb.1692). Toen Pier Claasen omstreeks 1698 overleed, hadden zijn beide zonen de volwassen leeftijd nog niet bereikt, zodat een curator benoemd moest worden. In eerste instantie was dat een broer van hun vader: Frans Claasen. Na het overlijden van Frans Claasen her- trouwde diens weduwe, Baukje Haringa, met Gauke Suringar uit Harlingen6, en deze werd in 1710 benoemd tot curator van GERRIT OLDERSMA. Over Gerrits oudere broer Claas is verder niks bekend. 4 Proclamatieboek van het Nedergerecht Dantumadeel 1736-1749, blz. 388 en 403, Rijkarchief in Friesland. 5 Behalve de overeenkomst van naam (Claes/Claes Piers) zou daarop ook nog het feit kunnen wijzen dat zowel de oppervlakte als het aantal florenen van beider landbezit ongeveer overeenkomt (Claes 88 pm/XX florenen, Claes Piers 84 pm/22 florenen). 6 Gauke Gerrits Suringar was een telg uit een bekend rooms-katholiek koopmansgeslacht. Hij was zoutbrander, houtkoper en vroedsman, en ging in januari 1715 met zijn tweede vrouw Baukje Haringa over tot de protestantse godsdienst. Niet lang daarna zou hij overlijden.
  • 6. 6 Via de familie Suringar7 leerde Gerrit Oldersma Margaretha van Lennep kennen. Margaretha stamde uit een voorname familie. Haar vader was Johannes van Lennep (overl.1717), advocaat voor het Hof van Friesland, terwijl haar moeder, Anna de Block van Scheltinga (1655-1673), een dochter was van Dirk van Scheltinga (1625-1666), een telg uit het bekende Friese geslacht van Schel- tinga8. Gerrit Oldersma en Margaretha van Lennep trouwden in 1715 in Stiens en kregen 4 kinderen: Ynskjen (overl.1767), Anna (overl. 1749), Petronella Clara (1722-1748) en Galenus (1725-?)9. Als woonplaats van het echtpaar wordt steeds Birdaard vermeld zodat we mogen aannemen dat het daadwerkelijk op het latere Bourboomstate woonde10. Omstreeks 1728 moet Gerrit overleden zijn. Zijn vrouw Margaretha overleefde hem nog ongeveer tien jaar: zij stierf in 1738. Van de bovengenoemde vier kinderen van dit echtpaar kochten de gebroeders Bourboom de sathe in 1743. Mogelijk had de verkoop iets te maken met het voorgenomen huwelijk van Ynskjen; zij trouwde later in dat jaar met Johannes Petreaus. Haar zuster Anna was toen al gehuwd met Petrus Wielandt, "bakenmeester der Provintie van Frieslandt", woonachtig te Sexbierum. De beide zusters traden bij de verkoop ook op namens hun minderjarige 7 De oudste zoon vanSuringar uit zijn eerste huwelijk, Mr. Eelco Ignatius Suringar, was getrouwd met Anna Elisabeth van Lennep, een oudere zuster van Margaretha. 8 Over de Van Scheltinga's: Wijnaendts van Resandt, Geschiedenis en genealogie van het geslacht Van Scheltinga, 1939. Daarin over Margaretha's ouders: blz. 48. 9 In 1788 werd een Galenus Oldersma, "gepensioneerd vaandrig" aangenomen als lidmaat van de NH kerk in Rottevalle. Hij was getrouwd met Jetske Pytters die zes jaar eerder belijdenis had gedaan. In 1784 wordt dezelfde Galenus Oldersma genoemd in de bijlagen van de civiele sententies van het Hof van Friesland. Op dat moment was hij 59 jaar, wat zou betekenen dat hij geboren werd in 1725. Dat komt overeen met de vermoedelijke geboortedatum van Galenus Oldersma van het latere Bourboom-state. Zijn vrouw Jetske Pytters was in 1784 51 jaar. 10 Ook in de proclamatie van verkoop (zie noot 2) wordt gesproken over "ons wijlen olders, de Heer Gerardus Oldersma en Juffer Margaretha van Lennep in tijden Egtels tot Birdaart".
  • 8. 8 De familie Bourboom Anders dan de Oldersma's woonden de Bourbooms niet op de state. Ze hadden hun werk en hun woonhuizen in Leeuwarden; Bourboomstate fungeerde als buitenhuis. Uit de aanwezigheid van een jachthuis mogen we afleiden dat ze voor het vervoer van en naar de Friese hoofdstad de beschikking hadden over een eigen vaartuig. De Bourbooms kwamen oorspronkelijk uit Didam in Gelderland. In 1653 verhuisde een van hen, burger-vaandrig Jacob Bourboom, naar Leeuwarden waar hij trouwde met Auckjen Heddoma uit Sneek. Hun zoon Benno (1654-1709) was de vader van bovengenoemde drie broers. Hij was eerst schrijver van een compagnie infanterie, en later schepen, vroedsman en burgemeester van de stad Leeuwarden. In 1679 trouwde hij met Jo- hanna Camp (1659-1732), een dochter van Renicus Camp, schrijver bij het Hof van Friesland. Het echtpaar kreeg 10 kinderen, waarvan 4 zoons in leven bleven: Rienk, Jacob, Petrus en Everardus. Rienk (1688-1734) werd genoemd naar zijn grootvader van moederszijde. Hij studeerde theologie in Franeker en diende als predikant de gemeenten van Oudeschoot, Drogeham, Jorwerd en Oosterlittens. In deze laatste plaats is hij ook overleden. Hij werd evenals zijn broers begraven in de Westerkerk te Leeuwarden. JACOB BOURBOOM (1690-1764) werd op 17 september 1690 gedoopt te Leeuwarden, en was op twintigjarige leeftijd burger-vaandrig. In 1718 trouwde hij met Hiskjen Bruinsma uit Wapen Bourboom
  • 9. 9 Grou, dochter van de secretaris van Idaarderadeel. Het echtpaar kreeg drie dochters: Aafjen, Johanna en Iskjen Catharina (z.o.) In 1714 trad Jacob toe tot de vroedschap van de stad Leeuwarden, waaruit hij in 1723 tot schepen, en in 1740 tot burgemeester werd gekozen. Hij zou dit ambt, met onderbrekingen, blijven bekleden tot zijn dood in 1764. In 1744 werd hij als burgemeester geportret- teerd door de bekende portret- en historieschilder Bernardus Accama. Het schilderij hangt nog steeds in het stadhuis van Leeuwarden. Behalve burgemeester was hij o.a. diaken van de Grote Kerk (in 1719), voogd van het St. Anthonie-Gasthuis, politiemeester van het Nieuwe Stadsweeshuis en mede-gecommiteerde in de Provinciale Rekenkamer. Zijn belang- rijkste functie was echter die van Gedeputeerde Staat van de Provincie Friesland namens het kwartier van de steden. In zijn ambtsperiode, die duurde van 1758 tot zijn dood in 1764, was hij twee keer commissaris-politiek op de provinciale synode11. Behalve een vooraanstaand regent was Jacob Bourboom ook een van de rijkste inwoners van Friesland. Zijn kapitaal bedroeg in 1749 volgens het zgn. Quotisatieregister 90.000 à 100.000 caroli- guldens. Toen hij in 1764 overleed had hij alleen aan obligaties en vorderingen al een kapitaal van 60.000 cglds.12 terwijl hij ook nog zeer veel onroerend goed bezat. Hoe kwam hij aan dat grote vermogen? In de eerste plaats door zijn huwelijk. Hiskjen Bruinsma bracht in oktober 1718 haar aandeel in de erfenis van haar moeder mee als bruidschat. Dit aandeel bedroeg ongeveer 14.000 cglds, bestaande uit obligaties, een lijfrente, contant geld en Oetsma-sathe in Grou met 130 pm land. Bovendien bezat de vader van Hiskjen, Agaeus Bruinsma, die secretaris van Idaarderadeel was geweest, in zijn grietenij een groot aantal landerijen die na zijn 11 Deze functionaris was als afgevaardigde van de Staten aanwezig bij de jaarlijkse synodever- gaderingen en had daar door zijn vetorecht een grote macht. 12 De stukken aangaande zijn nalatenschap bevinden zich in het archief Sloterdijk, Rijksarchief in Friesland.
  • 10. 10 dood in 1741 werden beheerd door Jacob en zijn zwager Petrus Bruinsma13. Ook uit dit landbezit heeft hij ongetwijfeld ruime in- komsten genoten. Behalve met zijn zwager had Jacob verder nog gezamenlijke bezit- tingen met zijn broers Petrus en Everardus. Toen ze in 1755 een lijst opmaakten van hun gezamenlijke bezit bedroeg dat in totaal bijna 54.000 cglds. Het kostbaarste goed op de lijst was Bour- boomstate in Birdaard dat vermeld wordt als: "een sathe en landen tot Birdaard, kostende met de onkosten 9000 en naderhands veel verbouwd en verbeterd, waarvoor bij calculatie gesteld wordt 1000, dus tesamen 10.000."14 Dat Jacob Bourboom een vooraanstaand man was bleek ook uit de huwelijken die zijn drie dochters sloten. In een schotschrift tegen Bourboom wordt naar aanleiding van deze huwelijken zelfs van hem gezegd dat hij 'sig niet ontsiet syn dochters te verkopen om geld te schraapen en om schatten op te hoopen'15. Omdat de dochters na de dood van hun vader mede-eigenaar werden van Bourboomstate, volgt hier in het kort hun levensloop. De oudste dochter Aafjen (1719-1791) trouwde op 19 november 1747 met Dr. Johannes Wolbers, toen advocaat, later raadsheer in Groningen. Dit echtpaar kocht in 1760 de buitenplaats Noordwijk te Noordhorn16 Na de dood van Wolbers in 1767 hertrouwde Aafjen met Jan Gerardtz. Geertsema van de borg Sjallema te Opende17. Ze overleed in 1791. Haar zuster Johanna werd geboren in 1722. Op 2 oktober 1746 trad ze in het huwelijk met de veel oudere Doede Johannes Vosma, burgemeester van Harlingen en een van de vijf rijkste 13 Petrus Bruinsma was evenals zijn vader secretaris van de grietenij Idaarderadeel. 14 Zie noot 1. 15 G.A.L. archiefnr.190, Bourboom 1 16 Formsma e.a., De Ommelander Borgen en Steenhuizen, Assen, 1987, blz. 290 e.v. 17 Ibidem, blz. 329.
  • 11. 11 mannen van Friesland (In 1749 had hij een kapitaal van meer dan 200.000 cglds). Vosma woonde in die jaren op de bekende buitenplaats Klein Lankum bij Franeker, die hij helemaal had laten verbouwen. Toen hij in 1754/1755 ziek werd kreeg Vosma de beroemde Petrus Camper (1722-1789) als geneesheer. Camper was destijds hoogleraar aan de Franeker Hogeschool en nog ongehuwd. Blijkbaar heeft hij tijdens zijn visites een oogje laten vallen op Johanna, want niet lang na de dood van Vosma trad hij met de jonge weduwe in het huwelijk 18 "Na een bezoek aan den patiënt (oud-burgemeester Vosma, L.D.) bleef Camper nog eenigen tijd met mevrouw in eene andere kamer. Het toeval wilde, dat Jan Pieters van der Bildt, de bekende instrumentmaker van de Franeker Hogeschool endaaraan sedert 1754 verbonden, op voormeld oogenblik eender door hem vervaardigde telescopen gericht had op Klein-Lankum en aldus bespiedde wat er plaats vond. Toen Van der Bildt bij gelegenheid den heer Camper over Lankum sprak gaf hij hem de raad om als hij eene visite bij mevrouw maakte, de gordijnen te laten vallen!". Hij bekleedde nog hoogleraarsposten in Amsterdam en Groningen, maar keerde in 1773 naar Friesland terug. Het echtpaar Camper-Bourboom vestigde zich toen weer op Klein Lankum, waar Johanna in 1776 ook overleed. De derde dochter, Iskjen Catharina, werd gedoopt op 24 mei 1724. Toen ze 27 jaar oud was, trouwde ze met de tien jaar oudere Willem Augustijn van Sloterdijk (1714-1763), volmacht ten landda- ge en hoog-baljuw van Hulst en Hulsterambacht. Hij was de zoon van Frederik van Sloterdijk, burgemeester van Workum en afgevaardigde in de Staten-Generaal. Willem Augustijn overleed in 1763 op 49-jarige leeftijd toen zijn vrouw zwanger was van hun zevende kind. Iskjen Catharina overleefde haar man meer dan 20 jaar: ze stierf op Abbinga-state in Huizum op 29 september 1785. Een aantal belangrijke stukken van de familie Bourboom is via haar in het archief-Sloterdijk terechtgekomen. Na de dood van Jacob Bourboom op 18 januari 1764 werden deze drie dochters mede-eigenaar van Bourboomstate in Birdaard. Als executeur-testamentair en beheerder van de state trad Petrus 18 Mr. P.C.J.A. Boeles vermeldt in "UIT DE FRIESCHEN TIJD VAN PROF. PETRUS CAMPER" (De Vrije Fries XXXI, blz.104 e.v.) over Camper en Johanna de volgende anecdote:
  • 12. 12 Bourboom op, een broer van hun vader. PETRUS BOURBOOM (1694-1780) werd gedoopt op 26 januari 1694. Van 1710 tot 1715 studeerde hij rechten in Franeker bij prof. Zacharias Huber. Vervolgens werd hij advocaat voor het Hof van Friesland. Evenals zijn broer Jacob was hij lid van de vroedschap in Leeuwarden, waaruit hij in 1735 tot schepen werd verkozen. In 1723 trouwde hij met Gerbrich Reitsma uit Hemelum, de jongste dochter van de ontvanger-generaal Focko Tjepkes Reitsma en een zuster van de predikant Tiberius Reitsma. Een jaar na de bruiloft voltooide de beeldhouwer Jacob Sytses Bruinsma uit Leeuwarden een fraaie zitbank voor het jonge paar19 waarop de wapens zijn aangebracht van de families Bourboom en Reitsma. Hij staat tegenwoordig in de hal van het stadhuis van Leeuwarden. Het echtpaar woonde in de Weert. Gerbrich Reitsma overleed op 25 juli 1730, pas 25 jaar oud20. In 1749 werd Dr. Petrus Bourboom benoemd tot procu- reur-generaal van het Hof van Friesland, als opvolger van de voortijdig afgetreden Mr. Ramaker. Hij zou deze hoge functie bekleden tot zijn dood in 1780. Daarnaast was hij o.a. kapitein van een compagnie burgerij, politiemeester en voogd van het Nieuwe Stadsweeshuis en administrateur van de zgn. "Bolswarder kamers", vijf huisjes in Leeuwarden die bestemd waren voor arme weduwen21. Ook Petrus Bourboom was een vermogend man. Zijn kapitaal bedroeg in 1749 minstens 55.000 cglds. Hij overleed op 1 november 1780 en werd begraven in de Westerkerk te Leeuwarden. Erfgenamen waren de drie dochters van zijn broer 19 Over deze bank: S. ten Hoeve, Jacob Sydses Bruinsma in: De Vrije Fries LVI, blz.49 e.v.; Leeuwarder Courant 4-12 1937; idem 18-8 1947 (Dr. A.L. Heerma van Voss) 20 Een gedrukte rouwklacht over haar dood bevindt zich in de PB te Leeuwarden. 21 Over "De Bolswarder Kamers": W. Dolk, De Bolswarder Kamers te Leeuwarden, in: De Vrije Fries LVI, blz.85 e.v.
  • 13. 13 Jacob. De jongste broer, EVERARDUS BOURBOOM (1695?-1780) studeerde evenals Petrus rechten in Franeker. Hij sloot zijn studie af op 4 mei 1717 bij prof. Dominicus Balck. Aansluitend werd hij toegelaten als advocaat voor het Hof van Friesland. Van 1732 tot 1777 was hij secretaris van de stad Leeuwarden. In het Quotisatieregister wordt Everardus "welbegoedigt" genoemd, maar zo rijk als zijn broers was hij niet. Zijn kapitaal bedroeg in 1749 ongeveer 22.000 cglds. Hij stierf twee maanden eerder dan zijn broer Petrus, op 1 september 1780. Everardus bleef ongehuwd.
  • 14. 14 Na de Bourbooms Een half jaar na de dood van Petrus werd Bourboomstate door de erven verkocht ten overstaan van Petrus Adrianus Bergsma, toen nog secretaris, later grietman van Dantumadeel. Het bezit werd in gedeelten verkocht22. De "heerlijke huisinge, hovinge, bomen en plantagie met het kleine tuintje ten westen van de Singel gelegen" werd met 2 pm greidland verkocht aan drie kooplieden uit Birdaard: ALBERT JOHANNES, JAN JOHANNES en HENDRIK PYTTERS. Van de koop uitgesloten waren: "de perzik- en druivebomen en het jachthuis". De koopsom bedroeg 4091 cglds. Het stemrecht berustte in 1788 bij Hendrik Pytters omdat die behalve een deel van het huis ook 17 pm land had gekocht. De resterende 65 pm werd in gedeelten verkocht aan verschillende Birdaarders voor in totaal meer dan 8200 cglds. Op 12 december 1781 boden de drie kopers "de fraaie heerenhuisinge, liggende in zijn grachten en singels te Birdaard, laatst bij wijlen procureur Bourboom in gebruik" al weer te koop of te huur aan. Hoewel in de advertentie gewag gemaakt werd van de "kostelijke vruchtbomen" en "schoone keukentuin" kwam er pas in 1790 een koper voor: FRANSISCUS BAVIUS, notaris en raad in de vroedschap te Leeuwarden. Hij kocht het huis van Jan Johannes voor 2100 cglds23. Bavius was een vermogende telg uit een Leeuwarder familie die oorspronkelijk afkomstig was uit Birdaard: de grootvader van Fransiscus, meester-bakker Frans Bavius, was daar geboren24. 22 Registratieboek van koopbrieven Dantumadeel 1778-1783, blz.142 e.v, Rijksarchief in Friesland. 23 Proclamatieboeken Nedergerecht Dantumadeel, november 1790, Rijksarchief in Friesland. 24 Mogelijk bestaat er een familierelatie met Nicolaas Bavius, secretaris van de grietenij Dantumadeel, die in 1695 in Birdaard woonde (zie: W.K. van der Veen, Landhuizen te
  • 15. 15 Fransiscus werd in 1786 gekozen als vroedsman en zou dat blijven tot 1795. Hij was o.a. voogd van het Stadsweeshuis in Leeu- warden. In 1798 bood hij Bourboomstate weer te koop aan25. Ook nu duurde het lang voordat er een koper werd gevonden. Pas in 1802 kochten JHR. FRANS LAAS VAN BURMANIA en zijn vrouw Detje Ysebrandts het huis met toebehoren en zes pondemaat land voor 8200 cglds26. De state was nu in handen gekomen van oude Friese adel. Frans Laas van Burmania (1730-1815) was een zoon van Eduard Marius van Burmania, raadsheer en auteur van verschillende historische publicaties. Frans Laas had een militaire loopbaan gevolgd en was rond 1784 gepensioneerd als generaal-majoor 27 . Volgens een tijdgenoot kreeg hij ontslag van zijn bevelhebber, prins Hendrik, voordat hij daar zelf om gevraagd had28. Als ambteloos burger hield hij zich bezig met het maken van een wapenboek met de wapens van vooral Friese adellijke geslachten. Zijn studies lagen mede ten grondslag aan het bekende Stamboek van de Friesche Adel van de Haan Hettema en Van Halmael. Bij een zekere Maaike had hij een buitenechtelijke dochter, Anna Maria, die later gewettigd werd. Het huwelijk met de 35 jaar jongere Detje Ysebrandts lijkt niet erg gelukkig te zijn geweest, getuige de bittere woorden die Frans Laas in zijn testament wijdde aan zijn echtgenote29. De landerijen Birdaard-de Streek en hun bewoners, NDC 17-8 1965). 25 Leeuwarder Courant 20 december 1798: "Uit de hand te koop de buitenplaats van Fr. Bavius te Birdaard". 26 Registratieboek van koopbrieven van het nedergerecht Dantumadeel, 1801-1803, blz. 267, Archieven van het nedergerecht Dantumadeel, inv.nr. 107, RA Leeuwarden. 27 Over zijn militaire carrière: N.B.W. VII, blz. 237. 28 Gedenkschriften van G.J. van Hardenbroek, deel V, Amsterdam 1917, blz. 59. 29 "Mijn vrouw door haar bekend slecht gedrag jegens mij en verwaarlozen en te buiten gaan van de huwelijkse voorwaarden....." Het testament bevindt zich in het familiearchief Van Sminia, inv.nr. 2619.
  • 16. 16 die hij bezat bij Slappeterp werden vermaakt aan zijn dochter, terwijl hij Detje slechts een relatief bescheiden jaargeld gunde. Zij zou haar laatste levensjaren slijten in het St.Anthonie-gasthuis in Leeuwarden. Nadat Frans Laas van Burmania op 7 januari 1815 te Birdaard was overleden, trad zijn weduwe desondanks op als verkoper van Bourboomstate. In juli 1816 verkocht 30 ze het huis aan de voormalige predikant JOHAN FREDERIK DE ROOCK (1753-1829). De Roock stamde uit een oud regentengeslacht uit Zaltbommel31. Zijn vader was in die Gelderse plaats advocaat, raadssecretaris en schout geweest. Ook een paar van zijn broers bekleedden daar hoge bestuurlijke functies. Een andere broer, Adriaan, woonde in Harlingen en genoot enige bekendheid omdat hij tijdens de Vierde Engelse Oorlog commandant was van het Friese fregat "De Een- dracht"32. Hij was o.a. lid van de Provinciale Staten van Friesland. Johan Frederik had toen hij in 1816 Bourboomstate kocht net zijn ambt als predikant neergelegd. In 1817 deed hij bovendien afstand van al zijn rechten als emeritus-predikant. De aankoop van Bourboomstate wijst er al op dat hij zich financieel een dergelijke stap wel kon permitteren. Zijn laatste gemeente was Sneek. Daarvoor had hij o.a. in Monnikendam, Deventer en Oosterend gestaan. Op 11 september 1791 was hij in Deventer getrouwd met Alexandrina Troulja (1768-1844). Het echtpaar kreeg vier kinde- ren, waarvan er drie in leven bleven. De enige dochter trouwde kort na de dood van haar vader in 1827 met Johan Willen Brouwer, boekverkoper en stadsdrukker in Leeuwarden. Brouwer wordt in de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels (1832) genoemd als 30 Koopbrief nr. 262, Notariële archieven, inv.nr. 76018, Rijksarchief in Friesland. 31 Van deze familie een uitgebreide genealogie in: Gens Nostra, 26e jaargang, 1971. 32 Zie: H. Halbertsma, Een Fries zee-officier aan het Hof van de Algerijnse Dey, Sneeker Nieuwsblad 26 nov. en 30 nov. 1954.
  • 17. 17 eigenaar van de naastliggende boerderij33. Johan Frederik de Roock overleed op 29 april 1829. Hij werd begraven in de Lebuinuskerk te Deventer. Nadat zijn weduwe op 20 maart 1844 in Birdaard was overleden, brachten de erfgenamen de state en de naastliggende boerderij op een veiling. De state werd verkocht aan Sybe Gerrits van der Leest, timmerman te Hallum. Met Van der Leest komt een eind aan de geschiedenis van Bourboomstate, want deze timmerman kocht het pand voor de sloop34. 33 Hij had die boerderij in 1827 gekocht. Zie over Brouwer: W. Dolk, Het boek in de Leeuwarder patentregisters, De Vrije Fries 1979, blz. 74. 34 De Leeuwarder Courant maakt op 1 april 1845 melding van een "bomenboelgoed op Bour- boom", en 3 maanden later van de aanbesteding van "een nieuwe voorhuizinge aan Bourboom-state bij Birdaard, bewoond door Petrus Sinnema". Blijkbaar is de naam Bour- boom-state hier al overgegaan op de boerderij. Uit de kadastrale gegevens blijkt inderdaad dat de state in 1845 gesloopt is, en de boerderij een nieuw voorhuis kreeg. Ook het 'somerhuys' werd afgebroken. Petrus Sinnema was huurder van de boerderij.
  • 18. 18 BIJLAGEN Lijst van eigenaren 1511 Claes (?) 1600 Claes Piers 1640 Erven Claes Piers 1690 Pier Claasen (Oldersma) 1718 Gerrit Oldersma 1743 Jacob,Petrus en Everardus Bourboom 1781 Albert Johannes, Jan Johannes en Hendrik Pytters 1790 Fransiscus Bavius 1802 Frans Laas van Burmania 1816 Johan Frederik de Roock 1844 Sybe Gerrits van der Leest BESCHRIJVING VAN DE STATE VLAK VOOR DE SLOOP fragment uit het koopcontract van 1844 (zie noot 2) "Een huizinge [...] benevens een groote tuin waarin veele vruchtbomen, voorts eene gracht en buitensingel, Bourboomstate genaamd, alles zeer aangenaam gelegen aan de Dokkumer Ee, bij en onder het behoor van het dorp Birdaard, thans door Mejufvrouw de weduwe de Roock wordende bewoond. [...] De huizinge bestaat in: Een voorhuis aan de oostzijde eene voorkamer waarin twee schuiframen, eene schoorsteen met staande en liggende platen, een bedstee en twee kasten, verder aldaar een provisiekamertje. Aan de westzijde in het voorhuis een voorkamer waarin twee schuiframen en eene kast. Eene gang waarin twee kasten en twee kelders, aan de westzijde aldaar eene behangen achterkamer met drie schuiframen, een behangen slaapkamertje waarin een schuifraam en een bedstees. Aan de oostzijde in de gang eene keuken waarin een draairaam, regenwaterspomp met koperen kraan en gootsteen, eene schoorsteen met staande en liggende platen, een bedsteed en drie kasten, achterin de gang een prive. Voorts in de gang een trap naar een turf en linnenzolder waarop een afgesloten bergplaats mitsgaders een slaapkamertje waarin een schuifraam, eene kast en een hoekbuffet. Eene plaats waarop een regenwaterbak, twee berghokken, groot kippenhok en loop en gemetselde
  • 19. 19 aschbak. Aan de noordoostzijde der huizinge een groot berghok met zolder, eindelijk inden tuin eene zonnewijzermetpedestal".
  • 20. 20 © uitgeverij bornmeer, wanswerd Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op welke manier dan ook worden vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.