Eerlijk duurt het langst - Veerle Stroobants (Trefdag Socius - 18 november 2021)
Kandoe methode
1. Kandoe en sociaal-cultureel volwassenenwerk
Kandoe is geen strak te hanteren werkvorm. Je zal de werkvorm binnen het kader van
sociaal-cultureel volwassenenwerk altijd moeten aanpassen en uitwerken op maat van je
doelgroep, van je doelstellingen en van de concrete omstandigheden. In de brochure van
Kandoe en tijdens de gesprektafel ‘Waarderen van vrijwilligers’ vind je twee toepassingen.
Zelf creatief omgaan met de werkvorm is toegestaan, zelfs aanbevolen. Zolang je maar de
volgende basisprincipes voor ogen houdt:
1. SPEEL IN OP EEN CONCRETE AANLEIDING
Kandoe werkt optimaal als je met de methode inspeelt op een concrete aanleiding en met
direct betrokkenen. Je kan inspelen op:
- veranderingen in de fysieke omgeving (bv. de bouw van een nieuw
gemeenschapscentrum)
- veranderingen in sociale netwerken (bv. nieuwe buurt- of dorpsbewoners)
- op veranderingen in je organisatie, groep (bv. nieuw bestuur)
- op gebeurtenissen (bv. 17 oktober, werelddag van verzet tegen armoede)
- …
2. FOCUS OP MOGELIJKHEDEN, COMPETENTIES, KANSEN, TALENTEN,
INTERESSES…
Richt de aandacht van deelnemers via gerichte vragen in kader van bijvoorbeeld
kennismakingsinterviews of talentenblaadjes op hun talenten, op kansen en mogelijkheden.
Voorzie ook ruimte om dit te delen met alle deelnemers aan hand van een rondje, een
inventaris die je projecteert of op flipchart zichtbaar maakt,…
Indien deelnemers doorheen het proces vastlopen op onmogelijkheden, op beperkingen
waar ze zich niet direct tegen gewapend weten, leg dan de focus terug op wat ze wel aan
kunnen en willen aanpakken (wat kunnen, willen we zelf doen?) of op relevante
randvoorwaarden die ze wel kunnen beïnvloeden (wat kunnen, willen we doen opdat…?)
3. MAAK GEDRAGEN KEUZES
Via cirkelen op de ‘kansencirkel’ en eventueel ook de ‘probleemcirkel’ kom je snel tot
duidelijke en gedragen keuzes:
- tijdens het cirkelen kunnen deelnemers uitwisselen en overleggen.
- na de eerste cirkelronde bespreek je in groep wat er opvalt, waar kansen liggen,
waarvoor er goesting is. Je kan de kansen die centraal komen te liggen in de cirkel
verder uitwerken zodat meerdere deelnemers er zich in terug kunnen vinden. De
basis is gelegd voor een tweede cirkelronde.
2. - Stel aan het einde van de tweede cirkelronde concrete keuzes voor en check je
voorstel bij de groep. Wanneer je voorstellen enthousiast onthaald worden door de
groep, beschik je over gedragen keuzes.
4. BIED PERSPECTIEF
Eens er keuzes op tafel liggen en er bereidheid is om tot actie over te gaan, kan je die
keuzes onderbouwen, stutten, flankeren en zo de realisatie ervan nog meer binnen het
bereik stellen.
Dit kan je doen door partners te identificeren, beschikbare middelen op te lijsten, belangrijke
randvoorwaarden te onderzoeken,… en natuurlijk telkens ook concrete en haalbare
voorstellen te formuleren. Dit kan bijvoorbeeld met een post-it-sessie of met
beslissingskaartjes (cfr. kandoe-brochure).
5. MAAK PRAKTISCHE EN CONCRETE AFSPRAKEN
Op het einde van de kandoesessie maak je best concrete afspraken. Wie doet wat tegen
wanneer? Door die afspraken ook zorgvuldig te noteren en het overzicht ervan ter
beschikking te stellen van de deelnemers stimuleer je de realisatie er van.
En last but not least…
6. RESPECTEER HET EIGENAARSCHAP VAN DEELNEMERS
De deelnemers zijn eigenaar van hun ideeën, keuzes en engagement. Het heeft geen enkele
zin om jouw ideeën en voorstellen eenzijdig door te drukken. Daar smoor je alleen maar
vrijwillige inzet mee.
Moet je het dan alle kanten laten uitschieten? Nee, je mag natuurlijk wel expliciteren welke
van de besproken ideeën, keuzes en engagementen goed passen binnen jouw opzet of het
opzet van jouw organisatie. Dat kan zelfs versterkend werken.
VEEL SUCCES MET KANDOE!!
Marc Jans
7 november 2011