Deze opdracht wordt uitgeschreven door de Vlaamse Gemeenschap, bij monde van het Agentschap Overheidspersoneel, IVA zonder rechtspersoonlijkheid (BVR 11 juni 2004, BS 12 juli 2004), vertegenwoordigd door zijn administrateur-generaal, dhr. Peter Rabaey, maar wordt geplaatst in naam en voor rekening van het Vlaams Pensioenfonds in oprichting (art. 60 W.Venn.)

1. www.vlaanderen.be
Vlaamse overheid
Beleidsdomein Kanselarij en Bestuur
Agentschap Overheidspersoneel
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking
voor diensten
DIENSTEN INZAKE ASSET MANAGEMENT VAN HET VLAAMS PENSIOENFONDS
Limietdatum en limietuur voor ontvangst van de offertes
Limietdatum: 17 januari 2019
Limietuur: 10u00

2. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
Inhoud
I. ALGEMENE BEPALINGEN................................................................................................................................................4
I.1. LIJST AFWIJKINGEN KB UITVOERING 4
I.2. AANBESTEDENDE OVERHEID 4
I.3. VOORWERP EN CLASSIFICATIE OPDRACHT 5
I.4. PLAATSINGSWIJZE 5
I.5. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE BEPALINGEN 6
I.6. BIJLAGEN BIJ HET BESTEK 6
I.7. OVERIGE ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN 7
II. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN.....................................................................................................................9
A. PLAATSING VAN DE OPDRACHT..............................................................................................................................9
A.1. SELECTIE..................................................................................................................................................................................9
A.1.1. UITSLUITING (ART. 67-70 WET, ART. 61-64 EN 73 KB PLAATSING) 9
A.1.2. SELECTIECRITERIA (ART. 71 WET, ART. 65-69 EN 70-71 KB PLAATSING) 10
A.1.3. GEBRUIK ONDERAANNEMERS EN BEROEP OP DE DRAAGKRACHT (ART. 78 WET, ART. 73-74 KB PLAATSING) 11
A.2. MODALITEITEN...................................................................................................................................................................12
A.2.1. PERCELEN (ART. 58 WET, ART. 49-50 KB PLAATSING) 12
A.2.2. VARIANTEN (ART. 56 WET) 13
A.2.3. OPTIES (ART. 56 WET, ART. 48 KB PLAATSING) 13
A.3. OFFERTE – OPENING, INDIENING, VORM EN INHOUD...............................................................................13
A.3.1. LIMIETDATUM EN LIMIETUUR VOOR ONTVANGST VAN OFFERTES EN OPENiNG 13
A.3.2. INDIENING VAN DE OFFERTES (ART. 14 WET) 13
A.3.3. ONDERTEKENING VAN OFFERTES (ART. 42-44 KB PLAATSING) 14
A.3.4. VORM EN INHOUD OFFERTE (ART. 77-78 KB PLAATSING) 14
A.3.5. VERBINTENISTERMIJN (ART. 58 KB PLAATSING) 15
A.4. PRIJS........................................................................................................................................................................................15
A.4.1. PRIJSVASTSTELLING (ART. 2, 3° en art. 26 KB PLAATSING) 15
A.4.2. PRIJSOPGAVE (ART. 29 KB PLAATSING) 15
A.4.3. INBEGREPEN PRIJSELEMENTEN (ART. 32, § 3 KB PLAATSING) 15
A.4.4. PRIJS- OF KOSTENONDERZOEK (ART. 35 EN 37 KB PLAATSING) 16
A.5. GUNNINGSCRITERIA........................................................................................................................................................16
A.5.1. ONDERHANDELINGSPROCEDURE – GUNNINGSCRITERIA (ART. 81 WET) 16
A.5.2. ONDERHANDELINGEN 18
B. UITVOERING VAN DE OPDRACHT.........................................................................................................................19
B.1. ALGEMENE UITVOERINGSBEPALINGEN................................................................................................................19
B.1.1. UITVOERINGSTERMIJN (ART. 147 KB UITVOERING) 19
B.1.2. DIENSTVERLENINGSPLAATS (ART. 149 KB UITVOERING) 19
B.1.3. LEIDING EN TOEZICHT OP UITVOERING (ART. 11 KB UITVOERING) 19
B.1.4. BORGTOCHT (ART. 25 TOT EN MET 33 KB UITVOERING) 20
B.1.5. VASTE OF MINIMALE HOEVEELHEDEN (ARTS. 148 EN 151, § 5 KB UITVOERING) 20
B.2. BETALINGEN........................................................................................................................................................................21
B.2.1. WIJZE WAAROP DE PRIJS WORDT BETAALD (ART. 66 KB UITVOERING) 21
B.2.2. PROCEDURE (ARTS. 150, 156 EN 160 KB UITVOERING) 21
B.2.3. WIJZE VAN FACTUREREN 21
B.2.4. OVERIGE BEPALINGEN 22
B.3. WIJZIGINGEN TIJDENS DE UITVOERING..............................................................................................................22

3. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
B.3.1. PRIJSHERZIENING (ART. 38/7 KB UITVOERING) 22
B.3.2. HEFFINGEN DIE WEERSLAG HEBBEN OP HET OPDRACHTBEDRAG (ART. 38/8 KB UITVOERING) 22
B.3.3. ONVOORZIENBARE OMSTANDIGHEDEN IN HOOFDE VAN DE DIENSTVERLENER (ARTS. 38/9 EN 38/10 KB
UITVOERING) 23
B.3.4. FEITEN VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID EN VAN DE DIENSTVERLENER (ART. 38/11 KB UITVOERING) 23
B.3.5. VERVANGING DIENSTVERLENER BIJ FAILLISSEMENT (ART. 38/3 KB UITVOERING) 24
B.4. INTELLECTUELE RECHTEN EN VERTROUWELIJKHEID.................................................................................24
B.4.1. INTELLECTUELE RECHTEN EN KNOWHOW (ART. 19 EN 20 KB UITVOERING) 24
B.4.2. BESTAANDE INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN (ART. 30 KB PLAATSING) 24
B.4.3. VERTROUWELIJKHEID (ART. 18 KB UITVOERING) 24
B.5. SANCTIES EN RECHTSVORDERINGEN ..................................................................................................................25
B.5.1. STRAFFEN (ART. 45, 46/1 KB UITVOERING) 25
B.5.2. VERTRAGINGSBOETES (ART. 46, 46/1 EN 154 KB UITVOERING) 25
B.5.3. RECHTSVORDERINGEN (ART. 73, § 2 KB UITVOERING) 25
B.6. OPLEVERING......................................................................................................................................................................26
B.6.1. OPLEVERING (ART. 64 EN 156 KB UITVOERING) 26
B.7. NON-DISCRIMINATIE.......................................................................................................................................................26
III. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN ...............................................................................................................................28
A. Tijdslijn.................................................................................................................................................................................28
B. Inhoud van de opdracht ..........................................................................................................................................28
a.1. Beheer van de activa................................................................................................................................................................28
a.1.1. Omvang van het mandaat 28
A.1.2. Rapporteringsverplichtingen 29
A.1.3. Bepalen van de prijs 30
A.2. De bewaarneming (vereiste optie)..................................................................................................................................31
a.2.1. Omvang van de bewaarneming 31
A.2.2. Rapporteringsverplichtingen 31
A.2.3. Bepalen van de prijs 32
IV. INVENTARIS........................................................................................................................................................................33
OFFERTEFORMULIER.........................................................................................................................................................................36
VERBINTENIS TERBESCHIKKINGSTELLING MIDDELEN.......................................................................................................41

4. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
4
I. ALGEMENE BEPALINGEN
I.1. LIJST AFWIJKINGEN KB UITVOERING
De artikelen van het KB Uitvoering waarvan dit bestek afwijkt, zijn:
- Er is voorzien in een afwijking van het artikel 45 van het KB Uitvoering door te voorzien in een
bijzondere straf telkens wanneer de opdrachtnemer een inbreuk pleegt op de verklaring inzake
beleggingsbeginselen (zie bijlage ___ ‘verklaring inzake beleggingsbeginselen’). Motivatie voor de
voornoemde afwijking: gelet op de overheidsfinanciering van het Vlaams Pensioenfonds dient ten allen
tijde een ethische wijze van beleggen te worden gewaarborgd.
I.2. AANBESTEDENDE OVERHEID
1. Deze opdracht wordt uitgeschreven door de Vlaamse Gemeenschap, bij monde van het Agentschap
Overheidspersoneel, IVA zonder rechtspersoonlijkheid (BVR 11 juni 2004, BS 12 juli 2004), vertegenwoordigd
door zijn administrateur-generaal, dhr. Peter Rabaey, maar wordt geplaatst in naam en voor rekening van
het Vlaams Pensioenfonds in oprichting (art. 60 W.Venn.) Eenmaal het Vlaams Pensioenfonds de
rechtspersoonlijkheid heeft verworven, zal de gunningsprocedure cq. de gesloten opdracht volledig en
automatisch worden overgedragen op het Pensioenfonds. Door een offerte in te dienen, aanvaardt de
inschrijver deze overdracht.
2. Volgende administratieve entiteit is belast met de opvolging van deze opdracht:
Beleidsdomein Kanselarij en Bestuur
Agentschap Overheidspersoneel
Dhr. Peter Rabaey
Administrateur-generaal
Havenlaan 88 bus 50
1000 Brussel
3. Ieder deurwaardersexploot bestemd voor de aanbestedende overheid moet worden betekend aan de
Kanselarij van de Voorzitter van de Vlaamse Regering, minister-president Geert Bourgeois, Koolstraat 35 te
1000 Brussel.
Het is daarbij onverschillig of het gaat om de betekening van een dagvaarding, gerechtelijke uitspraak of
een ander exploot.

5. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
5
I.3. VOORWERP EN CLASSIFICATIE OPDRACHT
De Vlaamse Regering heeft op 23 februari 2018 de conceptnota tweede pensioenpijler – opzetten van het Vlaams
aanvullend pensioenstelsel en het Vlaams Pensioenfonds voor de contractuelen van de diensten van de Vlaamse
Overheid (DVO) en andere besturen, goedgekeurd (VR/2018/2302/doc.0160/1TER, doc.0160/2 en doc.160/3).
In uitvoering van deze Conceptnota Tweede Pensioenpijler heeft de Vlaamse Regering op 23 november 2018 het
decreet betreffende het Vlaams Pensioenfonds en het publieke pensioenstelsel voor werknemers van de diensten
van de Vlaamse overheid en andere besturen bekrachtigd en afgekondigd..
In het voornoemd decreet is samengevat bepaald ‘welke openbare werkgevers (verplicht of facultatief)
toetreden tot het Vlaams Pensioenfonds, welke werkgevers verplicht zijn om een identiek pensioenstelsel in te
voeren en welke werkgevers kunnen aansluiten met een eigen publiek pensioenstelsel en hoe de kenmerken van
dit pensioenstelsel bepaald worden’.
Daarnaast keurde de Vlaamse Regering op 28 september 2018 het Vlaams personeelsstatuut wat betreft een
publieke pensioentoezegging voor contractuele personeelsleden (na onderhandelingen met de vakbonden) een
tweede maal principieel goed. Dit ontwerpbesluit ligt voor advies voor bij de Raad van State.
In het kader hiervan moeten ook verschillende plaatsingsprocedures doorlopen worden met het oog op het
uitbesteden van bepaalde taken van het Vlaams Pensioenfonds aan derde dienstverleners.
Het voorwerp van deze overheidsopdracht betreft diensten inzake asset management volgens de wettelijke
bepalingen en voorwaarden opgelegd door het Vlaams Pensioenfonds. Er is eveneens voor deze
overheidsopdracht een verplichte optie in de zin van artikel 56 van de Wet inzake overheidsopdrachten van 17
juni 2016, met name voor wat betreft de diensten van bewaarneming.
Deze opdracht is een opdracht voor diensten in de zin van art. 2, 21° van de Wet inzake overheidsopdrachten
van 17 juni 2016.
I.4. PLAATSINGSWIJZE
Er wordt toepassing gemaakt van de Wet Overheidsopdrachten (zowel voor wat betreft de plaatsing als de
uitvoering) hoewel het hoofdvoorwerp van de overeenkomst in beginsel buiten de toepassing blijft van de wet
conform artikel 28, §1, 5° Wet Overheidsopdrachten. De plaatsing van deze opdracht gebeurt via een
vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking gezien in dit geval gebruik kan
worden gemaakt van de voornoemde plaatsingsprocedure.
De economisch meest voordelige offerte wordt vastgesteld op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding, die
bepaald wordt op basis van de gunningscriteria zoals aangegeven in A.5..
De CPV-codes van deze overheidsopdracht zijn 66100000-1, 66131100-8, 66171000-9, 66140000-3 79400000-8 en
22400000-4.

6. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
6
I.5. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE BEPALINGEN
Op deze opdracht zijn onder meer toepasselijk:
- Wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 (hierna: Wet Overheidsopdrachten);
- Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 18 april 2017 (hierna: KB
Plaatsing);
- Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten van 14
januari 2013 (hierna: KB Uitvoering);
- Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten,
bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies van 17 juni 2013;
- Wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het
statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies en
haar uitvoeringsbesluiten;
- Wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en
beursvennootschappen en haar uitvoeringsbesluiten;
- Circulaire van de FSMA (destijds CBFA) van 23 mei 2007 getiteld ‘Nota CPP-2007-2-WIBP over de
prudentiële verwachtingen van de FSMA inzake het deugdelijk bestuur van IBP’s’; en
- De Wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor
bedrijfspensioenvoorziening en latere wijzigingen.
U kunt de regelgeving inzake overheidsopdrachten terugvinden op:
http://overheid.vlaanderen.be/regelgeving-overheidsopdrachten
I.6. BIJLAGEN BIJ HET BESTEK
Voor de in dit bestek beschreven opdracht kan volgende documentatie interessant zijn (dit is geen limitatieve
opsomming):
- Over AgO: https://overheid.vlaanderen.be/agentschap-overheidspersoneel
- Over de Vlaamse overheid: https://overheid.vlaanderen.be/onze-organisatie
- Over ons personeelsbeleid: https://overheid.vlaanderen.be/hr-beleid
- Decreet van 23 november 2018 betreffende het Vlaams Pensioenfonds en het publieke pensioenstelsel
voor de werknemers van de diensten van de Vlaamse overheid en andere besturen (incl. memorie van
toelichting) (bijlage 1)
- Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13
januari 2006 wat betreft een publieke pensioentoezegging voor werknemers (incl. artikelsgewijze
bespreking) (bijlage 2)

7. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
7
- Ontwerp pensioenreglement van het publieke pensioenstelsel voor de werknemers van de diensten van
de Vlaamse Overheid, Serv en kabinetsaangestelden (bijlage 3)
- Ontwerp financieringsplan algemeen luik (bijlage 4)
- Ontwerp financieringplan bijzonder luik verbonden aan het publieke pensioenstelsel voor de werknemers
van de diensten van de Vlaamse Overheid, Serv en kabinetsaangestelden (bijlage 5)
- Verklaring inzake beleggingsbeginselen (bijlage 6)
M.b.t. de documenten die als bijlage worden toegevoegd, is het belangrijk erop te wijzen dat dit voor bepaalde
bijlagen slechts ontwerpdocumenten zijn, die nog aan wijzigingen onderhevig kunnen zijn. Ook dienen deze
documenten vertrouwelijk te worden behandeld, zodat deze niet met derden kunnen worden gedeeld en zodat
ook de inhoud van deze documenten niet met derden kan worden besproken of gedeeld.
I.7. OVERIGE ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN
1. Verlengingen:
De opdracht heeft een initiële looptijd van 3 jaar, te rekenen vanaf de datum vermeld bij de sluiting.
Na het verstrijken van deze initiële looptijd kan de opdracht tweemaal verlengd worden, telkens met een
periode van 1 jaar. Deze afwijking van de duur bepaald in artikel 57, tweede lid, van de Wet
Overheidsopdrachten vindt haar motivatie in het gegeven dat er een lange termijn relatie wordt beoogd
met de opdrachtnemer, maar dit onder de voorwaarde dat beëindiging na 3 jaar mogelijk is indien de
geleverde diensten niet overeenstemmen met de verwachtingen van de aanbesteder daaromtrent.
De verlenging verloopt stilzwijgend, behoudens een andersluidende aangetekende zending van de
aanbestedende overheid uiterlijk twee (2) maanden vóór het verstrijken van de looptijd van de opdracht.
Bij verlenging blijven de contractuele voorwaarden ongewijzigd.
2. De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke relatie met de
aanbestedende overheid.
Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan de overheid een, desgevallend beëdigde,
vertaling eisen.
3. Het gebruik van elektronische middelen voor het uitwisselen van schriftelijke stukken is verplicht, zowel in
het kader van de plaatsing als van de uitvoering van de opdracht. Een aangetekende zending hoeft echter
niet elektronisch te zijn.
De inschrijvers vermelden op het offerteformulier één of meerdere mailadressen waarmee elektronische
communicatie kan gevoerd worden.

8. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
8
5. Non-discriminatie:
Overeenkomstig de Belgische overheidsopdrachtenreglementering heeft de aanbestedende overheid, in elke
fase van de plaatsingsprocedure, de mogelijkheid om de inschrijver uit te sluiten indien de aanbestedende
overheid met elk passend middel aantoont dat de inschrijver de in artikel 7 van de Wet Overheidsopdrachten
genoemde toepasselijke verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden.
Onder sociale wetgeving wordt onder meer verstaan:
- het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijke
behandelingsbeleid; de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, de
wet van 10 mei 2007 tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde, door
racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie
tussen vrouwen en mannen;
- wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk,
meer bepaald hoofdstuk Vbis. Bijzondere bepalingen betreffende geweld, pesterijen en ongewenst
seksueel gedrag op het werk.
6. Vragen m.b.t. dit bestek kunnen schriftelijk gesteld worden tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan
de uiterste datum voor indiening van de offertes. Vragen worden per e-mail gericht aan mevrouw Martine
Van Sande (martine.vansande@vlaanderen.be) en in kopie aan mevrouw Ine Van Herck
(ine.vanherck@vlaanderen.be).

9. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
9
II. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN
A. PLAATSING VAN DE OPDRACHT
A.1. SELECTIE
A.1.1. UITSLUITING (ART. 67-70 WET, ART. 61-64 EN 73 KB PLAATSING)
De inschrijver mag zich niet bevinden in één van de in de artikelen 67 tot en met 69 van de Wet
Overheidsopdrachten bedoelde situaties. Dit behelst de verplichte uitsluitingsgronden, de uitsluitingsgronden in
verband met fiscale en sociale schulden, en de facultatieve uitsluitingsgronden.
Indien een verplichte of facultatieve uitsluitingsgrond van toepassing is op de inschrijver, mag de inschrijver
bewijzen dat de corrigerende maatregelen die hij heeft genomen voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan
te tonen ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond. Als de aanbestedende overheid dat bewijs toereikend acht,
wordt de betrokken inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.
Deze bepaling is individueel van toepassing op de deelnemers die samen als een combinatie een offerte indienen,
alsook op entiteiten op wiens draagkracht de inschrijver een beroep doet met het oog op het voldoen aan de
selectiecriteria (zie A.1.3., b).
Bewijsmiddelen:
Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver dat er geen uitsluitingsgrond op hem van
toepassing is, voor zover het gaat om uitsluitingsgronden die bewezen worden aan de hand van documenten
die de aanbestedende overheid zelf kan opvragen via elektronische weg. Het gaat met name om het RSZ-attest,
het attest van fiscale schulden en het attest van niet-faling.
Eventuele corrigerende maatregelen moet de inschrijver echter bewijzen door schriftelijke stukken toe te
voegen aan de offerte.
De inschrijver dient tevens volgende documenten toe te voegen:
• de Belgische inschrijver: een uittreksel uit het strafregister dat maximaal 6 maand oud is op de
limietdatum voor ontvangst van de offertes;
• de Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de sociale
zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie: een recent attest uitgereikt door
de bevoegde buitenlandse overheid waarin bevestigd wordt dat hij voldaan heeft aan zijn
verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke
bepalingen van het land waar hij gevestigd is;

10. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
10
• de buitenlandse inschrijver: uittreksel uit het strafregister (maximaal 6 maand oud), certificaten inzake
fiscale en sociale schulden, en een certificaat inzake niet-faling.
Wanneer een document of certificaat niet wordt uitgereikt in het betrokken land of dit niet afdoend
voor alle uitsluitingsgronden het nodige bewijs levert, kan ter vervanging een verklaring onder eed
toegevoegd worden, of in landen waar dit niet voorzien is, een plechtige verklaring van de
betrokkene voor een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie, notaris of bevoegde
beroepsorganisatie van het land van herkomst of van het land waar de ondernemer gevestigd is.
Non-discriminatie:
De aanbestedende overheid heeft, in elke fase van de plaatsingsprocedure, de mogelijkheid om de inschrijver
uit te sluiten indien ze met elk passend middel aantoont dat de inschrijver de in artikel 7 van de Wet
Overheidsopdrachten genoemde toepasselijke verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en
arbeidsrecht, heeft geschonden.
Onder sociale wetgeving wordt onder meer verstaan:
- het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en
gelijkebehandelingsbeleid; de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van
discriminatie, de wet van 10 mei 2007 tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van
bepaalde, door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van
discriminatie tussen vrouwen en mannen;
- de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk,
meer bepaald hoofdstuk Vbis. Bijzondere bepalingen betreffende geweld, pesterijen en ongewenst
seksueel gedrag op het werk.
A.1.2. SELECTIECRITERIA (ART. 71 WET, ART. 65-69 EN 70-71 KB PLAATSING)
De inschrijver dient te voldoen aan onderstaande selectiecriteria.
Geschiktheid om de beroepsactiviteit uit te oefenen:
De vereisten met betrekking tot de geschiktheid om de beroepsactiviteit uit te oefenen zijn:
- vergund zijn om in België diensten van vermogensbeheer te verrichten en aan te bieden conform de
wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het
statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies of de
wet van 25 oktober 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en
beursvennootschappen, als onderneming naar Belgisch recht, via de vestiging van een bijkantoor of in
het kader van het vrij verrichten van diensten;
- aan alle vergunningsvoorwaarden voldoen en de op haar toepasselijke wetgeving, inclusief de
toepasselijke circulaires van de bevoegde financiële toezichthouder naleven.
De inschrijver bewijst zijn geschiktheid om de beroepsactiviteit uit te oefenen aan de hand van:

11. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
11
- een schriftelijk bewijs van vergunning voor het verrichten en aanbieden van diensten van
vermogensbeheer in België;
- een zelfgeschreven en ondertekende verklaring dat de inschrijver aan alle vergunningsvoorwaarden
voldoet en de op haar toepasselijke wetgeving, inclusief de toepasselijke circulaires van de bevoegde
financiële toezichthouder naleeft.
Economische en financiële draagkracht:
De vereisten qua economische en financiële draagkracht zijn:
- Positief eigen vermogen gedurende de laatste drie afgesloten boekjaren.
De inschrijver bewijst zijn economische en financiële draagkracht aan de hand van:
- Een passende bankverklaring, in overeenstemming met het model gevoegd als bijlage 11 bij het KB
Plaatsing; en
- De neergelegde jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren.
Voor de Belgische inschrijver zal de aanbestedende overheid de neergelegde jaarrekeningen zelf digitaal
opvragen.
Technische en beroepsbekwaamheid:
De minimale vereisten qua technische en beroepsbekwaamheid zijn:
- Vermogen onder beheer op moment van indienen offerte bedraagt minstens EUR 1.000.000.000,00
De inschrijver bewijst zijn technische en beroepsbekwaamheid aan de hand van:
- Boekhoudkundige stukken ter staving van het vermogen onder beheer.
De inschrijver dient de vereiste bewijsstukken aangaande de verschillende hierboven opgenomen selectiecriteria
toe te voegen aan de offerte zoals hierboven aangegeven.
A.1.3. GEBRUIK ONDERAANNEMERS EN BEROEP OP DE DRAAGKRACHT
(ART. 78 WET, ART. 73-74 KB PLAATSING)
a) Onderaanneming
De inschrijver vermeldt welk gedeelte van de opdracht hij eventueel voornemens is in onderaanneming te
geven en welke onderaannemers hij hiervoor voorstelt. De inschrijver toont aan dat de onderaannemer over
alle wettelijk vereiste vergunningen beschikt voor het uitvoeren van het betreffende gedeelte van de opdracht.
Voor elke onderaannemer vermeldt de inschrijver de naam, maatschappelijke zetel en ondernemingsnummer,
alsook voor welk gedeelte van de opdracht hij de onderaannemer voorstelt.
In het kader van de uitvoering van de opdracht mag er geen uitsluitingsgrond zoals bedoeld in (A.1.1. UITSLUITING
(ART. 67-70 WET, ART. 61-64 EN 73 KB PLAATSING) van toepassing zijn op een onderaannemer.

12. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
12
b) Beroep op draagkracht in het kader van kwalitatieve selectie
Daarnaast kan de inschrijver zich beroepen op de draagkracht van onderaannemers of andere entiteiten,
ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten, met het oog op het voldoen aan de selectiecriteria
uit A.1.2. (behalve voor criteria inzake de geschiktheid om de beroepsactiviteit uit te oefenen).
In geval van beroep op draagkracht, zijn de volgende regels van toepassing:
- De inschrijver voegt de nodige documenten toe aan zijn offerte, waaruit de verbintenis van deze
onderaannemers of andere entiteiten blijkt om de voor de opdracht noodzakelijke middelen ter
beschikking te stellen van de inschrijver.
Voor opmaak van de bovenvermelde verbintenis kan gebruikgemaakt worden van het model
“Verbintenis terbeschikkingstelling middelen”, dat als hoofdstuk VI bij dit bestek gevoegd werd.
- Op deze onderaannemers of entiteiten op wiens draagkracht men een beroep doet, mogen geen
uitsluitingsgronden van toepassing zijn, zoals bedoeld in A.1.1., onverminderd de mogelijkheid om
corrigerende maatregelen te laten gelden.
- Indien de dienstverlener een beroep doet op draagkracht in het kader van studie- en
beroepskwalificaties of relevante beroepservaring, is hij verplicht om voor de uitvoering van de
opdracht daadwerkelijk een beroep te doen op de onderaannemers op wiens draagkracht hij een
beroep doet.
Het inzetten van andere onderaannemers is onderworpen aan de voorafgaande toestemming van de
aanbestedende overheid.
- Indien de inschrijver een beroep doet op de draagkracht in het kader van economische en financiële
criteria, zijn de inschrijver en de entiteiten of onderaannemer waarop deze zich beroept, hoofdelijk
aansprakelijk voor de uitvoering van de opdracht. De entiteiten of onderaannemers in kwestie dienen
deze hoofdelijke aansprakelijkheid schriftelijk te aanvaarden in de bovenvermelde verbintenis.
Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van ondernemers zich beroepen op de draagkracht van de
deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten.
A.2. MODALITEITEN
A.2.1. PERCELEN (ART. 58 WET, ART. 49-50 KB PLAATSING)
Deze opdracht is niet opgedeeld in percelen aangezien de eenheid van dienstverlening noodzakelijk is, alsook
een globale beleggingsstrategie vereist is met het oog op een optimale verhouding tussen risico en rendement
in overeenstemming met de beleggingsbeginselen van het Vlaams Pensioenfonds (bijlage 6).

13. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
13
A.2.2.VARIANTEN (ART. 56 WET)
Er zijn geen vereiste of toegestane varianten.
Het indienen van vrije varianten is verboden.
A.2.3.OPTIES (ART. 56 WET, ART. 48 KB PLAATSING)
Er is een verplichte optie voor wat betreft diensten inzake bewaarneming. De minimumvereisten daaromtrent
worden nader omschreven in de Technische Voorschriften. Daarbij dient benadrukt te worden dat de niet-
inachtneming van de minimale vereisten van de verplichte optie, of het niet opnemen in de offerte van de
verplichte optie op basis van artikel 48, §2 KB Plaatsing tot de substantiële onregelmatigheid zal leiden van
zowel de verplichte optie als van de basisofferte.
De aanbesteder is nooit verplicht conform artikel 56, §4 Wet Overheidsopdrachten om de vereiste optie te
bestellen, noch bij sluiting, noch tijdens de uitvoering van deze overheidsopdracht.
Tot slot wordt in het licht van het voorgaande verwezen naar clausule A.1.3. hierboven inzake de voorwaarden
en het gebruik van onderaannemers en beroep op hun draagkracht.
Er zijn geen toegestane opties; het indienen van vrije opties is verboden.
A.3. OFFERTE – OPENING, INDIENING, VORM EN INHOUD
A.3.1. LIMIETDATUM EN LIMIETUUR VOOR ONTVANGST VAN OFFERTES EN
OPENING
Limietdatum: 17 januari 2019
Limietuur: 10u00
Deze limietdatum en het limietuur zijn bepalend voor de tijdige indiening door de inschrijvers. Elke offerte die
op of na dit tijdstip toekomt, wordt als laattijdig beschouwd. Laattijdige offertes worden niet aanvaard.
A.3.2.INDIENING VAN DE OFFERTES (ART. 14 WET)
De offertes moeten elektronisch worden overgelegd via de e-tendering internetsite
https://eten.publicprocurement.be/ die de naleving waarborgt van de voorwaarden van art. 14, § 7 van de Wet
Overheidsopdrachten.

14. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
14
Meer informatie omtrent het gebruik van e-tendering kan worden bekomen op de website
http://www.publicprocurement.be of via de e-procurement helpdesk op het nummer +32 (0)2 740 80 00, of
e.proc@publicprocurement.be.
A.3.3.ONDERTEKENING VAN OFFERTES (ART. 42-44 KB PLAATSING)
De inschrijver wordt er op gewezen dat zijn offerte, overgelegd via e-tendering, elektronisch ondertekend moet
worden met een geldige gekwalificeerde elektronische handtekening.
Een gescande handtekening is onvoldoende!
De elektronische handtekening dient te worden geplaatst op het indieningsrapport in e-tendering.
Deze elektronische handtekening moet uitgaan van een bevoegd persoon of bevoegde personen. De inschrijver
voegt tevens de nodige documenten toe waaruit de bevoegdheid blijkt om de onderneming te binden
(uittreksels van de statuten, volmacht,…).
In geval van indiening van een offerte door een combinatie van ondernemingen, moet voor elke deelnemer aan
de combinatie een elektronische handtekening geplaatst worden door een bevoegd persoon of bevoegde
personen.
Een gekwalificeerde elektronische handtekening kan geplaatst worden door middel van een Belgische eID, of
een gekwalificeerd certificaat dat kan aangekocht worden bij private actoren.
Voor meer informatie omtrent de aankoop van een gekwalificeerd certificaat, zie:
http://overheid.vlaanderen.be/gekwalificeerde-certificaten
Opm.: voor buitenlandse ondernemingen mag het certificaat niet op naam van de rechtspersoon staan.
Overeenkomstig EU-Verordening 910/2014 (eIDAS-verordening) kan dit immers geen bindende elektronische
ondertekening van de offerte voortbrengen. Voor rechtspersonen in België gevestigd is dit daarentegen wel het
geval, op basis van art. XII.25. §3 Wetboek Economisch Recht.
Door in te schrijven op deze opdracht verbindt de inschrijver zich op zijn roerende en onroerende goederen
tot de uitvoering van de in dat bestek beschreven opdracht, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden
ervan.
In geval van indiening van een offerte door een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid verbindt elke
deelnemer aan de combinatie zich hoofdelijk.
A.3.4.VORM EN INHOUD OFFERTE (ART. 77-78 KB PLAATSING)
De aandacht van de inschrijver wordt erop gevestigd dat hij zijn offerte en inventaris moet invullen op het bij
dit bestek behorende formulier.
Hierna volgt een niet-limitatief overzicht van alle documenten die, naast het offerteformulier en de inventaris,
bij de offerte gevoegd moeten worden:

15. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
15
- vereiste documenten in het kader van uitsluiting (A.1.1. – Bewijsmiddelen);
- vereiste documenten in het kader van de selectiecriteria (A.1.2.);
- verbintenis van onderaannemers of andere entiteiten op wiens draagkracht de inschrijver beroep doet
in het kader van het voldoen aan de selectiecriteria (A.1.3.);
- vereiste documenten in het kader van uitsluiting voor de onderaannemers of andere entiteiten op wiens
draagkracht de inschrijver beroep doet;
- de nodige documenten waaruit de bevoegdheid blijkt van de personen die een elektronische
handtekening plaatsen om de onderneming te verbinden (A.3.3.);
- de documenten in het kader van de beoordeling op basis van de gunningscriteria (A.5).
A.3.5.VERBINTENISTERMIJN (ART. 58 KB PLAATSING)
De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van honderd twintig kalenderdagen,
ingaand de dag na de limietdatum voor ontvangst van de offertes.
De indiening van aangepaste offertes tijdens de onderhandelingen doet de verbintenistermijn telkenmale
opnieuw lopen.
A.4. PRIJS
A.4.1. PRIJSVASTSTELLING (ART. 2, 3° EN ART. 26 KB PLAATSING)
Deze opdracht is een opdracht tegen globale prijs.
A.4.2.PRIJSOPGAVE (ART. 29 KB PLAATSING)
a) Indien zulks voor de nauwkeurigheid van de eenheidsprijzen vereist is, mag de inschrijver die tot vier
decimalen preciseren.
b) De inschrijver vermeldt de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) in een afzonderlijke post van de
inventaris en voegt ze bij de prijs van de offerte.
A.4.3.INBEGREPEN PRIJSELEMENTEN (ART. 32, § 3 KB PLAATSING)
Alle kosten, lasten, prestaties, e.d. zijn inbegrepen in de globale prijzen, waaronder (niet-limitatieve opsomming):
- de transactiekosten, instap- en uitstapkosten;

16. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
16
- de kosten inzake rapportering;
- de administratie en het secretariaat;
- de kosten voor gebruikersovereenkomsten voor software;
- de verplaatsing, het vervoer en de verzekering;
- de documentatie die met de diensten verband houdt;
- de levering van documenten of stukken die inherent zijn aan de uitvoering;
- de voor het gebruik noodzakelijke vorming;
- in voorkomend geval, de maatregelen die door de wetgeving inzake de veiligheid en de gezondheid van
de werknemers worden opgelegd voor de uitvoering van hun werk.
A.4.4.PRIJS- OF KOSTENONDERZOEK (ART. 35 EN 37 KB PLAATSING)
Op verzoek van de aanbestedende overheid verstrekt de inschrijver alle nodige inlichtingen om het
prijsonderzoek van zijn offerte mogelijk te maken.
De aanbestedende overheid kan ofwel zelf overgaan tot, ofwel een persoon aanduiden voor het uitvoeren van
alle verificaties van de boekhoudkundige stukken en alle onderzoeken ter plaatse, teneinde de juistheid na te
gaan van de gegevens die de inschrijver in het raam van het prijsonderzoek heeft verstrekt.
A.5. GUNNINGSCRITERIA
A.5.1. ONDERHANDELINGSPROCEDURE – GUNNINGSCRITERIA (ART. 81
WET)
De aanbestedende overheid zal de economisch meest voordelige offerte vaststellen rekening houdende met de
beste prijs-kwaliteitsverhouding die aan de hand van volgende gunningscriteria wordt ingevuld:
A. PRIJS ( /60 punten)
De prijsvergelijking tussen de verschillende offertes zal gebeuren op basis van de in de offerte opgegeven
prijzen, met inbegrip van de globale prijs voor de vereiste optie.
De laagste totaalprijs krijgt de beste score, m.n. 60 punten van in totaal 100 punten; de punten voor de
overige offertes worden als volgt bepaald:
(prijs laagste offerte x 60) / prijs van de offerte)

17. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
17
De totaalprijs op basis waarvan de vergelijking zal gebeuren, wordt vastgesteld overeenkomstig het
inventarisformulier in de bijlage gevoegd van dit bestek.
Bij opgave van de prijs, dient de inschrijver een onderscheid te maken tussen de volgende onderdelen:
1. Globale prijs (= de totaalsom van alle bedragen die het resultaat zijn van de toepassing van de in
het inventarisformulier opgenomen percentages op jaarbasis op de in de inventaris aangegeven
schijven van het voor dit bestek als voorbeeld genomen totale vermogen van de portefeuille ten
belope van EUR 70.000.000,00) voor het beheer van de activa zoals omschreven in de Technische
Voorschriften;
2. Globale prijs op jaarbasis voor de vereiste optie voor bewaarneming, zoals omschreven in de
Technische Voorschriften (globale prijs op jaarbasis);
B. HET DOOR DE INSCHRIJVER VOORGESTELDE TEAM ( /30 punten)
Er wordt van de inschrijver verwacht dat hij in zijn offerte de identiteit van de teamleden vermeldt die hij
zal belasten met de uitvoering van deze opdracht, met opgave van hun curriculum vitae waarin o.m.
genoten opleidingen, kwalificaties, talenkennis en relevante beroepservaring vermeld zijn.
Ook aan de volgende punten dient bijzondere belangstelling gehecht te worden:
• De inschrijver dient per teamlid de nodige referenties te vermelden waaruit blijkt dat het betrokken
teamlid ervaring heeft met gelijkaardige opdrachten. Bij elke referentie dient minimaal het type
opdracht, de opdrachtgever voor wie de opdracht werd of wordt uitgevoerd en de rol van het
betrokken teamlid te worden geduid. Hierbij moeten ook de contactgegevens van de opdrachtgever
vermeld worden zodat de aanbestedende overheid die opdrachtgever kan contacteren. De
aanbestedende overheid kan de bij die opdrachtgever ingewonnen informatie voor de beoordeling
van dit gunningscriterium gebruiken.
• De inschrijver dient bij de samenstelling van het team te vermelden hoe de continuïteit van
dienstverlening gegarandeerd wordt.
• De inschrijver dient bij de samenstelling van het team een duidelijk toelichting te verschaffen
waaruit blijkt dat (de omvang van) het voorgestelde team volstaat om tijdig en afdoend alle
gevraagde diensten te leveren.
• Het door het voorgestelde team beheerde kapitaal en de daarbij behaalde resultaten over de laatste
drie jaren.
• De inschrijver dient te vermelden wie van zijn voorgesteld team in zijn offerte de communicatie
met de bewaarnemer zal verzorgen in het geval de vereiste optie inzake bewaarneming wordt
besteld door de aanbestedende overheid.
C. PLAN VAN AANPAK EN METHODOLOGIE ( /10 punten)
Er wordt van de inschrijver verwacht dat hij een beschrijving geeft van de wijze en methodologie waarop
hij de uitvoering van deze opdracht zal aanpakken mede rekening houdende met de verklaring inzake de
beleggingsbeginselen. (zie verklaring inzake de beleggingsbeginselen (bijlage 6)

18. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
18
Bij de beschrijving van het plan van aanpak en de methodologie dient bijzondere belangstelling gehecht te
worden aan de volgende punten:
• De inschrijver dient mee te delen op welke wijze en binnen welke termijnen hij bereikbaar zal zijn
voor eventuele vragen vanwege het Vlaams Pensioenfonds of andere belanghebbende partijen;
• De wijze van rapportering;
• De inschrijver dient in zijn plan van aanpak aan te tonen hoe onafhankelijkheid gewaarborgd wordt
tussen de activiteiten van het beheer van activa en de activiteiten van bewaarneming in het kader
van de vereiste optie;
• De inschrijver dient in zijn plan van aanpak aan te tonen hoe de communicatie over de activiteiten
van het beheer van activa zullen afgestemd worden op de communicatie over de vereiste optie
inzake bewaarneming, met andere woorden hoe de opdrachtnemer zal communiceren met de
bewaarnemer gedurende het uitvoeren van de overheidsopdracht.
A.5.2.ONDERHANDELINGEN
De aanbestedende overheid heeft de mogelijkheid om te onderhandelen met één of meerdere inschrijvers, of
om zonder het voeren van onderhandelingen over te gaan tot het gunnen van de opdracht. In dat laatste geval
telt de initieel ingediende offerte als definitieve offerte.
Indien een offerte een substantiële onregelmatigheid bevat, kan de aanbestedende overheid deze substantiële
onregelmatigheid laten regulariseren.
Een laattijdig ingediende offerte kan echter niet geregulariseerd worden.
Wanneer de aanbestedende overheid de onderhandelingen wenst af te sluiten, stelt zij de resterende inschrijvers
daarover in kennis. Met resterende inschrijver wordt bedoeld de inschrijvers waarmee de aanbestedende
overheid op dat ogenblik nog onderhandelingen voert. Deze resterende inschrijvers worden uitgenodigd om
een definitieve offerte in te dienen.
De aanbestedende overheid kan tijdens de loop van de onderhandelingen aangeven hoe de aangepaste en
definitieve offertes moeten worden ingediend.
Over de definitieve offerte kan niet meer onderhandeld worden.

19. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
19
B. UITVOERING VAN DE OPDRACHT
B.1. ALGEMENE UITVOERINGSBEPALINGEN
De aanbestedende overheid houdt zich het recht voor om de algemene uitvoeringsbepalingen van toepassing
op deze overheidsopdracht, met inbegrip van de offerte van de opdrachtnemer aan wie de opdracht werd
gegund, in een aparte overeenkomst over te nemen na gunning van de overheidsopdracht. Door het indienen
van een offerte aanvaardt de opdrachtnemer deze clausule.
B.1.1. UITVOERINGSTERMIJN (ART. 147 KB UITVOERING)
De uitvoeringstermijn bedraagt 36 maanden. De uitvoeringstermijn kan tweemaal verlengd worden, in het geval
de duur van de overheidsopdracht wordt verlengd, telkens voor een periode van 12 maanden. Zie daaromtrent
de opmerking inzake duurtijd vervat in I.7. OVERIGE ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN.
De uitvoeringstermijn vangt aan op de dag die volgt op de datum van sluiting van de overheidsopdracht.
B.1.2. DIENSTVERLENINGSPLAATS (ART. 149 KB UITVOERING)
Het is de opdrachtnemer toegestaan om de diensten uit te voeren vanuit zijn kantoren.
Echter, in het geval van noodzakelijk overleg tussen opdrachtnemer en aanbestedende overheid of op
eenvoudig verzoek van de aanbestedende overheid zal de opdrachtnemer zich wenden tot het Herman
Teirlinckgebouw van de Vlaamse Overheid gelegen te 1000 Brussel, Havenlaan 88 ofwel enige andere locatie in
België door de aanbestedende overheid aangeduid.
B.1.3. LEIDING EN TOEZICHT OP UITVOERING (ART. 11 KB UITVOERING)
Het mandaat van de leidende ambtenaar bestaat enkel uit:
a) de technische en administratieve opvolging van de diensten tot en met de oplevering;
b) de keuring van de prestaties, zowel de a priori als de a posteriori keuring;
c) het nazicht van de schuldvorderingen en facturen;
d) het opstellen van de processen-verbaal;
e) de opleveringen;

20. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
20
f) het instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van
onderrichtingen, telkens wanneer het bestek of de opdrachtdocumenten onvolledig of onduidelijk zijn.
De identiteit van de leidende ambtenaar zal uiterlijk bij de sluiting worden meegedeeld aan de opdrachtnemer.
B.1.4. BORGTOCHT (ART. 25 TOT EN MET 33 KB UITVOERING)
a) Het bedrag van de borgtocht bedraagt 5% van het totale offertebedrag (exclusief de vereiste optie)
zonder BTW.
b) De borgstelling dient te gebeuren binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de sluiting van de
opdracht. Bij niet-naleving stelt de aanbestedende overheid de dienstverlener in gebreke en past de
sancties van art. 29 KB Uitvoering toe.
De borgstelling dient te gebeuren overeenkomstig één van de wijzen voorzien in artikel 26 en 27 KB
Uitvoering, met name:
1° in speciën;
2° in publieke fondsen;
3° in de vorm van een gezamenlijke borgtocht;
4° via een waarborg, toegestaan door een kredietinstelling of een verzekeringsinstelling die
voldoet aan de desbetreffende wetgeving.
Voor wat 1° tot en met 3° betreft, kunt u voor meer informatie terecht op de website van de Deposito-
en Consignatiekas.
c) Het bewijs van de borgstelling dient te worden bezorgd aan de aanbestedende overheid.
Welk document u dient te bezorgen als bewijs van de borgstelling, kunt u terugvinden in het artikel 27
KB Uitvoering. Voor meer informatie kunt u ook terecht op de website van de Deposito- en Consignatiekas.
d) De borgtocht zal in één keer vrijgegeven worden na de oplevering.
e) De borgtocht moet onderworpen zijn aan het Belgisch recht en alle geschillen diengaande moeten zich
onderwerpen aan de Belgische rechtscolleges.
B.1.5. VASTE OF MINIMALE HOEVEELHEDEN (ARTS. 148 EN 151, § 5 KB
UITVOERING)
Er zijn geen vaste of minimale hoeveelheden voorzien voor deze overheidsopdracht. Alle vermelde
hoeveelheden in de opdrachtdocumenten zijn dus louter indicatief. De opdrachtnemer kan op geen enkele wijze
vergoeding eisen indien vermelde hoeveelheden in de opdrachtdocumenten niet afgenomen worden.

21. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
21
B.2. BETALINGEN
B.2.1. WIJZE WAAROP DE PRIJS WORDT BETAALD (ART. 66 KB UITVOERING)
A. De vergoeding inzake beheer van de activa worden driemaandelijks aangerekend op basis van de
geraamde waarde van de portefeuille, berekend op het einde van het voorafgaande trimester (voor de
afrekening per trimester zullen de percentages op jaarbasis zoals vermeld in de inventaris gedeeld worden door
4). In het geval de vereiste optie wordt afgenomen van de opdrachtnemer zal deze eveneens driemaandelijks
worden aangerekend (voor de afrekening per trimester zal de all-in forfaitaire vergoeding op jaarbasis gedeeld
worden door 4) en vermeld op de factuur.
B. De vergoeding is driemaandelijks verschuldigd door afname van de liquiditeitenrekeningen van het
Vlaams Pensioenfonds bij de inschrijver of een andere overeengekomen rekening, na het einde van het
betrokken trimester en met inachtneming van de verificatietermijn en de betalingstermijn van B.2.2 ‘Procedure’
van dit bestek. De inschrijver zal de door hem ontvangen voordelen, ristorno’s of retrocessies die haar worden
uitbetaald m.b.t. de in portefeuille genomen beleggingen minstens halfjaarlijks vermelden op haar facturen en
doorstorten (door middel van verrekening met het door het Vlaams Pensioenfonds uit hoofde van die factuur
verschuldigde bedrag) aan het Vlaams Pensioenfonds als een prijsvermindering op de vergoeding.
B.2.2. PROCEDURE (ARTS. 150, 156 EN 160 KB UITVOERING)
a) De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 dagen na ontvangst van de
factuur. De factuur voor wat betreft diensten inzake beheer van de activa dient minstens halfjaarlijks
expliciet de prijsvermindering te vermelden ingevolge de door opdrachtnemer ontvangen voordelen,
ristorno’s of retrocessies die haar worden uitbetaald (door middel van verrekening met het door het
Vlaams Pensioenfonds uit hoofde van die factuur verschuldigde bedrag) m.b.t. de in portefeuille
genomen beleggingen.
b) De betaling (door afname van de liquiditeitsrekeningen van het Vlaams Pensioenfonds bij de inschrijver
of een andere overeengekomen rekening) vindt plaats binnen een betalingstermijn van 30 dagen vanaf
de beëindiging van de bovenvermelde verificatie, voor zover de aanbestedende overheid beschikt over
de regelmatig opgemaakte factuur conform ‘de wijze van factureren’ zoals bepaald in het bestek cfr.
‘B.2.3. Wijze van factureren’.
B.2.3. WIJZE VAN FACTUREREN
De opdrachtnemer stelt driemaandelijks een factuur op voor de geleverde diensten conform de Technische
Voorschriften ‘A.1.3. Bepalen van de prijs’.
De factuur dient de volgende gegevens te bevatten: post- of bankrekeningnummer, factuurnummer,
factuurdatum, BTW-tarief en toegepast tarief, de aangerekende prestaties en het eventuele

22. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
22
(inkoop)ordernummer van de opdrachtgever, (in het geval de vereiste optie wordt afgenomen van de
opdrachtnemer) de vergoeding voor de bewaarnemer en, minstens halfjaarlijks, de door de opdrachtnemer
ontvangen voordelen, ristorno’s of retrocessies die haar worden uitbetaald m.b.t. de in portefeuille genomen
beleggingen die als voorschot fungeren op de vergoeding.
De factuur wordt geadresseerd aan het Vlaams Pensioenfonds, waarvan details inzake adressering verstrekt
wordt bij aanvang van de uitvoering overheidsopdracht.
De opdrachtgever kan in de loop van de uitvoering van de opdracht de opdrachtnemer verplichten om de
elektronische facturatie (e-invoicing) toe te passen volgens de standaardwerkwijze binnen de Vlaamse
overheid.
B.2.4. OVERIGE BEPALINGEN
a) Elk berekend totaalbedrag in euro wordt desgevallend afgerond naar de hogere of lagere tweede
decimaal, al naargelang de derde decimaal minstens 5 of minder bedraagt.
b) Dit bestek wijkt uitdrukkelijk af van de bepalingen van artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek inzake de
toerekening van de betalingen. Elke betaling zal dan ook bij voorrang toegerekend worden op de
hoofdsommen en pas daarna op de intresten.
B.3. WIJZIGINGEN TIJDENS DE UITVOERING
B.3.1. PRIJSHERZIENING (ART. 38/7 KB UITVOERING)
Prijsherziening is niet voorzien voor deze overheidsopdracht.
B.3.2. HEFFINGEN DIE WEERSLAG HEBBEN OP HET OPDRACHTBEDRAG (ART.
38/8 KB UITVOERING)
Wijzigingen van de heffingen in België die een weerslag hebben op het opdrachtbedrag kunnen aanleiding
geven tot een herziening van dat bedrag mits voldaan is aan volgende voorwaarde: de wijziging van de heffing
moet effectief in werking zijn getreden na de 10e
dag voor de limietdatum voor ontvangst van de offertes.
Heffingen die reeds eerder waren in werking getreden kunnen geen aanleiding geven tot herziening;
De herziening geldt zowel bij een verhoging van de heffingen als bij een verlaging van de heffingen.

23. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
23
In geval van een verhoging van de heffingen dient de opdrachtnemer aan te tonen dat hij werkelijk de door
hem gevorderde bijkomende lasten heeft gedragen en dat deze verband houden met de uitvoering van de
opdracht.
In geval van een verlaging is er geen herziening indien de opdrachtnemer bewijst dat hij de heffingen tegen de
oude aanslagvoet heeft betaald.
B.3.3. ONVOORZIENBARE OMSTANDIGHEDEN IN HOOFDE VAN DE
DIENSTVERLENER (ARTS. 38/9 EN 38/10 KB UITVOERING)
a) Wanneer de dienstverlener kan aantonen dat het contractueel evenwicht van de opdracht wordt
ontwricht in zijn nadeel door omstandigheden die vreemd zijn aan de aanbestedende overheid en die
redelijkerwijze niet voorzienbaar waren bij de indiening van de offerte, die niet konden worden ontweken
en waarvan de gevolgen niet konden worden verholpen niettegenstaande de dienstverlener al het nodige
daartoe heeft gedaan, kan de dienstverlener aanspraak maken op volgende herziening nl.:
- termijnverlenging
- bij een zeer belangrijk nadeel, een andere vorm van herziening (bv. schadevergoeding) of
verbreking van de opdracht.
b) Wanneer het contractueel evenwicht wordt ontwricht in het voordeel van de dienstverlener om welke
omstandigheden ook die vreemd zijn aan de aanbestedende overheid kan de opdracht worden herzien :
- hetzij door een inkorting van de uitvoeringstermijnen in hoofde van de dienstverlener;
- hetzij wanneer er sprake is van een zeer belangrijk voordeel in hoofde van de dienstverlener, door
een andere vorm van herziening of verbreking van de opdracht ten voordele van de aanbestedende
overheid.
c) Het door de dienstverlener geleden nadeel of genoten voordeel wordt geacht de drempel van het zeer
belangrijk nadeel/voordeel te bereiken:
o als het nadeel of voordeel ten minste 15% bedraagt van het initiële opdrachtbedrag
B.3.4. FEITEN VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID EN VAN DE
DIENSTVERLENER (ART. 38/11 KB UITVOERING)
Wanneer de aanbestedende overheid of de dienstverlener een vertraging of nadeel lijdt ten gevolge van
nalatigheden, vertragingen of welke feiten ook ten laste van de andere partij (dienstverlener of aanbestedende
overheid) of wanneer de aanbestedende overheid het in het kader van haar wettelijke of prudentiële
verplichtingen wenselijk of noodzakelijk acht, kan een herziening van de opdracht worden doorgevoerd die
kan bestaan uit één of meer van volgende maatregelen:

24. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
24
- de aanpassing van de contractuele bepalingen inclusief de verlenging of de inkorting van de
uitvoeringstermijnen;
- een schadevergoeding:
- de verbreking van de opdracht.
B.3.5. VERVANGING DIENSTVERLENER BIJ FAILLISSEMENT (ART. 38/3 KB
UITVOERING)
In geval van faillissement van de dienstverlener kan de opdracht overgedragen worden naar een door de
curator voorgestelde onderneming, bijvoorbeeld naar de onderaannemers.
B.4. INTELLECTUELE RECHTEN EN VERTROUWELIJKHEID
B.4.1. INTELLECTUELE RECHTEN EN KNOWHOW (ART. 19 EN 20 KB
UITVOERING)
De aanbestedende overheid verkrijgt de rechten op de methodes en knowhow die gedaan, verworven,
ontwikkeld of gebruikt worden bij de uitvoering van de opdracht.
B.4.2. BESTAANDE INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN (ART. 30 KB
PLAATSING)
De inschrijver is verplicht in zijn offerte aan te geven welke intellectuele eigendomsrechten waarvan hij titularis
is of waarvoor hij van een derde een gebruikslicentie moet verkrijgen nodig zijn voor het geheel of een deel
van de uit te voeren prestaties.
De aankoopprijs en de verschuldigde vergoedingen voor de gebruikslicenties van deze intellectuele
eigendomsrechten moeten inbegrepen zijn in de geboden prijzen.
B.4.3. VERTROUWELIJKHEID (ART. 18 KB UITVOERING)
De informatie die de aanbestedende overheid in het kader van deze opdracht ter beschikking stelt, mag niet
voor andere doeleinden worden aangewend, noch aan derden worden meegedeeld.
De dienstverlener dient alle maatregelen te treffen om het confidentiële karakter van de beschikbaar gestelde
informatie, de gegevens en de onderzoeksresultaten te doen bewaren door hemzelf en door eenieder die er
toegang toe heeft.

25. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
25
De dienstverlener dient in zijn contracten met de onderaannemers eveneens deze verplichtingen inzake
vertrouwelijkheid over te nemen.
B.5. SANCTIES EN RECHTSVORDERINGEN
B.5.1. STRAFFEN (ART. 45, 46/1 KB UITVOERING)
a) Elke gebrekkige uitvoering geeft aanleiding tot een algemene straf (behoudens de toepassing van
bijzondere straffen).
Een algemene straf is eenmalig of dagelijks en het bedrag ervan wordt berekend overeenkomstig art.
45, §2, 1° en 2° van het KB Uitvoering, zonder de BTW op te nemen in de berekeningsbasis.
b) De opdrachtnemer zal tevens een bijzondere straf ten belope van 25.000,00 EUR per definitief door de
opdrachtgever vastgestelde inbreuk op de verklaring inzake beleggingsbeginselen (bijlage 6)
verschuldigd zijn aan de opdrachtnemer. De bijzondere straf kan maximum oplopen tot een bedrag
van 1.000.000,00 EUR.
c) De opdrachtnemer dient de straf opgelegd conform artikel 44 KB Uitvoering rechtstreeks te betalen aan
de aanbesteder op basis van de betaalinstructies die hij daarvoor zal ontvangen binnen de 30
kalenderdagen na ontvangst van het aangetekend schrijven daaromtrent.
B.5.2. VERTRAGINGSBOETES (ART. 46, 46/1 EN 154 KB UITVOERING)
De laattijdige uitvoering van de opdracht geeft aanleiding tot de toepassing van een vertragingsboete. Het
bedrag van deze boete wordt berekend overeenkomstig art. 154, eerste alinea van het KB Uitvoering, zonder de
BTW op te nemen in de berekeningsbasis.
B.5.3. RECHTSVORDERINGEN (ART. 73, § 2 KB UITVOERING)
Elke rechtsvordering van de dienstverlener wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank,
behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geding.

26. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
26
B.6. OPLEVERING
B.6.1. OPLEVERING (ART. 64 EN 156 KB UITVOERING)
Vanaf de datum van de volledige beëindiging van de diensten beschikt de aanbestedende overheid over een
termijn van 30 dagen om de formaliteiten betreffende de oplevering te vervullen en aan de dienstverlener
kennis te geven van het resultaat daarvan. Deze termijn gaat in voor zover de aanbestedende overheid tegelijk
in het bezit van de lijst van gepresteerde diensten is gesteld.
Wanneer de diensten beëindigd worden vóór of na deze datum, stelt de dienstverlener de leidend ambtenaar
hiervan per aangetekende zending in kennis en vraagt hem tot de oplevering over te gaan. In dat geval begint
de termijn van dertig dagen te lopen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek van de dienstverlener.
B.7. NON-DISCRIMINATIE
De dienstverlener verbindt zich er toe bij het uitvoeren van deze opdracht niemand te discrimineren op grond
van geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing,
politieke overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschappen, sociale positie,
nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming of syndicale overtuiging. Hij
ziet hierop toe zowel ten aanzien van zijn personeelsleden onderling als ten aanzien van derden, zoals
deelnemers, bezoekers, externe medewerkers,…
De dienstverlener verbindt zich er toe, voor zo ver redelijk, aanpassingen door te voeren, op vraag van personen
met een handicap, die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een
persoon met een handicap neutraliseren (zie artikel 19 van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader
voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid).
De dienstverlener verbindt zich ertoe de werknemers en derden zoals deelnemers, bezoekers, externe
medewerkers,… mee te delen dat hij geen rekening zal houden met vragen of wensen van discriminerende aard.
Indien een personeelslid van de dienstverlener zich tijdens de uitvoering van de opdracht schuldig maakt aan
discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, zal de dienstverlener de nodige maatregelen
treffen om een eind te maken aan dit gedrag en waar nodig het slachtoffer in eer herstellen. De werknemers
met hiërarchische verantwoordelijkheden zullen toezien op het naleven van dit engagement.
Bij elke mogelijke klacht in dit verband tegen de dienstverlener, zal deze zijn volledige medewerking verlenen
aan eventueel onderzoek dat in dit verband verricht wordt door een meldpunt discriminatie of een andere
organisatie, in dit verband aangesteld door de Vlaamse overheid.
De dienstverlener vraagt tevens al zijn personeelsleden alert te zijn voor discriminatie, pestgedrag, geweld of
ongewenst seksueel gedrag, in die zin dat ze de gevallen waar ze getuige van zijn, onmiddellijk dienen te melden
aan een werknemer met hiërarchische verantwoordelijkheid.

27. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
27
De dienstverlener verbindt zich ertoe om geen druk uit te oefenen op eigen personeelsleden, die slachtoffer
worden van discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag door een klant of een derde, om
af te zien van eventuele indiening van een klacht of inleiding van een vordering voor de rechtbank in dit
verband.
De dienstverlener ziet er op toe dat ook de onderaannemers, die hij eventueel inschakelt voor de opdracht, zich
houden aan deze uitvoeringsvoorwaarden.

28. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
28
III. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN
A. TIJDSLIJN
Het Vlaams Pensioenfonds zal eind 2018 opgericht worden. De doelstelling is ook de erkenning van de FSMA nog
in 2018 te bekomen. Het Vlaams Pensioenfonds moet uiterlijk per 1 juli 2019 operationeel zijn.
In een eerste fase zal het Vlaams Pensioenfonds enkel het publieke pensioenstelsel voor de werknemers van de
diensten van de Vlaamse Overheid, Serv en kabinetsaangestelden beheren. Hiervoor zal nog in 2018 een eerste
dotatie van 19,54 miljoen euro gestort worden aan het Vlaams Pensioenfonds, waarvan een bedrag van
16,48__miljoen euro zal aangewend worden als pensioendotatie voor de jaren 2018 en 2019 en waarvan een
bedrag van 3,06__ miljoen euro zal dienen als buffer voor de geldende WAP-rendementsgarantie. Ook voor de
daaropvolgende jaren gebeurt de financiering via dotaties die op geregelde tijdstippen gestort zullen worden.
In een latere fase kunnen eventueel de andere in het decreet vermelde openbare werkgevers aansluiten.
Hieromtrent bestaat op vandaag echter nog geen duidelijkheid.
B. INHOUD VAN DE OPDRACHT
Hieronder wordt een oplijsting gegeven van de taken die minimaal onder de opdracht van het beheer van
activa en onder de vereiste optie van de bewaarneming vallen.
Deze (taken moeten gezien worden in het licht van de geldende wetgeving ter zake en in het licht van de
verschillende ontwerpdocumenten die door het Vlaams Pensioenfonds werden opgesteld en waaruit o.a. de
modaliteiten van het pensioenstelsel en de financiering ervan blijken (bijlage 2 t.e.m. bijlage 6).
De inschrijver dient er rekening mee te houden dat deze documenten in ontwerp zijn opgesteld dus nog
onderhevig kunnen zijn aan wijzigingen.
A.1. BEHEER VAN DE ACTIVA
A.1.1. OMVANG VAN HET MANDAAT
In het kader van deze opdracht wordt de inschrijver gemachtigd om voor rekening van het Vlaams
Pensioenfonds alle daden van beheer en beschikking te stellen die de inschrijver nuttig acht voor het beheer

29. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
29
van de activa van het Vlaams Pensioenfonds op voorwaarde dat dit beheer kadert binnen de verklaring van de
beleggingsbeginselen van het Vlaams Pensioenfonds (waarvan een ontwerp is toegevoegd als bijlage 6) en
eventuele bijkomende beslissingen van de raad van bestuur van het Vlaams Pensioenfonds.
A.1.2. RAPPORTERINGSVERPLICHTINGEN
De inschrijver zal elke noodsituatie en elk incident dat zich voordoet en dat een betekenisvolle invloed kan
hebben op de uitbestede activiteiten onmiddellijk melden aan de opdrachtgever.
De inschrijver dient maandelijks een overzicht te bezorgen van minimaal de volgende elementen:
• Rendementen van de kapitaalmarkten;
• Kenmerken van de portefeuille;
• Evolutie van de waarde van de portefeuille;
• Een opsomming en waardering van de diverse beleggingsinstrumenten van de portefeuille (met
vermelding van het rendement / de reeds verlopen intresten) en liquiditeiten;
• Total Expense Ratio;
• De uitgevoerde verrichtingen gedurende de desbetreffende periode;
• Een rangschikking van de beleggingen naargelang hun aard;
• Het totale bedrag van de dividenden, intresten en andere ontvangen betalingen;
• De voordelen, ristorno’s of retrocessies per belegging, die zullen worden gefactureerd en verrekend
in overeenstemming met paragraaf B.2.2. a) en B.2.3. van dit bestek;
• Het resultaat van de portefeuille;
• De vooruitzichten.
Driemaandelijks moet een globale rapportering gebeuren voor het verlopen trimester o.a. om het
beleggingscomité van het Vlaams Pensioenfonds toe te laten toezicht te houden op het respecteren van de
beleggingsbeginselen van het Vlaams Pensioenfonds.
Minstens om de 6 maanden, of frequenter wanneer de opdrachtgever hierom verzoekt, vindt een vergadering
plaats met het Vlaams Pensioenfonds met het oog op het evalueren van de evolutie van de portefeuille en het
eventueel herschikken ervan.
Minstens éénmaal per jaar moet aan de raad van bestuur van het Vlaams Pensioenfonds verslag gedaan worden
over het beheer van de portefeuille.
Bij de offerte moet een voorbeeldverslag gevoegd worden zoals dit zou gebruikt worden ter nakoming van
voormelde rapporteringsverplichtingen.
De aanbestedende overheid (inclusief haar interne auditfunctie) en haar toezichthouders hebben steeds
ongehinderd toegang tot de uitbestede activiteiten en zullen steeds in staat worden gesteld controle uit te
oefenen op die activiteiten, onder meer om na te gaan dat het beheer van activa gebeurt in overeenstemming

30. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
30
met de contractuele, wettelijke en prudentiële bepalingen. De aanbestedende overheid kan hiertoe desgevallend
een derde machtigen.
A.1.3. BEPALEN VAN DE PRIJS
De prijs die opgegeven wordt in de offerte voor het beheer van de activa moet een forfaitair all-in percentage
op jaarbasis zijn per schijf van het totale vermogen zoals hieronder weergegeven:
• Forfaitair all-in percentage op jaarbasis voor het te beheren vermogen van EUR 0.000.001,00 tot en met
EUR 10.000.000,00; (schijf 1)
• Forfaitair all-in percentage op jaarbasis voor het te beheren vermogen van EUR 10.000.001,00 tot en
met EUR 20.000.000,00; (schijf 2)
• Forfaitair all-in percentage op jaarbasis voor het te beheren vermogen van EUR 20.000.001,00 tot en
met EUR 30.000.000,00; (schijf 3)
• Forfaitair all-in percentage op jaarbasis voor het te beheren vermogen van EUR 30.000.001,00 tot en
met EUR 40.000.000,00; (schijf 4)
• Forfaitair all-in percentage op jaarbasis voor het te beheren vermogen van EUR 40.000.001,00 tot en
met EUR 50.000.000,00; (schijf 5)
• Forfaitair all-in percentage op jaarbasis voor het te beheren vermogen van EUR 50.000.001,00 tot en
met EUR 60.000.000,00; (schijf 6)
• Forfaitair all-in percentage op jaarbasis voor het te beheren vermogen vanaf EUR 60.000.001,00. (schijf
7)
Het forfaitair all-in percentage op jaarbasis opgegeven in de inventaris door de inschrijver is een maximum
niet-indexeerbaar percentage waarboven geen kosten meer mogen worden aangerekend voor het beheer van
de activa.
De vergoeding bevat (ongeacht het type belegging) alle door het Vlaams Pensioenfonds aan de inschrijver
verschuldigde vergoedingen, zoals transactiekosten, instap- en uitstapkosten op fondsen en het beheer- en

31. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
31
bewaarloon, de administratie- en secretariaatskosten; de levering van documenten of stukken die gepaard gaan
met de uitvoering van de opdracht (o.a. rapporteringen), enz.
De vergoeding wordt driemaandelijks aangerekend op basis van de geraamde waarde van de portefeuille,
berekend op het einde van het voorafgaande trimester. De vergoeding is driemaandelijks betaalbaar door
afname van de liquiditeitenrekeningen van het Vlaams Pensioenfonds bij de inschrijver of een andere
overeengekomen rekening, na het einde van het betrokken trimester en met inachtneming van de
verificatietermijn en de betalingstermijn van B.2.2 ‘Procedure’ van dit bestek.
De inschrijver zal de door hem ontvangen voordelen, ristorno’s of retrocessies die haar worden uitbetaald m.b.t.
de in portefeuille genomen beleggingen vermelden op haar facturen en minstens halfjaarlijks doorstorten (door
middel van verrekening met het door het Vlaams Pensioenfonds uit hoofde van die factuur verschuldigde
bedrag) aan het Vlaams Pensioenfonds als een prijsvermindering op de vergoeding.
Tot slot, in de inventaris wordt met het oog op vergelijkbaarheid van de offertes uitgegaan van de hypothese
dat het totale vermogen van de portefeuille EUR 70.000.000,00 bedraagt.
A.2. DE BEWAARNEMING (VEREISTE OPTIE)
A.2.1. OMVANG VAN DE BEWAARNEMING
• De inschrijver moet een bewaarnemer voorstellen die in het kader van de uitvoering van de opdracht
zou fungeren als bewaarnemer van een deel van het vermogen onder beheer van de inschrijver. De
inschrijver en de bewaarnemer moeten in een overeenkomst daaromtrent op een correcte en terdege
wijze met elkaar afstemmen.
• De inschrijver verbindt er zich toe door het indienen van een offerte om de onafhankelijkheid en de
afstemming te waarborgen tussen de activiteiten van het beheer van activa en de activiteiten van
bewaarneming.
A.2.2. RAPPORTERINGSVERPLICHTINGEN
De bewaarder moet maandelijks een overzicht geven van de effecten en de liquiditeiten zodat het Vlaams
Pensioenfonds kan controleren dat dit overeenstemt met de rapportering van de inschrijver.
Het Vlaams Pensioenfonds en haar toezichthouder kunnen steeds bij de bewaarnemer nagaan dat de
bewaarneming gebeurt volgens de algemeen gangbare voorzichtigheidsprincipes en in overeenstemming met
de contractuele, wettelijke en prudentiële bepalingen en het Vlaams Pensioenfonds kan hiertoe desgevallend
een derde machtigen. Een nauwkeurige opvolging van de bewaarder is zeer belangrijk aangezien de bewaarder
de activa effectief in bezit heeft. Dit in tegenstelling tot de inschrijver die alleen maar het recht heeft om de
activa te beheren.

32. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
32
A.2.3. BEPALEN VAN DE PRIJS
De prijs voor de bewaarneming moet bepaald worden als een all-in forfaitaire jaarvergoeding.

33. //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
33
IV. INVENTARIS
Nr. Beschrijving Type
Percentage op jaarbasis toegepast
op de hypothese van het beheer
van totale activa ten belope van
EUR 70.000.000,00
Het resultaat van het
percentage in cijfers excl. btw
voor één jaar
1 Beheer van activa (schijf 1: te beheren
vermogen van EUR 0.000.001,00 tot en
met EUR 10.000.000,00)
GLOBALE PRIJS [__%] p.a. x EUR 10.000.000,00 EUR
=
2 Beheer van activa (schijf 2: te beheren
vermogen van EUR 10.000.001,00 tot en
met EUR 20.000.000,00)
GLOBALE PRIJS [__%] p.a. x EUR 10.000.000,00 =

34. //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
34
3 Beheer van activa (schijf 3: te beheren
vermogen van EUR 20.000.001,00 tot en
met EUR 30.000.000,00)
GLOBALE PRIJS [__%] p.a. x EUR 10.000.000,00 =
4 Beheer van activa (schijf 4: te beheren
vermogen van EUR 30.000.001,00 tot en
met EUR 40.000.000,00)
GLOBALE PRIJS [__%] p.a. x EUR 10.000.000,00 =
5 Beheer van activa (schijf 5: te beheren
vermogen van EUR 40.000.001,00 tot en
met EUR 50.000.000,00)
GLOBALE PRIJS [__%] p.a. x EUR 10.000.000,00 =
6 Beheer van activa (schijf 6: te beheren
vermogen van EUR 50.000.001,00 tot en
met EUR 60.000.000,00)
GLOBALE PRIJS [__%] p.a. x EUR 10.000.000,00 =
7 Beheer van activa (schijf 7: te beheren
vermogen vanaf EUR 60.000.001,00)
GLOBALE PRIJS [__%] p.a. x EUR 10.000.000,00 =

35. //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
35
Totaal excl. btw voor het beheer van activa voor één jaar :
Btw percentage in cijfers (BTW_%) voor het beheer van activa voor één jaar :
Totaal incl. btw voor het beheer van activa voor één jaar :
Totaal excl. btw voor vereiste optie van bewaarneming voor één jaar:
Btw percentage in cijfers (BTW_%) voor vereiste optie van bewaarneming voor één jaar:
Totaal incl. btw voor vereiste optie van bewaarneming voor één jaar:
Gezien, onderzocht en aangevuld met de globale prijzen en de totale som die gediend hebben tot het vaststellen van het bedrag van mijn inschrijving van
heden, om gevoegd te worden bij mijn offerteformulier.
Te .......................................... de ......................................................
Functie: ........................................................
Naam en voornaam: ............................................................................ Handtekening:
Nr. Beschrijving Type Prijs in
cijfers excl. btw voor één jaar
8 Vereiste optie van bewaarneming
GLOBALE PRIJS

36. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
36
V. OFFERTEFORMULIER
Overheidsopdracht voor diensten inzake asset management van het Vlaams Pensioenfonds met
A. IDENTITEIT INSCHRIJVER
De vennootschap (handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel):
vertegenwoordigd door (naam, voornaam en functie van de vertegenwoordiger(s)) :
OFWEL
De vennootschap(pen) die optreden als combinatie zonder rechtspersoonlijkheid (voor elke deelnemer
dezelfde gegevens als hierboven) :
combinatie die tegenover de overheid wordt vertegenwoordigd door één van hen, met name:

37. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
37
schrijft/schrijven in op deze opdracht tegen de som van:
(in cijfers, exclusief BTW, in euro):
(het BTW-tarief): ……… %
(het BTW-bedrag, in euro):
(in cijfers, inclusief BTW, in euro):
(in letters, inclusief BTW, in euro):
B. ALGEMENE INLICHTINGEN
(in geval van combinatie zonder rechtspersoonlijkheid afzonderlijk voor elke deelnemer:)
- Ondernemingsnummer:
- BTW-nummer:
- RSZ-nummer:
C. ELEKTRONISCHE COMMUNICATIE
De inschrijver verklaart dat hij volgend(e) mailadres(sen) zal gebruiken voor elektronische communicatie
en informatie-uitwisseling met de aanbestedende overheid:
D. ONDERAANNEMERS
Gedeelte van de opdracht dat de inschrijver eventueel voornemens is in onderaanneming te geven:

38. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
38
Volgende onderaannemers worden hiervoor voorgesteld (naam, maatschappelijke zetel,
ondernemingsnummer):
E. BEROEP OP DRAAGKRACHT MET HET OOG HET VOLDOEN AAN DE SELECTIECRITERIA
De inschrijver beroept zich op de draagkracht van onderaannemers of andere entiteiten om te voldoen
aan de selectiecriteria:
JA / NEE 1
Indien JA, vul aan:
- er wordt beroep gedaan op de draagkracht van2
:
( ) de onderaannemers vermeld onder D. Onderaannemers
( ) volgende andere entiteiten (benaming, nationaliteit, ondernemingsnummer):
- het gedeelte van de opdracht waarvoor beroep op de draagkracht wordt gedaan op deze
onderaannemers of andere entiteiten:
De inschrijver voegt voor de bovenvermelde onderaannemers of andere entiteiten de nodige
documenten toe (zie H. Bijlagen).
Zie tevens bepaling A.1.3. van het bestek voor meer informatie.
F. PERSONEEL
Er wordt personeel tewerkgesteld dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere
lidstaat van de Europese Unie:
JA / NEE 3
1
Doorhalen wat niet van toepassing is.
2
Duidt één of beide van deze opties aan. Indien de tweede optie aangeduid wordt, vul verder aan.
3
Doorhalen wat niet van toepassing is.

39. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
39
Het betreft volgende EU-lidstaat :
G. BETALINGEN
De betalingen (voor zover afname van de liquiditeitenrekening onmogelijk is) zullen geldig gebeuren door
overschrijving op rekeningnr.:
- Rekeningnummer (IBAN): …
- Bankinstelling (BIC): …
- Naam begunstigde: …
H. BIJLAGEN
Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd:
- Offerteformulier
- Inventaris
- vereiste documenten in het kader van uitsluiting (A.1.1. – Bewijsmiddelen);
- vereiste documenten in het kader van de selectiecriteria (A.1.2.);
- verbintenis van onderaannemers of andere entiteiten op wiens draagkracht de inschrijver beroep doet
in het kader van het voldoen aan de selectiecriteria (A.1.3.);
- vereiste documenten in het kader van uitsluiting voor de onderaannemers of andere entiteiten op wiens
draagkracht de inschrijver beroep doet;
- de nodige documenten waaruit de bevoegdheid blijkt van de personen die een elektronische
handtekening plaatsen om de onderneming te verbinden (A.3.3.);
- de documenten in het kader van de beoordeling op basis van de gunningscriteria (A.5).
De inschrijver wordt er op gewezen dat zijn offerte, overgelegd via e-tendering, elektronisch ondertekend
moet worden met een geldige gekwalificeerde elektronische handtekening.
Een gescande handtekening is onvoldoende!

40. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
40
De elektronische handtekening dient te worden geplaatst op het indieningsrapport in e-tendering.
Deze elektronische handtekening moet uitgaan van een bevoegd persoon of bevoegde personen. De
inschrijver voegt tevens de nodige documenten toe waaruit de bevoegdheid blijkt om de onderneming te
binden (uittreksels van de statuten, volmacht,…).
In geval van indiening van een offerte door een combinatie van ondernemingen, moet voor elke
deelnemer aan de combinatie een elektronische handtekening geplaatst worden door een bevoegd
persoon of bevoegde personen.

41. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
//
41
VI. VERBINTENIS TERBESCHIKKINGSTELLING MIDDELEN
(Naam van de onderaannemer of andere entiteit)
(Adres)
(KBO-nummer)
Betreft: Overheidsopdracht (Referentienummer en titel van de opdracht)
Verbintenis onderaannemer of andere entiteit tot terbeschikkingstelling van middelen in
het kader van de selectiecriteria
(Naam onderaannemer of andere entiteit), rechtsgeldig vertegenwoordigd door de ondergetekende,
(naam en functie van ondertekenaar),
verbindt zich er eenzijdig toe om, in het kader van bovenvermelde overheidsopdracht,
aan (naam van de inschrijver op de opdracht),
de noodzakelijke middelen ter beschikking te stellen van de inschrijver voor de uitvoering van het
gedeelte van de opdracht waarvoor beroep op draagkracht wordt gedaan.
Voor zover beroep wordt gedaan op de draagkracht in het kader van economische en financiële criteria,
aanvaardt (naam onderaannemer of andere entiteit) hoofdelijk aansprakelijk te zijn voor de uitvoering
van de opdracht.
Gedaan te (plaats) op (datum)
(Handtekening)
(Naam ondertekenaar)
(Functie)