SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 119
Descargar para leer sin conexión
236 
Sociale innovatie boek
Voorwoord 
Wij, de slimste bedrijven van 
Nederland, zijn ongelooflijk trots dat 
wij je dit boek mogen presenteren. 
Dit boek gaat namelijk over ons. Maar ook over jou. Over de 
BV Nederland, en over hoe we de vaart er weer een beetje in krijgen. 
Wij hebben namelijk iets ontdekt. We hebben ontdekt dat als je de 
problemen waar je als ondernemer tegenaan loopt deelt met de mensen 
in en buiten je organisatie en gezamenlijk naar oplossingen zoekt, dat 
ze dan vaak verdwijnen als sneeuw voor de zon. De één heeft een goed 
idee, de ander kent nog wel een handig neefje en de derde gaat eens 
praten met een klant of een leverancier. En voor je het weet ligt de 
oplossing voor je neus op tafel. 
3 4
Ja, duh huh, zul je misschien zeggen: dat wist je toch wel? Ja, misschien 
wel, maar we handelen er lang niet altijd naar. We zijn als ondernemer 
of directeur geneigd om alle ballast van de hele organisatie op onze 
nek te nemen en alle problemen zelf op te lossen. En we vergeten dan 
vaak dat er ongelooflijk veel talent, creativiteit en oplossend vermogen 
in onze organisaties aanwezig is. Talent dat je alleen maar een beetje 
hoeft te stimuleren om het te laten groeien. Creativiteit die je slechts 
hoeft te prikkelen om tot bloei te doen komen. En oplossend vermogen 
dat je aanboort als je deelt. Want wie niet kan delen, kan ook niet 
vermenigvuldigen. 
Het aanboren van talent, medewerkers de ruimte geven om hun werk 
op een slimme manier in te richten en gezamenlijk naar oplossingen te 
zoeken heet met een mooie kreet ‘sociale innovatie’. Dat mag je meteen 
weer vergeten, als je maar onthoudt dat bedrijven die daar ‘aan doen’ 
gemiddeld tien procent meer winst maken, 19 procent meer omzet 
realiseren en een 27 procent hogere rentabiliteit realiseren. 
Niet verkeerd, in deze crisistijden, toch? 
Hoewel: crisis? Welke crisis? Het is niet zo dat wij kunnen zeggen dat 
we helemaal geen last hebben van de economische crisis, maar om nou 
te zeggen dat het allemaal kommer en kwel is bij ons, zou gelogen zijn. 
De meesten van ons maken nog steeds een gezonde winst en groeien 
zelfs. Dat komt omdat wij de crisis niet als een bedreiging zien, maar als 
een kans. Een kans om het nog beter te doen. Om slimme oplossingen 
te bedenken waardoor we nog slimmer en vaak goedkoper kunnen 
werken. Maar ook om nieuwe markten aan te boren, nog beter te 
luisteren naar onze klanten en nog meer en beter samen te werken met 
onze partners. 
5 6
Wij zijn er dan ook van overtuigd dat Nederland nóg 
slimmer kan en moet gaan werken om de concurrentie 
met landen als China, India en Brazilië aan te kunnen. 
Dat we nieuwe organisatievormen moeten ontwikkelen 
en nog intensiever moeten gaan samenwerken met 
klanten, leveranciers en collega-bedrijven. Dat we onze 
maatschappelijke en sociale rol niet moeten vergeten, 
omdat we middenin de maatschappij willen staan en 
daarvan afhankelijk zijn. 
Hoe wij dat doen, lees je in dit boek. Het beschrijft de 
ontdekkingsreis die onze organisaties hebben gemaakt 
en die ons ongelooflijk veel heeft opgeleverd. En nog 
steeds leren we dagelijks hoe het anders en beter kan. 
Wil je zelf met sociale innovatie aan de slag? Ook dan 
biedt dit boek de nodige hulpmiddelen en handvatten. 
Zoals het Sociale Innovatie Groeimodel, of de Praatplaat 
Slimmer Ondernemen. Die zijn ontwikkeld door 
Syntens, door de opheffing van Syntens kan je bij 
de MKB Krachtcentrale terecht voor deze kennis. 
Wie weet sta je de volgende keer dan ook in dit boek, 
als een van de slimste bedrijven van Nederland. 
Eelco Osse, 
Boessenkool 
Benno Schildkamp en Wim Swier, 
Michiel Wijgmans 
Lable 
Eelco Osse 
Boessenkool 
Benno Schildkamp 
Food Connect 
Anya Niewierra 
VVV Zuid 
Limburg 
Rolf Baarda & 
Tomas van den 
Nieuwendijk 
Netvlies 
Edwin van der Ham 
Montapacking 
Roger Engelberts 
Imagro BV op 
broedplaats 
Koos & Co’s 
Pascal Bos 
JAZO Zevenaar 
Rocco en 
Wesley Ladage 
Ladage Beheer 
Kees Pater 
Koekjesbakkerij 
Veldt 
Ton Driessen 
Resato 
Lucien Perizonius 
Jansen Venneboer 
Giel Pastoor 
Parktheater 
Eindhoven 
René Kesselaar 
Kesselaar en Zn. 
Gilbert Gooijers 
CM Groep 
Fried Kaanen 
Bosch Scharnieren 
Guido Heezen 
Effectory 
Ron Broeders 
Ferro-fix 
Martijn Meuling 
Finext 
Aad Reurings 
Reuring Precisie 
Plaatwerk 
Remmelt Schuuring 
Schoongewoon 
Mark Hassink 
Vitrov bouw en 
vastgoed 
Mark Vletter 
Voys Telecom 
Sam Beltman 
ProFlite 
Arold Moonen 
BLW Kunststoffen 
MKB 
Krachtcentrale 
7 8
Het slimste 
bedrijf van 
Nederland 
Hoe word je het slimste bedrijf van Nederland? Door de organisatie 
anders in te richten en meer over te laten aan de mensen op de 
werkvloer. Is het zo simpel? Ja, alleen is de uitvoering ervan een 
stuk lastiger. Over de innovatieparadox, giraffes en het ambacht 
van de patatbakker. 
‘Achter elke hamer zit een mens.’ Met deze rake uitspraak slaat 
bouwondernemer René Kesselaar de spijker op zijn kop. Iedereen 
kan een hamer vasthouden, wil hij maar zeggen, maar het tekent 
de vakman of vakvrouw dat ie weet wat ie doet. Dat hij of zij 
blijft nadenken, en als iets slimmer, beter of effectiever kan, dat 
ie het dan voortaan ook zo gaat doen. Dat vereist niet alleen een 
timmerman met een gezonde dosis verstand en creativiteit, maar 
ook een organisatie die hem of haar de ruimte geeft om de dingen 
anders, en vooral beter te doen. Door deze ruimte te bieden, krijg 
je niet alleen gelukkige en bedreven vakmensen, maar krijgt de 
organisatie bovendien vleugels. 
Dat het bedrijf van Kesselaar, Kesselaar & Zn, vleugels heeft, 
valt moeilijk te ontkennen. Het Alkmaarse bedrijf, actief in een 
sector die in deze crisis zware klappen te verduren krijgt (de bouw), 
groeide in 2013 in omzet van 2,5 naar 6,1 miljoen euro. En niet 
door overnames, maar door de dingen die het doet gewoon heel 
erg goed te doen. Zo is Kesselaar onder meer actief bij de renovatie 
van sociale huurwoningen. Door gebruik te maken van het 
vakmanschap van zijn eigen mensen en door slim samen te werken 
met onderaannemers wist Kesselaar de tijd die nodig is voor de 
renovatie van een woning terug te brengen van oorspronkelijk 25 
naar tien dagen. Daar wordt iedereen blij van; van de bewoner, 
die minder lang zijn huis uit hoeft, tot de woningbouwcoöperatie, 
die flink geld bespaart. 
Kesselaar & Zn werd twee jaar geleden dan ook uitgeroepen tot 
een van de slimste bedrijven van Nederland. Het bedrijf kreeg 
bij de verkiezing Slimste bedrijf van Nederland 2012 van MKB 
Krachtcentrale samen met elf andere bedrijven deze titel opgespeld 
omdat het, volgens het juryrapport, ‘permanente aandacht heeft 
voor personeel en talentontwikkeling.’ Zo heeft Kesselaar veel jonge 
mensen in dienst, die in twee jaar tijd intern worden opgeleid om 
het vak te leren en zelfstandig beslissingen te nemen. Een goed 
opgeleide timmerman weet volgens Kesselaar namelijk heel goed 
hoe hij zijn werk moet doen, dat hoef je hem echt niet te vertellen. 
Daarom heeft het bedrijf ook geen uitvoerders of opzichters in 
dienst. Dat scheelt niet alleen in de kosten, maar stimuleert ook de 
zelfstandigheid van de werknemers. 
9 10
Niemand heeft een taak- of functieomschrijving, omdat die volgens 
Kesselaar mensen alleen maar beperken in hun groei. Wel worden er 
stappenplannen gemaakt, waarbij als uitgangspunt wordt genomen 
wat de werknemer kan en wil. Zo is een jonge timmerman al 
doorgegroeid naar een rol als calculator en draait de 24-jarige 
Mike zelfstandig projecten van enkele miljoenen euro’s. 
Over talentontwikkeling gesproken. 
Maar ook de manier waarop Kesselaar samenwerkt met 
andere bedrijven kun je scharen onder ‘slim’. In plaats van zijn 
onderaannemers uit te knijpen zoals in de bouw vaak gebeurt, 
probeert Kesselaar juist met ze samen te werken. Hij werkt 
uitsluitend met vaste partners uit de omgeving en legt de hele 
begroting van een project open en bloot op tafel. Daardoor verdwijnt 
de discussie over geld en gaat het weer over waar het over zou 
moeten gaan: het zo goed mogelijk klaren van de klus. Ook dat geeft 
je vleugels. 
Innovatieparadox 
Hoewel René Kesselaar nog nooit van het begrip had gehoord, is zijn 
bedrijf een schoolvoorbeeld van sociale innovatie te noemen. Sociale 
innovatie is namelijk het werk zo organiseren, dat iedereen vanuit 
zijn of haar passie en talenten een zo groot mogelijke bijdrage kan 
leveren aan het welzijn en de welvaart van het geheel. 
Het onderscheidt zich van technologische innovatie in dat het niet 
zozeer gericht is op de vernieuwing van een product of dienst, maar 
van de organisatie als zodanig. Volgens hoogleraar Strategisch 
Management en Ondernemingsbeleid aan de Erasmus Universiteit in 
Rotterdam is sociale innovatie een voorwaarde voor technologische 
innovatie. Hij beschrijft in zijn onderzoek de innovatieparadox, 
het fenomeen dat Nederlandse bedrijven veel kennis ontwikkelen 
en veel investeren in research & development (R&D), maar toch 
achterblijven bij bedrijven in andere landen bij het ontwikkelen van 
nieuwe producten en diensten. Dat komt volgens Volberda doordat 
slechts 25 procent van het succes van innovatie wordt bepaald door 
investeringen in R&D; de overige 75 procent is afhankelijk van 
factoren op het gebied van mens en organisatie. 
In het boek Innovatie 3.0, dat hij samen schreef met journalist 
Menno Bosma, beschrijft Volberda hoe dit werkt: ‘Innovatie komt 
ook tot stand door marketeers, die weten waar de klant behoefte 
aan heeft. Door productiemedewerkers, die weten wat er wel en 
niet gemaakt kan worden. Door managers, die weten hoe je een 
werkklimaat creëert dat innovatie stimuleert. Innovatie berust 
niet alleen op kennis, maar ook op inzicht en creativiteit. 
Het is het toetsen van kennis aan behoeftes en mogelijkheden, 
het samenbrengen van kennis met inzichten en vaardigheden, 
het toepassen van kennis in de praktijk… Het heeft te maken met de 
vraag of afdelingen contact met elkaar hebben, of er tijd en ruimte is 
voor experimenteren, met de mate van vertrouwen tussen collega’s, 
hoe lang besluitvorming duurt, hoe open managers zijn, hoe (in) 
formeel er met elkaar wordt omgegaan, hoe tolerant de organisatie 
is voor fouten, of kennis van buitenaf doordringt, of die kennis 
vervolgens ook wordt opgepikt en gedeeld.’ 
11 12
Dat is een hele opsomming, en dan hanteert Volberda volgens 
sommigen nog een beperkte opvatting van sociale innovatie. 
Volgens het Manifest Sociale Innovatie, dat is opgesteld door 
Waag Society en Kennisland, refereert sociale innovatie namelijk 
aan ‘nieuwe strategieën, concepten, ideeën en organisaties die 
een oplossing trachten te bieden voor grote maatschappelijke 
uitdagingen – van werkgelegenheid en educatie tot zorg, 
maatschappelijke betrokkenheid en milieuproblemen.’ Het zet in 
op ‘de innovatiekracht van alle mensen in de samenleving vanuit 
welke maatschappelijke rol of functie dan ook. Het gaat erom 
deze mensen… met elkaar te verbinden.’ Volgens deze brede 
maatschappelijke opvatting is sociale innovatie zoals Volberda die 
interpreteert samen te vatten met de Engelse termen ‘workplace 
improvement’, verbeteringen op de werkvloer binnen organisaties. 
Gelukkig biedt het Sociale Innovatie Groeimodel, dat is ontwikkeld 
door Raymond Witvoet van KvK en Caroline Rijnbeek van de 
MKB Krachtcentrale. Dit model onderscheidt vier verschillende 
niveaus van sociale innovatie, die onderling sterk met elkaar zijn 
verbonden. Op het eerste niveau gaat sociale innovatie uit van het 
individu en kun je het het beste omschrijven als ‘slimmer werken’. 
Denk hierbij aan dingen als zelfroosteren, een betere worklife-balans 
of het leren omgaan met of verminderen van werkdruk. 
Op het tweede niveau draait het vooral om de organisatie zelf: 
om de cultuur, de manier waarop de organisatie is ingericht en de 
systemen die de medewerkers ondersteunen. Lukt het de organisatie 
om de passie en de talenten van medewerkers wakker te kussen en 
hen de ruimte te geven om ze te benutten? Lukt het om ze effectief 
te laten samenwerken, om nieuwe dingen uit te proberen en zich 
gewaardeerd te voelen? Lukt het om talenten te ontwikkelen 
en medewerkers te binden en te boeien? Dat zijn allemaal 
vraagstukken waar heel wat managers en directeuren dagelijks hun 
hoofd over breken, want het is de kern van een gezond, gelukkig en 
welvarend bedrijf. 
Het derde niveau van sociale innovatie gaat dan over de 
organisatie en haar omgeving: klanten, toeleveranciers, partners, 
concurrenten… Door slim samen te werken met deze partijen 
is een bedrijf in staat om betere producten te maken, de klant 
beter te bedienen, een hogere toegevoegde waarde te bieden. 
Dan gaat het dus over samenwerking in de keten, co-creatie, 
netwerkorganisaties en open innovatie. Met het vierde niveau 
komen we in de buurt van het Manifest, want daar draait het om 
sociaal ondernemerschap of nog breder: een bijdrage leveren aan 
het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Denk daarbij 
aan milieuvraagstukken, het in dienst nemen van mensen met 
een handicap of een grote afstand tot de arbeidsmarkt of het 
verantwoord inkopen van producten en diensten. 
Koekjes 
De MKB-ondernemers in dit boek passen sociale innovatie op 
elk van deze niveaus toe, zonder overigens vaak te weten dat ze 
daarmee met sociale innovatie bezig zijn. René Kesselaar had zoals 
gezegd nog nooit van de term gehoord, maar is ondertussen wel 
13 14
volop bezig met talentontwikkeling (niveau 1), hij richt zijn bedrijf 
zo in dat dit talent ook tot zijn recht komt (niveau 2), werkt intensief 
samen met andere bedrijven in de keten (niveau 3) en vertelt zijn 
verhaal aan iedereen die het horen wil om een verandering teweeg 
te brengen in de bouwketen (niveau 4). Hetzelfde kun je zeggen van 
Ladage, de patatbakkers uit Rotterdam. Daar worden jonge mensen 
opgeleid tot zelfstandig ondernemer (1 en 4), is het hele bedrijf 
erop gericht om de klant een lekkere traktatie voor te zetten (2) en 
worden de aardappelen al sinds de jaren zestig betrokken bij een en 
dezelfde toeleverancier (3). Toch hadden de neven Rocco en Wesley 
Ladage de term sociale innovatie nog nooit in de mond genomen; 
laat staan dat ze wisten wat het was. 
Niet dat dit ze ervan weerhoudt om slim bezig te zijn. In tegendeel. 
Deze ondernemers begrijpen als geen ander dat om succesvol te 
zijn, ze hun medewerkers keihard nodig hebben. En die ook de 
ruimte moeten bieden om hun talenten te ontwikkelen en hun 
passie te volgen. Want, zoals Kees Pater van Koekjesbakkerij Veldt 
het zegt: ‘Gelukkige medewerkers bakken betere en lekkerdere 
koekjes.’ Zijn bedrijf werd in 2011 uitgeroepen tot Slimste bedrijf 
van Nederland, en wie in zijn bedrijf rondloopt, begrijpt meteen 
waarom. Ook Pater heeft een maatschappelijke missie: hij wil 
het stokje van het slimme werken doorgeven door drie andere 
ondernemers te besmetten met het sociale innovatie-virus, zodat die 
op hun beurt weer drie ondernemers besmetten, zodat die… 
Uit het onderzoek van Volberda, de Erasmus Competition & 
Innovation Monitor, blijkt dat de samenleving mee profiteert. 
Zo hebben bedrijven die sociaal innoveren een substantieel hogere 
omzet (+ 16%) en winst (+ 13%) dan bedrijven die daar niet aan 
doen. Bovendien ligt hun (technische) innovatievermogen hoger 
dan gemiddeld (+ 31%) en zijn ze beter in staat om nieuwe klanten 
aan te trekken (+ 17%). Tenslotte hebben ze ook nog eens meer 
tevreden medewerkers (+ 12%). 
Dit beeld wordt bevestigd wanneer je door je oogharen naar de 
Slimste bedrijven van Nederland kijkt. Deze veertien bedrijven 
(de twaalf van 2012 en de winnaars van 2010 en 2011) lijken 
nagenoeg geen last te hebben van de crisis. Sterker nog: 
de meeste van deze bedrijven (en een enkele instelling) groeit. 
De indrukwekkende prestaties van bouwbedrijf Kesselaar & Zn 
werden al genoemd, maar wat te denken van machinefabriek 
Boessenkool? Nota bene een bedrijf in de maakindustrie, dat 
jaarlijks groeit met tien procent en zijn orderportefeuille tot ver 
in 2014 heeft gevuld. Resato, de fabrikant van hogedruksystemen 
in het hoge Noorden: een groei van 15 procent in 2012. Logistiek 
dienstverlener Montapacking: gemiddelde omzetgroei van 25 
procent per jaar, en in 2011 zelfs 40 procent. Crisis? Welke crisis? 
Ook de twee instellingen in het rijtje doen het boven verwachting 
goed. Zo was Parktheater Eindhoven in 2009 zelfs in staat om een 
deel van de subsidie terug te geven aan de gemeente en werd de 
organisatie in 2011 uitgeroepen tot beste werkgever van de regio. 
VVV Zuid Limburg levert een knappe prestatie door niet alleen het 
hoofd boven water te houden, maar ook nog eens voor nog maar 
15 16
20 procent afhankelijk te zijn van subsidie. ‘We zullen altijd voor 
een deel afhankelijk blijven van subsidie,’ legt directeur Anya 
Niewierra uit, ‘want sommige dingen krijg je nooit commercieel. 
Bijvoorbeeld het onderhoud van wandelpaden. Ja, of je moet entree 
gaan heffen, maar dat wil niemand.’ Ondertussen zullen heel wat 
VVV’s met enige jaloezie en bewondering naar de oudste VVV van 
ons land kijken. 
Doen wat je zegt 
Maar zo makkelijk als het klinkt, zo moeilijk is het uit te voeren. 
Sociale innovatie is geen trucje, dat je even toepast. Het is een 
kwestie van een koers uitzetten, heel hard werken en consequent 
volhouden. Het zit ‘m vaak in hele kleine dingen, waar de 
betrokkenen zich soms helemaal niet bewust van zijn. Het heeft ook 
niet zozeer te maken met wat je zegt, maar vooral met wat je doet. 
Hoe reageer je bijvoorbeeld als een medewerker een fout maakt? 
Is de wereld dan te klein, of probeer je er samen naar te kijken en 
van te leren? Wat doe je met een idee van een van je medewerkers? 
Neem je dat voor kennisgeving aan en ga je over tot de orde 
van de dag? Of laat je hem of haar het idee verder uitwerken en 
geef je hem/haar ook de credits als het een succes wordt? Laat je 
medewerkers ook echt meedenken over de koers van het bedrijf, 
of laat je ze wel meepraten, maar doe je uiteindelijk toch gewoon 
wat je zelf wil? 
Het zijn dit soort dagelijkse vormen van gedrag die bepalen of 
medewerkers zich gehoord en serieus genomen voelen en of ze zich 
geroepen voelen om zich volledig in te zetten voor de organisatie 
of niet. En of de organisatie dus succesvol is of niet. De portretten 
in dit boek zitten vol met voorbeelden van hoe de mensen van 
de slimste bedrijven van Nederland met elkaar omgaan. Hoe ze 
leren van elkaar, hoe ze fouten weten om te buigen in kansen, 
hoe ze creativiteit stimuleren en de ruimte geven. Hoe ze talent 
ontwikkelen, mensen kansen bieden en de passie bij ze naar boven 
weten te halen. 
Daarnaast hebben we in dit boek een aantal tools verzameld 
waarmee je jezelf en elkaar kunt bevragen. Bijvoorbeeld de 
praatplaat Sociale Innovatie van de MKB Krachtcentrale. 
Dit staat vol met vragen als: hoe vaak geeft u een compliment? 
Hebben medewerkers zeggenschap over plaats en tijd van 
werkuitvoering? Hoe werken jullie samen? Hoe gaan jullie om 
met fouten? Beschouw dit als een gereedschapskist om met Sociale 
Innovatie aan de slag te gaan. Daarin zitten een schroevendraaier, 
een tang en een hamer. 
Maar, om René Kesselaar nog maar een keer te citeren: 
‘Achter elke hamer zit een mens.’ Het vergt vakmanschap 
en ervaring om goed te kunnen timmeren. Het vergt ook 
vakmanschap en ervaring om goed te kunnen leiden. De kansen 
liggen er, de potentie is volop aanwezig. De grote vraag is: 
wat doe je ermee? 
17 18
19 20
broedplaats voor talent 
Een organisatie waar jong talent tot zijn recht komt en waar zij 
zich in kunnen zetten voor betekenisvolle, maatschappelijke 
doelen: dat was het idee achter Lable. Vijf jaar later staat er een 
organisatie die in bijna alles verschilt van het gangbare bedrijf. 
‘Talent kan zich alleen ontwikkelen als het de ruimte krijgt.’ 
Een platenlabel voor jong talent: dat was het idee toen twee 
docenten en twee studenten van de opleiding Communicatie en 
Multimedia Design van de NHL Hogeschool in Leeuwarden 
Lable opzetten. 
‘We hadden het over de opleiding,’ herinnert Michiel Wijgmans 
zich, ‘en concludeerden met elkaar dat waar heel veel talent op 
de opleiding al nauwelijks tot zijn recht komt, het daarna pas echt 
goed misgaat. 
21 22
Je gaat werken voor een reclamebureau en bent de hele dag bezig 
om een website hoger in de rankings van de zoekmachines te 
krijgen. Of je bouwt op je zolderkamertje in je eentje websites 
voor de bakker op de hoek, maar echt veel zoden zet het allemaal 
natuurlijk niet aan de dijk. Hoe kun je dat talent nou bundelen 
zodat je echt iets van waarde kunt toevoegen aan de maatschappij? 
Jonge mensen willen zinvol bezig zijn, iets doen voor een betere 
wereld; hoe kun je dat faciliteren? 
Zo kwamen we op het idee van Lable, een platenlabel voor talent.’ 
Dat was in 2007. Daarna heeft het de vier kersverse ondernemers 
nog enkele jaren gekost om uit te vinden hoe zo’n organisatie er 
dan uit zou moeten zien en welk doel ze wilden dienen. ‘Als je een 
product of dienst ontwikkelt dat je vervolgens op de markt brengt, 
is het relatief simpel: je gaat naar de Kamer van Koophandel, 
schrijft je in en gaat aan de slag. Maar wij wilden een organisatie 
opzetten waarin mensen hun talenten kunnen benutten voor een 
maatschappelijk doel. Dat is een iets gecompliceerdere missie. 
Hoe organiseer je dat?’ 
Inuit 
Een van de dingen die ze zeker wisten, was dat er geen plaats 
was voor baasjes: ‘Je kunt je talent pas echt benutten, als je ook 
de ruimte krijgt om dat te doen. Ik ga een programmeur echt niet 
vertellen hoe hij zijn werk moet doen, dat weet hij zelf veel beter. 
Natuurlijk moet je wel verbinding houden met elkaar, maar dat 
kan prima tijdens de lunch of bij een kop koffie. Hou het simpel.’ 
In plaats van management maakt Lable gebruik van situationeel 
leiderschap. ‘Dat hebben we afgekeken van de Inuit Indianen: als je 
daar vraagt wie de baas is, krijg je per situatie een ander antwoord. 
Als ze bijvoorbeeld gaan jagen, dan is degene die daar het meeste 
ervaring mee heeft, de leider. Zo doen wij dat ook. Zo hadden we 
laatst een helpdesk nodig. Dan staan er een paar jongens op die 
het meest afweten van het inrichten van een helpdesk en die zetten 
dat dan op en verdelen het werk onderling. Daar hoef je niks aan te 
doen, dat gaat vanzelf.’ 
Alle belangrijke beslissingen bij Lable worden op basis van consent 
genomen, dat wil zeggen dat een voorstel pas wordt aangenomen 
als niemand overwegende bezwaren heeft. ‘Dat is om de vaart 
erin te houden. Als je alles op basis van consensus doet, kunnen 
discussies eindeloos slepen en bestaat het gevaar dat mensen 
zich gaan ingraven. Bij consent heb je dat risico minder.’ Om te 
voorkomen dat er toch weer baasjes ontstaan, is ook het eigendom 
van Lable onder het personeel verdeeld. ‘Lable is een BV, waarvan 
we de aandelen ondergebracht hebben in een holding. De aandelen 
daarvan zijn weer in handen van een stichting en dus van iedereen.’ 
Verzekering 
Een andere vraag waar de vier oprichters van Lable zich voor 
geplaatst zagen, was welk maatschappelijk doel de organisatie kon 
dienen. ‘We kwamen er al snel achter dat talent pas echt goed tot 
23 24
zijn recht komt, als ze een doel voor ogen hebben. Je kunt niet 
zeggen: kom maar bij ons en dan verzinnen we wel wat. 
Pas als je weet waarvoor je het doet, kun je honderd procent 
geven.’ Gelukkig dienden die doelen zich bijna als vanzelf aan. 
Zo was er de directie van een grote verzekeraar die met zijn 
handen in het haar zat over de toenemende macht van de 
consument. ‘We kregen van hun carte blanche om het concept 
van verzekeren opnieuw uit te vinden. Dat geeft wel aan hoe 
wanhopig ze zijn. We hebben een prachtig plan bedacht. De kern 
van het idee was inzicht in je eigen bankrekening waardoor je kunt 
analyseren waar je je geld aan uitgeeft. Als bijvoorbeeld blijkt dat 
je veel geld spendeert aan je telefoon, dan zou je een verzekering 
kunnen afsluiten voor optimale bereikbaarheid.’ 
Dit idee van inzicht in je persoonlijke situatie en persoonlijke 
waarden was ook het vertrekpunt voor een andere benadering 
van de ouderenzorg. ‘Door uit te gaan van de zelfstandigheid en 
de zorg te richten naar de manier waarop ouderen gewend waren 
te leven, ontstaat er een nieuwe dialoog tussen zorgprofessionals 
en de bewoners van verzorgingshuizen. Met Lable Care maken 
we het mogelijk om individuele zorgbehoeften te verbinden 
met het zorgaanbod. Tegelijkertijd wordt de beschikbare tijd en 
geld inzichtelijk gemaakt. Snel daarna ontdekten we dat Lable 
Care ook uitermate geschikt is om stapels papieren protocollen 
overbodig te maken door de informatie op de juiste plek aan 
te bieden. Zo wisten we een protocol van veertig A4’tjes terug 
te brengen naar één! Als je eens wist hoeveel er dubbel wordt 
geregistreerd in de zorg! Daarom is ons devies dat je nooit 
tweemaal hetzelfde in hoeft te vullen. Daar zit voor ons de essentie 
van eenvoud.’ 
Wijgmans sluit niet uit dat Lable zich de komende jaren ook met 
hele andere maatschappelijke doelen bezig zal gaan houden. 
‘We zijn bijvoorbeeld bezig met het onderwijs. En laatst hebben 
we een klus gedaan in de Jeugdzorg. Een organisatie in de 
Jeugdzorg benaderde ons omdat het platform dat ze net voor 
veel geld hadden laten bouwen voor jongeren, hun ouders en 
jongerenwerkers nauwelijks gebruikt werd. Zouden jullie nou niet 
eens kunnen inventariseren wat die jongeren echt bezighoudt? 
En oh ja, het budget is zo goed als op,’ zegt Wijgmans lachend. 
‘Oké, als jullie een hele bijzondere locatie regelen waardoor die 
jongeren zich speciaal voelen en zorgen voor goed eten gaan wij 
een dag gratis brainstormen met die jongeren over dat platform. 
Blijkt dat die jongeren eigenlijk hele normale dingen willen: een 
baan, een vriendin, goed met geld om kunnen gaan. We zijn nu 
aan het kijken om dat platform zo om te bouwen dat ze per doel 
iemand kunnen uitnodigen die hen daarbij kan helpen zodat ze 
een eigen leven kunnen opbouwen. Dat is toch gaaf!’ 
Bedrijf: Lable 
Waar: Leeuwarden 
Activiteit: Het creëren van 
maatschappelijke waarde 
Aantal medewerkers: 14 
Wat: Nieuw organiseren, 
ontwikkelen talent 
www.lable.org 
25 26
B essenkool: Twentse innovatie 
27 28
30 
Waarom schakelen olie- en gasmaatschappijen een meer dan 
110-jarig bedrijf uit Almelo in voor de productie van kleppen, 
containers en turbines? En waarom krijgt ditzelfde bedrijf de 
opdracht om de enorme metalen klok voor de Olympische 
Spelen te fabriceren? Over vakmanschap, het delen van 
verantwoordelijkheden en technologische hoogstandjes 
in Twente. 
In de gigantische fabriekshal van machinefabriek Boessenkool 
aan de Turfkade in Almelo ligt een enorme metalen schijf 
ter grootte van een gemiddelde woonkamer. Het ding is van 
massief staal, zegt directeur Eelco Osse met enig ontzag in zijn 
29 
stem, en weegt tonnen. De schijf is onderdeel van een prototype 
van een gigantisch vliegwiel dat moet gaan fungeren als opslag 
voor elektriciteit. ‘Zie het als een enorme batterij, maar dan 
met een rendement van 98 procent of meer.’ Toen Osse zijn 
medewerkers vertelde over de opdracht, reageerden zij in eerste 
instantie afwijzend. “Dat kan nooit,” zeiden ze. 
Boessenkool: Twentse innovatie
Het punt is namelijk dat als zo’n vliegwiel eenmaal gaat draaien, 
er zulke gigantische krachten op komen dat het nauwelijks nog 
te controleren is. Er hoeft maar één klein lasnaadje verkeerd te 
zitten en het ding vliegt uit de bocht. Of de as breekt, met alle 
rampzalige gevolgen van dien. Kijk, dat vind ik dan een mooie 
uitdaging.’ Of het gaat lukken, is op het moment van schrijven 
nog niet bekend. Maar het tekent de hi-tech uitdagingen 
waar Osse zijn bedrijf voor stelt. Osse nam het bedrijf acht 
jaar geleden over van zijn vader en neemt naar eigen zeggen 
meer risico’s dan zijn voorganger. ‘Ik heb werktuigbouwkunde 
gestudeerd, mijn vader weg- en waterbouw. Daardoor kan ik bij 
de klant zowel technisch als commercieel goed meepraten. 
De uitdaging ligt er vooral in om het personeel mee te krijgen, 
want zij zijn toch wat voorzichtiger. Dus ik drop soms dingen 
in de groep. Hun eerste reactie is vaak: dat kan niet. Maar dan 
gaan ze erover nadenken en zeggen ze: “Als we het zo en zo 
doen, kan het misschien wel.” Dat is zo mooi om te zien. 
Onze grootste klant op dit moment kwam bij ons met een 
vraag waarvan het voltallige personeel zei dat het niet kon. 
Ik ben blij dat ik ze heb kunnen overtuigen.’ 
Ketting 
Naast een vliegwiel voor energieopslag maakt Boessenkool 
allerlei onderdelen van metaal, van tanks en koppelingen 
voor de opslag en transport van olie en gas op zee, vulpistolen 
voor autogas tot onderdelen voor bakkerijproductielijnen en 
hijskranen. ‘Hoe uitdagender, hoe beter,’ zegt Osse lachend. 
‘Neem bijvoorbeeld die koppelingen voor olie op zee: daar staat 
een druk op van 500 bar. Maar het mag natuurlijk niet gaan 
lekken, zoals destijds in de Golf van Mexico.’ Osse laat een 
gigantische metalen ovalen ring zien. ‘Kijk, dit wordt gebruikt 
om een drijvende opslag voor olie voor de kust van Nigeria mee 
te verankeren. De zee is daar drieduizend meter diep, dus daar 
heb je heel wat van deze kettingen voor nodig.’ 
Osse is zich er sterk van bewust dat hij dergelijke technologische 
uitdagingen niet in zijn eentje aankan. ‘Ik kan wel allemaal 
leuke dingen bedenken, maar de mensen op de werkvloer 
moeten het waarmaken, elke dag weer. Je doet het als team; 
als een van de schakels niet sterk genoeg is, breekt de ketting.’ 
De manier waarop Osse deze ketting aan elkaar smeedt, is door 
vooral open en duidelijk te communiceren. ‘Mensen herkennen 
en erkennen in hun kennis en vaardigheden, daar begint 
het mee. Vertellen waar je mee bezig bent en ze betrekken 
bij de uitdagingen waar je voor staat. Daardoor gaan ze met 
je meedenken en hoef je minder te sturen.’ Osse geeft het 
voorbeeld van die zaterdag dat hij langs het bedrijf reed 
en ontdekte dat er allemaal auto’s voor de poort stonden. 
Toen Osse de fabriekshal binnenliep, bleek een deel van het 
personeel aan het werk te zijn op hun vrije zaterdag. 
“Wie heeft dit geregeld?”, vroeg ik. “Wij zelf,” was het antwoord. 
“Heb je gezien hoeveel werk er ligt?” 
31 32
Cursus 
Naast ze te betrekken bij de uitdagingen van het bedrijf, 
probeert Osse zijn personeel ook uit te dagen. Een van de 
eerste dingen die hij bijvoorbeeld deed toen hij in 2005 het 
bedrijf overnam, was alle lassers op cursus sturen: ‘We hebben 
allemaal vakmensen in dienst, mensen met vele jaren ervaring, 
maar bijna niemand had een certificaat. Als je in de olie- en 
gasindustrie wilt werken, heb je dat gewoon nodig. 
“Jongens, we gaan met z’n allen op cursus,” zei ik. 
Dat stuitte eerst natuurlijk op weerstand: “Ik doe dit werk al 
twintig jaar, wou je mij gaan vertellen hoe ik moet lassen?”, 
dat soort reacties. Maar uiteindelijk heb ik ze over de streep 
kunnen trekken; dat is een van de beste dingen die we konden 
doen. 
Deze manier van werken legt Boessenkool geen windeieren. 
Het bedrijf groeit jaarlijks met circa tien procent en heeft zijn 
orderportefeuille gevuld. In 2011 nam Osse bovendien het 
bedrijf Thomassen Machining over in Rheden. 
‘Daar maken ze machineonderdelen van gietijzer. Ook een 
prachtig bedrijf met hele mooie vooruitzichten.’ De grootste 
uitdaging voor Osse is om goede mensen te vinden. ‘Het vak 
leren ze allang niet meer op school, dat moeten wij ze hier 
bijbrengen. Die kans krijgen ze hier volop; ze beginnen met 
de kleine machines en groeien langzaam door naar meer 
verantwoordelijkheid. 
En als ze een keer een fout maken, moet je ze niet meteen 
afstraffen. Niemand vindt het leuk om fouten te maken. Je kunt 
beter met elkaar kijken hoe je het de volgende keer beter kunt 
doen.’ 
Bedrijf: Boessenkool 
Waar: Almelo 
Activiteit: Machinebouw en 
metaalbewerking 
Personeel: 45 
Wat: Medewerkers betrekken, 
interne opleiding, technologische 
innovatie 
www.boessenkool.com 
33 34
35 36
Food Connect: scoren als team 
Hoe houd je de cultuur goed als je in twaalf jaar tijd groeit 
van nul naar ruim honderd medewerkers? Het Almelose Food 
Connect vond een metafoor in het voetbal, waar alle spelers 
even belangrijk zijn en het publiek (de klant) als je het goed doet 
je fan. ‘Wij vinden het heel normaal wat we doen.’ 
‘Dit is onze linkermiddenvelder,’ zegt Benno Schildkamp als 
we in de gang van Food Connect een medewerker tegenkomen. 
‘Hij was eerst linksachter, toen linksbuiten, maar hij heeft 
uiteindelijk toch gekozen voor een rol op de as van het veld.’ 
De medewerker krijgt een brede grijns op zijn gezicht, geeft 
een hand en loopt door. ‘Kijk, dat is het, hè: die jongens 
begrijpen meteen waar je het over hebt en ze zijn trots dat ze 
een belangrijke rol vervullen in het bedrijf.’ Al pratende opent 
Schildkamp een grote schuifdeur naar een koelruimte. 
Een vrouw in een dikke winterjas, een muts op haar hoofd en 
grote wanten aan haar handen staat er dozen uit te pakken. 
37 38
‘Het is hier achttien graden onder nul,’ legt Schildkamp uit. 
‘Ik vind dat ik overal in het bedrijf een dag mee moet lopen, 
maar dat is echt koud, kan ik je verzekeren. Na een uur begon 
ik me al af te vragen of het niet eens tijd voor een pauze was. 
Als je hier kunt werken, heb ik daar echt diep respect voor.’ 
Als we weer in de warme gang staan, zegt hij: ‘In de meeste 
organisaties staan die mensen dus helemaal onderaan de ladder. 
Bij ons staan ze in de verdediging en zijn ze net zo belangrijk 
als de spitsen of de middenvelders.’ 
Schildkamp gebruikt voetbal als metafoor voor het bedrijf waar 
hij mede-directeur van is, Food Connect. Hij schreef er zelfs 
een boek over, Voetballend ondernemen, en geeft er lezingen 
over. Oud-doelman Hans van Breukelen noemde het een van 
de indrukwekkendste verhalen die hij in jaren had gehoord. 
‘Wij vinden het heel normaal, wat we doen,’ zegt mede-directeur 
en statutair eigenaar van Food Connect Wim 
Swier, ‘maar dat is het kennelijk toch niet.’ Swier begon zijn 
loopbaan als topkok, werkte een aantal jaren voor Profood van 
Johma-oprichter Johan Schreur en begon in 2001 vanuit zijn 
garage samen met zijn vrouw een eigen maaltijdservice. Het 
bedrijf groeide hard, zeker toen Swier de keuze maakte om de 
maaltijden ook helemaal zelf te gaan produceren. ‘We groeiden 
in één klap van vijftig naar honderd man. Hoe organiseer je 
dat? Ik denk dat de meeste ondernemers daarin vastlopen.’ 
Machinebureaucratie 
Nu had Schildkamp tijdens zijn bedrijfseconomische 
opleiding de organisatiemodellen van Mintzberg gehad, 
maar daar herkende hij zich totaal niet in. ‘Een student van 
de Hogeschool die bij ons stage liep stelde vast dat wij een 
‘machinebureaucratie’ zouden zijn, maar voor mijn gevoel 
klopte daar niets van. Het stond zover af van hoe wij met elkaar 
omgaan. In onze ogen is iedereen gelijkwaardig, en zijn er 
helemaal geen rangen en standen bij Food Connect. Dus was ik 
op zoek naar iets anders.’ Dat andere kwam toen Schildkamp 
zijn zoontjes meenam naar het stadion van voetbalclub FC 
Twente. ‘Die jongens waren daar zo vol van, en ’s avonds 
maakten ze een tekening van een stadion. Toen dacht ik: 
dat is het: de organisatie als stadion.’ 
Een van de voordelen van deze metafoor was dat er ruimte 
is voor de klant. ‘In de meeste organisatiemodellen speelt die 
geen enkele rol, maar in het stadion is de klant het publiek 
dat op het veld kijkt naar de verrichtingen van het team. 
En als je goed speelt, zijn het je fans.’ Een ander voordeel van 
het model is dat iedereen een even belangrijke rol speelt: 
‘Je hebt verdedigers en aanvallers, verzorgers en de 
terreinknecht, de kaartverkoop en de coach. En iedereen is 
even belangrijk voor de prestaties van het team. Als een van 
hen niet goed functioneert, draait het hele team niet lekker.’ 
Als een speler niet tot zijn recht komt in een bepaalde positie, 
kun je hem of haar wisselen en op een andere positie proberen. 
39 40
‘We hebben mensen die al vier keer gewisseld zijn van functie,’ 
vertelt Swier. ‘Zo hebben we een kok die ooit begonnen is 
als chauffeur…’ ‘Die is van keeper naar de linksback positie 
verhuisd,’ zegt Schildkamp. Swier weer: ‘…hij komt nu 
helemaal tot zijn recht. Als je ergens zelf voor kiest, dan ga je 
ervoor. Je bent gemotiveerd om te leren, wordt er steeds beter 
in en dan wordt het steeds leuker.’ 
Trots ‘We werken heel erg aan de power of pride,’ vervolgt Swier, 
‘aan de kracht van trots. We doen het met elkaar en niemand 
is meer of minder dan een ander, ook wij niet. We willen graag 
dat ze de maaltijden netjes inscheppen en zich houden aan de 
hygiëneregels, niet omdat wij dat willen of omdat de Inspectie 
dat voorschrijft, maar omdat ze zelf vinden dat het zo moet.’ 
Schildkamp: ‘Een bekende voetbalwijsheid is dat je zo goed 
bent als je laatste wedstrijd. Je kunt nog zulke mooie verhalen 
hebben, maar je moet het wel waarmaken, natuurlijk. 
Elke dag weer.’ 
Voor Schildkamp en Swier is het allemaal de normaalste zaak 
van de wereld: Schildkamp: ‘We spelen geen rol, zo zijn we 
gewoon. Doe maar gewoon. Iemand vroeg mij laatst hoe hoog 
ons verzuim is. 
Ik zei: “Ik heb geen idee, maar ik weet wel hoeveel mensen 
er ziek zijn.” Of het aantal FTE’s; Foute TElling noem ik dat. 
We hebben geen FTE’s, we hebben honderdvijftien mensen 
op de loonlijst, honderdvijftien gezinnen die we voeden en 
honderdvijftien kerstpakketten die we elk jaar bezorgen.’ 
Bedrijf: Food Connect 
Waar: Almelo 
Activiteit: Maaltijdservice 
Aantal medewerkers: 115 
Wat: Voetbal(stadion) als 
organisatiemodel, 
platte organisatie, trots 
www.foodconnect.nl 
41 42
43 44
VVV Zuid Limburg:sterker uit de crisis 
VVV Zuid Limburg heeft in haar 128 jarige bestaan menig crisis 
doorstaan. En elke keer kwam de organisatie er sterker uit naar 
voren. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst: ‘De saamhorigheid 
die je hier vindt, daar krijg ik soms tranen van in mijn ogen.’ 
Anya Niewierra had er dit weekend nog een: een kwispelmoment. 
Een mooie ervaring op het werk die je graag wilt delen met 
je collega’s. ‘Wij proberen het delen van kwispelmomenten te 
stimuleren, omdat dit positieve energie geeft. Ook proberen wij 
steeds weer leuke dingen te bedenken. 
Afgelopen zomer vroegen wij onze collega’s bijvoorbeeld om tijdens 
hun vakantie foto’s te maken van innovatieve winkelconcepten 
waar wij iets van kunnen leren. Vervolgens werden al die plaatjes 
in september in de groep gepresenteerd. Los van het plezier dat 
je met elkaar hebt, maak je zo ook zakelijke massa met elkaar. 
Immers, als je met velen nadenkt, krijg je vaak de meest verrassende 
oplossingen.’ Niewierra is directeur van de VVV Zuid Limburg en 
voor wie daar onmiddellijk associaties mee krijgt van een suffe, 
wat stoffige ambtelijke organisatie is altijd welkom om een keer bij 
45 46
haar op de koffie te komen. Met vlaai uiteraard. Niewierra: 
‘We hebben als stichting weliswaar een ideëel doel, maar onze 
weg om dat doel te bereiken is gewoon commercieel. Ik verzeker 
je dat deze organisatie commerciëler is dan de uitzendorganisatie 
waarvoor ik hiervoor werkte. Het is bovendien een veel complexere 
organisatie, omdat wij niet alleen een financiële relatie met 
gasten hebben, maar ook met ondernemers, de politiek en vele 
andere stakeholders. Daarnaast werken wij met verschillende 
BTW-regimes, draaien Europese projecten en handelen in 
waardepapieren. Toen onze vorige accountant met pensioen ging zei 
hij dat onze boekhouding een van de meest ingewikkelde was die hij 
in portefeuille had gehad.’ 
Yin en yang 
En aan de andere kant is er de historie: ‘We zijn een heel oud 
bedrijf. We bestaan al sinds 1885 en waren daarmee de eerste VVV 
van Nederland. Het toerisme is hier in Valkenburg min of meer 
uitgevonden. We hebben in al die jaren heel wat crises meegemaakt, 
maar zijn daar tot nu toe steeds sterker uit naar voren gekomen.’ 
Een van die crises was de komst van internet, waardoor de VVV 
haar monopolypositie op informatievoorziening voor en over de 
toeristische sector verloor. ‘We kregen in diezelfde periode van de 
politiek de opdracht om te fuseren met alle andere lokale VVV’s in 
Zuid-Limburg. Dat had heel wat voeten in de aarde.’ 
Terwijl Niewierra een hap neemt van haar appelvlaai, vervolgt 
adjunct directeur Edith Kurris: ‘Je moet je voorstellen: de lokale 
VVV’s waren allemaal kleine koninkrijkjes die al jaren op een 
bepaalde manier werkten, en opeens werden ze onderdeel van een 
groot bedrijf. Er moesten procedures komen, er moest een financiële 
administratie worden opgetuigd, voorraadbeheer, automatisering…’ 
Niewierra en Kurris zijn naar eigen zeggen de yin en yang van de 
VVV Zuid Limburg; Niewierra de vrouw van de vergezichten, 
Kurris meer van de praktische zaken. Vanaf het begin was voor 
beide duidelijk dat de VVV commerciëler moest worden. Niewierra: 
‘We komen allebei uit een ondernemersgezin en vinden het niet 
meer dan normaal dat je ook als Stichting met een maatschappelijke 
taak probeert om zo min mogelijk afhankelijk te zijn van subsidies. 
Omdat je anders een speelbal blijft van de politiek en je om de 
vier jaar met een koerswijziging wordt geconfronteerd.’ Kurris: 
‘Maar ook om mee te kunnen bewegen met de markt. We hebben 
drie klantgroepen; de toerist, de ondernemer en de overheid. 
En om je in dat krachtenveld staande te houden, moet je flexibel 
kunnen inspelen op de vraag van je klanten.’ Niewierra: ‘Dan gaat 
het dus niet alleen om geld verdienen, maar vooral om diensten 
aan te bieden waar ook vraag naar is.’ Kurris: ‘Waartoe zijn wij 
op aard? Dat is eigenlijk de kern. De VVV speelt een belangrijke 
rol in de economische ontwikkeling van de regio, zeker in een 
gebied als Zuid Limburg dat voor een belangrijk deel afhankelijk 
is van het toerisme. Van die opdracht moet je je continu bewust 
zijn, en die moet je ook zo goed mogelijk uitdragen aan het team.’ 
47 48
Niewierra weer: ‘Toen we begonnen, waren we voor veertig procent 
commercieel, nu tachtig procent. We zullen altijd afhankelijk blijven 
van subsidie, want sommige dingen krijg je nooit commercieel. 
Bijvoorbeeld het onderhoud van wandelpaden. Ja, of je moet aan het 
begin van zo’n pad geld gaan vragen, maar ik denk dat niemand dat 
wenselijk vindt.’ 
Kippenvel 
Een crisis kan soms helpen om een gevoel van saamhorigheid te 
kweken, is de ervaring van Niewierra en Kurris. Zoals in 2002, toen 
de VVV tijdens de euro-conversie door een administratieve fout 
van haar rechtsvoorgangers technisch failliet raakte. Niewierra: 
‘Ik krijg nog kippenvel als ik er aan terugdenk. Het ging om VVV-bonnen 
die als eigen vermogen op de balans stonden van enkele 
overgenomen VVV’s, terwijl deze bonnen ooit via de Stichting 
VVV Geschenkbon in consignatie waren geleverd. Toen de 
guldenbonnen in eurobonnen moesten worden geruild, kwam dit 
pas aan het licht, ruim drie jaar na ontmanteling van die voormalige 
VVV’s. Toen hebben we echt wel even in de rats gezeten. Maar 
vanaf het begin hadden we ook het gevoel: we gaan hier samen 
uitkomen. Het was moeilijk, we hebben flinke offers gevraagd van 
iedereen, maar het is gelukt. We zijn overigens vanaf het begin 
open geweest over de financiële situatie die was ontstaan en hebben 
ook samen met het team de koers bepaald om er weer bovenop te 
komen. Ook moeilijke besluiten zijn als collectief genomen. 
Dat heeft voor een enorm gevoel van saamhorigheid gezorgd.’ 
Sindsdien worden de beide directeuren niet zo heel snel meer bang 
van een crisis of tegenslag. Kurris: ‘We zitten al in de vierde of vijfde 
fase van dit bedrijf en elke dag verandert er wel wat. Je moet ook 
niet bang zijn voor veranderingen, maar wel goed uitleggen waarom 
we op ontwikkelingen willen inspelen.’ Niewierra: ‘En steeds vaker 
komen medewerkers zelf met voorstellen. Bijvoorbeeld Limburg 
Ontmoet. Dat is een idee van een collega uit het Heuvelland. 
Daar zitten heel veel kleine ondernemers en zij had moeite om ze 
allemaal regelmatig te zien. Kunnen we nou niet iets bedenken dat 
die ondernemers een keer bij elkaar komen? Ga maar doen, was 
onze reactie. Ze heeft wat mensen bij elkaar gezocht, een sponsor 
geregeld, en een geweldige middag in elkaar gezet; dat was gelijk 
een grote hit. Nu doen we dat een keer in de twee, drie maanden; 
we nodigen een expert uit, en hebben elke keer een volle hut.’ 
Kurris: ‘Zo ontstaat er niet alleen interactie met de buitenwereld, 
maar ook intern. Wij weten dat wij elkaar nodig hebben om iets te 
bereiken. Samen zijn wij de VVV.’ Niewierra: ‘Het basiswoord hier 
is vertrouwen. Het komt goed.’ 
Bedrijf: VVV Zuid Limburg 
Waar: Valkenburg 
Activiteit: Aanjagen toerisme 
Aantal medewerkers: 116 
(inclusief 40 vrijwilligers) 
Wat: Fusie, medewerkers uitdagen 
en betrekken, commerciële 
activiteiten 
www.vvvzuidlimburg.nl 
49 50
51 52
Case - Netvlies 
Het is een dilemma waar veel jonge ondernemingen mee te maken 
krijgen: hoe manage je de snelle groei, maar behoud je wel je 
snelheid en creativiteit? Bij het internetbedrijf Netvlies in Breda 
zochten en vonden ze een creatieve oplossing, die toevallig wel wat 
weg heeft van de methode voor softwareontwikkeling scrum. 
‘Ik sta verbaasd hoe gemakkelijk het gaat.’ 
Het is alsof de tijd heeft stil gestaan en we ons nog middenin de 
internethype van de jaren negentig bevinden. Er is het hippe 
kantoorpand in het centrum van de stad, er is de lunchruimte 
waar de voornamelijk jonge medewerkers nog elke dag in 
gezamenlijkheid hun boterhammetjes smeren en er zijn die 
bekende, frivole werkplekken met persoonlijke snuisterijen waar 
deze creatieve generatie om bekend staat. Netvlies in Breda is dan 
ook een van de overlevenden van het booming dotcomtijdperk. 
Gestart in 1997 door drie ondernemers van amper zestien 
jaar oud liftte het bedrijf vrolijk mee op de golven van het 
internetenthousiasme. Totdat de klap kwam, en ook Netvlies last 
kreeg van economische tegenwind. Op dat soort momenten wreekt 
53 54
zich het ontbreken van een formele, duidelijke structuur en gaan 
de meeste bedrijven over tot het aanstellen van management en 
staffuncties. Zo ook Netvlies. ‘Toen we tien medewerkers in dienst 
hadden, kregen we onze eerste projectmanager,’ herinnert Tomas 
van den Nieuwendijk zich. ‘Vanaf vijftien, twintig man kregen we 
afdelingen en afdelingsmanagers. Eigenlijk heel klassiek allemaal, 
noem het macht der gewoonte.’ 
Van den Nieuwendijk kwam in 2003 bij het bedrijf en werd in 2006 
aangesteld als algemeen directeur. Vanuit die functie is hij steeds 
op zoek geweest naar een organisatiestructuur die bij het jonge 
en creatieve bedrijf zou passen. ‘Ik heb altijd het idee gehad dat 
ik het anders wilde doen, dat ik op een gelijkwaardig niveau met 
medewerkers wilde omgaan. Maar het sluipt er in, al die laagjes 
en functies.’ Maarten Verstraeten, business developer, vult aan: 
‘We probeerden wel plat te zijn en we riepen het ook heel hard 
tegen elkaar, maar mensen voelden dat niet zo. We waren mensen 
bijvoorbeeld heel erg aan het pushen om zich te ontwikkelen, maar 
dat kwam nauwelijks uit de verf.’ Van den Nieuwendijk: ‘Bovendien 
merkten we dat door al die laagjes en functies de afstand tussen de 
ontwikkelaar en de klant steeds groter werd. Er kwam een steeds 
grotere kloof tussen wat iemand hier aan het maken is en wat de 
klant wil. Dat is natuurlijk een hele slechte ontwikkeling, want 
wij moeten het juist hebben van onze toegevoegde waarde, van 
oplossingen die de klant helpt zijn doelstellingen te verwezenlijken. 
Daarmee kunnen we ons onderscheiden van alle zzp’ers die ook een 
website kunnen bouwen.’ 
Rollen 
Om deze problemen het hoofd te bieden, nam Van den Nieuwendijk 
contact op met Bureau Baarda. Dit adviesbureau uit Waalwijk is groot 
geworden in beloningsadvies, maar legt zich de laatste jaren steeds 
meer toe op organisatieadvies. Volgens oprichter en directeur Rolf 
Baarda heeft het traditionele beloningssysteem afgedaan, omdat het 
geen recht doet aan de werkelijke verschillen die er tussen mensen zijn. 
Het is bovendien te star om de snelle veranderingen in organisaties 
het hoofd te bieden. Hij ontwikkelde daarom het Model Baarda, dat 
uitgaat van rollen die heel precies het probleemoplossend vermogen 
van medewerkers beschrijven. ‘We zijn begonnen bij de directie,’ 
vertelt Van den Nieuwendijk, ‘wat is je droom? Waar wil je dat Netvlies 
naartoe gaat? Hoe kun je die droom verwezenlijken? Welke rollen 
horen daarbij?’ Al snel werd de hele organisatie bij dit denkproces 
betrokken. Verstraeten: ‘We hebben een sessie gehouden met het hele 
bedrijf en iedereen gevraagd: hoe zouden jullie graag willen werken? 
We wilden namelijk voorkomen dat het alleen maar een verhaal van 
de directie zou worden, maar dat medewerkers zich er ook echt bij 
betrokken voelden. Daar kwam onder meer uit dat onze mensen graag 
hun eigen project zouden willen kiezen. Daarop hebben we een soort 
interne markt gecreëerd waar mensen zich kunnen aanmelden voor 
een bepaald project. Bij die projecten werken we in teams die een grote 
mate van zelfstandigheid hebben. De teams beheren bijvoorbeeld hun 
eigen planning en budget. Ze kunnen daardoor makkelijker schuiven 
binnen de verschillende kostenposten als ze daarmee denken beter aan 
55 56
de vraag van de klant te kunnen voldoen.’ Uiteindelijk kwam Netvlies 
uit op twaalf rollen op vier verschillende niveas: junior, medior, kern en 
senior. Bij elke rol hoort een bepaald soort gedrag en een bijbehorende 
beloning, die voor iedereen nu volstrekt helder is. ‘Daardoor spreken 
mensen elkaar ook makkelijker aan: “Je zit in die rol, maar ik zie je niet 
in die rol acteren.” Het gaat er namelijk niet om hoe je jezelf ziet, maar 
hoe de omgeving jou ziet. Wat is de toegevoegde waarde die je biedt 
aan de organisatie? Door dat open en transparant te maken, gebeurt er 
van alles in de organisatie.’ 
Scrum 
Zo heeft Van den Nieuwendijk het als algemeen directeur een 
stuk minder druk gekregen sinds de invoering van de nieuwe 
organisatiestructuur. Werd hij in het verleden voor elk wissewasje lastig 
gevallen, tegenwoordig lossen medewerkers problemen veel meer zelf 
op. ‘Je merkt dat mensen zelf verantwoordelijkheid nemen, er ontstaan 
nieuwe initiatieven, er wordt harder gewerkt… Ik sta eigenlijk verbaasd 
hoe gemakkelijk dat gaat. En natuurlijk kom je ook problemen tegen, 
mensen van wie je het gevoel hebt dat ze niet op hun plek zitten. 
Die gaan we helpen om een plek te vinden waar ze beter tot hun recht 
komen.’ Om de groei van medewerkers te bevorderen heeft Netvlies 
een ‘groeicoach’ aangesteld. Die kijkt samen met de medewerkers naar 
hun gedrag en adviseert ze indien gewenst hoe ze dat gedrag kunnen 
verbeteren. Hoewel het verandertraject nog maar net is afgerond, 
kunnen ze bij Netvlies toch al wat mooie resultaten bijschrijven. 
Zo is het toch al lage ziekteverzuim van 1,48 procent nog verder 
gedaald naar minder dan 1 procent. De omzet is in de eerste helft van 
2012 gestegen met 24 procent, en dat in deze moeilijke economische 
tijden. Maar nog belangrijker vind Van den Nieuwendijk de positieve 
reacties in de markt: ‘We krijgen veel sollicitanten die graag bij ons 
willen werken omdat ze gehoord hebben hoeveel vrijheid ze hier 
krijgen. En we halen nu 80 procent van onze omzet uit bestaande 
klanten: dat zegt toch ook wel wat.’ Volgens Van den Nieuwendijk en 
Verstraeten past de organisatiestructuur van Netvlies nu veel beter bij 
het bedrijf dat het wil zijn en de mensen die er werken. Verstraeten: 
‘Het lijkt op de methode voor softwareontwikkeling scrum, waarbij je 
ook in teams werkt met een grote mate van zelfsturing. We probeerden 
eerder ook wel met scrum te werken, maar dat paste niet goed bij 
onze oude structuur. Nu gaat dat een stuk beter.’ ‘Maar we zijn er nog 
niet, hoor,’ waarschuwt Van den Nieuwendijk, ‘we zijn nog maar net 
begonnen. We hebben een paar goede stappen gezet en nu is het vooral 
zaak om het steeds robuuster te maken.’ Verstraeten: ‘Ik denk dat je 
er ook nooit klaar mee bent; het is een continu proces.’ Bij dit proces 
wordt Netvlies begeleid door Raoul Rossou, De Groeicoach, die het 
bedrijf heeft aangemeld voor de verkiezing ‘Het slimste bedrijf van 
Nederland 2012’ in november. 
Bedrijf: Netvlies 
Waar: Breda 
Wat: Internetdiensten 
Personeel: Circa 40 
Wat: Rollen ipv functies, werken 
in teams met veel bevoegdheden, 
aandacht voor persoonlijke 
ambities medewerkers 
www.netvlies.nl 
57 58
Montapacking: 
59 60
Montapacking: werken naar vermogen 
Edwin van der Ham van Montapacking laat zich keer op keer 
verleiden om structuren en regeltjes in te voeren in zijn snel 
groeiende bedrijf. En keer op keer loopt hij dan tegen muren 
aan. Terug naar de basis, is dan het devies. ‘Doe je werk 
gewoon goed, dan komt de klant vanzelf.’ 
Zeven blije gezichten kijken mij aan als ik de ruimte van de 
dagopvang voor mensen met een geestelijke beperking in het 
Gorinchemse bedrijf Montapacking binnenstap. 
Een jongen steekt zijn handen in de lucht: ‘Yes, we komen in 
de krant,’ roept hij enthousiast. Directeur Edwin van der Ham 
had de groep verteld dat er een journalist zou komen, en nu is 
het dan eindelijk zo ver. Ze gaan vrolijk lachend op de foto en 
hebben weer een verhaal te vertellen in het huis waar ze wonen. 
‘Dat is zo waardevol,’ zegt Van der Ham even later nadat we 
afscheid hebben genomen en door een ander gedeelte van het 
bedrijf lopen. ‘Die mensen zijn zo dankbaar en blij. Ze hebben 
werk, net als hun broers en zussen die geen beperking hebben. 
Dat zeg ik ook wel eens als ik andere mensen hoor klagen: 
61 62
kijk eens naar hen. Die hebben niet half zoveel meegekregen 
als jij, maar zijn elke dag blij dat ze weer mogen werken.’ 
Voor Van der Ham is het allemaal heel eenvoudig: doe je werk 
gewoon goed, dan komt de klant en het resultaat vanzelf. 
Hij kijkt daarbij verder dan de buitenkant van mensen. 
Niet alleen geeft hij de mensen van de dagopvang een zinvolle 
dagbesteding, ook probeert hij mensen met een zogeheten 
afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te krijgen. Zoals 
Ben, een 57-jarige schilder die enkele jaren geleden met zijn 
schildersbedrijf failliet ging. ‘Een echte vakman, maar hij 
kreeg ineens te maken met gemeenten die alles openbaar 
gingen aanbesteden. Schilderen kan Ben als de beste, maar 
in allerlei formulieren invullen is hij gewoon niet zo goed.’ 
Via het UWV kwam hij bij Montapacking terecht, waar hij 
eerst het nieuwe bedrijfspand mocht schilderen, maar daarna 
als productiemedewerker aan kon blijven. ‘Een gouden vent. 
Als er overgewerkt moet worden, is Ben er altijd. Niet zeuren, 
gewoon doen.’ 
Spoedorder 
Van der Ham nam het bedrijf in 1999 over. Toen was het nog 
een eenmanszaak, maar sindsdien groeide het bedrijf met 
gemiddeld 25 procent per jaar. In 2011 kende Montapacking 
zelfs een groei van 40 procent. ‘En we doen nauwelijks aan 
acquisitie, hè. Als een klant eenmaal binnen is, blijven ze 
vaak ook wel.’ Die klanten variëren van grote multinationals 
als Microsoft, Apple tot L’Oréal en Sanoma. Voor deze en 
andere klanten voorziet Montapacking de producten van 
speciale verpakkingen, handelt het de internetbestellingen af 
en verzorgt het de warehousing. ‘Inpakken is niet moeilijk, 
maar op het juiste moment en op de juiste manier wel. Voor 
een klant als Apple leveren wij bijvoorbeeld de dozen waarin ze 
de iPhones, iPads en computers terugsturen die voor reparatie 
worden aangeboden. Zij weten aan het einde van de dag van te 
voren exact hoeveel dozen ze de volgende morgen vroeg nodig 
hebben. Als wij één doos teveel of te weinig leveren, is dat 
reden voor een gesprek.’ 
Dat soort processen moet daarom goed gestroomlijnd zijn. 
Van der Ham krijgt regelmatig adviseurs over de vloer die 
hem vertellen hoe hij dat zou moeten organiseren. Soms laat 
hij zich dan verleiden om hun adviezen over te nemen. Zoals 
in 2007. ‘Ik had een accountmanager, een kwaliteitsmanager 
iemand die personeelszaken deed, ik had afdelingen gecreëerd, 
maar ik werd hoe langer hoe ongelukkiger. Als een klant met 
een spoedorder komt, proberen we die er nog even tussendoor 
te passen. Dat kon opeens niet meer, want dat vond de 
kwaliteitsmanager het nodig om ook nog even er naar te kijken, 
met als gevolg dat de order al bij de concurrent verwerkt was 
voordat onze kwaliteitsmanager er naar gekeken had. Daar 
werd ik echt helemaal gek van, wij konden onze klanten niet 
63 64
meer helpen zoals wij dit wilden doordat we steeds meer op 
een ambtelijke organisatie begonnen te lijken. Ik had hier echt 
stress van, en voelde wel heel goed, dat dit niet was waarom 
ik ondernemer was geworden destijds. Gelukkig kwam ik toen 
dat boek tegen van Eckart Wintzen, over die cellen. Ja, dacht 
ik, dat gaan wij ook doen. Dus ik heb vier cellen gemaakt, 
ieder met een eigen manager, en sindsdien loopt het weer op 
rolletjes.’ 
Schoon schip 
‘Je trapt er toch iedere keer weer in,’ zegt Van der Ham 
enigszins mismoedig. ‘Dan ga je allemaal structuren en regeltjes 
maken die eigenlijk niet bij je passen, maar waarvan je denkt 
of je omgeving vindt dat je het zo moet doen. We werken 
bijvoorbeeld voor een aantal voedingsbedrijven en die willen 
dan een procedure waarin ieder uur wordt gecontroleerd of er 
geen haar in het product zit. Wat veel belangrijker is, is aan je 
mensen uitleggen hoe belangrijk een goede hygiëne is. Hoe zou 
jij het vinden als je een haar in je kroket zou vinden? Natuurlijk 
hebben we ook procedures, maar zo min mogelijk. Ik vertrouw 
veel liever op het gezonde verstand van medewerkers dan op 
een lijstje wat ze af moeten kruisen.’ 
Om de zoveel tijd probeert Van der Ham daarom weer schoon 
schip te maken. Hij wordt daarin begeleidt door Caroline 
Rijnbeek van de MKB Krachtcentrale, die al dertien jaar met 
de ondernemer spart en hem met raad en daad bijstaat. ‘Vijf 
maanden geleden had ik het gevoel: het wordt hier rommelig op 
de werkvloer. Dat is geen goed teken, in de logistiek moet het 
gewoon altijd opgeruimd zijn. 
Wat is er aan de hand? Dan blijkt dat we toch weer laagjes 
hebben gecreëerd, eigenlijk ongemerkt. Dat realiseerde ik 
me bij één van onze vestigingen. We werken daar meestal 
met een vaste vervoerder, maar kregen daarnaast nog een 
andere vervoerder erbij. Dus ik zeg tegen een leidinggevende: 
“Let erop dat de pakketjes voor de ene vervoerder niet in de 
karretjes van de andere vervoerder terechtkomen.” En prompt 
ging het mis. Door de verschillende lagen wordt communicatie 
vaak afgezwakt. Eén van de productiemedewerkers had er nog 
een vraag over gesteld, maar geen goed antwoord gekregen. 
Kijk, daar kan ik dus helemaal gek van worden, hè. Dus nu 
gaan we ook intern weer cellen maken, gewoon blokken met 
drie lagen: senior, medior en junior. Simpel. Als ik mensen 
vertrouwen geef, krijg ik ook vertrouwen. Mensen zijn vaak 
veel creatiever en slimmer als ze merken dat je ze vrijheid en 
vertrouwen geeft.’ 
Bedrijf: Montapacking 
Waar: Gorinchem 
Activiteit: Verpakken, e-fulfilment, 
warehousing en distributie 
Aantal medewerkers: 70 
Wat: Cellenstructuur, sociaal 
werkgeverschap 
www.montapacking.nl 
65 66
Imagro, 
67 68
op de creatieve broedplaats 
in de groene ruimte 
Middenin het Noord-Limburgse dorpje Ottersum bevindt zich 
de enige creatieve broedplaats op het platteland: Koos&Co’s. 
Roger Engelberts wil zijn klanten, ondernemers en managers 
van grote bedrijven, dichter bij de natuur brengen. ‘Het kan 
geen kwaad om weer even met beide benen in de modder 
te staan. Kruisbestuiving tussen fysieke-groene en mentale-creatieve 
ruimte.’ 
‘Dit is onze werkvloer, ons wijland met lange ij,’ zegt Roger 
Engelberts terwijl we vanaf een dijk over een groen weiland 
uitkijken. ‘De natuur is een hele belangrijke inspiratiebron 
voor ons. Waar de natuur al 14 miljoen jaar innoveert, maken 
wij mensen er een rommeltje van. De natuur heeft adaptief 
vermogen, past zich aan en wacht niet af. Dat zou ook voor 
innovatief ondernemerschap moeten gelden. Wij zijn alleen 
de weg met de natuur kwijt. Daarom kan het geen kwaad 
om af en toe weer even terug te keren naar de basis en weer 
even te ‘aarden’. Dat kan op deze plek.’ Engelberts loopt het 
veld door en neemt me mee naar een boomhut die boven het 
69 70
snelstromende riviertje de Niers in een populier is gebouwd. 
Engelberts wijst naar de schors van de boom: ‘Weet je waar dit 
van gemaakt is?’ Ik moet even nadenken, maar roep dan op de 
gok: ‘CO2?’. ‘Precies,’ zegt Engelberts, ‘de stof die wij bijna als 
giftig goedje onder de grond stoppen, daar maakt de natuur al 
duizenden jaren een prachtig product van.’ 
Roger Engelberts runt samen met partner Carlien van Bergen 
Koos&Co’s, creatieve broedplaats in het Noord-Limburgse 
Ottersum. ‘Koos is mijn schoonvader, tachtig inmiddels, die 
hier op het erf zijn levenlang heeft geboerd. De co’s staan voor 
de bedrijfjes die hier samenwerken en elkaar aanvullen.’ Een 
van die bedrijven is Imagro, een communicatieadviesbureau 
dat Engelberts in de jaren negentig oprichtte. Hoewel: zeg geen 
communicatieadviesbureau tegen Engelberts, want daar gelooft 
hij niet in. ‘De wereld van het communicatieadvies is eindig. 
Wij zijn geen communicatiebureau, wij geloven veel meer in een 
integrale aanpak.’ Die aanpak behelst weliswaar de strategie en 
creatie die leidt tot communicatiemiddelen als websites, social 
media, campagnes, maar draait daarnaast steeds meer om 
bewustwording, reflectie en het vrijmaken van creativiteit die in 
ieder mens verstopt zit. 
Duurzaamheid 
Vandaar dat er in de melkstal inspiratiekamers te vinden zijn 
en dat er in de grupstal allerlei bedrijfjes (de andere co’s) zijn 
gehuisvest. Vandaar ook dat Engelberts enige jaren geleden 
het belendende café heeft overgenomen en dat heeft ingericht 
tot Proef Lokaal annex sociale leerplaats Bij Koos. Mensen 
met een verstandelijke beperking serveren er dagelijks een 
lunch gemaakt van regioproducten en maken er handgemaakte 
cadeauartikelen in de eigen pottenbakkerij. ‘Er is geen betere 
duurzaamheid dan het stimuleren van de lokale economie,’ zegt 
Engelberts. ‘Door hier met elkaar samen te werken, ontstaat er 
naast een gun en funfactor iets van waarde.’ 
Engelberts noemt dit de Ottersumse O4-methode: Ont-moeten, 
Ont-dekken, Ont-wikkelen, Ont-ginnen. ‘Door ontmoetingen 
te organiseren, ontdek je een nieuwe wereld. Vooral als het 
branchevreemd is, als je in contact komt met mensen die je in 
je eigen wereld niet zo snel zult tegenkomen, ontdek je nieuwe 
werelden die je inspireren om anders tegen de dingen aan te 
kijken. “Anders kijken is alles zien,” zeggen we ook wel. 
Als je dan vervolgens samen iets maakt, co-creatie, kom 
je veel verder dan wanneer je alleen aan de slag zou gaan. 
Bovendien zul je het dan ook niet zo snel kapot maken, want je 
hebt het samen gemaakt. Zo ontgin je nieuwe markten waar je 
oorspronkelijk geen zicht op had.’ 
Combinaties maken, cross overs, en het lef om dingen anders 
te doen: dat is volgens Engelberts wat de echte ondernemer 
onderscheidt. ‘Iedereen raadde mij af om het café te kopen 
waar nu het Proef Lokaal Bij Koos in is gevestigd. Dat zou 
ik nooit terugverdienen. Misschien niet, maar ik wil reuring 
71 72
veroorzaken, zoveel mogelijk trekkracht creëren. Er moet wat 
gebeuren in dit dorp. Ik wil dat als je met je mensen in een 
vogelkijkhut hebt zitten uitvogelen of een lunch hebt genoten 
van Bij Koos, dat je dat door vertelt aan collega’s van andere 
bedrijven. Zo creëer je behoefte.’ Zo organiseert Engelberts 
samen met een bedrijvendokter een half jaar lang een 
inspiratiereis Op KOERS voor een tiental ondernemers 
uit de omgeving waar ook de plaatselijke Rabobank en 
Gemeente Gennep en Boxmeer genodigd zijn. ‘Na een half jaar 
moet iedereen een concrete vernieuwing of groei leveren. 
Die ambtenaar realiseert zich opeens dat die ondernemer 
‘s nachts wakker kan liggen van de regels die de gemeente hem 
oplegt, de bankdirecteur kijkt verder dan de cijfers alleen en 
de ondernemers inspireren elkaar om nieuwe markten aan te 
boren, om aan te vallen.’ 
Aanvallen 
Aanvallen is ook wat Engelberts doet, juist in deze economisch 
lastige tijden. ‘We willen groeien, ons speelveld verbreden, 
want alleen zo kunnen we hier op het platteland overleven. 
Alleen zo kunnen we bijvoorbeeld jonge creatieve toppers 
aan ons binden en voorkomen dat ze allemaal naar de stad 
trekken.’ Engelberts neemt me mee naar de werkplek van Suzie 
Geenen, huisfotograaf bij Imagro. ‘Suzie had alles wat haar 
hartje begeerde: een leuke baan, huisje, boompje beestje, maar 
toch ontbrak er iets. Ze wilde iets doen voor een betere wereld. 
Ze heeft drie maanden verlof genomen en is naar de grootste 
sloppenwijk van Afrika in Nairobi getrokken. Daar heeft ze 
een modereportage gemaakt van deze enorm sterke vrouwen.’ 
Hij laat een prachtig vormgegeven fotoboek zien waarin stoere 
vrouwen poseren in kleding gemaakt van afval. ‘We hebben 
dit boek via partner FloraHolland aan mogen bieden aan 
de koningin; een dag later belde haar adjudant om nog tien 
exemplaren te bestellen voor de kleinkinderen. 
Dat is natuurlijk heel gaaf.’ Engelberts ondersteunt deze en 
andere initiatieven van medewerkers van harte, omdat hij weet 
dat tevreden medewerkers niet alleen blijven, maar ook geboeid 
blijven. Zijn bedrijf vaart er bovendien wel bij: waar veel 
concurrenten saneren of omvallen, daar houdt Imagro zich nog 
steeds goed staande. ‘We hebben dit jaar onze omzetdoelstelling 
gehaald, ondanks de crisis die met name de communicatiesector 
hard treft. Dat is vooral mooi, omdat we daardoor ook al 
die andere belangrijke dingen kunnen blijven doen, zoals 
talentontwikkeling, werk bieden aan verstandelijk beperkten 
en het stimuleren van de lokale economie.’ 
Bedrijf: Imagro BV op broedplaats 
Koos & Co’s 
Waar: Ottersum 
Activiteit: Strategie & Creatie op 
een Creatieve broedplaats 
Aantal medewerkers: 
Totaal op erf ca 70 
Wat: Co-creatie, medewerkers 
binden en boeien, mvo 
www.koosencos.nl 
73 74
76 
Voor elk probleem 
een 
Samenwerken is een mooi werkwoord. Helaas wordt meestal de spatie 
vergeten tussen samen en werken. Want wil je resultaat oogsten dan zul 
je zaadjes moeten zaaien en samen moeten werken. In dat kader wordt in 
beleidsnotities over wonen, werken, recreëren en consumeren vaak gerept 
over de 4 O’s. Meestal staat dit voor het oude succesvolle OVO drieluik ofwel 
Onderwijs/onderzoek, Voorlichting en Ondernemers. En even vaak wordt 
dit vooral gezien als de weg naar subsidie. Zeker de subsidies die gekoppeld 
zijn aan mainstream gedachtes en grote potten goud die aan het einde van de 
regenboog staan, veelal in de buurt van nieuw te vormen campussen. 
Maar er is ook een andere invulling mogelijk voor de 4 O’s. In het dorp 
Ottersum, in de kop van Noord Limburg, manifesteert zich een leefgroep 
van collega’s onder het dak van Imagro en Koos en Co’s die op basis van 
4 O’s een heel nieuwe visie hebben ontwikkeld. De formule van die leefgroep 
bestaat, hoe simpel kan het zijn, uit 4 werkwoorden die vier stationnetjes 
vormen, vier fasen in de zoektocht naar antwoorden en oplossingen voor elk 
vraagstuk. 
De eerste : Ontmoeten 
Wanneer raakte jij voor het laatst echt geïnspireerd? Grote kans dat het was na 
een ontmoeting met een persoon die je niet eerder kende. Communicatie is 
de kern van de eerste fase van een nieuwe ontmoeting. Elkaar leren kennen. 
Wederzijds begrip en respect. Ontmoeten lijkt soms toeval, maar toeval 
bestaat niet: het valt je toe. In deze fase van een nieuwe ontmoeting ontstaat 
er vaak een ‘toevallige’ nieuwe combinatie. Co-creatie ontstaat als het klikt bij 
deze eerste ontmoeting en vormt zo de belangrijkste stap naar innovatie. 
Met een Nederlands woord kan dat vertaald worden naar kruisbestuiving. 
In het Engels noemen we het een cross-over. Heineken en Krupps die na deze 
eerste van vier O’s de Beertender ontwikkelden, Oral en Philips met hun 
pulserende tandenborstel, Douwe Egberts en Philips en hun Senseo. 
Dit soort co-creatie is zo oud als de weg naar Methusalem. Ouder zelfs 
dan de mensheid: via symbiose doet de natuur niet anders dan samen 
creëren. Het gemengde bedrijf op de zandgronden was om die reden lang 
succesvol. De eerste grote ondernemingen die samen de krachten bundelden, 
120 jaar geleden, waren partijen die in symbiose samen werkten en samen 
spanden om tegenwicht te bieden aan uitbuiting door de gevestigde orde. 
L’histoire se répète: al praten we anno 2014 niet meer over co-operaties 
maar over co-creatie en community’s. En wederom staat de ondernemer 
voor enorme uitdagingen. De maatschappelijke eisen, de doorlopend 
veranderende berg wet- en regelgeving, de geliberaliseerde markt, webshops 
in plaats van winkelplaza’s, prijs- en inkomensdalingen. Oftewel: beperkingen 
en kostprijsverhogende eisen enerzijds en dalende opbrengsten anderzijds. 
Veel ondernemers zinkt de moed in de schoenen wanneer ze dit monstrum 
aanschouwen. Waar is de uitweg voor dit dilemma? 
Nieuwe ontmoetingen vormen het begin van de oplossing. Zij zijn de 
sleutel tot werkelijke, ingrijpende verandering. Persoonlijke ontmoetingen 
met ondernemende collega’s, innovatieve onderzoekers en inspirerende 
buitenstaanders, bieden ondernemers zicht op een nieuw perspectief. 
Waarna communicatie en inspiratie de eerste impuls tot beweging geven. 
De tweede : Ontdekken 
There’s more to explore. Deze fase kenmerkt zich door het samen optrekken 
op weg naar de ontdekking. Niet een vaste route of een vaste bestemming. 
Nee, er is een basisidee door de nieuwe ontmoeting, de nieuwe combinatie. 
En dat basisidee mag wel wat meer ontdekt worden. Letterlijk: het dek of 
deksel mag eraf. De kunst van het weglaten, want minder is meestal écht 
meer. Samen op pad, maar niet om de kortste of snelste route af te leggen. 
Als we naar Rome vliegen zijn we de snelle Japanner die de wereld in een 
week denkt te kunnen zien. Als we het Pieterpad nemen van Pieterburen 
naar de St. Pieter in Rome dan komen we onderweg veel mensen tegen. 
Nieuwe ontmoetingen en nieuwe ervaringen en elke ontmoeting en elke 
75
78 
ervaring maakt ons rijker. En dat is waar het om gaat: om wat er onderweg 
gebeurt. Om de meerwaarde van het samen komen en samen een route 
afleggen. Onderweg verzamelen we de ideeën. Sommige vallen af, nieuwe 
ideeën komen er weer bij. Die toetsen we bij onze expeditiegenoten. En we 
checken of de ideeën nog wel bij onze marsroute passen. Zitten we op het 
goede pad? Laten we een spoor na? We denken niet in begrenzen of grenzen 
maar in verbindingen. Samen ontdekken we wat de ideeën echt beter maakt 
en waar wij het samen over eens zijn. 
De derde : Ontwikkelen 
We hebben ontmoet en vervolgens ontdekt. Nu pakken we het idee bij de kop 
en maken het minder ingewikkeld. Wat is de echte kern van het basisidee, 
van het concept? We gaan het idee dus ontwikkelen. Letterlijk en figuurlijk. 
Daar hoort niet alleen een visueel beeld of een gehoord geluid bij. Het gaat 
ook om de manier waarop waarde in bijvoorbeeld geld wordt omgezet. 
Geld stroomt per slot van rekening naar waarde. Bij het ontwikkelen van 
het idee vullen we dus ook het verdien- of waarderingsmodel in. Omdat die 
waarden het verschil bepalen tussen succes en mislukking. Bij deze fase van 
ontwikkelen gaat het vooral om kunde. In een tijd waarin kennis op straat ligt, 
de wereld een dorp is en kennis letterlijk het internet uitspuit, gaat het juist 
om de toepassing van die kennis. En dat heet kunde. Hier komt het nieuwe 
vakmanschap om de hoek kijken. Dat leer je niet in boeken, dat leer je in 
de praktijk. Een voorbeeld. Bij de uitrol van een nieuwe hospitality campus 
kun je ROC-leerlingen niet via theorie of in het algemeen via ratio leren 
hoe gastvrijheid werkt. Zij moeten het ervaren, zij moeten leren via doen. 
Wat daarbij in onze ervaring goed werkt is uitgaan van het enthousiasme en 
de motivatie van de persoon. Het Rijnlandse model dus, dat vooral uitgaat 
van vakmanschap, verbinden en vertrouwen. Wij leren het maken van een 
product of het ontwikkelen van een dienst veel beter in de praktijk dan 
van een docent. De kunde, dat is de toepassing van kennis, dat is de relatie 
meester – gezel. Werken en samen werken on the job. Niet uit een boek. 
De vierde : Ontginnen 
Nieuwe markthelden en slimme internetondernemers zijn succesvol omdat 
ze behoefte creëren. Zij hebben op tijd in gezien dat ze moeten bewegen. 
Zoals de boeren in de noeste Peel het veen moesten ontginnen om er iets te 
laten groeien, zo moeten wij nu de markt klaar maken voor nieuwe behoeften. 
Had u durven dromen dat u in 2011 met een kleine gevoelige televisie de 
show stal? We noemen het een iPad. Het was er niet, er was ook geen behoefte 
naar maar nu lijkt de wereld niet zonder te kunnen. Dat heet ontginnen. 
Op deze ontginningsweg hebben gerijpte ideeën ondersteuning nodig. 
Niet elke vraag schept zijn behoefte. Niet elk aanbod creëert zijn eigen vraag. 
Waar het om gaat is dat er behoefte gecreëerd wordt. 
Altijd raak 
Deze 4 O’s formule leiden voor elk vraagstuk, hoe netelig of complex ook, 
tot een creatieve oplossing. Het wiel wordt niet telkens opnieuw uitgevonden, 
maar er wordt een bewezen werkwijze gevolgd, een methode die pleit 
voor verbinden en verbonden zijn. Voor een nieuw samen werken, met 
nieuwe verbanden waarin muren worden geslecht en grenzen wegvallen of 
simpelweg worden genegeerd. Want daar liggen de kansen. Zoek elkaars 
cultuurverschillen op, geef de mensen ruimte en extra concurrentiekracht 
valt je toe. Daarbij gaan we in ons geval, in Ottersum, uit van de groene 
waarden. Om een simpele reden: slimmer dan de natuur is, kunnen we 
echt niet worden. Wij geloven dat de natuur vaak de antwoorden voor ons 
heeft en wij willen juist de groene waarden gebruiken om de innovaties en 
oplossingen voor een duurzame toekomst te vinden. Door voordurend ‘anders 
te kijken’ blijven we ‘alles zien’. En hoe meet je dan het resultaat van de 4 O’s 
formule? Voor ons is dat heel eenvoudig. We zien het aan de cijfers, zowel 
aan die van Imagro en Koos en Co’s als aan de concrete resultaten van onze 
klanten. Maar we zien het ook op emotioneel vlak: er wordt telkens weer een 
nieuw verbond gecreëerd van mensen die met oplossingen komen die even 
doeltreffend als verrassend zijn. En dat weet, meet en merkt de klant als eerste. 
Elke dag weer. 
77
80 
JAZO, 
79
van NIKS naar PRET 
Bijna alles had JAZO Zevenaar al geprobeerd om de 
structurele urenoverschrijding op de afdeling Engineering aan 
te pakken. Maar pas toen het hoofd van de afdeling Pascal Bos 
PRET introduceerde, kwam er beweging. ‘We verbieden je niet 
om negatief te doen, maar ga dan lekker even buiten staan.’ 
Ondanks zijn bescheidenheid zou Pascal Bos zo als stand 
up comedian aan de slag kunnen. Het hoofd van de afdeling 
Engineering van JAZO Zevenaar zit vol met grappige en 
beeldende uitspraken. Zoals ‘mopperen en klagen wordt 
overgeslagen.’ Of ‘besproei de planten, niet het onkruid.’ 
Toch heeft Bos niet de behoefte om de lolbroek uit te hangen, 
hij wil gewoon met plezier zijn werk doen. En dat plezier was 
een aantal jaren geleden behoorlijk verpest. ‘Ik kon mezelf niet 
meer zijn. Er hing zo’n negatieve sfeer; iedereen was alleen 
maar met zijn eigen werk bezig en niet met het geheel.’ 
Bos was door de eigenaar van JAZO, Axel Jansen, naar het 
bedrijf gehaald om een hardnekkig probleem op de afdeling 
engineering aan te pakken: tekenaars hadden hun werk zelden 
81 82
binnen de afgesproken tijd af. Jansen wilde niet meteen extra 
investeren in de afdeling, maar eerst onderzoeken of er niet 
efficiënter gewerkt zou kunnen worden, een klus waarvoor hij 
Bos vroeg. Die ging met hulp van Caroline Rijnbeek van de 
MKB Krachtcentrale voortvarend aan de slag. ‘De normale 
route, je kent dat wel: je formuleert een visie, bepaalt een 
strategie, stelt doelen... We hadden een kroeg afgehuurd om 
met elkaar te brainstormen over mogelijke verbeteringen en 
daar kwamen hele goede ideeën uit. Echt hele goede ideeën, 
zoals tekeningen nieuwe stijl. Dus wij de volgende dag aan de 
slag, vol energie. En toen gebeurde er dit...’ Bos tekent een lijn 
op de flipover die eerst een beetje omhoog loopt, maar dan 
scherp naar beneden afbuigt. ‘De sfeer zakte tot ver onder het 
vriespunt. Er was zelfs sprake van sabotage.’ De verklaring die 
Bos hier achteraf voor geeft, is dat de cultuur binnen het bedrijf 
er niet klaar voor was. ‘Mensen zijn gewend geraakt aan een 
bepaalde manier van werken en omgaan met elkaar. Zij ervaren 
elke verandering als een bedreiging. Als je daar niks mee doet, 
verandert er niets.’ 
Dubbele 
pret 
Tijdens een vakantie in Italië besloot Bos het roer radicaal om 
te gooien. ‘Ik was er echt helemaal klaar mee. Ik wilde ermee 
stoppen.’ Dat was ook de boodschap op zijn eerste werkdag na 
de vakantie voor de medewerkers van de afdeling. ‘Ik stond 
voor de groep, en zei: “Ik stop ermee.” Vervolgens liet ik een 
stilte vallen. Pas na een minuut liet ik de volgende sheet zien: 
dit vind ik van de sfeer.’ Op de sheet stonden vier woorden: 
Negatief, Individueel, Kleineren en Somber. ‘Ik vond het met 
één woord: NIKS. Wat vinden jullie er eigenlijk van? 
Ja, dat vonden ze ook wel een beetje. Maar wat dan? Wat is 
het tegenovergestelde van negatief? Juist: Positief.’ Zo werkte 
Bos het rijtje af, totdat er weer vier woorden stonden: Positief, 
Respect, Enthousiasme en Teamwork. Samen: PRET. 
Van NIKS naar PRET. ‘En wat levert dat op? Plezier, 
Rendement, Energie en Tevredenheid. Dubbele PRET.’ 
Bos lacht hard. ‘Toen heb ik ze allemaal persoonlijk de vraag 
gesteld: ik stop met NIKS, en ik ga naar PRET. Willen jullie me 
daarbij helpen? Dat was het begin van de echte verandering.’ 
Er kwam een pretoverleg, waarin iedereen zijn pretmomenten 
kon delen. Er werd een pretlijst bijgehouden van gedrag waar 
ze meer van wilden, en een antipretlijst van dingen die ze niet 
meer wilden. ‘Die liet ik dan door een van de negatievelingen 
door een medewerker bijhouden,’ zegt Bos, ‘dat vond ie in het 
begin ontzettend leuk. Maar na een tijdje was de lol er ook wel 
een beetje vanaf.’ Drie oudgedienden medewerkers kregen de 
opdracht om een pretsymbool te laten ontwerpen. 
83 84
Dat werd, hoe kan het ook anders, een smiley, die nu overal in 
het bedrijf is te vinden. 
Toen de medewerkers de voordelen van de nieuwe werkwijze 
gingen ervaren, ging het stromen. ‘Mensen die in het begin heel 
kritisch waren, begonnen er ook de lol van in te zien. 
Als ze eenmaal over een hobbel heen zijn, worden dat je grootste 
ambassadeurs.’ Niet dat het verandertraject allemaal zonder slag 
of stoot ging. ‘Van een medewerker hebben we afscheid moeten 
nemen. Wat hij deed, was bijna het tegenovergestelde van PRET. 
Dan geef je eerst een waarschuwing, en misschien nog een keer, 
maar op een bepaald moment is het ook klaar. Zo iemand haalt 
de hele sfeer naar beneden.’ Niet dat iedereen van Bos als een 
blije eikel op zijn werk moet verschijnen. ‘Dat hoeft helemaal 
niet. Je kunt mensen niet veranderen, en dat hoeft ook niet. 
Maar ze kunnen hun gedrag wel aanpassen. Zo hebben we een 
medewerker die altijd heel negatief is. Hij rookt, dus ik vroeg 
hem: “Als je wilt roken, waar doe je dat dan?” “Ja, buiten.” 
“Precies. We vragen je niet om te stoppen met roken, maar als je 
wilt roken, doe je dat buiten. We vragen je ook niet om positief te 
doen, maar als je een negatief moment hebt, ga dan even buiten 
staan.” Bos lacht. ‘Het heeft die man niet echt veranderd, maar 
hij gedraagt zich sindsdien wel anders.’ 
Slimste bedrijf 
Na de afdeling Engineering is ook langzamerhand in de rest 
van het bedrijf PRET (een boek gebaseerd op PRET is 
uitgebracht door Ben Kuiken van platform Nieuw organiseren 
dat heet: De PRET FACTOR) ingevoerd en is er volgens Bos 
een cultuur van vertrouwen ontstaan. ‘Dat betekent onder meer 
dat informatie wordt gedeeld, er een hoge tolerantie is voor 
fouten, de cultuur innoverend is en dat iedereen blij is met het 
succes van de ander. Als er een fout wordt gemaakt, dan lossen 
we dat samen op.’ Op de vraag of JAZO door de nieuwe manier 
van werken ook meer omzet maakt, moet Bos het antwoord 
schuldig blijven: ‘Ik heb geen flauw idee. Maar als je zo met 
elkaar omgaat, dan moet de klant dat ook merken.’ Het 
belangrijkste resultaat is in ieder geval de toename van de 
werkvreugde en de betrokkenheid van de medewerkers. Een 
opsteker voor JAZO was de verkiezing tot slimste bedrijf van 
Nederland in 2010. ‘Dat gaf een enorme trots en een boost aan 
het veranderingsproces.’ 
Bedrijf: JAZO Zevenaar 
Waar: Zevenaar 
Activiteit: Ontwikkeling en 
fabricage toegangsdeuren en 
(ventilerende) wanden voor 
technische ruimten 
Aantal medewerkers: 95 
Wat: Cultuurverandering: van 
NIKS naar PRET 
www.jazo.nl 
85 86
Ladage: 
87 88
Ladage: kansen creëren 
De patat van Ladage is een begrip in Rotterdam en omstreken. 
Het familiebedrijf creëert kansen, voor medewerkers die de 
juiste inzet tonen, om ondernemer te worden. ‘Een papiertje 
is voor ons niet zo belangrijk, het gaat ons erom dat ze het 
Ladage-hart hebben.’ 
‘Wij bakken de gezondste patat van Nederland,’ zegt Rocco 
Ladage met een brede glimlach. ‘Een verse aardappel die we 
zelf snijden en dan bakken in een goede, plantaardige olie. 
Daarbij een mooie, nette zaak. Maar uiteindelijk draait het 
toch om de mensen. Als zij chagrijnig naar hun werk gaan, 
kun je niet verwachten dat ze de klant vriendelijk helpen.’ 
Patat bakken is een vak, een beleving volgens Ladage. 
‘We hebben de klant een keer gefilmd terwijl hij of zij de patat 
aanneemt. Dat gaat echt met een hele brede glimlach. 
Vaak aan het einde van de week, trakteert hij of zij zichzelf op 
een patatje, voor de meeste mensen is het echt een cadeautje. 
Als je dat aan je medewerkers laat zien, begrijpen ze hoe 
belangrijk het is om er iets van te maken. 
89 90
Als je dat eenmaal door hebt, krijg je van elk patatje dat je 
schept energie.’ 
Rocco Ladage vormt samen met zijn oom Bram en neef 
Wesley Ladage de directie van Ladage Beheer, een keten 
van horecabedrijven dat met het merk Bram Ladage – ‘super 
lekkere patat’ - een begrip is in Rotterdam en omstreken. 
De vader van Wesley, Bram Ladage, begon in 1967 met de 
verkoop van patat op de markt en zowel Wesley als Rocco zijn 
min of meer in de patatkraam opgegroeid. In 1988 opende 
Ladage senior zijn eerste winkel, maar bij de zevende of achtste 
winkel zag hij zichzelf opeens voor een dilemma geplaatst. 
Wesley Ladage: ‘Zijn beste medewerker ging weg omdat hij 
te weinig uitdaging voor zichzelf zag. Dan sta je wel even te 
kijken. Bovendien zag hij zich voor de vraag gesteld hoe hij de 
spirit erin kon houden. Als je groeit, hoe zorg je er dan voor 
om toch in alle winkels het Ladage- gevoel te blijven uitstralen? 
Mijn vader heeft toen besloten om er een franchiseketen van te 
maken en medewerkers daarmee de gelegenheid te geven om 
zelf een ondernemer te worden.’ 
Papiertje Dit laatste is vooral belangrijk omdat Ladage veel jonge 
mensen in dienst heeft, die, als ze iets in hun mars hebben, 
in het verleden snel weer vertrokken. Rocco: ‘Mensen zijn 
heel belangrijk voor ons, patat bakken is een vak. Maar als 
mensen na korte tijd weer weggaan, moeten we steeds weer 
nieuwe mensen aannemen en opleiden. Zouden we ze niet 
langer bij ons kunnen houden?, vroegen we ons af. Met de 
franchiseformule kan dat. Als ze nu binnenkomen en ze 
hebben potentieel,dan krijgen ze een opleiding tot ondernemer 
aangeboden.’ Wesley vult aan: ‘Het gaat veelal om jonge 
mensen die het op school niet hebben gered. Mensen uit de 
lagere sociale klasse die tijdens de puberteit met hele andere 
dingen bezig waren dan met leren. Daar zitten echte pareltjes 
tussen, maar omdat ze geen papiertje hebben, krijgen ze de 
kans niet om te schitteren. Een papiertje is voor ons niet zo 
belangrijk, het gaat ons erom of er een goede inborst in zit. 
Heeft iemand het in zich om ondernemer te worden? Als dat zo 
is, proberen we dat eruit te halen.’ 
Elke nieuwe medewerker krijgt standaard een dagtraining in 
de Ladage Academy. Hierbij worden onder meer de historie, 
de missie, de visie en de kernwaarden van Ladage Beheer 
besproken, maar krijgen de medewerkers ook uitleg over de 
manier van werken en de processen binnen het bedrijf. 
Alle medewerkers in vaste dienst komen bovendien in 
aanmerking voor de Beroepsbegeleidende leerweg (BBL), 
waardoor ze alsnog een MBO of HBO-diploma kunnen 
behalen. Rocco: ‘Maar we helpen ze ook als ze bijvoorbeeld 
een huisje nodig hebben of als ze problemen hebben met een 
91 92
instantie. Dat kweekt een enorme loyaliteit, ook bij mensen die 
uiteindelijk vertrekken. Ik ken heel wat mensen die hun eerste 
baantje nog herinneren, bij Ladage. En soms gaat er iemand weg 
en komt hij of zij na een week met hangende pootjes weer terug.’ 
Familiebedrijf 
Ondanks de groei – naast de patatwinkels is de keten in de 
afgelopen jaren uitgebreid met BroodExpress, Ezprezzo, 
Ladage Events en Pasta Prima– is Ladage altijd een 
familiebedrijf gebleven, zeggen de neven. Niet alleen omdat 
zij samen met oprichter Bram Ladage de directie voeren en 
iedereen in de familie meewerkt, maar vooral ook qua sfeer. 
‘We staan zelf ook nog geregeld in de zaak,’ vertelt Wesley. 
‘Onze kinderen hebben er een baantje. En als er een nieuw 
filiaal wordt geopend, helpen we de eerste weken gewoon mee 
om alles op de rit te krijgen. Daarmee houden we feeling met 
de werkvloer en weten we wat er speelt. En we zijn nog gewoon 
Rocco en Wesley. Als we ergens een winkel binnenstappen, 
zijn we voor iedereen benaderbaar.’ 
Ook in de zorg voor de medewerkers en toeleveranciers 
vertoont Ladage alle kenmerken van een familiebedrijf. 
Zo koopt het bedrijf zijn aardappelen nog steeds in op 
hetzelfde adres als 45 jaar geleden, de firma Heezen in 
Rotterdam. En om te zorgen dat hun medewerkers gezond 
blijven, krijgen ze een abonnement op de sportschool: 
‘We zeggen dat we de gezondste patat van Nederland hebben. 
Dan moeten je mensen dat ook uitstralen. Daar gaan we 
best ver in. We hebben bijvoorbeeld een afspraak met een 
haptonoom en een fysiotherapeut dat onze mensen binnen 
een dag bij ze langs kunnen gaan voor een consult als ze een 
keer een pijntje hebben. Kadermedewerkers kunnen daarnaast 
gratis een keer per twee weken gebruikmaken van een personal 
coach. Wesley: ‘En zelf het goede voorbeeld geven, natuurlijk. 
Als we een bedrijfsuitje organiseren, is dat vrijwel altijd iets 
actiefs. Zeilen bijvoorbeeld, of een weekendje skiën. We werken 
hier heel hard, maar het belangrijkste is dat de sfeer goed is, 
dat je het leuk hebt met elkaar. Dan komt de rest vanzelf.’ 
Bedrijf: Ladage Beheer 
Waar: Capelle aan de IJssel 
Activiteit: Franchiseketen in patat, 
brood en koffie 
Aantal medewerkers: 450 
(120 in eigen winkels) 
Wat: Kansen creëren 
voor kansarme jongeren, 
ondernemerschap, sociaal 
werkgeverschap 
www.ladage-beheer.nl 
93 94
Koekjesbakkerij Veldt: 
95 96
Koekjesbakkerij Veldt: Gelukkige 
mensen en lekkere 
‘Gelukkige mensen bakken betere en lekkerder koekjes.’ 
Het kostte directeur Kees Pater van Koekjesbakkerij Veldt heel 
wat tijd en een forse persoonlijke crisis om de waarheid achter 
dit motto te ontdekken. Maar nu hij zijn bedrijf daarop heeft 
ingericht, bakt het de beste en lekkerste koekjes van Nederland. 
Als Sjakie in de chocoladefabriek: zo voel je je wanneer je de 
deur opentrekt van het bedrijfspand van Koekjesbakkerij Veldt 
in Veenendaal. De zoete aroma’s komen je tegemoet, en even 
waan je je weer in de keuken van je moeder die die middag net 
verse koekjes heeft gebakken. Ouderwets gezellig. Dat is ook 
precies de uitstraling die ondernemer Kees Pater beoogt met 
zijn koekjes. Hij heeft een ambachtelijke koekjesbakkerij, 
zo benadrukt hij, en geen fabriek. Zijn koekjes worden ook niet 
verkocht in het ‘koekschap’ van de supermarkt, maar op de 
broodafdeling en bij ambachtelijke bakkerijen. 
Pater kwam in 2004 bij toeval op het spoor van de bakkerij. 
Hij had zijn leven lang gewerkt in de bakkerij die zijn opa in de 
jaren twintig van de vorige eeuw in Avenhorn was begonnen, 
97 98
maar hij wilde het wel eens helemaal zelfstandig proberen. 
Door de leverancier van koel- en vriescellen werd hij op 
de bakkerij in Veenendaal attent gemaakt. ‘Ik kijken; 
ik was op slag verliefd. Het was precies wat ik zocht. Ard Veldt 
had de bakkerij op de groei neergezet, maar kampte met zijn 
gezondheid en wilde ervan af. ’ Na een moeizame start kreeg 
Pater het bedrijf aan de praat en groeide het als zelfrijzend 
bakmeel. ‘Het ging best goed. Althans, op het eerste gezicht: 
we groeiden, hadden volop werk en verdienden geld.’ Met de 
mensen ging het ondertussen echter een stuk minder goed. 
‘Er vielen mensen om me heen uit met een burn out. En ook 
met mezelf ging het eigenlijk niet zo goed. Maar doorgaan, hè! 
Ik was alleen maar aan het duwen en trekken. De druk erop: 
gaan, gaan, gaan. En er bovenop: is dat wel geregeld? Staat die 
order al klaar? Zijn de ingrediënten voor die klant al besteld? 
Ik was alleen maar aan het controleren en aan het pushen en 
had het gevoel dat ik er helemaal alleen voor stond.’ Totdat 
ook Pater instortte. ‘Dat was het moment dat ik dacht: 
het moet anders. Zo gaat het niet meer. Wat ik toen ontdekte, 
was iets heel moois: door er over te praten en de medewerkers 
te vertellen waar ik tegenaan liep, gingen ze me helpen. 
Ik stond er helemaal niet alleen voor, zoals ik dacht.’ 
Huilend 
Via zijn adviseur kwam Pater in contact met Fernand Bosman 
van PUUUR Resultants. Die interviewde de medewerkers over 
hun werk en het bedrijf. Dat was voor Kees Pater een pijnlijke 
eyeopener: ‘Ik ben toen wel eens huilend naar huis gereden: 
heb ik het dan echt zo slecht gedaan?’ Pater en Bosman besloten 
tot een verandertraject, met de veelzeggende titel: Regie in 
eigen hand. Eerst ging het management zelf aan de slag, 
omdat Pater ervan overtuigd is dat verandering altijd bij jezelf 
moet beginnen. Daarna werden er vier teams ingericht die zelf 
mochten formuleren waar ze mee aan de slag gingen. Zo is er 
een team medewerkerstevredenheid, dat om te beginnen een 
enquête hield onder de medewerkers naar de problemen die zij 
in hun werk tegenkomen. ‘Dat zijn vaak kleine dingen,’ weet 
Pater inmiddels, ‘die, als je ze snel oplost, heel veel voldoening 
geven.’ Een ander team hield zich bezig met het verbeteren 
van de productie en inpakafdeling. ‘Die hebben een dag 
georganiseerd om verbeteringen door te voeren. Dat gaf enorm 
veel energie.’ 
De teams formuleerden ook zelf een missie, visie en de 
kernwaarden van het bedrijf. ‘We zijn daarvoor twee dagen 
de hei op geweest. Ik mocht niks zeggen, want het moest uit 
de teams zelf komen. Dat was best moeilijk, kan ik je zeggen, 
maar aan het eind hadden we wel een missie en een visie die 
door de teams gebouwd zijn en gedragen wordt.’ Pater lepelt de 
kernwaarden zo op: ‘Aarde en waarde, vakkundig, ambitie en 
samen. Iedereen wordt daarop beoordeeld, ook ik.’ 
99 100
Wie door het bedrijf loopt, ziet overal borden hangen met 
leuzen en persoonlijke verhalen van medewerkers. Een van de 
mooiste die eigenlijk alles zegt, is: ‘Als de directeur er niet is, 
draait het bedrijf gewoon door. Als de managers er niet zijn, 
draait het bedrijf ook gewoon door. 
Maar als de medewerkers er niet zijn, staat het hele bedrijf 
stil.’ Het bakken, verpakken en verkopen van koekjes is een 
teamprestatie, zeggen de medewerkers en Pater nu in koor, 
waarbij iedereen even belangrijk is voor het uiteindelijke 
resultaat. Om dit te benadrukken heeft het bedrijf het 
organogram omgedraaid en functies afgeschaft. Zo is de 
functie van eerste operator een rol geworden die iedereen kan 
vervullen. Pater: ‘We kijken nu veel meer naar waar iemand 
goed in is en wat hij wil. Iedereen heeft verborgen talenten. 
Zo hebben we een chauffeur die in zijn vrije tijd duikinstructeur 
is. Dan staat hij voor een groep alsof ie nooit anders gedaan 
heeft. Als hij dat talent ook kan benutten op zijn werk, is dat 
natuurlijk prachtig. Iemand anders heeft als hobby fotografie. 
Dat is nu onze huisfotograaf. Dat bedoel ik: je moet soms even 
zoeken, maar iedereen heeft wel iets.’ 
Gelukkig Sinds het verandertraject gaat het de koekjesbakkers van 
Veenendaal voor de wind. Zo is de productiviteit met 
25 procent gestegen. Ook komen medewerkers nu zelf met 
voorstellen hoe het proces beter kan of voor nieuwe koekjes. 
Zo opperde een van oorsprong Poolse medewerkster om 
koekjes uit haar geboorteland te maken. Maar groei en winst 
is voor Pater geen doel op zich. ‘Ik weet eigenlijk niet wat het 
oplevert,’ zegt hij desgevraagd, ‘maar ik word er wel gelukkiger 
van. Het was de grootste investering ooit, maar op de oude 
voet doorgaan was geen optie.’ Dat geluk is Pater nu ook aan 
het verspreiden volgens het ‘pay it forward’-model: hij helpt 
twee andere bedrijven dezelfde omslag te maken onder de 
voorwaarde dat zij ook weer twee bedrijven helpen. Geheel in 
lijn met zijn slogan over gelukkige medewerkers die betere en 
lekkerder koekjes bakken, zegt hij: ‘Gelukkige medewerkers 
van leveranciers leveren ons betere grondstoffen en gelukkige 
medewerkers van klanten verkopen beter onze koekjes.’ 
Bedrijf: Koekjesbakkerij Veldt 
Waar: Veenendaal 
Activiteit: Ambachtelijke 
koekjesbakkerij 
Aantal medewerkers: 28 
Wat: Regie in eigen hand 
www.koekjesbakkerij.nl 
101 102
lerende organisatie met 
103 104
Resato: lerende organisatie met lol 
Toen Ton Driessen en Rob Castien het Drentse bedrijf Resato 
overnamen, deden ze dat met grote groeiambities in hun 
achterhoofd. Door de structuur te verbeteren en de verspilling 
aan te pakken, konden ze meteen flinke slagen maken. 
Het was liefde op het eerste gezicht, toen Ton Driessen en 
Rob Castien in 2008 het bedrijf Resato in het Drentse Roden 
bezochten. ‘Een prachtbedrijf, maar wel met het nodige 
achterstallige onderhoud,’ herinnert Driessen zich. ‘Daar 
wilden we graag onze tanden in zetten.’ Driessen en Castien 
zijn twee jeugdvrienden die elkaar uit het oog waren verloren, 
maar elkaar na een lange internationale carrière weer tegen 
het lijf liepen. Castien was op zoek naar een bedrijf om over 
te nemen en vroeg Driessen of hij zin had om samen met 
hem dit avontuur aan te gaan. In hun zoektocht stuitten ze 
dus op de fabrikant van hogedruksystemen Resato en na een 
onderhandelingsperiode van negen maanden lukte het ze 
om dit bedrijf samen met een van de sales managers, 
Michel Hooftman, over te nemen. 
105 106
Het achterstallig onderhoud bestond er voornamelijk in dat 
de vorige eigenaars volledig bepaalden wat er gebeurde in 
het bedrijf. Medewerkers kregen nauwelijks de ruimte om 
eigen initiatieven te nemen en als ze dat wel deden, werd dit 
onmiddellijk afgekapt. ‘Wij wilden het anders doen,’ zegt 
Driessen. ‘Wij geloven heel erg in het Rijnlandse model, waarin 
de nadruk ligt op vakmanschap en op het idee dat je het met 
elkaar moet doen. We wilden een lerende organisatie waarin 
het leuk is om te werken en waar medewerkers met ideeën 
komen voor hoe het beter kan. De mensen op de werkvloer 
hebben vaak de beste ideeën, als ze maar de ruimte krijgen 
om die naar voren te brengen en merken dat er ook echt iets 
mee gebeurt. Daarvoor heb je wel structuur nodig, een veilige 
omgeving waarin voor iedereen duidelijk is wat er van hem 
of haar wordt verwacht en waar managers de medewerkers 
ondersteunen in plaats van andersom.’ 
Groeiambitie 
Een van de eerste dingen die Driessen en Castien dan ook 
deden, was een team van managers aanstellen en trainen. 
‘Samen met ons bestaat dat team uit tien mensen. Dat lijkt 
veel, maar we hebben een stevige groeiambitie en hebben 
daar een organisatie voor nodig die daarop is ingericht.’ 
De managers worden goed getraind in coachend leiderschap. 
‘Het middenmanagement is vaak de drijvende kracht van 
een organisatie, maar kan ook een remmende factor worden. 
Daarom besteden we heel veel tijd aan de begeleiding van het 
managementteam. We hebben maandelijks een management 
development meeting waarin we alles bespreken wat er speelt. 
Daarnaast worden ze ook individueel gecoacht, zodat ze op 
een effectieve manier met elkaar en met de medewerkers 
omgaan. Daarnaast hebben we ook onze visie gezamenlijk op 
papier gezet. Wij hebben natuurlijk wel ideeën over wat daar in 
moet staan, maar zij moeten het uitvoeren en moeten het dus 
ademen.’ 
Een ander terrein waarop de kersverse dga’s grote slagen 
konden maken, was op het gebied van de financiële 
verslaglegging en het interne logistieke proces. ‘We hadden 
nauwelijks een idee wat we op voorraad hadden. Als een 
productiemedewerker een onderdeel nodig had, moest hij 
daar zelf naar op zoek gaan in het magazijn. En als het er dan 
niet was, stond zo’n machine soms weken te wachten totdat 
dat ene onderdeel geleverd werd. Als je dat beter stroomlijnt, 
kun je daar gigantische winst boeken. In onze Waterjet-divisie 
beloofden we een levertijd van veertien weken, maar 
dat haalden we nooit. Nu zitten we op zes weken en is de 
leverbetrouwbaarheid voor die orders 100 procent. En de 
productiemedewerkers kunnen zich weer volledig concentreren 
op hun eigenlijk werk.’ 
107 108
Productiviteit 
Volgens Driessen worden deze verbeteringen voor een 
belangrijk deel veroorzaakt door een andere manier van 
aansturen van het personeel. ‘Als je mensen de ruimte geeft 
binnen hun speelveld, komt het vanzelf goed.’ Om dit leer- en 
verbeterproces te versnellen, organiseert Resato na iedere 
installatie een what did we learn?-sessie. ‘Hoe ging het? 
Wat ging er goed? Wat kan beter? We zitten in een nichemarkt. 
Dat betekent dat de kennis die wij hebben en ontwikkelen voor 
ons van levensbelang is. We willen een lerende organisatie zijn, 
waarin iedereen meedenkt voor de beste oplossing voor onze 
klant.’ 
Deze aanpak legt Resato geen windeieren. Driessen en 
Castien zijn nog maar een jaar of vier bezig, maar hebben het 
bedrijf zienderogen zien opknappen. ‘In 2010 kregen we een 
behoorlijke klap van de crisis, maar sindsdien is het alleen 
maar omhoog gegaan. Elk jaar zo rond de 18%!’ Maar echt 
spectaculair is de groei van de productiviteit: ‘Die is het eerste 
jaar met ca. 60% omhoog gegaan, daarna 20% en die groei zet 
zich nog steeds door. Kijk, dan ga je dus echt met sprongen 
vooruit.’ En succes werkt aanstekelijk, zelfs bij de doorgaans 
wat gereserveerde Drenten. ‘We hebben altijd lol,’ zegt 
Driessen met een brede glimlach. ‘Dat steekt mensen aan. Ook 
van klanten en leveranciers horen we steeds vaker dat 
zij graag met ons zaken willen doen. Dat was uiteindelijk ons 
doel toen we dit bedrijf overnamen: het moet vooral leuk zijn. 
Dat lijkt heel aardig te lukken.’ 
Bedrijf: Resato 
Activiteit: Hogedruksystemen 
Aantal medewerkers: 70 
Wat: Lerende organisatie, 
gebruikmaken van ideeën 
medewerkers, structuur 
www.resato.nl 
109 110
GEZOCHT 
111 
Jansen Venneboer: 
112
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven
Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven

Más contenido relacionado

La actualidad más candente

Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Hilde Agterbos
 
Klant in de driver's seat - Hoofdstuk Boekimpressie
Klant in de driver's seat - Hoofdstuk BoekimpressieKlant in de driver's seat - Hoofdstuk Boekimpressie
Klant in de driver's seat - Hoofdstuk BoekimpressieSjors van Leeuwen
 
Het Nieuwe Pensioenverhaal in Hollywood (9)
Het Nieuwe Pensioenverhaal in Hollywood (9)Het Nieuwe Pensioenverhaal in Hollywood (9)
Het Nieuwe Pensioenverhaal in Hollywood (9)Peter de Kuster
 
Creatieve Starters
Creatieve Starters Creatieve Starters
Creatieve Starters ocwest
 
The Mission | by BenchJack | aug13
The Mission | by BenchJack | aug13The Mission | by BenchJack | aug13
The Mission | by BenchJack | aug13BenchJack
 
2015 09-09 de vacature relatie manager
2015 09-09 de vacature relatie  manager2015 09-09 de vacature relatie  manager
2015 09-09 de vacature relatie managerWEEE Nederland
 
p 32-39 Dwarse denkersl MC 4 2014 LR
p 32-39 Dwarse denkersl MC 4 2014 LRp 32-39 Dwarse denkersl MC 4 2014 LR
p 32-39 Dwarse denkersl MC 4 2014 LRFilip van den Bergh
 
AntCompany presentatie 2009
AntCompany presentatie 2009AntCompany presentatie 2009
AntCompany presentatie 2009antc
 
Whitepaper Arbeidsmarktdebat 'De toekomst van werk en arbeid'
Whitepaper Arbeidsmarktdebat 'De toekomst van werk en arbeid'Whitepaper Arbeidsmarktdebat 'De toekomst van werk en arbeid'
Whitepaper Arbeidsmarktdebat 'De toekomst van werk en arbeid'Flevum
 
Het Nieuwe Werken Artikel
Het Nieuwe Werken ArtikelHet Nieuwe Werken Artikel
Het Nieuwe Werken ArtikelThijs Edelkoort
 
Els Oosthoek, artikel TVOO 2017 Nick van Dam
Els Oosthoek, artikel TVOO 2017 Nick van Dam Els Oosthoek, artikel TVOO 2017 Nick van Dam
Els Oosthoek, artikel TVOO 2017 Nick van Dam Els Oosthoek
 
3e editie 2011 Ondernemersbelang de Graafschap-Liemers
3e editie 2011 Ondernemersbelang de Graafschap-Liemers3e editie 2011 Ondernemersbelang de Graafschap-Liemers
3e editie 2011 Ondernemersbelang de Graafschap-LiemersJohanKraaijinga
 
Interview met Nick van Dam Flying Dutch CLO met een groot hart
Interview met Nick van Dam Flying Dutch CLO met een groot hartInterview met Nick van Dam Flying Dutch CLO met een groot hart
Interview met Nick van Dam Flying Dutch CLO met een groot hartGer Driesen
 
Biografie Christian Peters maart 2011
Biografie Christian Peters maart 2011Biografie Christian Peters maart 2011
Biografie Christian Peters maart 2011Christianpeters
 
Terugblik Marketing voor Meesters dag 2013
Terugblik Marketing voor Meesters dag 2013Terugblik Marketing voor Meesters dag 2013
Terugblik Marketing voor Meesters dag 2013MeestersinM
 
Het mooiste vak van de wereld - het denken en doen van Frits Goldschmeding, o...
Het mooiste vak van de wereld - het denken en doen van Frits Goldschmeding, o...Het mooiste vak van de wereld - het denken en doen van Frits Goldschmeding, o...
Het mooiste vak van de wereld - het denken en doen van Frits Goldschmeding, o...Hanneke Savenije
 
Co-Creatiedag @ TiasNimbas - Nationale Nederlanden en CM
Co-Creatiedag @ TiasNimbas - Nationale Nederlanden en CMCo-Creatiedag @ TiasNimbas - Nationale Nederlanden en CM
Co-Creatiedag @ TiasNimbas - Nationale Nederlanden en CMMenno Jansen MSc.
 
Duurzaamheid als Nieuw Business Model
Duurzaamheid als Nieuw Business Model Duurzaamheid als Nieuw Business Model
Duurzaamheid als Nieuw Business Model Nechwa de Jong
 

La actualidad más candente (20)

Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
 
Ondernemen
OndernemenOndernemen
Ondernemen
 
Klant in de driver's seat - Hoofdstuk Boekimpressie
Klant in de driver's seat - Hoofdstuk BoekimpressieKlant in de driver's seat - Hoofdstuk Boekimpressie
Klant in de driver's seat - Hoofdstuk Boekimpressie
 
Het Nieuwe Pensioenverhaal in Hollywood (9)
Het Nieuwe Pensioenverhaal in Hollywood (9)Het Nieuwe Pensioenverhaal in Hollywood (9)
Het Nieuwe Pensioenverhaal in Hollywood (9)
 
Creatieve Starters
Creatieve Starters Creatieve Starters
Creatieve Starters
 
The Mission | by BenchJack | aug13
The Mission | by BenchJack | aug13The Mission | by BenchJack | aug13
The Mission | by BenchJack | aug13
 
2015 09-09 de vacature relatie manager
2015 09-09 de vacature relatie  manager2015 09-09 de vacature relatie  manager
2015 09-09 de vacature relatie manager
 
p 32-39 Dwarse denkersl MC 4 2014 LR
p 32-39 Dwarse denkersl MC 4 2014 LRp 32-39 Dwarse denkersl MC 4 2014 LR
p 32-39 Dwarse denkersl MC 4 2014 LR
 
AntCompany presentatie 2009
AntCompany presentatie 2009AntCompany presentatie 2009
AntCompany presentatie 2009
 
Whitepaper Arbeidsmarktdebat 'De toekomst van werk en arbeid'
Whitepaper Arbeidsmarktdebat 'De toekomst van werk en arbeid'Whitepaper Arbeidsmarktdebat 'De toekomst van werk en arbeid'
Whitepaper Arbeidsmarktdebat 'De toekomst van werk en arbeid'
 
Het Nieuwe Werken Artikel
Het Nieuwe Werken ArtikelHet Nieuwe Werken Artikel
Het Nieuwe Werken Artikel
 
Els Oosthoek, artikel TVOO 2017 Nick van Dam
Els Oosthoek, artikel TVOO 2017 Nick van Dam Els Oosthoek, artikel TVOO 2017 Nick van Dam
Els Oosthoek, artikel TVOO 2017 Nick van Dam
 
3e editie 2011 Ondernemersbelang de Graafschap-Liemers
3e editie 2011 Ondernemersbelang de Graafschap-Liemers3e editie 2011 Ondernemersbelang de Graafschap-Liemers
3e editie 2011 Ondernemersbelang de Graafschap-Liemers
 
Interview met Nick van Dam Flying Dutch CLO met een groot hart
Interview met Nick van Dam Flying Dutch CLO met een groot hartInterview met Nick van Dam Flying Dutch CLO met een groot hart
Interview met Nick van Dam Flying Dutch CLO met een groot hart
 
Hmc plus werken levenslang leren_20161217
Hmc plus werken levenslang leren_20161217Hmc plus werken levenslang leren_20161217
Hmc plus werken levenslang leren_20161217
 
Biografie Christian Peters maart 2011
Biografie Christian Peters maart 2011Biografie Christian Peters maart 2011
Biografie Christian Peters maart 2011
 
Terugblik Marketing voor Meesters dag 2013
Terugblik Marketing voor Meesters dag 2013Terugblik Marketing voor Meesters dag 2013
Terugblik Marketing voor Meesters dag 2013
 
Het mooiste vak van de wereld - het denken en doen van Frits Goldschmeding, o...
Het mooiste vak van de wereld - het denken en doen van Frits Goldschmeding, o...Het mooiste vak van de wereld - het denken en doen van Frits Goldschmeding, o...
Het mooiste vak van de wereld - het denken en doen van Frits Goldschmeding, o...
 
Co-Creatiedag @ TiasNimbas - Nationale Nederlanden en CM
Co-Creatiedag @ TiasNimbas - Nationale Nederlanden en CMCo-Creatiedag @ TiasNimbas - Nationale Nederlanden en CM
Co-Creatiedag @ TiasNimbas - Nationale Nederlanden en CM
 
Duurzaamheid als Nieuw Business Model
Duurzaamheid als Nieuw Business Model Duurzaamheid als Nieuw Business Model
Duurzaamheid als Nieuw Business Model
 

Similar a Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven

Cees van Vliet- VBGO artikel September 2016
Cees van Vliet- VBGO artikel September 2016Cees van Vliet- VBGO artikel September 2016
Cees van Vliet- VBGO artikel September 2016not known
 
Profijt van mens en kennis probleemverkenningsmodel jos van de werken deel 1
Profijt van mens en kennis probleemverkenningsmodel jos van de werken deel 1Profijt van mens en kennis probleemverkenningsmodel jos van de werken deel 1
Profijt van mens en kennis probleemverkenningsmodel jos van de werken deel 1Jos van de Werken
 
DeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROESDeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROESEtienne Jager
 
2015 Advocatenbladlive Sociale Innovatie? Zo krijgt u uw mensen mee! Julius S...
2015 Advocatenbladlive Sociale Innovatie? Zo krijgt u uw mensen mee! Julius S...2015 Advocatenbladlive Sociale Innovatie? Zo krijgt u uw mensen mee! Julius S...
2015 Advocatenbladlive Sociale Innovatie? Zo krijgt u uw mensen mee! Julius S...Law4ce
 
Slimmer werken in het mkb de winst zit in je mensen
Slimmer werken in het mkb de winst zit in je mensenSlimmer werken in het mkb de winst zit in je mensen
Slimmer werken in het mkb de winst zit in je mensenJelly Renkema
 
Het Nieuwe Presteren - Onze Toekomst
Het Nieuwe Presteren - Onze ToekomstHet Nieuwe Presteren - Onze Toekomst
Het Nieuwe Presteren - Onze ToekomstWiro Kuipers
 
Innovatie en Ondernemerschap blogs
Innovatie en Ondernemerschap blogsInnovatie en Ondernemerschap blogs
Innovatie en Ondernemerschap blogsHans Kooistra
 
Smart-Group-Corp-Brochure
Smart-Group-Corp-BrochureSmart-Group-Corp-Brochure
Smart-Group-Corp-BrochureValentin Meijer
 
Manifest La Compagnie
Manifest La CompagnieManifest La Compagnie
Manifest La Compagniela_compagnie
 
MARCOMmagazine
MARCOMmagazineMARCOMmagazine
MARCOMmagazineAbulthuis
 
MarComMagazine september 2011
MarComMagazine september 2011MarComMagazine september 2011
MarComMagazine september 2011irmavandermade
 

Similar a Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven (20)

Trend tree mkb_trends2014
Trend tree mkb_trends2014Trend tree mkb_trends2014
Trend tree mkb_trends2014
 
Cees van Vliet- VBGO artikel September 2016
Cees van Vliet- VBGO artikel September 2016Cees van Vliet- VBGO artikel September 2016
Cees van Vliet- VBGO artikel September 2016
 
Kv k wp_human capital_v6 (2)
Kv k wp_human capital_v6 (2)Kv k wp_human capital_v6 (2)
Kv k wp_human capital_v6 (2)
 
De klantrede2015 Door HEROES met H3ROES
De klantrede2015 Door HEROES met H3ROESDe klantrede2015 Door HEROES met H3ROES
De klantrede2015 Door HEROES met H3ROES
 
De Klantrede 2015 - H3ROES
De Klantrede 2015 - H3ROESDe Klantrede 2015 - H3ROES
De Klantrede 2015 - H3ROES
 
Profijt van mens en kennis probleemverkenningsmodel jos van de werken deel 1
Profijt van mens en kennis probleemverkenningsmodel jos van de werken deel 1Profijt van mens en kennis probleemverkenningsmodel jos van de werken deel 1
Profijt van mens en kennis probleemverkenningsmodel jos van de werken deel 1
 
DeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROESDeKlantrede2015-H3ROES
DeKlantrede2015-H3ROES
 
2015 Advocatenbladlive Sociale Innovatie? Zo krijgt u uw mensen mee! Julius S...
2015 Advocatenbladlive Sociale Innovatie? Zo krijgt u uw mensen mee! Julius S...2015 Advocatenbladlive Sociale Innovatie? Zo krijgt u uw mensen mee! Julius S...
2015 Advocatenbladlive Sociale Innovatie? Zo krijgt u uw mensen mee! Julius S...
 
De gids creatief en innovatief ondernemen
De gids creatief en innovatief ondernemenDe gids creatief en innovatief ondernemen
De gids creatief en innovatief ondernemen
 
Slimmer werken in het mkb de winst zit in je mensen
Slimmer werken in het mkb de winst zit in je mensenSlimmer werken in het mkb de winst zit in je mensen
Slimmer werken in het mkb de winst zit in je mensen
 
Het Nieuwe Presteren - Onze Toekomst
Het Nieuwe Presteren - Onze ToekomstHet Nieuwe Presteren - Onze Toekomst
Het Nieuwe Presteren - Onze Toekomst
 
FokusOndernemen_092016
FokusOndernemen_092016FokusOndernemen_092016
FokusOndernemen_092016
 
Innovatie en Ondernemerschap blogs
Innovatie en Ondernemerschap blogsInnovatie en Ondernemerschap blogs
Innovatie en Ondernemerschap blogs
 
Society 3.0
Society 3.0Society 3.0
Society 3.0
 
Smart-Group-Corp-Brochure
Smart-Group-Corp-BrochureSmart-Group-Corp-Brochure
Smart-Group-Corp-Brochure
 
Manifest La Compagnie
Manifest La CompagnieManifest La Compagnie
Manifest La Compagnie
 
Serie-ondernemerschap in Nederland
Serie-ondernemerschap in NederlandSerie-ondernemerschap in Nederland
Serie-ondernemerschap in Nederland
 
Marcom Magazine
Marcom MagazineMarcom Magazine
Marcom Magazine
 
MARCOMmagazine
MARCOMmagazineMARCOMmagazine
MARCOMmagazine
 
MarComMagazine september 2011
MarComMagazine september 2011MarComMagazine september 2011
MarComMagazine september 2011
 

Más de Mirror Wise

Organisatie ontwikkeling visie presentatie
Organisatie ontwikkeling visie presentatieOrganisatie ontwikkeling visie presentatie
Organisatie ontwikkeling visie presentatieMirror Wise
 
Ondernemer Live arnhem
Ondernemer Live arnhemOndernemer Live arnhem
Ondernemer Live arnhemMirror Wise
 
Lessen uit de sport voor ondernemen
Lessen uit de sport voor ondernemenLessen uit de sport voor ondernemen
Lessen uit de sport voor ondernemenMirror Wise
 
Trends, organisatie impact en social media presentatie
Trends, organisatie impact en social media presentatieTrends, organisatie impact en social media presentatie
Trends, organisatie impact en social media presentatieMirror Wise
 
Verbinding in een tijdperk van Verandering twitter rapport
Verbinding in een tijdperk van Verandering twitter rapportVerbinding in een tijdperk van Verandering twitter rapport
Verbinding in een tijdperk van Verandering twitter rapportMirror Wise
 
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddag
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddagPresentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddag
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddagMirror Wise
 
Lumina spark presentatie
Lumina spark presentatieLumina spark presentatie
Lumina spark presentatieMirror Wise
 
In de weerd presentatie social media
In de weerd presentatie social mediaIn de weerd presentatie social media
In de weerd presentatie social mediaMirror Wise
 
Toekomst bestendig ondernemen
Toekomst bestendig ondernemen Toekomst bestendig ondernemen
Toekomst bestendig ondernemen Mirror Wise
 
De 6 P's van goede teams korte propositiepresentatie
De 6 P's van goede teams korte propositiepresentatieDe 6 P's van goede teams korte propositiepresentatie
De 6 P's van goede teams korte propositiepresentatieMirror Wise
 
De 6 p's van goede teams
De 6 p's van goede teamsDe 6 p's van goede teams
De 6 p's van goede teamsMirror Wise
 
Businessflowcharts
BusinessflowchartsBusinessflowcharts
BusinessflowchartsMirror Wise
 
TLN presentatie 4 juni 2015
TLN presentatie 4 juni 2015TLN presentatie 4 juni 2015
TLN presentatie 4 juni 2015Mirror Wise
 
Hoe schrijf ik een blog
Hoe schrijf ik een blogHoe schrijf ik een blog
Hoe schrijf ik een blogMirror Wise
 
HRM KVK en social media
HRM KVK en social mediaHRM KVK en social media
HRM KVK en social mediaMirror Wise
 
Nieuw Organiseren 2014
Nieuw Organiseren 2014Nieuw Organiseren 2014
Nieuw Organiseren 2014Mirror Wise
 
Training social media intern KvK
Training social media intern KvKTraining social media intern KvK
Training social media intern KvKMirror Wise
 
Business Model Canvas, waardepropositie en verdienmodellen HAN SBDay
Business Model Canvas, waardepropositie en verdienmodellen HAN SBDayBusiness Model Canvas, waardepropositie en verdienmodellen HAN SBDay
Business Model Canvas, waardepropositie en verdienmodellen HAN SBDayMirror Wise
 
Nieuworganiserenevent, bewustzijn en sociale innovatie
Nieuworganiserenevent, bewustzijn en sociale innovatieNieuworganiserenevent, bewustzijn en sociale innovatie
Nieuworganiserenevent, bewustzijn en sociale innovatieMirror Wise
 
4 basic revenue models
4 basic revenue models4 basic revenue models
4 basic revenue modelsMirror Wise
 

Más de Mirror Wise (20)

Organisatie ontwikkeling visie presentatie
Organisatie ontwikkeling visie presentatieOrganisatie ontwikkeling visie presentatie
Organisatie ontwikkeling visie presentatie
 
Ondernemer Live arnhem
Ondernemer Live arnhemOndernemer Live arnhem
Ondernemer Live arnhem
 
Lessen uit de sport voor ondernemen
Lessen uit de sport voor ondernemenLessen uit de sport voor ondernemen
Lessen uit de sport voor ondernemen
 
Trends, organisatie impact en social media presentatie
Trends, organisatie impact en social media presentatieTrends, organisatie impact en social media presentatie
Trends, organisatie impact en social media presentatie
 
Verbinding in een tijdperk van Verandering twitter rapport
Verbinding in een tijdperk van Verandering twitter rapportVerbinding in een tijdperk van Verandering twitter rapport
Verbinding in een tijdperk van Verandering twitter rapport
 
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddag
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddagPresentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddag
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddag
 
Lumina spark presentatie
Lumina spark presentatieLumina spark presentatie
Lumina spark presentatie
 
In de weerd presentatie social media
In de weerd presentatie social mediaIn de weerd presentatie social media
In de weerd presentatie social media
 
Toekomst bestendig ondernemen
Toekomst bestendig ondernemen Toekomst bestendig ondernemen
Toekomst bestendig ondernemen
 
De 6 P's van goede teams korte propositiepresentatie
De 6 P's van goede teams korte propositiepresentatieDe 6 P's van goede teams korte propositiepresentatie
De 6 P's van goede teams korte propositiepresentatie
 
De 6 p's van goede teams
De 6 p's van goede teamsDe 6 p's van goede teams
De 6 p's van goede teams
 
Businessflowcharts
BusinessflowchartsBusinessflowcharts
Businessflowcharts
 
TLN presentatie 4 juni 2015
TLN presentatie 4 juni 2015TLN presentatie 4 juni 2015
TLN presentatie 4 juni 2015
 
Hoe schrijf ik een blog
Hoe schrijf ik een blogHoe schrijf ik een blog
Hoe schrijf ik een blog
 
HRM KVK en social media
HRM KVK en social mediaHRM KVK en social media
HRM KVK en social media
 
Nieuw Organiseren 2014
Nieuw Organiseren 2014Nieuw Organiseren 2014
Nieuw Organiseren 2014
 
Training social media intern KvK
Training social media intern KvKTraining social media intern KvK
Training social media intern KvK
 
Business Model Canvas, waardepropositie en verdienmodellen HAN SBDay
Business Model Canvas, waardepropositie en verdienmodellen HAN SBDayBusiness Model Canvas, waardepropositie en verdienmodellen HAN SBDay
Business Model Canvas, waardepropositie en verdienmodellen HAN SBDay
 
Nieuworganiserenevent, bewustzijn en sociale innovatie
Nieuworganiserenevent, bewustzijn en sociale innovatieNieuworganiserenevent, bewustzijn en sociale innovatie
Nieuworganiserenevent, bewustzijn en sociale innovatie
 
4 basic revenue models
4 basic revenue models4 basic revenue models
4 basic revenue models
 

Een boekje om te delen, 25 verhalen van sociaal innovatieve bedrijven

  • 1.
  • 3. Voorwoord Wij, de slimste bedrijven van Nederland, zijn ongelooflijk trots dat wij je dit boek mogen presenteren. Dit boek gaat namelijk over ons. Maar ook over jou. Over de BV Nederland, en over hoe we de vaart er weer een beetje in krijgen. Wij hebben namelijk iets ontdekt. We hebben ontdekt dat als je de problemen waar je als ondernemer tegenaan loopt deelt met de mensen in en buiten je organisatie en gezamenlijk naar oplossingen zoekt, dat ze dan vaak verdwijnen als sneeuw voor de zon. De één heeft een goed idee, de ander kent nog wel een handig neefje en de derde gaat eens praten met een klant of een leverancier. En voor je het weet ligt de oplossing voor je neus op tafel. 3 4
  • 4. Ja, duh huh, zul je misschien zeggen: dat wist je toch wel? Ja, misschien wel, maar we handelen er lang niet altijd naar. We zijn als ondernemer of directeur geneigd om alle ballast van de hele organisatie op onze nek te nemen en alle problemen zelf op te lossen. En we vergeten dan vaak dat er ongelooflijk veel talent, creativiteit en oplossend vermogen in onze organisaties aanwezig is. Talent dat je alleen maar een beetje hoeft te stimuleren om het te laten groeien. Creativiteit die je slechts hoeft te prikkelen om tot bloei te doen komen. En oplossend vermogen dat je aanboort als je deelt. Want wie niet kan delen, kan ook niet vermenigvuldigen. Het aanboren van talent, medewerkers de ruimte geven om hun werk op een slimme manier in te richten en gezamenlijk naar oplossingen te zoeken heet met een mooie kreet ‘sociale innovatie’. Dat mag je meteen weer vergeten, als je maar onthoudt dat bedrijven die daar ‘aan doen’ gemiddeld tien procent meer winst maken, 19 procent meer omzet realiseren en een 27 procent hogere rentabiliteit realiseren. Niet verkeerd, in deze crisistijden, toch? Hoewel: crisis? Welke crisis? Het is niet zo dat wij kunnen zeggen dat we helemaal geen last hebben van de economische crisis, maar om nou te zeggen dat het allemaal kommer en kwel is bij ons, zou gelogen zijn. De meesten van ons maken nog steeds een gezonde winst en groeien zelfs. Dat komt omdat wij de crisis niet als een bedreiging zien, maar als een kans. Een kans om het nog beter te doen. Om slimme oplossingen te bedenken waardoor we nog slimmer en vaak goedkoper kunnen werken. Maar ook om nieuwe markten aan te boren, nog beter te luisteren naar onze klanten en nog meer en beter samen te werken met onze partners. 5 6
  • 5. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat Nederland nóg slimmer kan en moet gaan werken om de concurrentie met landen als China, India en Brazilië aan te kunnen. Dat we nieuwe organisatievormen moeten ontwikkelen en nog intensiever moeten gaan samenwerken met klanten, leveranciers en collega-bedrijven. Dat we onze maatschappelijke en sociale rol niet moeten vergeten, omdat we middenin de maatschappij willen staan en daarvan afhankelijk zijn. Hoe wij dat doen, lees je in dit boek. Het beschrijft de ontdekkingsreis die onze organisaties hebben gemaakt en die ons ongelooflijk veel heeft opgeleverd. En nog steeds leren we dagelijks hoe het anders en beter kan. Wil je zelf met sociale innovatie aan de slag? Ook dan biedt dit boek de nodige hulpmiddelen en handvatten. Zoals het Sociale Innovatie Groeimodel, of de Praatplaat Slimmer Ondernemen. Die zijn ontwikkeld door Syntens, door de opheffing van Syntens kan je bij de MKB Krachtcentrale terecht voor deze kennis. Wie weet sta je de volgende keer dan ook in dit boek, als een van de slimste bedrijven van Nederland. Eelco Osse, Boessenkool Benno Schildkamp en Wim Swier, Michiel Wijgmans Lable Eelco Osse Boessenkool Benno Schildkamp Food Connect Anya Niewierra VVV Zuid Limburg Rolf Baarda & Tomas van den Nieuwendijk Netvlies Edwin van der Ham Montapacking Roger Engelberts Imagro BV op broedplaats Koos & Co’s Pascal Bos JAZO Zevenaar Rocco en Wesley Ladage Ladage Beheer Kees Pater Koekjesbakkerij Veldt Ton Driessen Resato Lucien Perizonius Jansen Venneboer Giel Pastoor Parktheater Eindhoven René Kesselaar Kesselaar en Zn. Gilbert Gooijers CM Groep Fried Kaanen Bosch Scharnieren Guido Heezen Effectory Ron Broeders Ferro-fix Martijn Meuling Finext Aad Reurings Reuring Precisie Plaatwerk Remmelt Schuuring Schoongewoon Mark Hassink Vitrov bouw en vastgoed Mark Vletter Voys Telecom Sam Beltman ProFlite Arold Moonen BLW Kunststoffen MKB Krachtcentrale 7 8
  • 6. Het slimste bedrijf van Nederland Hoe word je het slimste bedrijf van Nederland? Door de organisatie anders in te richten en meer over te laten aan de mensen op de werkvloer. Is het zo simpel? Ja, alleen is de uitvoering ervan een stuk lastiger. Over de innovatieparadox, giraffes en het ambacht van de patatbakker. ‘Achter elke hamer zit een mens.’ Met deze rake uitspraak slaat bouwondernemer René Kesselaar de spijker op zijn kop. Iedereen kan een hamer vasthouden, wil hij maar zeggen, maar het tekent de vakman of vakvrouw dat ie weet wat ie doet. Dat hij of zij blijft nadenken, en als iets slimmer, beter of effectiever kan, dat ie het dan voortaan ook zo gaat doen. Dat vereist niet alleen een timmerman met een gezonde dosis verstand en creativiteit, maar ook een organisatie die hem of haar de ruimte geeft om de dingen anders, en vooral beter te doen. Door deze ruimte te bieden, krijg je niet alleen gelukkige en bedreven vakmensen, maar krijgt de organisatie bovendien vleugels. Dat het bedrijf van Kesselaar, Kesselaar & Zn, vleugels heeft, valt moeilijk te ontkennen. Het Alkmaarse bedrijf, actief in een sector die in deze crisis zware klappen te verduren krijgt (de bouw), groeide in 2013 in omzet van 2,5 naar 6,1 miljoen euro. En niet door overnames, maar door de dingen die het doet gewoon heel erg goed te doen. Zo is Kesselaar onder meer actief bij de renovatie van sociale huurwoningen. Door gebruik te maken van het vakmanschap van zijn eigen mensen en door slim samen te werken met onderaannemers wist Kesselaar de tijd die nodig is voor de renovatie van een woning terug te brengen van oorspronkelijk 25 naar tien dagen. Daar wordt iedereen blij van; van de bewoner, die minder lang zijn huis uit hoeft, tot de woningbouwcoöperatie, die flink geld bespaart. Kesselaar & Zn werd twee jaar geleden dan ook uitgeroepen tot een van de slimste bedrijven van Nederland. Het bedrijf kreeg bij de verkiezing Slimste bedrijf van Nederland 2012 van MKB Krachtcentrale samen met elf andere bedrijven deze titel opgespeld omdat het, volgens het juryrapport, ‘permanente aandacht heeft voor personeel en talentontwikkeling.’ Zo heeft Kesselaar veel jonge mensen in dienst, die in twee jaar tijd intern worden opgeleid om het vak te leren en zelfstandig beslissingen te nemen. Een goed opgeleide timmerman weet volgens Kesselaar namelijk heel goed hoe hij zijn werk moet doen, dat hoef je hem echt niet te vertellen. Daarom heeft het bedrijf ook geen uitvoerders of opzichters in dienst. Dat scheelt niet alleen in de kosten, maar stimuleert ook de zelfstandigheid van de werknemers. 9 10
  • 7. Niemand heeft een taak- of functieomschrijving, omdat die volgens Kesselaar mensen alleen maar beperken in hun groei. Wel worden er stappenplannen gemaakt, waarbij als uitgangspunt wordt genomen wat de werknemer kan en wil. Zo is een jonge timmerman al doorgegroeid naar een rol als calculator en draait de 24-jarige Mike zelfstandig projecten van enkele miljoenen euro’s. Over talentontwikkeling gesproken. Maar ook de manier waarop Kesselaar samenwerkt met andere bedrijven kun je scharen onder ‘slim’. In plaats van zijn onderaannemers uit te knijpen zoals in de bouw vaak gebeurt, probeert Kesselaar juist met ze samen te werken. Hij werkt uitsluitend met vaste partners uit de omgeving en legt de hele begroting van een project open en bloot op tafel. Daardoor verdwijnt de discussie over geld en gaat het weer over waar het over zou moeten gaan: het zo goed mogelijk klaren van de klus. Ook dat geeft je vleugels. Innovatieparadox Hoewel René Kesselaar nog nooit van het begrip had gehoord, is zijn bedrijf een schoolvoorbeeld van sociale innovatie te noemen. Sociale innovatie is namelijk het werk zo organiseren, dat iedereen vanuit zijn of haar passie en talenten een zo groot mogelijke bijdrage kan leveren aan het welzijn en de welvaart van het geheel. Het onderscheidt zich van technologische innovatie in dat het niet zozeer gericht is op de vernieuwing van een product of dienst, maar van de organisatie als zodanig. Volgens hoogleraar Strategisch Management en Ondernemingsbeleid aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam is sociale innovatie een voorwaarde voor technologische innovatie. Hij beschrijft in zijn onderzoek de innovatieparadox, het fenomeen dat Nederlandse bedrijven veel kennis ontwikkelen en veel investeren in research & development (R&D), maar toch achterblijven bij bedrijven in andere landen bij het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten. Dat komt volgens Volberda doordat slechts 25 procent van het succes van innovatie wordt bepaald door investeringen in R&D; de overige 75 procent is afhankelijk van factoren op het gebied van mens en organisatie. In het boek Innovatie 3.0, dat hij samen schreef met journalist Menno Bosma, beschrijft Volberda hoe dit werkt: ‘Innovatie komt ook tot stand door marketeers, die weten waar de klant behoefte aan heeft. Door productiemedewerkers, die weten wat er wel en niet gemaakt kan worden. Door managers, die weten hoe je een werkklimaat creëert dat innovatie stimuleert. Innovatie berust niet alleen op kennis, maar ook op inzicht en creativiteit. Het is het toetsen van kennis aan behoeftes en mogelijkheden, het samenbrengen van kennis met inzichten en vaardigheden, het toepassen van kennis in de praktijk… Het heeft te maken met de vraag of afdelingen contact met elkaar hebben, of er tijd en ruimte is voor experimenteren, met de mate van vertrouwen tussen collega’s, hoe lang besluitvorming duurt, hoe open managers zijn, hoe (in) formeel er met elkaar wordt omgegaan, hoe tolerant de organisatie is voor fouten, of kennis van buitenaf doordringt, of die kennis vervolgens ook wordt opgepikt en gedeeld.’ 11 12
  • 8. Dat is een hele opsomming, en dan hanteert Volberda volgens sommigen nog een beperkte opvatting van sociale innovatie. Volgens het Manifest Sociale Innovatie, dat is opgesteld door Waag Society en Kennisland, refereert sociale innovatie namelijk aan ‘nieuwe strategieën, concepten, ideeën en organisaties die een oplossing trachten te bieden voor grote maatschappelijke uitdagingen – van werkgelegenheid en educatie tot zorg, maatschappelijke betrokkenheid en milieuproblemen.’ Het zet in op ‘de innovatiekracht van alle mensen in de samenleving vanuit welke maatschappelijke rol of functie dan ook. Het gaat erom deze mensen… met elkaar te verbinden.’ Volgens deze brede maatschappelijke opvatting is sociale innovatie zoals Volberda die interpreteert samen te vatten met de Engelse termen ‘workplace improvement’, verbeteringen op de werkvloer binnen organisaties. Gelukkig biedt het Sociale Innovatie Groeimodel, dat is ontwikkeld door Raymond Witvoet van KvK en Caroline Rijnbeek van de MKB Krachtcentrale. Dit model onderscheidt vier verschillende niveaus van sociale innovatie, die onderling sterk met elkaar zijn verbonden. Op het eerste niveau gaat sociale innovatie uit van het individu en kun je het het beste omschrijven als ‘slimmer werken’. Denk hierbij aan dingen als zelfroosteren, een betere worklife-balans of het leren omgaan met of verminderen van werkdruk. Op het tweede niveau draait het vooral om de organisatie zelf: om de cultuur, de manier waarop de organisatie is ingericht en de systemen die de medewerkers ondersteunen. Lukt het de organisatie om de passie en de talenten van medewerkers wakker te kussen en hen de ruimte te geven om ze te benutten? Lukt het om ze effectief te laten samenwerken, om nieuwe dingen uit te proberen en zich gewaardeerd te voelen? Lukt het om talenten te ontwikkelen en medewerkers te binden en te boeien? Dat zijn allemaal vraagstukken waar heel wat managers en directeuren dagelijks hun hoofd over breken, want het is de kern van een gezond, gelukkig en welvarend bedrijf. Het derde niveau van sociale innovatie gaat dan over de organisatie en haar omgeving: klanten, toeleveranciers, partners, concurrenten… Door slim samen te werken met deze partijen is een bedrijf in staat om betere producten te maken, de klant beter te bedienen, een hogere toegevoegde waarde te bieden. Dan gaat het dus over samenwerking in de keten, co-creatie, netwerkorganisaties en open innovatie. Met het vierde niveau komen we in de buurt van het Manifest, want daar draait het om sociaal ondernemerschap of nog breder: een bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Denk daarbij aan milieuvraagstukken, het in dienst nemen van mensen met een handicap of een grote afstand tot de arbeidsmarkt of het verantwoord inkopen van producten en diensten. Koekjes De MKB-ondernemers in dit boek passen sociale innovatie op elk van deze niveaus toe, zonder overigens vaak te weten dat ze daarmee met sociale innovatie bezig zijn. René Kesselaar had zoals gezegd nog nooit van de term gehoord, maar is ondertussen wel 13 14
  • 9. volop bezig met talentontwikkeling (niveau 1), hij richt zijn bedrijf zo in dat dit talent ook tot zijn recht komt (niveau 2), werkt intensief samen met andere bedrijven in de keten (niveau 3) en vertelt zijn verhaal aan iedereen die het horen wil om een verandering teweeg te brengen in de bouwketen (niveau 4). Hetzelfde kun je zeggen van Ladage, de patatbakkers uit Rotterdam. Daar worden jonge mensen opgeleid tot zelfstandig ondernemer (1 en 4), is het hele bedrijf erop gericht om de klant een lekkere traktatie voor te zetten (2) en worden de aardappelen al sinds de jaren zestig betrokken bij een en dezelfde toeleverancier (3). Toch hadden de neven Rocco en Wesley Ladage de term sociale innovatie nog nooit in de mond genomen; laat staan dat ze wisten wat het was. Niet dat dit ze ervan weerhoudt om slim bezig te zijn. In tegendeel. Deze ondernemers begrijpen als geen ander dat om succesvol te zijn, ze hun medewerkers keihard nodig hebben. En die ook de ruimte moeten bieden om hun talenten te ontwikkelen en hun passie te volgen. Want, zoals Kees Pater van Koekjesbakkerij Veldt het zegt: ‘Gelukkige medewerkers bakken betere en lekkerdere koekjes.’ Zijn bedrijf werd in 2011 uitgeroepen tot Slimste bedrijf van Nederland, en wie in zijn bedrijf rondloopt, begrijpt meteen waarom. Ook Pater heeft een maatschappelijke missie: hij wil het stokje van het slimme werken doorgeven door drie andere ondernemers te besmetten met het sociale innovatie-virus, zodat die op hun beurt weer drie ondernemers besmetten, zodat die… Uit het onderzoek van Volberda, de Erasmus Competition & Innovation Monitor, blijkt dat de samenleving mee profiteert. Zo hebben bedrijven die sociaal innoveren een substantieel hogere omzet (+ 16%) en winst (+ 13%) dan bedrijven die daar niet aan doen. Bovendien ligt hun (technische) innovatievermogen hoger dan gemiddeld (+ 31%) en zijn ze beter in staat om nieuwe klanten aan te trekken (+ 17%). Tenslotte hebben ze ook nog eens meer tevreden medewerkers (+ 12%). Dit beeld wordt bevestigd wanneer je door je oogharen naar de Slimste bedrijven van Nederland kijkt. Deze veertien bedrijven (de twaalf van 2012 en de winnaars van 2010 en 2011) lijken nagenoeg geen last te hebben van de crisis. Sterker nog: de meeste van deze bedrijven (en een enkele instelling) groeit. De indrukwekkende prestaties van bouwbedrijf Kesselaar & Zn werden al genoemd, maar wat te denken van machinefabriek Boessenkool? Nota bene een bedrijf in de maakindustrie, dat jaarlijks groeit met tien procent en zijn orderportefeuille tot ver in 2014 heeft gevuld. Resato, de fabrikant van hogedruksystemen in het hoge Noorden: een groei van 15 procent in 2012. Logistiek dienstverlener Montapacking: gemiddelde omzetgroei van 25 procent per jaar, en in 2011 zelfs 40 procent. Crisis? Welke crisis? Ook de twee instellingen in het rijtje doen het boven verwachting goed. Zo was Parktheater Eindhoven in 2009 zelfs in staat om een deel van de subsidie terug te geven aan de gemeente en werd de organisatie in 2011 uitgeroepen tot beste werkgever van de regio. VVV Zuid Limburg levert een knappe prestatie door niet alleen het hoofd boven water te houden, maar ook nog eens voor nog maar 15 16
  • 10. 20 procent afhankelijk te zijn van subsidie. ‘We zullen altijd voor een deel afhankelijk blijven van subsidie,’ legt directeur Anya Niewierra uit, ‘want sommige dingen krijg je nooit commercieel. Bijvoorbeeld het onderhoud van wandelpaden. Ja, of je moet entree gaan heffen, maar dat wil niemand.’ Ondertussen zullen heel wat VVV’s met enige jaloezie en bewondering naar de oudste VVV van ons land kijken. Doen wat je zegt Maar zo makkelijk als het klinkt, zo moeilijk is het uit te voeren. Sociale innovatie is geen trucje, dat je even toepast. Het is een kwestie van een koers uitzetten, heel hard werken en consequent volhouden. Het zit ‘m vaak in hele kleine dingen, waar de betrokkenen zich soms helemaal niet bewust van zijn. Het heeft ook niet zozeer te maken met wat je zegt, maar vooral met wat je doet. Hoe reageer je bijvoorbeeld als een medewerker een fout maakt? Is de wereld dan te klein, of probeer je er samen naar te kijken en van te leren? Wat doe je met een idee van een van je medewerkers? Neem je dat voor kennisgeving aan en ga je over tot de orde van de dag? Of laat je hem of haar het idee verder uitwerken en geef je hem/haar ook de credits als het een succes wordt? Laat je medewerkers ook echt meedenken over de koers van het bedrijf, of laat je ze wel meepraten, maar doe je uiteindelijk toch gewoon wat je zelf wil? Het zijn dit soort dagelijkse vormen van gedrag die bepalen of medewerkers zich gehoord en serieus genomen voelen en of ze zich geroepen voelen om zich volledig in te zetten voor de organisatie of niet. En of de organisatie dus succesvol is of niet. De portretten in dit boek zitten vol met voorbeelden van hoe de mensen van de slimste bedrijven van Nederland met elkaar omgaan. Hoe ze leren van elkaar, hoe ze fouten weten om te buigen in kansen, hoe ze creativiteit stimuleren en de ruimte geven. Hoe ze talent ontwikkelen, mensen kansen bieden en de passie bij ze naar boven weten te halen. Daarnaast hebben we in dit boek een aantal tools verzameld waarmee je jezelf en elkaar kunt bevragen. Bijvoorbeeld de praatplaat Sociale Innovatie van de MKB Krachtcentrale. Dit staat vol met vragen als: hoe vaak geeft u een compliment? Hebben medewerkers zeggenschap over plaats en tijd van werkuitvoering? Hoe werken jullie samen? Hoe gaan jullie om met fouten? Beschouw dit als een gereedschapskist om met Sociale Innovatie aan de slag te gaan. Daarin zitten een schroevendraaier, een tang en een hamer. Maar, om René Kesselaar nog maar een keer te citeren: ‘Achter elke hamer zit een mens.’ Het vergt vakmanschap en ervaring om goed te kunnen timmeren. Het vergt ook vakmanschap en ervaring om goed te kunnen leiden. De kansen liggen er, de potentie is volop aanwezig. De grote vraag is: wat doe je ermee? 17 18
  • 11. 19 20
  • 12. broedplaats voor talent Een organisatie waar jong talent tot zijn recht komt en waar zij zich in kunnen zetten voor betekenisvolle, maatschappelijke doelen: dat was het idee achter Lable. Vijf jaar later staat er een organisatie die in bijna alles verschilt van het gangbare bedrijf. ‘Talent kan zich alleen ontwikkelen als het de ruimte krijgt.’ Een platenlabel voor jong talent: dat was het idee toen twee docenten en twee studenten van de opleiding Communicatie en Multimedia Design van de NHL Hogeschool in Leeuwarden Lable opzetten. ‘We hadden het over de opleiding,’ herinnert Michiel Wijgmans zich, ‘en concludeerden met elkaar dat waar heel veel talent op de opleiding al nauwelijks tot zijn recht komt, het daarna pas echt goed misgaat. 21 22
  • 13. Je gaat werken voor een reclamebureau en bent de hele dag bezig om een website hoger in de rankings van de zoekmachines te krijgen. Of je bouwt op je zolderkamertje in je eentje websites voor de bakker op de hoek, maar echt veel zoden zet het allemaal natuurlijk niet aan de dijk. Hoe kun je dat talent nou bundelen zodat je echt iets van waarde kunt toevoegen aan de maatschappij? Jonge mensen willen zinvol bezig zijn, iets doen voor een betere wereld; hoe kun je dat faciliteren? Zo kwamen we op het idee van Lable, een platenlabel voor talent.’ Dat was in 2007. Daarna heeft het de vier kersverse ondernemers nog enkele jaren gekost om uit te vinden hoe zo’n organisatie er dan uit zou moeten zien en welk doel ze wilden dienen. ‘Als je een product of dienst ontwikkelt dat je vervolgens op de markt brengt, is het relatief simpel: je gaat naar de Kamer van Koophandel, schrijft je in en gaat aan de slag. Maar wij wilden een organisatie opzetten waarin mensen hun talenten kunnen benutten voor een maatschappelijk doel. Dat is een iets gecompliceerdere missie. Hoe organiseer je dat?’ Inuit Een van de dingen die ze zeker wisten, was dat er geen plaats was voor baasjes: ‘Je kunt je talent pas echt benutten, als je ook de ruimte krijgt om dat te doen. Ik ga een programmeur echt niet vertellen hoe hij zijn werk moet doen, dat weet hij zelf veel beter. Natuurlijk moet je wel verbinding houden met elkaar, maar dat kan prima tijdens de lunch of bij een kop koffie. Hou het simpel.’ In plaats van management maakt Lable gebruik van situationeel leiderschap. ‘Dat hebben we afgekeken van de Inuit Indianen: als je daar vraagt wie de baas is, krijg je per situatie een ander antwoord. Als ze bijvoorbeeld gaan jagen, dan is degene die daar het meeste ervaring mee heeft, de leider. Zo doen wij dat ook. Zo hadden we laatst een helpdesk nodig. Dan staan er een paar jongens op die het meest afweten van het inrichten van een helpdesk en die zetten dat dan op en verdelen het werk onderling. Daar hoef je niks aan te doen, dat gaat vanzelf.’ Alle belangrijke beslissingen bij Lable worden op basis van consent genomen, dat wil zeggen dat een voorstel pas wordt aangenomen als niemand overwegende bezwaren heeft. ‘Dat is om de vaart erin te houden. Als je alles op basis van consensus doet, kunnen discussies eindeloos slepen en bestaat het gevaar dat mensen zich gaan ingraven. Bij consent heb je dat risico minder.’ Om te voorkomen dat er toch weer baasjes ontstaan, is ook het eigendom van Lable onder het personeel verdeeld. ‘Lable is een BV, waarvan we de aandelen ondergebracht hebben in een holding. De aandelen daarvan zijn weer in handen van een stichting en dus van iedereen.’ Verzekering Een andere vraag waar de vier oprichters van Lable zich voor geplaatst zagen, was welk maatschappelijk doel de organisatie kon dienen. ‘We kwamen er al snel achter dat talent pas echt goed tot 23 24
  • 14. zijn recht komt, als ze een doel voor ogen hebben. Je kunt niet zeggen: kom maar bij ons en dan verzinnen we wel wat. Pas als je weet waarvoor je het doet, kun je honderd procent geven.’ Gelukkig dienden die doelen zich bijna als vanzelf aan. Zo was er de directie van een grote verzekeraar die met zijn handen in het haar zat over de toenemende macht van de consument. ‘We kregen van hun carte blanche om het concept van verzekeren opnieuw uit te vinden. Dat geeft wel aan hoe wanhopig ze zijn. We hebben een prachtig plan bedacht. De kern van het idee was inzicht in je eigen bankrekening waardoor je kunt analyseren waar je je geld aan uitgeeft. Als bijvoorbeeld blijkt dat je veel geld spendeert aan je telefoon, dan zou je een verzekering kunnen afsluiten voor optimale bereikbaarheid.’ Dit idee van inzicht in je persoonlijke situatie en persoonlijke waarden was ook het vertrekpunt voor een andere benadering van de ouderenzorg. ‘Door uit te gaan van de zelfstandigheid en de zorg te richten naar de manier waarop ouderen gewend waren te leven, ontstaat er een nieuwe dialoog tussen zorgprofessionals en de bewoners van verzorgingshuizen. Met Lable Care maken we het mogelijk om individuele zorgbehoeften te verbinden met het zorgaanbod. Tegelijkertijd wordt de beschikbare tijd en geld inzichtelijk gemaakt. Snel daarna ontdekten we dat Lable Care ook uitermate geschikt is om stapels papieren protocollen overbodig te maken door de informatie op de juiste plek aan te bieden. Zo wisten we een protocol van veertig A4’tjes terug te brengen naar één! Als je eens wist hoeveel er dubbel wordt geregistreerd in de zorg! Daarom is ons devies dat je nooit tweemaal hetzelfde in hoeft te vullen. Daar zit voor ons de essentie van eenvoud.’ Wijgmans sluit niet uit dat Lable zich de komende jaren ook met hele andere maatschappelijke doelen bezig zal gaan houden. ‘We zijn bijvoorbeeld bezig met het onderwijs. En laatst hebben we een klus gedaan in de Jeugdzorg. Een organisatie in de Jeugdzorg benaderde ons omdat het platform dat ze net voor veel geld hadden laten bouwen voor jongeren, hun ouders en jongerenwerkers nauwelijks gebruikt werd. Zouden jullie nou niet eens kunnen inventariseren wat die jongeren echt bezighoudt? En oh ja, het budget is zo goed als op,’ zegt Wijgmans lachend. ‘Oké, als jullie een hele bijzondere locatie regelen waardoor die jongeren zich speciaal voelen en zorgen voor goed eten gaan wij een dag gratis brainstormen met die jongeren over dat platform. Blijkt dat die jongeren eigenlijk hele normale dingen willen: een baan, een vriendin, goed met geld om kunnen gaan. We zijn nu aan het kijken om dat platform zo om te bouwen dat ze per doel iemand kunnen uitnodigen die hen daarbij kan helpen zodat ze een eigen leven kunnen opbouwen. Dat is toch gaaf!’ Bedrijf: Lable Waar: Leeuwarden Activiteit: Het creëren van maatschappelijke waarde Aantal medewerkers: 14 Wat: Nieuw organiseren, ontwikkelen talent www.lable.org 25 26
  • 15. B essenkool: Twentse innovatie 27 28
  • 16. 30 Waarom schakelen olie- en gasmaatschappijen een meer dan 110-jarig bedrijf uit Almelo in voor de productie van kleppen, containers en turbines? En waarom krijgt ditzelfde bedrijf de opdracht om de enorme metalen klok voor de Olympische Spelen te fabriceren? Over vakmanschap, het delen van verantwoordelijkheden en technologische hoogstandjes in Twente. In de gigantische fabriekshal van machinefabriek Boessenkool aan de Turfkade in Almelo ligt een enorme metalen schijf ter grootte van een gemiddelde woonkamer. Het ding is van massief staal, zegt directeur Eelco Osse met enig ontzag in zijn 29 stem, en weegt tonnen. De schijf is onderdeel van een prototype van een gigantisch vliegwiel dat moet gaan fungeren als opslag voor elektriciteit. ‘Zie het als een enorme batterij, maar dan met een rendement van 98 procent of meer.’ Toen Osse zijn medewerkers vertelde over de opdracht, reageerden zij in eerste instantie afwijzend. “Dat kan nooit,” zeiden ze. Boessenkool: Twentse innovatie
  • 17. Het punt is namelijk dat als zo’n vliegwiel eenmaal gaat draaien, er zulke gigantische krachten op komen dat het nauwelijks nog te controleren is. Er hoeft maar één klein lasnaadje verkeerd te zitten en het ding vliegt uit de bocht. Of de as breekt, met alle rampzalige gevolgen van dien. Kijk, dat vind ik dan een mooie uitdaging.’ Of het gaat lukken, is op het moment van schrijven nog niet bekend. Maar het tekent de hi-tech uitdagingen waar Osse zijn bedrijf voor stelt. Osse nam het bedrijf acht jaar geleden over van zijn vader en neemt naar eigen zeggen meer risico’s dan zijn voorganger. ‘Ik heb werktuigbouwkunde gestudeerd, mijn vader weg- en waterbouw. Daardoor kan ik bij de klant zowel technisch als commercieel goed meepraten. De uitdaging ligt er vooral in om het personeel mee te krijgen, want zij zijn toch wat voorzichtiger. Dus ik drop soms dingen in de groep. Hun eerste reactie is vaak: dat kan niet. Maar dan gaan ze erover nadenken en zeggen ze: “Als we het zo en zo doen, kan het misschien wel.” Dat is zo mooi om te zien. Onze grootste klant op dit moment kwam bij ons met een vraag waarvan het voltallige personeel zei dat het niet kon. Ik ben blij dat ik ze heb kunnen overtuigen.’ Ketting Naast een vliegwiel voor energieopslag maakt Boessenkool allerlei onderdelen van metaal, van tanks en koppelingen voor de opslag en transport van olie en gas op zee, vulpistolen voor autogas tot onderdelen voor bakkerijproductielijnen en hijskranen. ‘Hoe uitdagender, hoe beter,’ zegt Osse lachend. ‘Neem bijvoorbeeld die koppelingen voor olie op zee: daar staat een druk op van 500 bar. Maar het mag natuurlijk niet gaan lekken, zoals destijds in de Golf van Mexico.’ Osse laat een gigantische metalen ovalen ring zien. ‘Kijk, dit wordt gebruikt om een drijvende opslag voor olie voor de kust van Nigeria mee te verankeren. De zee is daar drieduizend meter diep, dus daar heb je heel wat van deze kettingen voor nodig.’ Osse is zich er sterk van bewust dat hij dergelijke technologische uitdagingen niet in zijn eentje aankan. ‘Ik kan wel allemaal leuke dingen bedenken, maar de mensen op de werkvloer moeten het waarmaken, elke dag weer. Je doet het als team; als een van de schakels niet sterk genoeg is, breekt de ketting.’ De manier waarop Osse deze ketting aan elkaar smeedt, is door vooral open en duidelijk te communiceren. ‘Mensen herkennen en erkennen in hun kennis en vaardigheden, daar begint het mee. Vertellen waar je mee bezig bent en ze betrekken bij de uitdagingen waar je voor staat. Daardoor gaan ze met je meedenken en hoef je minder te sturen.’ Osse geeft het voorbeeld van die zaterdag dat hij langs het bedrijf reed en ontdekte dat er allemaal auto’s voor de poort stonden. Toen Osse de fabriekshal binnenliep, bleek een deel van het personeel aan het werk te zijn op hun vrije zaterdag. “Wie heeft dit geregeld?”, vroeg ik. “Wij zelf,” was het antwoord. “Heb je gezien hoeveel werk er ligt?” 31 32
  • 18. Cursus Naast ze te betrekken bij de uitdagingen van het bedrijf, probeert Osse zijn personeel ook uit te dagen. Een van de eerste dingen die hij bijvoorbeeld deed toen hij in 2005 het bedrijf overnam, was alle lassers op cursus sturen: ‘We hebben allemaal vakmensen in dienst, mensen met vele jaren ervaring, maar bijna niemand had een certificaat. Als je in de olie- en gasindustrie wilt werken, heb je dat gewoon nodig. “Jongens, we gaan met z’n allen op cursus,” zei ik. Dat stuitte eerst natuurlijk op weerstand: “Ik doe dit werk al twintig jaar, wou je mij gaan vertellen hoe ik moet lassen?”, dat soort reacties. Maar uiteindelijk heb ik ze over de streep kunnen trekken; dat is een van de beste dingen die we konden doen. Deze manier van werken legt Boessenkool geen windeieren. Het bedrijf groeit jaarlijks met circa tien procent en heeft zijn orderportefeuille gevuld. In 2011 nam Osse bovendien het bedrijf Thomassen Machining over in Rheden. ‘Daar maken ze machineonderdelen van gietijzer. Ook een prachtig bedrijf met hele mooie vooruitzichten.’ De grootste uitdaging voor Osse is om goede mensen te vinden. ‘Het vak leren ze allang niet meer op school, dat moeten wij ze hier bijbrengen. Die kans krijgen ze hier volop; ze beginnen met de kleine machines en groeien langzaam door naar meer verantwoordelijkheid. En als ze een keer een fout maken, moet je ze niet meteen afstraffen. Niemand vindt het leuk om fouten te maken. Je kunt beter met elkaar kijken hoe je het de volgende keer beter kunt doen.’ Bedrijf: Boessenkool Waar: Almelo Activiteit: Machinebouw en metaalbewerking Personeel: 45 Wat: Medewerkers betrekken, interne opleiding, technologische innovatie www.boessenkool.com 33 34
  • 19. 35 36
  • 20. Food Connect: scoren als team Hoe houd je de cultuur goed als je in twaalf jaar tijd groeit van nul naar ruim honderd medewerkers? Het Almelose Food Connect vond een metafoor in het voetbal, waar alle spelers even belangrijk zijn en het publiek (de klant) als je het goed doet je fan. ‘Wij vinden het heel normaal wat we doen.’ ‘Dit is onze linkermiddenvelder,’ zegt Benno Schildkamp als we in de gang van Food Connect een medewerker tegenkomen. ‘Hij was eerst linksachter, toen linksbuiten, maar hij heeft uiteindelijk toch gekozen voor een rol op de as van het veld.’ De medewerker krijgt een brede grijns op zijn gezicht, geeft een hand en loopt door. ‘Kijk, dat is het, hè: die jongens begrijpen meteen waar je het over hebt en ze zijn trots dat ze een belangrijke rol vervullen in het bedrijf.’ Al pratende opent Schildkamp een grote schuifdeur naar een koelruimte. Een vrouw in een dikke winterjas, een muts op haar hoofd en grote wanten aan haar handen staat er dozen uit te pakken. 37 38
  • 21. ‘Het is hier achttien graden onder nul,’ legt Schildkamp uit. ‘Ik vind dat ik overal in het bedrijf een dag mee moet lopen, maar dat is echt koud, kan ik je verzekeren. Na een uur begon ik me al af te vragen of het niet eens tijd voor een pauze was. Als je hier kunt werken, heb ik daar echt diep respect voor.’ Als we weer in de warme gang staan, zegt hij: ‘In de meeste organisaties staan die mensen dus helemaal onderaan de ladder. Bij ons staan ze in de verdediging en zijn ze net zo belangrijk als de spitsen of de middenvelders.’ Schildkamp gebruikt voetbal als metafoor voor het bedrijf waar hij mede-directeur van is, Food Connect. Hij schreef er zelfs een boek over, Voetballend ondernemen, en geeft er lezingen over. Oud-doelman Hans van Breukelen noemde het een van de indrukwekkendste verhalen die hij in jaren had gehoord. ‘Wij vinden het heel normaal, wat we doen,’ zegt mede-directeur en statutair eigenaar van Food Connect Wim Swier, ‘maar dat is het kennelijk toch niet.’ Swier begon zijn loopbaan als topkok, werkte een aantal jaren voor Profood van Johma-oprichter Johan Schreur en begon in 2001 vanuit zijn garage samen met zijn vrouw een eigen maaltijdservice. Het bedrijf groeide hard, zeker toen Swier de keuze maakte om de maaltijden ook helemaal zelf te gaan produceren. ‘We groeiden in één klap van vijftig naar honderd man. Hoe organiseer je dat? Ik denk dat de meeste ondernemers daarin vastlopen.’ Machinebureaucratie Nu had Schildkamp tijdens zijn bedrijfseconomische opleiding de organisatiemodellen van Mintzberg gehad, maar daar herkende hij zich totaal niet in. ‘Een student van de Hogeschool die bij ons stage liep stelde vast dat wij een ‘machinebureaucratie’ zouden zijn, maar voor mijn gevoel klopte daar niets van. Het stond zover af van hoe wij met elkaar omgaan. In onze ogen is iedereen gelijkwaardig, en zijn er helemaal geen rangen en standen bij Food Connect. Dus was ik op zoek naar iets anders.’ Dat andere kwam toen Schildkamp zijn zoontjes meenam naar het stadion van voetbalclub FC Twente. ‘Die jongens waren daar zo vol van, en ’s avonds maakten ze een tekening van een stadion. Toen dacht ik: dat is het: de organisatie als stadion.’ Een van de voordelen van deze metafoor was dat er ruimte is voor de klant. ‘In de meeste organisatiemodellen speelt die geen enkele rol, maar in het stadion is de klant het publiek dat op het veld kijkt naar de verrichtingen van het team. En als je goed speelt, zijn het je fans.’ Een ander voordeel van het model is dat iedereen een even belangrijke rol speelt: ‘Je hebt verdedigers en aanvallers, verzorgers en de terreinknecht, de kaartverkoop en de coach. En iedereen is even belangrijk voor de prestaties van het team. Als een van hen niet goed functioneert, draait het hele team niet lekker.’ Als een speler niet tot zijn recht komt in een bepaalde positie, kun je hem of haar wisselen en op een andere positie proberen. 39 40
  • 22. ‘We hebben mensen die al vier keer gewisseld zijn van functie,’ vertelt Swier. ‘Zo hebben we een kok die ooit begonnen is als chauffeur…’ ‘Die is van keeper naar de linksback positie verhuisd,’ zegt Schildkamp. Swier weer: ‘…hij komt nu helemaal tot zijn recht. Als je ergens zelf voor kiest, dan ga je ervoor. Je bent gemotiveerd om te leren, wordt er steeds beter in en dan wordt het steeds leuker.’ Trots ‘We werken heel erg aan de power of pride,’ vervolgt Swier, ‘aan de kracht van trots. We doen het met elkaar en niemand is meer of minder dan een ander, ook wij niet. We willen graag dat ze de maaltijden netjes inscheppen en zich houden aan de hygiëneregels, niet omdat wij dat willen of omdat de Inspectie dat voorschrijft, maar omdat ze zelf vinden dat het zo moet.’ Schildkamp: ‘Een bekende voetbalwijsheid is dat je zo goed bent als je laatste wedstrijd. Je kunt nog zulke mooie verhalen hebben, maar je moet het wel waarmaken, natuurlijk. Elke dag weer.’ Voor Schildkamp en Swier is het allemaal de normaalste zaak van de wereld: Schildkamp: ‘We spelen geen rol, zo zijn we gewoon. Doe maar gewoon. Iemand vroeg mij laatst hoe hoog ons verzuim is. Ik zei: “Ik heb geen idee, maar ik weet wel hoeveel mensen er ziek zijn.” Of het aantal FTE’s; Foute TElling noem ik dat. We hebben geen FTE’s, we hebben honderdvijftien mensen op de loonlijst, honderdvijftien gezinnen die we voeden en honderdvijftien kerstpakketten die we elk jaar bezorgen.’ Bedrijf: Food Connect Waar: Almelo Activiteit: Maaltijdservice Aantal medewerkers: 115 Wat: Voetbal(stadion) als organisatiemodel, platte organisatie, trots www.foodconnect.nl 41 42
  • 23. 43 44
  • 24. VVV Zuid Limburg:sterker uit de crisis VVV Zuid Limburg heeft in haar 128 jarige bestaan menig crisis doorstaan. En elke keer kwam de organisatie er sterker uit naar voren. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst: ‘De saamhorigheid die je hier vindt, daar krijg ik soms tranen van in mijn ogen.’ Anya Niewierra had er dit weekend nog een: een kwispelmoment. Een mooie ervaring op het werk die je graag wilt delen met je collega’s. ‘Wij proberen het delen van kwispelmomenten te stimuleren, omdat dit positieve energie geeft. Ook proberen wij steeds weer leuke dingen te bedenken. Afgelopen zomer vroegen wij onze collega’s bijvoorbeeld om tijdens hun vakantie foto’s te maken van innovatieve winkelconcepten waar wij iets van kunnen leren. Vervolgens werden al die plaatjes in september in de groep gepresenteerd. Los van het plezier dat je met elkaar hebt, maak je zo ook zakelijke massa met elkaar. Immers, als je met velen nadenkt, krijg je vaak de meest verrassende oplossingen.’ Niewierra is directeur van de VVV Zuid Limburg en voor wie daar onmiddellijk associaties mee krijgt van een suffe, wat stoffige ambtelijke organisatie is altijd welkom om een keer bij 45 46
  • 25. haar op de koffie te komen. Met vlaai uiteraard. Niewierra: ‘We hebben als stichting weliswaar een ideëel doel, maar onze weg om dat doel te bereiken is gewoon commercieel. Ik verzeker je dat deze organisatie commerciëler is dan de uitzendorganisatie waarvoor ik hiervoor werkte. Het is bovendien een veel complexere organisatie, omdat wij niet alleen een financiële relatie met gasten hebben, maar ook met ondernemers, de politiek en vele andere stakeholders. Daarnaast werken wij met verschillende BTW-regimes, draaien Europese projecten en handelen in waardepapieren. Toen onze vorige accountant met pensioen ging zei hij dat onze boekhouding een van de meest ingewikkelde was die hij in portefeuille had gehad.’ Yin en yang En aan de andere kant is er de historie: ‘We zijn een heel oud bedrijf. We bestaan al sinds 1885 en waren daarmee de eerste VVV van Nederland. Het toerisme is hier in Valkenburg min of meer uitgevonden. We hebben in al die jaren heel wat crises meegemaakt, maar zijn daar tot nu toe steeds sterker uit naar voren gekomen.’ Een van die crises was de komst van internet, waardoor de VVV haar monopolypositie op informatievoorziening voor en over de toeristische sector verloor. ‘We kregen in diezelfde periode van de politiek de opdracht om te fuseren met alle andere lokale VVV’s in Zuid-Limburg. Dat had heel wat voeten in de aarde.’ Terwijl Niewierra een hap neemt van haar appelvlaai, vervolgt adjunct directeur Edith Kurris: ‘Je moet je voorstellen: de lokale VVV’s waren allemaal kleine koninkrijkjes die al jaren op een bepaalde manier werkten, en opeens werden ze onderdeel van een groot bedrijf. Er moesten procedures komen, er moest een financiële administratie worden opgetuigd, voorraadbeheer, automatisering…’ Niewierra en Kurris zijn naar eigen zeggen de yin en yang van de VVV Zuid Limburg; Niewierra de vrouw van de vergezichten, Kurris meer van de praktische zaken. Vanaf het begin was voor beide duidelijk dat de VVV commerciëler moest worden. Niewierra: ‘We komen allebei uit een ondernemersgezin en vinden het niet meer dan normaal dat je ook als Stichting met een maatschappelijke taak probeert om zo min mogelijk afhankelijk te zijn van subsidies. Omdat je anders een speelbal blijft van de politiek en je om de vier jaar met een koerswijziging wordt geconfronteerd.’ Kurris: ‘Maar ook om mee te kunnen bewegen met de markt. We hebben drie klantgroepen; de toerist, de ondernemer en de overheid. En om je in dat krachtenveld staande te houden, moet je flexibel kunnen inspelen op de vraag van je klanten.’ Niewierra: ‘Dan gaat het dus niet alleen om geld verdienen, maar vooral om diensten aan te bieden waar ook vraag naar is.’ Kurris: ‘Waartoe zijn wij op aard? Dat is eigenlijk de kern. De VVV speelt een belangrijke rol in de economische ontwikkeling van de regio, zeker in een gebied als Zuid Limburg dat voor een belangrijk deel afhankelijk is van het toerisme. Van die opdracht moet je je continu bewust zijn, en die moet je ook zo goed mogelijk uitdragen aan het team.’ 47 48
  • 26. Niewierra weer: ‘Toen we begonnen, waren we voor veertig procent commercieel, nu tachtig procent. We zullen altijd afhankelijk blijven van subsidie, want sommige dingen krijg je nooit commercieel. Bijvoorbeeld het onderhoud van wandelpaden. Ja, of je moet aan het begin van zo’n pad geld gaan vragen, maar ik denk dat niemand dat wenselijk vindt.’ Kippenvel Een crisis kan soms helpen om een gevoel van saamhorigheid te kweken, is de ervaring van Niewierra en Kurris. Zoals in 2002, toen de VVV tijdens de euro-conversie door een administratieve fout van haar rechtsvoorgangers technisch failliet raakte. Niewierra: ‘Ik krijg nog kippenvel als ik er aan terugdenk. Het ging om VVV-bonnen die als eigen vermogen op de balans stonden van enkele overgenomen VVV’s, terwijl deze bonnen ooit via de Stichting VVV Geschenkbon in consignatie waren geleverd. Toen de guldenbonnen in eurobonnen moesten worden geruild, kwam dit pas aan het licht, ruim drie jaar na ontmanteling van die voormalige VVV’s. Toen hebben we echt wel even in de rats gezeten. Maar vanaf het begin hadden we ook het gevoel: we gaan hier samen uitkomen. Het was moeilijk, we hebben flinke offers gevraagd van iedereen, maar het is gelukt. We zijn overigens vanaf het begin open geweest over de financiële situatie die was ontstaan en hebben ook samen met het team de koers bepaald om er weer bovenop te komen. Ook moeilijke besluiten zijn als collectief genomen. Dat heeft voor een enorm gevoel van saamhorigheid gezorgd.’ Sindsdien worden de beide directeuren niet zo heel snel meer bang van een crisis of tegenslag. Kurris: ‘We zitten al in de vierde of vijfde fase van dit bedrijf en elke dag verandert er wel wat. Je moet ook niet bang zijn voor veranderingen, maar wel goed uitleggen waarom we op ontwikkelingen willen inspelen.’ Niewierra: ‘En steeds vaker komen medewerkers zelf met voorstellen. Bijvoorbeeld Limburg Ontmoet. Dat is een idee van een collega uit het Heuvelland. Daar zitten heel veel kleine ondernemers en zij had moeite om ze allemaal regelmatig te zien. Kunnen we nou niet iets bedenken dat die ondernemers een keer bij elkaar komen? Ga maar doen, was onze reactie. Ze heeft wat mensen bij elkaar gezocht, een sponsor geregeld, en een geweldige middag in elkaar gezet; dat was gelijk een grote hit. Nu doen we dat een keer in de twee, drie maanden; we nodigen een expert uit, en hebben elke keer een volle hut.’ Kurris: ‘Zo ontstaat er niet alleen interactie met de buitenwereld, maar ook intern. Wij weten dat wij elkaar nodig hebben om iets te bereiken. Samen zijn wij de VVV.’ Niewierra: ‘Het basiswoord hier is vertrouwen. Het komt goed.’ Bedrijf: VVV Zuid Limburg Waar: Valkenburg Activiteit: Aanjagen toerisme Aantal medewerkers: 116 (inclusief 40 vrijwilligers) Wat: Fusie, medewerkers uitdagen en betrekken, commerciële activiteiten www.vvvzuidlimburg.nl 49 50
  • 27. 51 52
  • 28. Case - Netvlies Het is een dilemma waar veel jonge ondernemingen mee te maken krijgen: hoe manage je de snelle groei, maar behoud je wel je snelheid en creativiteit? Bij het internetbedrijf Netvlies in Breda zochten en vonden ze een creatieve oplossing, die toevallig wel wat weg heeft van de methode voor softwareontwikkeling scrum. ‘Ik sta verbaasd hoe gemakkelijk het gaat.’ Het is alsof de tijd heeft stil gestaan en we ons nog middenin de internethype van de jaren negentig bevinden. Er is het hippe kantoorpand in het centrum van de stad, er is de lunchruimte waar de voornamelijk jonge medewerkers nog elke dag in gezamenlijkheid hun boterhammetjes smeren en er zijn die bekende, frivole werkplekken met persoonlijke snuisterijen waar deze creatieve generatie om bekend staat. Netvlies in Breda is dan ook een van de overlevenden van het booming dotcomtijdperk. Gestart in 1997 door drie ondernemers van amper zestien jaar oud liftte het bedrijf vrolijk mee op de golven van het internetenthousiasme. Totdat de klap kwam, en ook Netvlies last kreeg van economische tegenwind. Op dat soort momenten wreekt 53 54
  • 29. zich het ontbreken van een formele, duidelijke structuur en gaan de meeste bedrijven over tot het aanstellen van management en staffuncties. Zo ook Netvlies. ‘Toen we tien medewerkers in dienst hadden, kregen we onze eerste projectmanager,’ herinnert Tomas van den Nieuwendijk zich. ‘Vanaf vijftien, twintig man kregen we afdelingen en afdelingsmanagers. Eigenlijk heel klassiek allemaal, noem het macht der gewoonte.’ Van den Nieuwendijk kwam in 2003 bij het bedrijf en werd in 2006 aangesteld als algemeen directeur. Vanuit die functie is hij steeds op zoek geweest naar een organisatiestructuur die bij het jonge en creatieve bedrijf zou passen. ‘Ik heb altijd het idee gehad dat ik het anders wilde doen, dat ik op een gelijkwaardig niveau met medewerkers wilde omgaan. Maar het sluipt er in, al die laagjes en functies.’ Maarten Verstraeten, business developer, vult aan: ‘We probeerden wel plat te zijn en we riepen het ook heel hard tegen elkaar, maar mensen voelden dat niet zo. We waren mensen bijvoorbeeld heel erg aan het pushen om zich te ontwikkelen, maar dat kwam nauwelijks uit de verf.’ Van den Nieuwendijk: ‘Bovendien merkten we dat door al die laagjes en functies de afstand tussen de ontwikkelaar en de klant steeds groter werd. Er kwam een steeds grotere kloof tussen wat iemand hier aan het maken is en wat de klant wil. Dat is natuurlijk een hele slechte ontwikkeling, want wij moeten het juist hebben van onze toegevoegde waarde, van oplossingen die de klant helpt zijn doelstellingen te verwezenlijken. Daarmee kunnen we ons onderscheiden van alle zzp’ers die ook een website kunnen bouwen.’ Rollen Om deze problemen het hoofd te bieden, nam Van den Nieuwendijk contact op met Bureau Baarda. Dit adviesbureau uit Waalwijk is groot geworden in beloningsadvies, maar legt zich de laatste jaren steeds meer toe op organisatieadvies. Volgens oprichter en directeur Rolf Baarda heeft het traditionele beloningssysteem afgedaan, omdat het geen recht doet aan de werkelijke verschillen die er tussen mensen zijn. Het is bovendien te star om de snelle veranderingen in organisaties het hoofd te bieden. Hij ontwikkelde daarom het Model Baarda, dat uitgaat van rollen die heel precies het probleemoplossend vermogen van medewerkers beschrijven. ‘We zijn begonnen bij de directie,’ vertelt Van den Nieuwendijk, ‘wat is je droom? Waar wil je dat Netvlies naartoe gaat? Hoe kun je die droom verwezenlijken? Welke rollen horen daarbij?’ Al snel werd de hele organisatie bij dit denkproces betrokken. Verstraeten: ‘We hebben een sessie gehouden met het hele bedrijf en iedereen gevraagd: hoe zouden jullie graag willen werken? We wilden namelijk voorkomen dat het alleen maar een verhaal van de directie zou worden, maar dat medewerkers zich er ook echt bij betrokken voelden. Daar kwam onder meer uit dat onze mensen graag hun eigen project zouden willen kiezen. Daarop hebben we een soort interne markt gecreëerd waar mensen zich kunnen aanmelden voor een bepaald project. Bij die projecten werken we in teams die een grote mate van zelfstandigheid hebben. De teams beheren bijvoorbeeld hun eigen planning en budget. Ze kunnen daardoor makkelijker schuiven binnen de verschillende kostenposten als ze daarmee denken beter aan 55 56
  • 30. de vraag van de klant te kunnen voldoen.’ Uiteindelijk kwam Netvlies uit op twaalf rollen op vier verschillende niveas: junior, medior, kern en senior. Bij elke rol hoort een bepaald soort gedrag en een bijbehorende beloning, die voor iedereen nu volstrekt helder is. ‘Daardoor spreken mensen elkaar ook makkelijker aan: “Je zit in die rol, maar ik zie je niet in die rol acteren.” Het gaat er namelijk niet om hoe je jezelf ziet, maar hoe de omgeving jou ziet. Wat is de toegevoegde waarde die je biedt aan de organisatie? Door dat open en transparant te maken, gebeurt er van alles in de organisatie.’ Scrum Zo heeft Van den Nieuwendijk het als algemeen directeur een stuk minder druk gekregen sinds de invoering van de nieuwe organisatiestructuur. Werd hij in het verleden voor elk wissewasje lastig gevallen, tegenwoordig lossen medewerkers problemen veel meer zelf op. ‘Je merkt dat mensen zelf verantwoordelijkheid nemen, er ontstaan nieuwe initiatieven, er wordt harder gewerkt… Ik sta eigenlijk verbaasd hoe gemakkelijk dat gaat. En natuurlijk kom je ook problemen tegen, mensen van wie je het gevoel hebt dat ze niet op hun plek zitten. Die gaan we helpen om een plek te vinden waar ze beter tot hun recht komen.’ Om de groei van medewerkers te bevorderen heeft Netvlies een ‘groeicoach’ aangesteld. Die kijkt samen met de medewerkers naar hun gedrag en adviseert ze indien gewenst hoe ze dat gedrag kunnen verbeteren. Hoewel het verandertraject nog maar net is afgerond, kunnen ze bij Netvlies toch al wat mooie resultaten bijschrijven. Zo is het toch al lage ziekteverzuim van 1,48 procent nog verder gedaald naar minder dan 1 procent. De omzet is in de eerste helft van 2012 gestegen met 24 procent, en dat in deze moeilijke economische tijden. Maar nog belangrijker vind Van den Nieuwendijk de positieve reacties in de markt: ‘We krijgen veel sollicitanten die graag bij ons willen werken omdat ze gehoord hebben hoeveel vrijheid ze hier krijgen. En we halen nu 80 procent van onze omzet uit bestaande klanten: dat zegt toch ook wel wat.’ Volgens Van den Nieuwendijk en Verstraeten past de organisatiestructuur van Netvlies nu veel beter bij het bedrijf dat het wil zijn en de mensen die er werken. Verstraeten: ‘Het lijkt op de methode voor softwareontwikkeling scrum, waarbij je ook in teams werkt met een grote mate van zelfsturing. We probeerden eerder ook wel met scrum te werken, maar dat paste niet goed bij onze oude structuur. Nu gaat dat een stuk beter.’ ‘Maar we zijn er nog niet, hoor,’ waarschuwt Van den Nieuwendijk, ‘we zijn nog maar net begonnen. We hebben een paar goede stappen gezet en nu is het vooral zaak om het steeds robuuster te maken.’ Verstraeten: ‘Ik denk dat je er ook nooit klaar mee bent; het is een continu proces.’ Bij dit proces wordt Netvlies begeleid door Raoul Rossou, De Groeicoach, die het bedrijf heeft aangemeld voor de verkiezing ‘Het slimste bedrijf van Nederland 2012’ in november. Bedrijf: Netvlies Waar: Breda Wat: Internetdiensten Personeel: Circa 40 Wat: Rollen ipv functies, werken in teams met veel bevoegdheden, aandacht voor persoonlijke ambities medewerkers www.netvlies.nl 57 58
  • 32. Montapacking: werken naar vermogen Edwin van der Ham van Montapacking laat zich keer op keer verleiden om structuren en regeltjes in te voeren in zijn snel groeiende bedrijf. En keer op keer loopt hij dan tegen muren aan. Terug naar de basis, is dan het devies. ‘Doe je werk gewoon goed, dan komt de klant vanzelf.’ Zeven blije gezichten kijken mij aan als ik de ruimte van de dagopvang voor mensen met een geestelijke beperking in het Gorinchemse bedrijf Montapacking binnenstap. Een jongen steekt zijn handen in de lucht: ‘Yes, we komen in de krant,’ roept hij enthousiast. Directeur Edwin van der Ham had de groep verteld dat er een journalist zou komen, en nu is het dan eindelijk zo ver. Ze gaan vrolijk lachend op de foto en hebben weer een verhaal te vertellen in het huis waar ze wonen. ‘Dat is zo waardevol,’ zegt Van der Ham even later nadat we afscheid hebben genomen en door een ander gedeelte van het bedrijf lopen. ‘Die mensen zijn zo dankbaar en blij. Ze hebben werk, net als hun broers en zussen die geen beperking hebben. Dat zeg ik ook wel eens als ik andere mensen hoor klagen: 61 62
  • 33. kijk eens naar hen. Die hebben niet half zoveel meegekregen als jij, maar zijn elke dag blij dat ze weer mogen werken.’ Voor Van der Ham is het allemaal heel eenvoudig: doe je werk gewoon goed, dan komt de klant en het resultaat vanzelf. Hij kijkt daarbij verder dan de buitenkant van mensen. Niet alleen geeft hij de mensen van de dagopvang een zinvolle dagbesteding, ook probeert hij mensen met een zogeheten afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te krijgen. Zoals Ben, een 57-jarige schilder die enkele jaren geleden met zijn schildersbedrijf failliet ging. ‘Een echte vakman, maar hij kreeg ineens te maken met gemeenten die alles openbaar gingen aanbesteden. Schilderen kan Ben als de beste, maar in allerlei formulieren invullen is hij gewoon niet zo goed.’ Via het UWV kwam hij bij Montapacking terecht, waar hij eerst het nieuwe bedrijfspand mocht schilderen, maar daarna als productiemedewerker aan kon blijven. ‘Een gouden vent. Als er overgewerkt moet worden, is Ben er altijd. Niet zeuren, gewoon doen.’ Spoedorder Van der Ham nam het bedrijf in 1999 over. Toen was het nog een eenmanszaak, maar sindsdien groeide het bedrijf met gemiddeld 25 procent per jaar. In 2011 kende Montapacking zelfs een groei van 40 procent. ‘En we doen nauwelijks aan acquisitie, hè. Als een klant eenmaal binnen is, blijven ze vaak ook wel.’ Die klanten variëren van grote multinationals als Microsoft, Apple tot L’Oréal en Sanoma. Voor deze en andere klanten voorziet Montapacking de producten van speciale verpakkingen, handelt het de internetbestellingen af en verzorgt het de warehousing. ‘Inpakken is niet moeilijk, maar op het juiste moment en op de juiste manier wel. Voor een klant als Apple leveren wij bijvoorbeeld de dozen waarin ze de iPhones, iPads en computers terugsturen die voor reparatie worden aangeboden. Zij weten aan het einde van de dag van te voren exact hoeveel dozen ze de volgende morgen vroeg nodig hebben. Als wij één doos teveel of te weinig leveren, is dat reden voor een gesprek.’ Dat soort processen moet daarom goed gestroomlijnd zijn. Van der Ham krijgt regelmatig adviseurs over de vloer die hem vertellen hoe hij dat zou moeten organiseren. Soms laat hij zich dan verleiden om hun adviezen over te nemen. Zoals in 2007. ‘Ik had een accountmanager, een kwaliteitsmanager iemand die personeelszaken deed, ik had afdelingen gecreëerd, maar ik werd hoe langer hoe ongelukkiger. Als een klant met een spoedorder komt, proberen we die er nog even tussendoor te passen. Dat kon opeens niet meer, want dat vond de kwaliteitsmanager het nodig om ook nog even er naar te kijken, met als gevolg dat de order al bij de concurrent verwerkt was voordat onze kwaliteitsmanager er naar gekeken had. Daar werd ik echt helemaal gek van, wij konden onze klanten niet 63 64
  • 34. meer helpen zoals wij dit wilden doordat we steeds meer op een ambtelijke organisatie begonnen te lijken. Ik had hier echt stress van, en voelde wel heel goed, dat dit niet was waarom ik ondernemer was geworden destijds. Gelukkig kwam ik toen dat boek tegen van Eckart Wintzen, over die cellen. Ja, dacht ik, dat gaan wij ook doen. Dus ik heb vier cellen gemaakt, ieder met een eigen manager, en sindsdien loopt het weer op rolletjes.’ Schoon schip ‘Je trapt er toch iedere keer weer in,’ zegt Van der Ham enigszins mismoedig. ‘Dan ga je allemaal structuren en regeltjes maken die eigenlijk niet bij je passen, maar waarvan je denkt of je omgeving vindt dat je het zo moet doen. We werken bijvoorbeeld voor een aantal voedingsbedrijven en die willen dan een procedure waarin ieder uur wordt gecontroleerd of er geen haar in het product zit. Wat veel belangrijker is, is aan je mensen uitleggen hoe belangrijk een goede hygiëne is. Hoe zou jij het vinden als je een haar in je kroket zou vinden? Natuurlijk hebben we ook procedures, maar zo min mogelijk. Ik vertrouw veel liever op het gezonde verstand van medewerkers dan op een lijstje wat ze af moeten kruisen.’ Om de zoveel tijd probeert Van der Ham daarom weer schoon schip te maken. Hij wordt daarin begeleidt door Caroline Rijnbeek van de MKB Krachtcentrale, die al dertien jaar met de ondernemer spart en hem met raad en daad bijstaat. ‘Vijf maanden geleden had ik het gevoel: het wordt hier rommelig op de werkvloer. Dat is geen goed teken, in de logistiek moet het gewoon altijd opgeruimd zijn. Wat is er aan de hand? Dan blijkt dat we toch weer laagjes hebben gecreëerd, eigenlijk ongemerkt. Dat realiseerde ik me bij één van onze vestigingen. We werken daar meestal met een vaste vervoerder, maar kregen daarnaast nog een andere vervoerder erbij. Dus ik zeg tegen een leidinggevende: “Let erop dat de pakketjes voor de ene vervoerder niet in de karretjes van de andere vervoerder terechtkomen.” En prompt ging het mis. Door de verschillende lagen wordt communicatie vaak afgezwakt. Eén van de productiemedewerkers had er nog een vraag over gesteld, maar geen goed antwoord gekregen. Kijk, daar kan ik dus helemaal gek van worden, hè. Dus nu gaan we ook intern weer cellen maken, gewoon blokken met drie lagen: senior, medior en junior. Simpel. Als ik mensen vertrouwen geef, krijg ik ook vertrouwen. Mensen zijn vaak veel creatiever en slimmer als ze merken dat je ze vrijheid en vertrouwen geeft.’ Bedrijf: Montapacking Waar: Gorinchem Activiteit: Verpakken, e-fulfilment, warehousing en distributie Aantal medewerkers: 70 Wat: Cellenstructuur, sociaal werkgeverschap www.montapacking.nl 65 66
  • 36. op de creatieve broedplaats in de groene ruimte Middenin het Noord-Limburgse dorpje Ottersum bevindt zich de enige creatieve broedplaats op het platteland: Koos&Co’s. Roger Engelberts wil zijn klanten, ondernemers en managers van grote bedrijven, dichter bij de natuur brengen. ‘Het kan geen kwaad om weer even met beide benen in de modder te staan. Kruisbestuiving tussen fysieke-groene en mentale-creatieve ruimte.’ ‘Dit is onze werkvloer, ons wijland met lange ij,’ zegt Roger Engelberts terwijl we vanaf een dijk over een groen weiland uitkijken. ‘De natuur is een hele belangrijke inspiratiebron voor ons. Waar de natuur al 14 miljoen jaar innoveert, maken wij mensen er een rommeltje van. De natuur heeft adaptief vermogen, past zich aan en wacht niet af. Dat zou ook voor innovatief ondernemerschap moeten gelden. Wij zijn alleen de weg met de natuur kwijt. Daarom kan het geen kwaad om af en toe weer even terug te keren naar de basis en weer even te ‘aarden’. Dat kan op deze plek.’ Engelberts loopt het veld door en neemt me mee naar een boomhut die boven het 69 70
  • 37. snelstromende riviertje de Niers in een populier is gebouwd. Engelberts wijst naar de schors van de boom: ‘Weet je waar dit van gemaakt is?’ Ik moet even nadenken, maar roep dan op de gok: ‘CO2?’. ‘Precies,’ zegt Engelberts, ‘de stof die wij bijna als giftig goedje onder de grond stoppen, daar maakt de natuur al duizenden jaren een prachtig product van.’ Roger Engelberts runt samen met partner Carlien van Bergen Koos&Co’s, creatieve broedplaats in het Noord-Limburgse Ottersum. ‘Koos is mijn schoonvader, tachtig inmiddels, die hier op het erf zijn levenlang heeft geboerd. De co’s staan voor de bedrijfjes die hier samenwerken en elkaar aanvullen.’ Een van die bedrijven is Imagro, een communicatieadviesbureau dat Engelberts in de jaren negentig oprichtte. Hoewel: zeg geen communicatieadviesbureau tegen Engelberts, want daar gelooft hij niet in. ‘De wereld van het communicatieadvies is eindig. Wij zijn geen communicatiebureau, wij geloven veel meer in een integrale aanpak.’ Die aanpak behelst weliswaar de strategie en creatie die leidt tot communicatiemiddelen als websites, social media, campagnes, maar draait daarnaast steeds meer om bewustwording, reflectie en het vrijmaken van creativiteit die in ieder mens verstopt zit. Duurzaamheid Vandaar dat er in de melkstal inspiratiekamers te vinden zijn en dat er in de grupstal allerlei bedrijfjes (de andere co’s) zijn gehuisvest. Vandaar ook dat Engelberts enige jaren geleden het belendende café heeft overgenomen en dat heeft ingericht tot Proef Lokaal annex sociale leerplaats Bij Koos. Mensen met een verstandelijke beperking serveren er dagelijks een lunch gemaakt van regioproducten en maken er handgemaakte cadeauartikelen in de eigen pottenbakkerij. ‘Er is geen betere duurzaamheid dan het stimuleren van de lokale economie,’ zegt Engelberts. ‘Door hier met elkaar samen te werken, ontstaat er naast een gun en funfactor iets van waarde.’ Engelberts noemt dit de Ottersumse O4-methode: Ont-moeten, Ont-dekken, Ont-wikkelen, Ont-ginnen. ‘Door ontmoetingen te organiseren, ontdek je een nieuwe wereld. Vooral als het branchevreemd is, als je in contact komt met mensen die je in je eigen wereld niet zo snel zult tegenkomen, ontdek je nieuwe werelden die je inspireren om anders tegen de dingen aan te kijken. “Anders kijken is alles zien,” zeggen we ook wel. Als je dan vervolgens samen iets maakt, co-creatie, kom je veel verder dan wanneer je alleen aan de slag zou gaan. Bovendien zul je het dan ook niet zo snel kapot maken, want je hebt het samen gemaakt. Zo ontgin je nieuwe markten waar je oorspronkelijk geen zicht op had.’ Combinaties maken, cross overs, en het lef om dingen anders te doen: dat is volgens Engelberts wat de echte ondernemer onderscheidt. ‘Iedereen raadde mij af om het café te kopen waar nu het Proef Lokaal Bij Koos in is gevestigd. Dat zou ik nooit terugverdienen. Misschien niet, maar ik wil reuring 71 72
  • 38. veroorzaken, zoveel mogelijk trekkracht creëren. Er moet wat gebeuren in dit dorp. Ik wil dat als je met je mensen in een vogelkijkhut hebt zitten uitvogelen of een lunch hebt genoten van Bij Koos, dat je dat door vertelt aan collega’s van andere bedrijven. Zo creëer je behoefte.’ Zo organiseert Engelberts samen met een bedrijvendokter een half jaar lang een inspiratiereis Op KOERS voor een tiental ondernemers uit de omgeving waar ook de plaatselijke Rabobank en Gemeente Gennep en Boxmeer genodigd zijn. ‘Na een half jaar moet iedereen een concrete vernieuwing of groei leveren. Die ambtenaar realiseert zich opeens dat die ondernemer ‘s nachts wakker kan liggen van de regels die de gemeente hem oplegt, de bankdirecteur kijkt verder dan de cijfers alleen en de ondernemers inspireren elkaar om nieuwe markten aan te boren, om aan te vallen.’ Aanvallen Aanvallen is ook wat Engelberts doet, juist in deze economisch lastige tijden. ‘We willen groeien, ons speelveld verbreden, want alleen zo kunnen we hier op het platteland overleven. Alleen zo kunnen we bijvoorbeeld jonge creatieve toppers aan ons binden en voorkomen dat ze allemaal naar de stad trekken.’ Engelberts neemt me mee naar de werkplek van Suzie Geenen, huisfotograaf bij Imagro. ‘Suzie had alles wat haar hartje begeerde: een leuke baan, huisje, boompje beestje, maar toch ontbrak er iets. Ze wilde iets doen voor een betere wereld. Ze heeft drie maanden verlof genomen en is naar de grootste sloppenwijk van Afrika in Nairobi getrokken. Daar heeft ze een modereportage gemaakt van deze enorm sterke vrouwen.’ Hij laat een prachtig vormgegeven fotoboek zien waarin stoere vrouwen poseren in kleding gemaakt van afval. ‘We hebben dit boek via partner FloraHolland aan mogen bieden aan de koningin; een dag later belde haar adjudant om nog tien exemplaren te bestellen voor de kleinkinderen. Dat is natuurlijk heel gaaf.’ Engelberts ondersteunt deze en andere initiatieven van medewerkers van harte, omdat hij weet dat tevreden medewerkers niet alleen blijven, maar ook geboeid blijven. Zijn bedrijf vaart er bovendien wel bij: waar veel concurrenten saneren of omvallen, daar houdt Imagro zich nog steeds goed staande. ‘We hebben dit jaar onze omzetdoelstelling gehaald, ondanks de crisis die met name de communicatiesector hard treft. Dat is vooral mooi, omdat we daardoor ook al die andere belangrijke dingen kunnen blijven doen, zoals talentontwikkeling, werk bieden aan verstandelijk beperkten en het stimuleren van de lokale economie.’ Bedrijf: Imagro BV op broedplaats Koos & Co’s Waar: Ottersum Activiteit: Strategie & Creatie op een Creatieve broedplaats Aantal medewerkers: Totaal op erf ca 70 Wat: Co-creatie, medewerkers binden en boeien, mvo www.koosencos.nl 73 74
  • 39. 76 Voor elk probleem een Samenwerken is een mooi werkwoord. Helaas wordt meestal de spatie vergeten tussen samen en werken. Want wil je resultaat oogsten dan zul je zaadjes moeten zaaien en samen moeten werken. In dat kader wordt in beleidsnotities over wonen, werken, recreëren en consumeren vaak gerept over de 4 O’s. Meestal staat dit voor het oude succesvolle OVO drieluik ofwel Onderwijs/onderzoek, Voorlichting en Ondernemers. En even vaak wordt dit vooral gezien als de weg naar subsidie. Zeker de subsidies die gekoppeld zijn aan mainstream gedachtes en grote potten goud die aan het einde van de regenboog staan, veelal in de buurt van nieuw te vormen campussen. Maar er is ook een andere invulling mogelijk voor de 4 O’s. In het dorp Ottersum, in de kop van Noord Limburg, manifesteert zich een leefgroep van collega’s onder het dak van Imagro en Koos en Co’s die op basis van 4 O’s een heel nieuwe visie hebben ontwikkeld. De formule van die leefgroep bestaat, hoe simpel kan het zijn, uit 4 werkwoorden die vier stationnetjes vormen, vier fasen in de zoektocht naar antwoorden en oplossingen voor elk vraagstuk. De eerste : Ontmoeten Wanneer raakte jij voor het laatst echt geïnspireerd? Grote kans dat het was na een ontmoeting met een persoon die je niet eerder kende. Communicatie is de kern van de eerste fase van een nieuwe ontmoeting. Elkaar leren kennen. Wederzijds begrip en respect. Ontmoeten lijkt soms toeval, maar toeval bestaat niet: het valt je toe. In deze fase van een nieuwe ontmoeting ontstaat er vaak een ‘toevallige’ nieuwe combinatie. Co-creatie ontstaat als het klikt bij deze eerste ontmoeting en vormt zo de belangrijkste stap naar innovatie. Met een Nederlands woord kan dat vertaald worden naar kruisbestuiving. In het Engels noemen we het een cross-over. Heineken en Krupps die na deze eerste van vier O’s de Beertender ontwikkelden, Oral en Philips met hun pulserende tandenborstel, Douwe Egberts en Philips en hun Senseo. Dit soort co-creatie is zo oud als de weg naar Methusalem. Ouder zelfs dan de mensheid: via symbiose doet de natuur niet anders dan samen creëren. Het gemengde bedrijf op de zandgronden was om die reden lang succesvol. De eerste grote ondernemingen die samen de krachten bundelden, 120 jaar geleden, waren partijen die in symbiose samen werkten en samen spanden om tegenwicht te bieden aan uitbuiting door de gevestigde orde. L’histoire se répète: al praten we anno 2014 niet meer over co-operaties maar over co-creatie en community’s. En wederom staat de ondernemer voor enorme uitdagingen. De maatschappelijke eisen, de doorlopend veranderende berg wet- en regelgeving, de geliberaliseerde markt, webshops in plaats van winkelplaza’s, prijs- en inkomensdalingen. Oftewel: beperkingen en kostprijsverhogende eisen enerzijds en dalende opbrengsten anderzijds. Veel ondernemers zinkt de moed in de schoenen wanneer ze dit monstrum aanschouwen. Waar is de uitweg voor dit dilemma? Nieuwe ontmoetingen vormen het begin van de oplossing. Zij zijn de sleutel tot werkelijke, ingrijpende verandering. Persoonlijke ontmoetingen met ondernemende collega’s, innovatieve onderzoekers en inspirerende buitenstaanders, bieden ondernemers zicht op een nieuw perspectief. Waarna communicatie en inspiratie de eerste impuls tot beweging geven. De tweede : Ontdekken There’s more to explore. Deze fase kenmerkt zich door het samen optrekken op weg naar de ontdekking. Niet een vaste route of een vaste bestemming. Nee, er is een basisidee door de nieuwe ontmoeting, de nieuwe combinatie. En dat basisidee mag wel wat meer ontdekt worden. Letterlijk: het dek of deksel mag eraf. De kunst van het weglaten, want minder is meestal écht meer. Samen op pad, maar niet om de kortste of snelste route af te leggen. Als we naar Rome vliegen zijn we de snelle Japanner die de wereld in een week denkt te kunnen zien. Als we het Pieterpad nemen van Pieterburen naar de St. Pieter in Rome dan komen we onderweg veel mensen tegen. Nieuwe ontmoetingen en nieuwe ervaringen en elke ontmoeting en elke 75
  • 40. 78 ervaring maakt ons rijker. En dat is waar het om gaat: om wat er onderweg gebeurt. Om de meerwaarde van het samen komen en samen een route afleggen. Onderweg verzamelen we de ideeën. Sommige vallen af, nieuwe ideeën komen er weer bij. Die toetsen we bij onze expeditiegenoten. En we checken of de ideeën nog wel bij onze marsroute passen. Zitten we op het goede pad? Laten we een spoor na? We denken niet in begrenzen of grenzen maar in verbindingen. Samen ontdekken we wat de ideeën echt beter maakt en waar wij het samen over eens zijn. De derde : Ontwikkelen We hebben ontmoet en vervolgens ontdekt. Nu pakken we het idee bij de kop en maken het minder ingewikkeld. Wat is de echte kern van het basisidee, van het concept? We gaan het idee dus ontwikkelen. Letterlijk en figuurlijk. Daar hoort niet alleen een visueel beeld of een gehoord geluid bij. Het gaat ook om de manier waarop waarde in bijvoorbeeld geld wordt omgezet. Geld stroomt per slot van rekening naar waarde. Bij het ontwikkelen van het idee vullen we dus ook het verdien- of waarderingsmodel in. Omdat die waarden het verschil bepalen tussen succes en mislukking. Bij deze fase van ontwikkelen gaat het vooral om kunde. In een tijd waarin kennis op straat ligt, de wereld een dorp is en kennis letterlijk het internet uitspuit, gaat het juist om de toepassing van die kennis. En dat heet kunde. Hier komt het nieuwe vakmanschap om de hoek kijken. Dat leer je niet in boeken, dat leer je in de praktijk. Een voorbeeld. Bij de uitrol van een nieuwe hospitality campus kun je ROC-leerlingen niet via theorie of in het algemeen via ratio leren hoe gastvrijheid werkt. Zij moeten het ervaren, zij moeten leren via doen. Wat daarbij in onze ervaring goed werkt is uitgaan van het enthousiasme en de motivatie van de persoon. Het Rijnlandse model dus, dat vooral uitgaat van vakmanschap, verbinden en vertrouwen. Wij leren het maken van een product of het ontwikkelen van een dienst veel beter in de praktijk dan van een docent. De kunde, dat is de toepassing van kennis, dat is de relatie meester – gezel. Werken en samen werken on the job. Niet uit een boek. De vierde : Ontginnen Nieuwe markthelden en slimme internetondernemers zijn succesvol omdat ze behoefte creëren. Zij hebben op tijd in gezien dat ze moeten bewegen. Zoals de boeren in de noeste Peel het veen moesten ontginnen om er iets te laten groeien, zo moeten wij nu de markt klaar maken voor nieuwe behoeften. Had u durven dromen dat u in 2011 met een kleine gevoelige televisie de show stal? We noemen het een iPad. Het was er niet, er was ook geen behoefte naar maar nu lijkt de wereld niet zonder te kunnen. Dat heet ontginnen. Op deze ontginningsweg hebben gerijpte ideeën ondersteuning nodig. Niet elke vraag schept zijn behoefte. Niet elk aanbod creëert zijn eigen vraag. Waar het om gaat is dat er behoefte gecreëerd wordt. Altijd raak Deze 4 O’s formule leiden voor elk vraagstuk, hoe netelig of complex ook, tot een creatieve oplossing. Het wiel wordt niet telkens opnieuw uitgevonden, maar er wordt een bewezen werkwijze gevolgd, een methode die pleit voor verbinden en verbonden zijn. Voor een nieuw samen werken, met nieuwe verbanden waarin muren worden geslecht en grenzen wegvallen of simpelweg worden genegeerd. Want daar liggen de kansen. Zoek elkaars cultuurverschillen op, geef de mensen ruimte en extra concurrentiekracht valt je toe. Daarbij gaan we in ons geval, in Ottersum, uit van de groene waarden. Om een simpele reden: slimmer dan de natuur is, kunnen we echt niet worden. Wij geloven dat de natuur vaak de antwoorden voor ons heeft en wij willen juist de groene waarden gebruiken om de innovaties en oplossingen voor een duurzame toekomst te vinden. Door voordurend ‘anders te kijken’ blijven we ‘alles zien’. En hoe meet je dan het resultaat van de 4 O’s formule? Voor ons is dat heel eenvoudig. We zien het aan de cijfers, zowel aan die van Imagro en Koos en Co’s als aan de concrete resultaten van onze klanten. Maar we zien het ook op emotioneel vlak: er wordt telkens weer een nieuw verbond gecreëerd van mensen die met oplossingen komen die even doeltreffend als verrassend zijn. En dat weet, meet en merkt de klant als eerste. Elke dag weer. 77
  • 42. van NIKS naar PRET Bijna alles had JAZO Zevenaar al geprobeerd om de structurele urenoverschrijding op de afdeling Engineering aan te pakken. Maar pas toen het hoofd van de afdeling Pascal Bos PRET introduceerde, kwam er beweging. ‘We verbieden je niet om negatief te doen, maar ga dan lekker even buiten staan.’ Ondanks zijn bescheidenheid zou Pascal Bos zo als stand up comedian aan de slag kunnen. Het hoofd van de afdeling Engineering van JAZO Zevenaar zit vol met grappige en beeldende uitspraken. Zoals ‘mopperen en klagen wordt overgeslagen.’ Of ‘besproei de planten, niet het onkruid.’ Toch heeft Bos niet de behoefte om de lolbroek uit te hangen, hij wil gewoon met plezier zijn werk doen. En dat plezier was een aantal jaren geleden behoorlijk verpest. ‘Ik kon mezelf niet meer zijn. Er hing zo’n negatieve sfeer; iedereen was alleen maar met zijn eigen werk bezig en niet met het geheel.’ Bos was door de eigenaar van JAZO, Axel Jansen, naar het bedrijf gehaald om een hardnekkig probleem op de afdeling engineering aan te pakken: tekenaars hadden hun werk zelden 81 82
  • 43. binnen de afgesproken tijd af. Jansen wilde niet meteen extra investeren in de afdeling, maar eerst onderzoeken of er niet efficiënter gewerkt zou kunnen worden, een klus waarvoor hij Bos vroeg. Die ging met hulp van Caroline Rijnbeek van de MKB Krachtcentrale voortvarend aan de slag. ‘De normale route, je kent dat wel: je formuleert een visie, bepaalt een strategie, stelt doelen... We hadden een kroeg afgehuurd om met elkaar te brainstormen over mogelijke verbeteringen en daar kwamen hele goede ideeën uit. Echt hele goede ideeën, zoals tekeningen nieuwe stijl. Dus wij de volgende dag aan de slag, vol energie. En toen gebeurde er dit...’ Bos tekent een lijn op de flipover die eerst een beetje omhoog loopt, maar dan scherp naar beneden afbuigt. ‘De sfeer zakte tot ver onder het vriespunt. Er was zelfs sprake van sabotage.’ De verklaring die Bos hier achteraf voor geeft, is dat de cultuur binnen het bedrijf er niet klaar voor was. ‘Mensen zijn gewend geraakt aan een bepaalde manier van werken en omgaan met elkaar. Zij ervaren elke verandering als een bedreiging. Als je daar niks mee doet, verandert er niets.’ Dubbele pret Tijdens een vakantie in Italië besloot Bos het roer radicaal om te gooien. ‘Ik was er echt helemaal klaar mee. Ik wilde ermee stoppen.’ Dat was ook de boodschap op zijn eerste werkdag na de vakantie voor de medewerkers van de afdeling. ‘Ik stond voor de groep, en zei: “Ik stop ermee.” Vervolgens liet ik een stilte vallen. Pas na een minuut liet ik de volgende sheet zien: dit vind ik van de sfeer.’ Op de sheet stonden vier woorden: Negatief, Individueel, Kleineren en Somber. ‘Ik vond het met één woord: NIKS. Wat vinden jullie er eigenlijk van? Ja, dat vonden ze ook wel een beetje. Maar wat dan? Wat is het tegenovergestelde van negatief? Juist: Positief.’ Zo werkte Bos het rijtje af, totdat er weer vier woorden stonden: Positief, Respect, Enthousiasme en Teamwork. Samen: PRET. Van NIKS naar PRET. ‘En wat levert dat op? Plezier, Rendement, Energie en Tevredenheid. Dubbele PRET.’ Bos lacht hard. ‘Toen heb ik ze allemaal persoonlijk de vraag gesteld: ik stop met NIKS, en ik ga naar PRET. Willen jullie me daarbij helpen? Dat was het begin van de echte verandering.’ Er kwam een pretoverleg, waarin iedereen zijn pretmomenten kon delen. Er werd een pretlijst bijgehouden van gedrag waar ze meer van wilden, en een antipretlijst van dingen die ze niet meer wilden. ‘Die liet ik dan door een van de negatievelingen door een medewerker bijhouden,’ zegt Bos, ‘dat vond ie in het begin ontzettend leuk. Maar na een tijdje was de lol er ook wel een beetje vanaf.’ Drie oudgedienden medewerkers kregen de opdracht om een pretsymbool te laten ontwerpen. 83 84
  • 44. Dat werd, hoe kan het ook anders, een smiley, die nu overal in het bedrijf is te vinden. Toen de medewerkers de voordelen van de nieuwe werkwijze gingen ervaren, ging het stromen. ‘Mensen die in het begin heel kritisch waren, begonnen er ook de lol van in te zien. Als ze eenmaal over een hobbel heen zijn, worden dat je grootste ambassadeurs.’ Niet dat het verandertraject allemaal zonder slag of stoot ging. ‘Van een medewerker hebben we afscheid moeten nemen. Wat hij deed, was bijna het tegenovergestelde van PRET. Dan geef je eerst een waarschuwing, en misschien nog een keer, maar op een bepaald moment is het ook klaar. Zo iemand haalt de hele sfeer naar beneden.’ Niet dat iedereen van Bos als een blije eikel op zijn werk moet verschijnen. ‘Dat hoeft helemaal niet. Je kunt mensen niet veranderen, en dat hoeft ook niet. Maar ze kunnen hun gedrag wel aanpassen. Zo hebben we een medewerker die altijd heel negatief is. Hij rookt, dus ik vroeg hem: “Als je wilt roken, waar doe je dat dan?” “Ja, buiten.” “Precies. We vragen je niet om te stoppen met roken, maar als je wilt roken, doe je dat buiten. We vragen je ook niet om positief te doen, maar als je een negatief moment hebt, ga dan even buiten staan.” Bos lacht. ‘Het heeft die man niet echt veranderd, maar hij gedraagt zich sindsdien wel anders.’ Slimste bedrijf Na de afdeling Engineering is ook langzamerhand in de rest van het bedrijf PRET (een boek gebaseerd op PRET is uitgebracht door Ben Kuiken van platform Nieuw organiseren dat heet: De PRET FACTOR) ingevoerd en is er volgens Bos een cultuur van vertrouwen ontstaan. ‘Dat betekent onder meer dat informatie wordt gedeeld, er een hoge tolerantie is voor fouten, de cultuur innoverend is en dat iedereen blij is met het succes van de ander. Als er een fout wordt gemaakt, dan lossen we dat samen op.’ Op de vraag of JAZO door de nieuwe manier van werken ook meer omzet maakt, moet Bos het antwoord schuldig blijven: ‘Ik heb geen flauw idee. Maar als je zo met elkaar omgaat, dan moet de klant dat ook merken.’ Het belangrijkste resultaat is in ieder geval de toename van de werkvreugde en de betrokkenheid van de medewerkers. Een opsteker voor JAZO was de verkiezing tot slimste bedrijf van Nederland in 2010. ‘Dat gaf een enorme trots en een boost aan het veranderingsproces.’ Bedrijf: JAZO Zevenaar Waar: Zevenaar Activiteit: Ontwikkeling en fabricage toegangsdeuren en (ventilerende) wanden voor technische ruimten Aantal medewerkers: 95 Wat: Cultuurverandering: van NIKS naar PRET www.jazo.nl 85 86
  • 46. Ladage: kansen creëren De patat van Ladage is een begrip in Rotterdam en omstreken. Het familiebedrijf creëert kansen, voor medewerkers die de juiste inzet tonen, om ondernemer te worden. ‘Een papiertje is voor ons niet zo belangrijk, het gaat ons erom dat ze het Ladage-hart hebben.’ ‘Wij bakken de gezondste patat van Nederland,’ zegt Rocco Ladage met een brede glimlach. ‘Een verse aardappel die we zelf snijden en dan bakken in een goede, plantaardige olie. Daarbij een mooie, nette zaak. Maar uiteindelijk draait het toch om de mensen. Als zij chagrijnig naar hun werk gaan, kun je niet verwachten dat ze de klant vriendelijk helpen.’ Patat bakken is een vak, een beleving volgens Ladage. ‘We hebben de klant een keer gefilmd terwijl hij of zij de patat aanneemt. Dat gaat echt met een hele brede glimlach. Vaak aan het einde van de week, trakteert hij of zij zichzelf op een patatje, voor de meeste mensen is het echt een cadeautje. Als je dat aan je medewerkers laat zien, begrijpen ze hoe belangrijk het is om er iets van te maken. 89 90
  • 47. Als je dat eenmaal door hebt, krijg je van elk patatje dat je schept energie.’ Rocco Ladage vormt samen met zijn oom Bram en neef Wesley Ladage de directie van Ladage Beheer, een keten van horecabedrijven dat met het merk Bram Ladage – ‘super lekkere patat’ - een begrip is in Rotterdam en omstreken. De vader van Wesley, Bram Ladage, begon in 1967 met de verkoop van patat op de markt en zowel Wesley als Rocco zijn min of meer in de patatkraam opgegroeid. In 1988 opende Ladage senior zijn eerste winkel, maar bij de zevende of achtste winkel zag hij zichzelf opeens voor een dilemma geplaatst. Wesley Ladage: ‘Zijn beste medewerker ging weg omdat hij te weinig uitdaging voor zichzelf zag. Dan sta je wel even te kijken. Bovendien zag hij zich voor de vraag gesteld hoe hij de spirit erin kon houden. Als je groeit, hoe zorg je er dan voor om toch in alle winkels het Ladage- gevoel te blijven uitstralen? Mijn vader heeft toen besloten om er een franchiseketen van te maken en medewerkers daarmee de gelegenheid te geven om zelf een ondernemer te worden.’ Papiertje Dit laatste is vooral belangrijk omdat Ladage veel jonge mensen in dienst heeft, die, als ze iets in hun mars hebben, in het verleden snel weer vertrokken. Rocco: ‘Mensen zijn heel belangrijk voor ons, patat bakken is een vak. Maar als mensen na korte tijd weer weggaan, moeten we steeds weer nieuwe mensen aannemen en opleiden. Zouden we ze niet langer bij ons kunnen houden?, vroegen we ons af. Met de franchiseformule kan dat. Als ze nu binnenkomen en ze hebben potentieel,dan krijgen ze een opleiding tot ondernemer aangeboden.’ Wesley vult aan: ‘Het gaat veelal om jonge mensen die het op school niet hebben gered. Mensen uit de lagere sociale klasse die tijdens de puberteit met hele andere dingen bezig waren dan met leren. Daar zitten echte pareltjes tussen, maar omdat ze geen papiertje hebben, krijgen ze de kans niet om te schitteren. Een papiertje is voor ons niet zo belangrijk, het gaat ons erom of er een goede inborst in zit. Heeft iemand het in zich om ondernemer te worden? Als dat zo is, proberen we dat eruit te halen.’ Elke nieuwe medewerker krijgt standaard een dagtraining in de Ladage Academy. Hierbij worden onder meer de historie, de missie, de visie en de kernwaarden van Ladage Beheer besproken, maar krijgen de medewerkers ook uitleg over de manier van werken en de processen binnen het bedrijf. Alle medewerkers in vaste dienst komen bovendien in aanmerking voor de Beroepsbegeleidende leerweg (BBL), waardoor ze alsnog een MBO of HBO-diploma kunnen behalen. Rocco: ‘Maar we helpen ze ook als ze bijvoorbeeld een huisje nodig hebben of als ze problemen hebben met een 91 92
  • 48. instantie. Dat kweekt een enorme loyaliteit, ook bij mensen die uiteindelijk vertrekken. Ik ken heel wat mensen die hun eerste baantje nog herinneren, bij Ladage. En soms gaat er iemand weg en komt hij of zij na een week met hangende pootjes weer terug.’ Familiebedrijf Ondanks de groei – naast de patatwinkels is de keten in de afgelopen jaren uitgebreid met BroodExpress, Ezprezzo, Ladage Events en Pasta Prima– is Ladage altijd een familiebedrijf gebleven, zeggen de neven. Niet alleen omdat zij samen met oprichter Bram Ladage de directie voeren en iedereen in de familie meewerkt, maar vooral ook qua sfeer. ‘We staan zelf ook nog geregeld in de zaak,’ vertelt Wesley. ‘Onze kinderen hebben er een baantje. En als er een nieuw filiaal wordt geopend, helpen we de eerste weken gewoon mee om alles op de rit te krijgen. Daarmee houden we feeling met de werkvloer en weten we wat er speelt. En we zijn nog gewoon Rocco en Wesley. Als we ergens een winkel binnenstappen, zijn we voor iedereen benaderbaar.’ Ook in de zorg voor de medewerkers en toeleveranciers vertoont Ladage alle kenmerken van een familiebedrijf. Zo koopt het bedrijf zijn aardappelen nog steeds in op hetzelfde adres als 45 jaar geleden, de firma Heezen in Rotterdam. En om te zorgen dat hun medewerkers gezond blijven, krijgen ze een abonnement op de sportschool: ‘We zeggen dat we de gezondste patat van Nederland hebben. Dan moeten je mensen dat ook uitstralen. Daar gaan we best ver in. We hebben bijvoorbeeld een afspraak met een haptonoom en een fysiotherapeut dat onze mensen binnen een dag bij ze langs kunnen gaan voor een consult als ze een keer een pijntje hebben. Kadermedewerkers kunnen daarnaast gratis een keer per twee weken gebruikmaken van een personal coach. Wesley: ‘En zelf het goede voorbeeld geven, natuurlijk. Als we een bedrijfsuitje organiseren, is dat vrijwel altijd iets actiefs. Zeilen bijvoorbeeld, of een weekendje skiën. We werken hier heel hard, maar het belangrijkste is dat de sfeer goed is, dat je het leuk hebt met elkaar. Dan komt de rest vanzelf.’ Bedrijf: Ladage Beheer Waar: Capelle aan de IJssel Activiteit: Franchiseketen in patat, brood en koffie Aantal medewerkers: 450 (120 in eigen winkels) Wat: Kansen creëren voor kansarme jongeren, ondernemerschap, sociaal werkgeverschap www.ladage-beheer.nl 93 94
  • 50. Koekjesbakkerij Veldt: Gelukkige mensen en lekkere ‘Gelukkige mensen bakken betere en lekkerder koekjes.’ Het kostte directeur Kees Pater van Koekjesbakkerij Veldt heel wat tijd en een forse persoonlijke crisis om de waarheid achter dit motto te ontdekken. Maar nu hij zijn bedrijf daarop heeft ingericht, bakt het de beste en lekkerste koekjes van Nederland. Als Sjakie in de chocoladefabriek: zo voel je je wanneer je de deur opentrekt van het bedrijfspand van Koekjesbakkerij Veldt in Veenendaal. De zoete aroma’s komen je tegemoet, en even waan je je weer in de keuken van je moeder die die middag net verse koekjes heeft gebakken. Ouderwets gezellig. Dat is ook precies de uitstraling die ondernemer Kees Pater beoogt met zijn koekjes. Hij heeft een ambachtelijke koekjesbakkerij, zo benadrukt hij, en geen fabriek. Zijn koekjes worden ook niet verkocht in het ‘koekschap’ van de supermarkt, maar op de broodafdeling en bij ambachtelijke bakkerijen. Pater kwam in 2004 bij toeval op het spoor van de bakkerij. Hij had zijn leven lang gewerkt in de bakkerij die zijn opa in de jaren twintig van de vorige eeuw in Avenhorn was begonnen, 97 98
  • 51. maar hij wilde het wel eens helemaal zelfstandig proberen. Door de leverancier van koel- en vriescellen werd hij op de bakkerij in Veenendaal attent gemaakt. ‘Ik kijken; ik was op slag verliefd. Het was precies wat ik zocht. Ard Veldt had de bakkerij op de groei neergezet, maar kampte met zijn gezondheid en wilde ervan af. ’ Na een moeizame start kreeg Pater het bedrijf aan de praat en groeide het als zelfrijzend bakmeel. ‘Het ging best goed. Althans, op het eerste gezicht: we groeiden, hadden volop werk en verdienden geld.’ Met de mensen ging het ondertussen echter een stuk minder goed. ‘Er vielen mensen om me heen uit met een burn out. En ook met mezelf ging het eigenlijk niet zo goed. Maar doorgaan, hè! Ik was alleen maar aan het duwen en trekken. De druk erop: gaan, gaan, gaan. En er bovenop: is dat wel geregeld? Staat die order al klaar? Zijn de ingrediënten voor die klant al besteld? Ik was alleen maar aan het controleren en aan het pushen en had het gevoel dat ik er helemaal alleen voor stond.’ Totdat ook Pater instortte. ‘Dat was het moment dat ik dacht: het moet anders. Zo gaat het niet meer. Wat ik toen ontdekte, was iets heel moois: door er over te praten en de medewerkers te vertellen waar ik tegenaan liep, gingen ze me helpen. Ik stond er helemaal niet alleen voor, zoals ik dacht.’ Huilend Via zijn adviseur kwam Pater in contact met Fernand Bosman van PUUUR Resultants. Die interviewde de medewerkers over hun werk en het bedrijf. Dat was voor Kees Pater een pijnlijke eyeopener: ‘Ik ben toen wel eens huilend naar huis gereden: heb ik het dan echt zo slecht gedaan?’ Pater en Bosman besloten tot een verandertraject, met de veelzeggende titel: Regie in eigen hand. Eerst ging het management zelf aan de slag, omdat Pater ervan overtuigd is dat verandering altijd bij jezelf moet beginnen. Daarna werden er vier teams ingericht die zelf mochten formuleren waar ze mee aan de slag gingen. Zo is er een team medewerkerstevredenheid, dat om te beginnen een enquête hield onder de medewerkers naar de problemen die zij in hun werk tegenkomen. ‘Dat zijn vaak kleine dingen,’ weet Pater inmiddels, ‘die, als je ze snel oplost, heel veel voldoening geven.’ Een ander team hield zich bezig met het verbeteren van de productie en inpakafdeling. ‘Die hebben een dag georganiseerd om verbeteringen door te voeren. Dat gaf enorm veel energie.’ De teams formuleerden ook zelf een missie, visie en de kernwaarden van het bedrijf. ‘We zijn daarvoor twee dagen de hei op geweest. Ik mocht niks zeggen, want het moest uit de teams zelf komen. Dat was best moeilijk, kan ik je zeggen, maar aan het eind hadden we wel een missie en een visie die door de teams gebouwd zijn en gedragen wordt.’ Pater lepelt de kernwaarden zo op: ‘Aarde en waarde, vakkundig, ambitie en samen. Iedereen wordt daarop beoordeeld, ook ik.’ 99 100
  • 52. Wie door het bedrijf loopt, ziet overal borden hangen met leuzen en persoonlijke verhalen van medewerkers. Een van de mooiste die eigenlijk alles zegt, is: ‘Als de directeur er niet is, draait het bedrijf gewoon door. Als de managers er niet zijn, draait het bedrijf ook gewoon door. Maar als de medewerkers er niet zijn, staat het hele bedrijf stil.’ Het bakken, verpakken en verkopen van koekjes is een teamprestatie, zeggen de medewerkers en Pater nu in koor, waarbij iedereen even belangrijk is voor het uiteindelijke resultaat. Om dit te benadrukken heeft het bedrijf het organogram omgedraaid en functies afgeschaft. Zo is de functie van eerste operator een rol geworden die iedereen kan vervullen. Pater: ‘We kijken nu veel meer naar waar iemand goed in is en wat hij wil. Iedereen heeft verborgen talenten. Zo hebben we een chauffeur die in zijn vrije tijd duikinstructeur is. Dan staat hij voor een groep alsof ie nooit anders gedaan heeft. Als hij dat talent ook kan benutten op zijn werk, is dat natuurlijk prachtig. Iemand anders heeft als hobby fotografie. Dat is nu onze huisfotograaf. Dat bedoel ik: je moet soms even zoeken, maar iedereen heeft wel iets.’ Gelukkig Sinds het verandertraject gaat het de koekjesbakkers van Veenendaal voor de wind. Zo is de productiviteit met 25 procent gestegen. Ook komen medewerkers nu zelf met voorstellen hoe het proces beter kan of voor nieuwe koekjes. Zo opperde een van oorsprong Poolse medewerkster om koekjes uit haar geboorteland te maken. Maar groei en winst is voor Pater geen doel op zich. ‘Ik weet eigenlijk niet wat het oplevert,’ zegt hij desgevraagd, ‘maar ik word er wel gelukkiger van. Het was de grootste investering ooit, maar op de oude voet doorgaan was geen optie.’ Dat geluk is Pater nu ook aan het verspreiden volgens het ‘pay it forward’-model: hij helpt twee andere bedrijven dezelfde omslag te maken onder de voorwaarde dat zij ook weer twee bedrijven helpen. Geheel in lijn met zijn slogan over gelukkige medewerkers die betere en lekkerder koekjes bakken, zegt hij: ‘Gelukkige medewerkers van leveranciers leveren ons betere grondstoffen en gelukkige medewerkers van klanten verkopen beter onze koekjes.’ Bedrijf: Koekjesbakkerij Veldt Waar: Veenendaal Activiteit: Ambachtelijke koekjesbakkerij Aantal medewerkers: 28 Wat: Regie in eigen hand www.koekjesbakkerij.nl 101 102
  • 54. Resato: lerende organisatie met lol Toen Ton Driessen en Rob Castien het Drentse bedrijf Resato overnamen, deden ze dat met grote groeiambities in hun achterhoofd. Door de structuur te verbeteren en de verspilling aan te pakken, konden ze meteen flinke slagen maken. Het was liefde op het eerste gezicht, toen Ton Driessen en Rob Castien in 2008 het bedrijf Resato in het Drentse Roden bezochten. ‘Een prachtbedrijf, maar wel met het nodige achterstallige onderhoud,’ herinnert Driessen zich. ‘Daar wilden we graag onze tanden in zetten.’ Driessen en Castien zijn twee jeugdvrienden die elkaar uit het oog waren verloren, maar elkaar na een lange internationale carrière weer tegen het lijf liepen. Castien was op zoek naar een bedrijf om over te nemen en vroeg Driessen of hij zin had om samen met hem dit avontuur aan te gaan. In hun zoektocht stuitten ze dus op de fabrikant van hogedruksystemen Resato en na een onderhandelingsperiode van negen maanden lukte het ze om dit bedrijf samen met een van de sales managers, Michel Hooftman, over te nemen. 105 106
  • 55. Het achterstallig onderhoud bestond er voornamelijk in dat de vorige eigenaars volledig bepaalden wat er gebeurde in het bedrijf. Medewerkers kregen nauwelijks de ruimte om eigen initiatieven te nemen en als ze dat wel deden, werd dit onmiddellijk afgekapt. ‘Wij wilden het anders doen,’ zegt Driessen. ‘Wij geloven heel erg in het Rijnlandse model, waarin de nadruk ligt op vakmanschap en op het idee dat je het met elkaar moet doen. We wilden een lerende organisatie waarin het leuk is om te werken en waar medewerkers met ideeën komen voor hoe het beter kan. De mensen op de werkvloer hebben vaak de beste ideeën, als ze maar de ruimte krijgen om die naar voren te brengen en merken dat er ook echt iets mee gebeurt. Daarvoor heb je wel structuur nodig, een veilige omgeving waarin voor iedereen duidelijk is wat er van hem of haar wordt verwacht en waar managers de medewerkers ondersteunen in plaats van andersom.’ Groeiambitie Een van de eerste dingen die Driessen en Castien dan ook deden, was een team van managers aanstellen en trainen. ‘Samen met ons bestaat dat team uit tien mensen. Dat lijkt veel, maar we hebben een stevige groeiambitie en hebben daar een organisatie voor nodig die daarop is ingericht.’ De managers worden goed getraind in coachend leiderschap. ‘Het middenmanagement is vaak de drijvende kracht van een organisatie, maar kan ook een remmende factor worden. Daarom besteden we heel veel tijd aan de begeleiding van het managementteam. We hebben maandelijks een management development meeting waarin we alles bespreken wat er speelt. Daarnaast worden ze ook individueel gecoacht, zodat ze op een effectieve manier met elkaar en met de medewerkers omgaan. Daarnaast hebben we ook onze visie gezamenlijk op papier gezet. Wij hebben natuurlijk wel ideeën over wat daar in moet staan, maar zij moeten het uitvoeren en moeten het dus ademen.’ Een ander terrein waarop de kersverse dga’s grote slagen konden maken, was op het gebied van de financiële verslaglegging en het interne logistieke proces. ‘We hadden nauwelijks een idee wat we op voorraad hadden. Als een productiemedewerker een onderdeel nodig had, moest hij daar zelf naar op zoek gaan in het magazijn. En als het er dan niet was, stond zo’n machine soms weken te wachten totdat dat ene onderdeel geleverd werd. Als je dat beter stroomlijnt, kun je daar gigantische winst boeken. In onze Waterjet-divisie beloofden we een levertijd van veertien weken, maar dat haalden we nooit. Nu zitten we op zes weken en is de leverbetrouwbaarheid voor die orders 100 procent. En de productiemedewerkers kunnen zich weer volledig concentreren op hun eigenlijk werk.’ 107 108
  • 56. Productiviteit Volgens Driessen worden deze verbeteringen voor een belangrijk deel veroorzaakt door een andere manier van aansturen van het personeel. ‘Als je mensen de ruimte geeft binnen hun speelveld, komt het vanzelf goed.’ Om dit leer- en verbeterproces te versnellen, organiseert Resato na iedere installatie een what did we learn?-sessie. ‘Hoe ging het? Wat ging er goed? Wat kan beter? We zitten in een nichemarkt. Dat betekent dat de kennis die wij hebben en ontwikkelen voor ons van levensbelang is. We willen een lerende organisatie zijn, waarin iedereen meedenkt voor de beste oplossing voor onze klant.’ Deze aanpak legt Resato geen windeieren. Driessen en Castien zijn nog maar een jaar of vier bezig, maar hebben het bedrijf zienderogen zien opknappen. ‘In 2010 kregen we een behoorlijke klap van de crisis, maar sindsdien is het alleen maar omhoog gegaan. Elk jaar zo rond de 18%!’ Maar echt spectaculair is de groei van de productiviteit: ‘Die is het eerste jaar met ca. 60% omhoog gegaan, daarna 20% en die groei zet zich nog steeds door. Kijk, dan ga je dus echt met sprongen vooruit.’ En succes werkt aanstekelijk, zelfs bij de doorgaans wat gereserveerde Drenten. ‘We hebben altijd lol,’ zegt Driessen met een brede glimlach. ‘Dat steekt mensen aan. Ook van klanten en leveranciers horen we steeds vaker dat zij graag met ons zaken willen doen. Dat was uiteindelijk ons doel toen we dit bedrijf overnamen: het moet vooral leuk zijn. Dat lijkt heel aardig te lukken.’ Bedrijf: Resato Activiteit: Hogedruksystemen Aantal medewerkers: 70 Wat: Lerende organisatie, gebruikmaken van ideeën medewerkers, structuur www.resato.nl 109 110
  • 57. GEZOCHT 111 Jansen Venneboer: 112