2. De crisis die in 1929 begon bracht werkloosheid en
armoede. De Duitsers verloren weer hun baan. De
regering kon er niets aan doen want er was geen geld.
De Duitse bevolking probeerde via andere partijen
een oplossing te vinden.
3. De felste tegenstanders van de communisten waren de
nationaalsocialisten. Zij behoorden tot de NSDAP, de
partij van Adolf Hitler.
4. In 1929 was de NSDAP een kleine partij. Maar na de
crisis groeide de partij snel. Binnen vier jaar was de
NSDAP de grootste partij in Duitsland.
Hier zijn een aantal oorzaken voor de noemen:
1. De crisis van 1929 met alle gevolgen.
2. De Propaganda machine van de NSDAP
5. De NSDAP was tegen het verdrag van Versailles en gaf
de Joden, de communisten en de regering de schuld
van alle ellende. Hitler zou weer vrijheid (van het
verdrag van Versailles), werk en brood geven aan de
bevolking.
6. Na de Eerste Wereldoorlog doken er veel partijen op
die tegen de democratie waren en één sterke leider
wilde hebben. Duitsland was daarin niet uniek. Zij
waren net als de Nazi’s fel tegen de communisten en
vereerden geweld.
7. In 1933 kreeg Hitler de meeste macht in Duitsland. Per
direct voerde hij een aantal maatregelen in:
1. Alle andere politieke partijen werden verboden
2. Hij schafte de democratie af
3. Hij schafte alle mensenrechten af
4. Liet direct wapenfabrieken bouwen en wegen
aanleggen
5. Bouwde een miljoenenleger op
De Duitsers waren blij dat
Hitler iets deed aan de
werkloosheid.
8. Volgens Hitler behoorden de Duitsers tot het beste ras
in de wereld. Zij vonden dat Joden laag en gevaarlijk
waren en moesten worden uitgeroeid. Jodenhaat
noemen wij antisemitisme.
De Nazi’s namen veel anti-Joodse maatregelen. Over
heel Duitsland werden de Joden gepest en ze mochten
bijna niets meer doen.
9. Hitler vond dat alle Duitssprekende mensen in één
land moesten wonen. En het Germaanse meesterras
moest ook meer levensruimte hebben. Daarom
vergrootte Hitler zijn rijk in 1938 met Oostenrijk en
Tsjecho-Slowakije.
10. Hitler vond dat alle Duitssprekende mensen in één
land moesten wonen. En het Germaanse meesterras
moest ook meer levensruimte hebben. Daarom
vergrootte Hitler zijn rijk in 1938 met Oostenrijk en
Tsjecho-Slowakije.