Register op het boek: Verveningen en verveners in Friesland, auteur Wim Visscher. Grote delen van Friesland waren vroeger bedekt met veenmoerassen. Het oostelijk deel (de Wouden) van de provincie stond bekend om zijn hoogveen, terwijl het zogenoemde Lage Midden van Friesland het gebied van de laagveenmoerassen was. Het Lage Midden omvat de brede strook van lage landen, meren, plassen en poelen, die zich vanaf Staveren en Lemmer noordwaarts uitstrekt tot even ten zuiden van Dokkum.
Beide onderdelen, de hoogveen- en de laagveengebieden, maken deel uit van dit boek. De auteur beschrijft in ieder hoofdstuk over een bepaalde periode één of meer Friese verveningen en de rol van de daarbij betrokken - al dan niet met veencompagnieën verbonden - personen en families.
Bij die vervenersfamilies valt op dat de vele adellijke en patricische vervenersfamilies daarin een belangrijke plaats innemen. In de bijlagen zijn een aantal deelgenealogieën opgenomen van deze en andere families die zich met verveningen bezighielden. Omdat veel Friese verveners zich bij hun verveningen organiseerden in samenwerkingsverbanden als veencompagnieën wordt in de overzichten ook verwezen naar de onderlinge familiebanden, zodat een beeld ontstaat van een uitgebreid netwerk, dat zich uitstrekte tot ver buiten de provincie Friesland.
Wim Visscher is jurist en historisch onderzoeker en publiceerde o.a. over de verveningen en de turfindustrie in Zuidoost-Drenthe en Noordoost-Overijssel. Zie ook http://www.wijdemeer.nl/webshop/Op-komst-Verveningen-en-verveners-in-Friesland/1
Register op het boek: Verveningen en verveners in Friesland, auteur Wim Visscher. Grote delen van Friesland waren vroeger bedekt met veenmoerassen. Het oostelijk deel (de Wouden) van de provincie stond bekend om zijn hoogveen, terwijl het zogenoemde Lage Midden van Friesland het gebied van de laagveenmoerassen was. Het Lage Midden omvat de brede strook van lage landen, meren, plassen en poelen, die zich vanaf Staveren en Lemmer noordwaarts uitstrekt tot even ten zuiden van Dokkum.
Beide onderdelen, de hoogveen- en de laagveengebieden, maken deel uit van dit boek. De auteur beschrijft in ieder hoofdstuk over een bepaalde periode één of meer Friese verveningen en de rol van de daarbij betrokken - al dan niet met veencompagnieën verbonden - personen en families.
Bij die vervenersfamilies valt op dat de vele adellijke en patricische vervenersfamilies daarin een belangrijke plaats innemen. In de bijlagen zijn een aantal deelgenealogieën opgenomen van deze en andere families die zich met verveningen bezighielden. Omdat veel Friese verveners zich bij hun verveningen organiseerden in samenwerkingsverbanden als veencompagnieën wordt in de overzichten ook verwezen naar de onderlinge familiebanden, zodat een beeld ontstaat van een uitgebreid netwerk, dat zich uitstrekte tot ver buiten de provincie Friesland.
Wim Visscher is jurist en historisch onderzoeker en publiceerde o.a. over de verveningen en de turfindustrie in Zuidoost-Drenthe en Noordoost-Overijssel. Zie ook http://www.wijdemeer.nl/webshop/Op-komst-Verveningen-en-verveners-in-Friesland/1
2. Los cafés
Espacios propicios para:
• el diálogo literario.
• el debate de ideas.
•el surgimiento de propuestas y
proyectos.
•la creación o reflexión solitaria.
3. Allí se hacían lecturas en alta
voz, se escribía entre el vocerío
y el humo del tabaco. Desde
allí, se salía hacia el
periodismo, la polémica, la
exposición de pintura en
salones..." (P.Rocca,Crítica
Cultural)
4.
5. Figuras destacadas
fueron figuras pertenecientes a la
clase media.
autodidactas de formación.
vieron con entusiasmo la postura
existencial bohemia a la vez que
apostaban a lo nuevo en cuanto a la
estético.
6. Algunos de ellos
"Polo Bamba“
"Tupí Nambá“
"Café Sarandí“
"Café Moka"
Asistían Florencio
Sánchez, Falco, Frugoni,
Carlos Ma. De Vallejo
entre otros
Florencio Sánchez escribe
varias obras como
dramaturgo en ellos.
Solía reunirse el grupo
del Consistorio del Gay
Saber
Asistían allí Roberto de las
Carreras y sus amigos centre
ellos: Alberto Zum Felde
7. Julio Herrera y Reissing
J. Enrique Rodó
H. Quiroga
Roberto de
las Carreras
Florencio Sánchez
8.
9. Cenáculos
Julio Herrera y Reissig
prefirió apartarse del
ambiente de café y
realizar el cenáculo en el
Altillo de su caserón
familiar al que nombró
como: Torre de los
Panoramas.
revistas literarias
La Revista
1899-1900
editó 13 números,
de gran
refinamiento
tipográfico.
Funciona de día, Julio lee los
poemas, asisten poetas y
escritores locales.
10. Consistorio del Gay
Saber
Reunido en
torno a la
figura de
Horacio
Quiroga,
Federico
Ferrando.
Se ubicaba en una
piecita larga y angosta
en 25 de Mayo 118,
entre Colón y Pérez
Castellano.
Revista del
Salto
Se leían poemas de ellos
y terceros. Se escribe en
francés, español y
provenzal.
Se experimenta sobre la
métrica, se fabrican
versos decadentes
11. Revista Nacional de Literatura
y Ciencias Sociales
Dirigida por Rodó, Carlos Daniel
Martínez Vigil y Víctor Pérez Petit
Se inspiró en el idea hispanoamericano y
su vinculación con España.